GOEDEREN, L. H. FEENDERS. oman vnjüio woojii Rotondes ƒ10.— Capes ƒ10.-- OPRUIMING zTËD EÉ TAL A Jacquetten ƒ9.— Kindermantels f 6.-- Ginneker Speculaas. Betaling op verlangen in Januari e. k. ATLASSEN, IJS WONING .1. lïoo<1 enl>vt Extra groote Kastanjes. 22. HAARLEMMERSTRAAT 24. Vrijwillige Verkooping, CARBOLBLOKKEN J. ROODENBURG. 22 HAARLEMMERSTRAAT. 24, OESTEFtS, GUTTAPERCHA. P. T. DE JONG. Uoogcwoerd 2:4. 0. H. DE JONG. van etlle courante en incourante waaronder een twintigtal stukken nieuwe Zwarte Stoffen. Feuilleton. Dc organist van den Dom. Voor eene bejaarde of hulpbehoevende Dame bestaat gelegenheid tot en zorgvuldige verpleging in een net gezin. Adres met brieven onder No. 7755 aan het Bareel van dit Blad. 7 7766 6 in het Notarishuis aan den Burg te Leiden, by opbod •i aaaaa ^iJSl Zaterdag 14 Januari 1893, by afslag Zaterdag 21 Januari 1893, telkens des avonds te 7 uren, ten overstaan van A. VAN LEEUWEN, Notaris te Leiden, van No. 1. Het onlangs vernieuwde HUIS en ERF te Leiden, aan de Langegracht No. 58, groot 57 centiaren, ingericht om door twee gezinnen te worden bewoond, bevattende, beneden: Gang, Voorkamer met Bedstede, Binnenkamer met Bedstede en Stookplaats, Keuken en Plaatsje; boven: Voorkamer met Bedstede, Binnenkamer met Bedstede en Stookplaats, Keuken en voorts een Zolder. Het perceel heeft Duinwaterleiding en is in tweeën by de week verhuurd, te zamen voor f 4.20. No. 2. Het PAKHUIS te Leiden, aan de Middelstegracht No. 56, groot 56 centiaren, geplafonneerd en voorzien van gemetselde Kalkputten met Zolder en een Plaatsje. Verhuurd tot 1 April 1893 voor f 22.50 per kwartaal. No. 3. Het zeer net onderhouden HUIS te Leiden, aan den Middelweg No. 21, groot 22 centiaren, bevattende, beneden: Voor kamer met Stookplaats en Bedstede, Keuken met Regenwaterput; boven: Voorkamer met Stookplaats, Achterkamertje en Zolder. Het perceel is in eigen gebruik en heeft Duinwater. Aanvaarding by de betaling der kooppen ningen op 15 Februari 1893. Te zienVrtfdag en Zaterdag in de weken van veiling en afslag van 12 2 uren. Meerdere inlichtingen zyn te bekomen ten kantore van genoemden Notaris VAN LEEU WEN, alwaar tusschen de veiling en den afslag tot Vrydag 20 Januari 1893, des na middags te 2 uren, dagelijks verhoogingen worden aangenomen tegen genot van één vijfde der Yerhoogsom. 7761 45 in het Notarishuis aan den Burg te Leiden, bij opbod Zaterdag 7 Januari 1893, by afslag Zaterdag 14 Januari 1893, des avonds te zeven uren, ten overstaan van Mr. J. A. F. COEBERGH, Notaris te Loiden, van lo. Hot goed onderhouden BURGERWOON- IIUIS te Leiden, aan de Noordzijde van het Rapenburg, No. 68, groot 78 centiaren, be vattende beneden: ruime Gang, Zykamer, Binnenkamer, Keuken, Kolder en Plaats; boven: groote Voorkamer, Alkoof, Slaap kamer, Zolder met afgeschoten Kameitje en Vliering. De kamers zijn behangen en voorzien van Kasten, Stookplaatsen en vele gemakken. Het perceel heeft Duinwaterleiding en gedeeltelijk Gasleiding. Verhuurd tot 1 Febr. 1893 voor f 300 per jaar. Te zien Dinsdag en Donderdag in de weken van veiling en afslag van 11 2 uren. 2o. Twee WINKELHUIZEN, waarvan één ingericht tot Broodbakkerij, ERVEN en SCHUUR onder de gemeente Leiderdorp, nabij Doesbrug, in do Dorpsstraat, No. 185, samen groot 3 aren, 61 centiaren, bevattende lo. Winkel, Zijkamertje, Binnenkamer, Keuken, Schuur, groote Plaats en Bleekveld; boven Voor- en Achterkamer en twee Zolders. Verhuurd per week voor f 2.50. 2o.Winkel, Zijkamer, Binnenkamer, Bak kerij, Plaats met Schuurtje en een Schuur aan don Rijn; boven: Voorkamer en Zolder met Slaapplaatsen. Verhuurd per jaar voor f 150.- tot 1 Mei 1893 en de Schuur voor f 20.per jaar, mede tot 1 Mei 1893. 7762 49 Te bezichtigen daags voor en op de dagen van veiling en afslag van 10 2 uren. Aanvaarding en betaling op 1 Februari 1893. Meerdere inlichtingen zijn te bekomen ten kantore van voornoemden Notaris COEBERGH, alwaar tusschen de veiling en den afslag verhoogingen kunnen worden gedaan, tegen genot van één vijfde der verhoogsom. Steeds voorradig: Carbolblokkert en Carbolpocder, by JOHs. DEE Jz., Hooigracht 12 14. LEIDEN. 7765 6 PRACHTIGE ZEEUWSCHE tot verminderden prye. C. VLIEL iKO A ZQOX, 7495 6 Mandenmakerssteeg 3, Op maat. Alle soorten van SCIEOEISel en reparatie worden spoedig afgeleverd. 7770 7630 9 Alom is voorhanden de nieuwo druk van BEWERKT onder toezicht van Prof. P. J. VETH. NEDