T ombola. A.VAN ASPEREN, KEUKENMEID. HOEDEN en PETTEN. Vervolg der Adrertcntlën. Hollandsche Maatschappij FRAAIE KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN Eerste Literarische Vergadering T0DB0I.A ZONDER NIETEN Bij BACKER. Breestraat 91. Ter overneming aangeboden: 88. RAPENBURG 88 88. RAPENBURG 88 Perso verzicht. Voor geruimrji tyd deelden we in ons overzicht het e>en en ander mede in zake de duelzaak Van den luitenantder mariniers V., waarvan de geschiedenis door de „Held. Crt." werd verschaft; we hopen dat het geheugen onzer lezers zich omtreMt hen niet onwillig zal betoonen en vertrouwen dat hetgeen volgt het te hulp zal "komen. In het Yoorloopig verslag op de Marine- begrooting verklaart de minister, op wettelijke gronden, het duel af te keuren. S. T. N. deelt in het „Vaderland" omtrent de zaak in quaestie het volgende mede: „In Augustus 1891 werd er in de long- room van „H. M. Koningin der Nederlanden" voor Atjeh een gesprek aan don middagdisch der officieren gevoerd, dat aanleiding gaf, dat één hunner den luitenant der mariniers het woord „lafaard'" toevoegde. Het was van vroeger reeds bekend, en ook de beleediger wist het dat gezegde luitenant nooit zou duelleeren, uithoofde van godsdienstige overtuiging en andere redenen van intiemen aard ook, omdat de wet het verbiedt De beleedigde luitenant zeide dat hy zich over het hem toegevoegde by den comman dant zou beklagen. En werkelyk vervoegde hy zich dan ook den anderen dag by dien chef, en verzocht overplaatsing naar een ander schip: „dewyl hy de sympathie zyner kame raden scheen verloren te hebben", doch sprak niet over het gebeurde van den vorigen dag. Nog dienzelfden dag over de wijze van behandeling der zaak ondervraagd door een der officieren, werd hem er op gewezen, toen hy vertelde, wat hy aan den commandant gezegd had, dat dit geene manier van doen was en hy of den commandant zyn beklag moest doen over het gebeurde óf duelleeren met den beleediger. En nogmaals vervoegde zich do luitenant by den commandant en beklaagde zich toon over het gebeurde, waarop dezo du zaak deed onderzoeken en naar aanleiding daarvan: den beleediger strafte, wegens beleediging van oen officier, zonder dat er eenige grond voor was; en den beleedigden luitenant insgelyks, wegens „in 2-maal 24 uur iets op eene be leediging gedaan." Ook moet de commandant den luitenant gezegd hebben, dat een duel het eenige was, wat hem redden kon, waarop de luitenant wederdat hy zich aan de voorschriften hield. De commandant der zeemacht, aan wien de zaken werden gerapporteerd, oordeelde verder, dat de zaak niet aldus kon worden beëindigd, maar dat de luitenant alsnog voor den Raad van Onderzoek diende ie komen, wegens, naar wy gelooven, gedragingen, don officier onwaardig, want volgens de >vet waren hier volstrekt geene termen aanwezig. De voorbereidende maatregelen hiertoe (verhoor voor eene commissie in Indié) zyn volgens de voorschriften genomen. Na afloop van dat voorloopig onderzoek, heeft de luitonant getracht aan deze moeilyk- heden een einde te maken, zyn ontslag uit den dienst te verkrygen, doch een ander commandant van oen oorlogsschip (want inmiddels was do delinquent overgeplaatst) zeide hem, dat hy z(jn eervol ontslag ver bruid had Daarop trachtte hy oeno burgerbetrekking te verkrijgen in een koffietuin, doch dat ge lukte niet, omdat het tegen zyne overtuiging streed opium te verkoopen, geiyk zyn patroon van hem zou vergen by vertrok van den lsten opziener en het gebruik ter plaatse medebracht! Intusschen had in Holland de moedor van den luitenant, wier steun hy was, onderricht van het gobeurde, zich gewend totdenminis- ster van marine, die haar mededeelde, dat de zaak onderzocht zou worden. En daarmede was de diop bedroefde vrouw voorloopig ten minste tevreden gesteld. Toen nu de luitenant in Holland kwam, opgezondon om voor eon Raad van onderzoek te komen, en hy zich by don minister van marine vervoegde, zeide deze hem, dat hy voor een Raad van Onderzoek zou komen, niet voor do duolquaestie, maar wegens zyne onwaardige gedragingen en antwoorden aan de commandantendat zyne moeder en andere familiebetrekkingen een verhaal hadden opge- Dit klinkt c*iig82io8 madsolachtig; toch wordt odb verzokor.l, dat du» de bewoordingen wareD. Welliobt is bedoeld, d&t hij te laDg gewacht heeft m t iets te doen. discht, dat bleek geheel bezyden de waarheid te zyn, en dat d aarin al reeds eene onwaardige handeling stak (de minister verzuimde echter zich duideiyker omtrent die onwaardige han delingen te uiten)dat hy rust nootbg had en dus in "het hospitaal te "Willemsoord zou worden opgenomen, om te observeeren in hoeverre zyne geestvermogens van invloed waren geweest op de gebeurtenissen te Atjeh. Eene maand is daarop do luitenant in het hospitaal verpleegd geworden. Toen hy te Willemsoord aankwam, werd hy, by bet zich melden by de marine-autori teiten, ontvangen als een zieke ja, zo zeiden hem zelfs, dat er onderzocht moest worden in hoeverre zyne gekrenkte geest vermogens van invloed waren geweest op de yebeurtenissen voor Atjeh. Ook de dirigeerend officier van gezond heid ontving hem met dien groet: op last van den minister moesten zyne geestver mogens onderzocht worden in hoeverre, enz., enz. (geiyk hierboven). De semi officiëele krankzinnigheidsverkla ring scheen dus van den minister te zyn uitgegaan; geneeskundige verklaringen waren er toen nog niet in hot spel geweest. In het hospitaal werd de luitenant goed behandeld; hy kreeg vergunning tot wandelen en zelfs tot met veilof gaan. Do behandelende gonoesheeren, ja zelfs de dirigeerend officier van gezondheid, chef van het hospitaal, dienden den patiënt ook zeer confidentieel van raad en advies: „dat het beter was om zich to laten ponsionneeren, dat de minister hem hiermede helpen wilde" en wat dies meer zy welke goede bedoelingen echter door den lyder niet naar waarde werden geschat, althans: hy weigerde beslist zich te laten afkeuren, omdat hy, naar eigen inzichten, gezond van geest en lichaam was „en nu eenmaal den stryd had aangebonden." Na een geneeskundig onderzoek op den 19den Sept. jl. werd hem gezegd, dat hy hot hospitaal verlaten kon en.... eene kleine maand daarna werd hy, zonder iets naders meer gehoord te hebben of voor een Raad van Onderzoek te zyn geweest, tydelyk ge- pcnsionneerd wegens, geiyk men dachtziels- of lichaamsgebreken, niet door den dienst ontstaan, maar ook niet door eigen schuld veroorzaakt, en welke den belanghebbende voor altyd voor den militairen dienst onge schikt maaktenby minder dan 20 jaren dienst voor den tyd van vyf jaren op f 650 per jaar zooals de desbetreffende voor schriften luiden". S. T. N. hoopt dat de minister zich zal weten te rechtvaardigen en dat niets hem liever zal wezen, dan dat hem biyken zal, dat hy verkeerd was ingelicht. Z. i. is het noodig dat hier volledig licht opga, én in 't belang van den betrokken persoon, én bovenal in 't algemeen belang, dat de handhaving eischt van recht en wet tegenover willekeur, ook in militaire zaken. In een artikel „te vroeg of te laat" meent hot „Utr. Dagbl." dat de harde woorden, ten aanzien van de voornemens der regee ring, ton opzichte van de regeling van het kiesrecht en die der gemeente- financiën, zelfs van bevriende zyde, gespro ken, te vroeg of te laat komente laat, wanneer men het werkplan der Regeering had willen veranderd zien, te vroeg, wan neer men wilde beweren dat dat werkplan nu reeds had kunnen afgedaan worden als geschied is by de zoogenaamde noodwet. De heer Van Delden verwyt o. a. het tegen woordige ministerie, dat dit niet dadeiyk de poging, door het vorige kabinet, zy het dan ook wat laat, begonnen, om in den nood der gemeenten te voorzien, heeft voortgezet. Het kan er zich niet van afmaken, door eenvoudig te zeggenik heb een andere volgorde gekozen. Het tegenwoordige kabinet heeft zich echter, zegt het „Utr. Dagbl.", op een ander stand punt geplaatst. De minister van financiën geeft toe: „dat er twee methoden zyn om tot verbetering van het belastingwezen te komen; de eene is: te beginnen met het verband tusschen de ryks- en geraeente-financién, en de andere: te beginnen met de verbetering van de ryks- financièn." Hoewel er zeer gewichtige argumenten zyn aan te voeren voor het eerste stelsel, is het toch 's ministers raste overtuiging, dat men er op deze wyze niet komt. Om eene duur zame hervorming tot stand te brengen, moet men beginnen met eene verbetering der ryks- financiën. De regeering neemt de gemeente-financiën dus wel ter harte; z(j doet het alleen volgens hare zienswyzo, naar de methode, d e haar de beste schynt. Laat men dus aantoonen dat deze methode niet de ware is, dan is het mogelyk daarover te discussiëeren 1 Het is verder noodig dat een aantal uitgaven, ter uitvoering van rykswetten aan gemeente besturen opgelegd, ten laste der rykskas wor den gebracht, en dat kan niet anders geschieden dau door eene wyziging der gemeentewet en die moest volgen op de herziening van het kiesrecht. Heeft men daarentegen bezwaren, dan bad men die dadeiyk, toen de regeering haar voor nemen te kennen gaf, het kiesrecht te laten voorgaan, moeten uitsprekennu is het daar voor te laat. De gedachtenwisseling is daarom echter niet geheel onvruchtbaar geweest, men mag nn hopen, dat de nood der gemeenten de Kamerleden zal prikkelen, wat aan de voor ziening daarin noodzakelyk zal moeten vooraf gaan, zoo spoedig mogelyk af te doen. Men kan daarby, blykens de toezegging, die de heor "W. H. De Beaufort van haar wist te verkrygen, ook op de medewerking der re geering rekenen. Geen van de leden, die op spoed aandrin gen, besluit het „Utr. Dagbld.", kan meer dan w\j oveituigd zyn van de noodzakelijkheid, om in dezo zoodra mogelyk verbetering aan te brengen; rsaar wil men dat doel bereiken, dan is de eenige weg, die daartoe leiden kan, o. i. dezemet de regeering mede te werken om zoo spoedig mogelyk haar program van werkzaamheden uit te voeren. Spoed is noodig, maar alleen niet voldoende; er moet niet slechts spoedig, er moet bovenal goed werk geleverd worden. In de „Arnh. Crt." lezen we: Als „kenteekon" van maatschappelyken wel stand, voorwaarde tot plaatsing op de kiezers- lyst volgens het ontwer p-T a k, beveelt „De Banier" aan, jaarlyks de betaling van 50 cents te eischen van ieder, die op de kie- zersiyst wenscht geplaatst te worden. Voor twoe kwartjes kan men dus iemand kiezer maken! Zou „De Banier" meenen dat deze dan toch de vryheid van keuze behield 't Is de goedkoopste kiezersteelt, die tot nog toe is uitgedacht. Naar aanleiding van de ernstige ongere geldheden in de hoofdstad na afloop der jongste socialisten-vergadering in „Plan- cius" waarover de Pers over het algemeen hare verontwaardiging uit, zegt het „Cen trum," dat meer zulke feiten voorziet, o. a. het volgende: De geest van verzet wordt voortdurend levendig gehouden door zekere volksmenners. De verantwoordelykheid, die dergelyke 1 e- den op zich laden, is inderdaad zeer groot. Het kan hun toch niet onbekend zyn, dat men aan de volkszaak de grootste afbreuk doet door rochtstreeks of zydelings tot daden van geweld aan te sporen. Men maakt daardoor op ergerlyke wijze eene beweging verdacht, welke veel goeds in zich heeft en die op veler sympathie mag rokenen. Wanneer de werklieden op wettige, orde- lyke en verstandige wyze voor hunne rechten stryden, kunnen zy zeker zyn van succes en zullen vele misbruiken allengs verdwynen, vele verbeteringen worden aangebracht. Maar het schynt wel, of tal van socialisten dit juist niet willen. De revolutionnaire beweging staat by hen boven de gewettigde arbeidersbeweging. Verzet tegen de overheid, tegen het gezag is het groote ideaal. De vraagof van overheidswege altyd met den gewenschten tact is opgetreden, kan hier buiten bespreking blyven. Een feit is het, dat stelselmatig van socia listische zyde eene gewelddadige „revolutie" wordt gepredikt en de geschiedenis leert, dat langs dien weg geene duurzame verbetering mogelyk is. Het volk werd daarvan steeds op de eerste plaats de dupe! En nu zullen we er voor ditmaal onder aanbieding onzer verontschuldigingen voor onze breedsprakigheid een einde aan maken, na vermelding van een „Standaard"-artikeltje, waarboven we „teleurgesteld" zien staan en dat aldus luidt: Men merkt zoo duidelyk, hoe sterk dr. Brons veld teleurgesteld is. Het Kabinet van 1888 moest tot eiken prys vallen. De anti-revolutionnaire party moest springen. Het werk van Groen afgebroken. De Christelyke school onder den voet gehaald. En om dit booze plan te doen slagen, liep hy met pak en zak naar de Liberalisten over. Nu, de Liberalisten begrepen daar het hunne van! Ze vonden het dom genoeg gehandeld van dezen nieuwen politicus, gewezen politico- phoob. Maar ze dachten: alle beetjes helpen; en zoo haalden ze den nieuwen bondgenoot met zekere ovatie in. Elk advies van dezen overgeloopen „staats man" prykte van nu af in de kolommen der liberalistische dagbladpers; vooral zoo ditad- vios dienst kon doen tegen ons. Het gewone gebruik, of misbruik, dat men van spionnen en overloopers maakt. Zoo viel dan ook het vorig Kabinet, en Van Tienhoven en Tak kwamen. En nu was dr. Bronsveld in de wolken. De gehate Loman had het veld geruimd, en de minzame Van Tienhoven was meester op het Binnenhof. Maar eylacen, do vreugd was kort van duurt Nu reeds heeft dr. Bronsveld spyt als haren op z(jD hoofd. Het vorig Kabinet had van 45,000 nieuwe kiozers gesproken. Tak komt or met 500,000 aandragen. Reeds kreeg Lohman weer een goed woordje en voor Tak staat de bezem klaar. P.S. F. J. L.Woensdag a. s. mret genoegen. U ziet dat er heden reeds heelwat te ver melden viel. 1 Febr., in een druk gezin, gevraagd, tegen goed loon: eene KKUKEXMEID, goed kunnende koken en genegen huiswerk te verrichten. Zonder goede getuigen onnoodig zich aan te melden. 7751 8 AdresOude S ngel 86. van 7745 12 MET DAMES, op Donderdag 22 December 1892, des avonds te halfacht, in de Con certzaal (kleine zaal, ingang Aalmarkt). Voordrachten van Mejuffrouw "W. G. BEEK] HUIS en Prof. JAN TEN BRINK. De llceren BOON KIRTSINCH A VAX TIJ EX berichten dar dc Coupons der 5 pCt. Pandbrieven LOMBARD IXVESTWEXT Cy., verschijnende 'i Januari 1803, van af dien datunt be* (aaibaar zijn voor die van: 25 me» f02.50. 124 „31.25. 5 12.50. ten bunnen Kantoren, alsmede bij Heeren Correspondenten. 7743 li Amsterdam, 16 December 1892. Ge»urende eenige dagen houdt de ouder geteekende eene met de Roulet, a 25 en 50 Cents het Lof. Dit is nog te doen, omreden men alle kans heeft op een moolcn Prijs, terwyi een ieder minstens de waarde er van terugontvangt. De pryzen zyn tentoongesteld en kunnen dadelyk medegenomen worden: 7653 15 één of twee goed onderhouden VAAR- TUIGEX met Inventaris, varende Amster dam, Zaandam en Haarlem, hetgeen een flinl bestaan oplevert. Br. lett. E Advert.-Bur. GEBRS. NOBELE Haarlem. 774(5 M agazij n van 7620 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 2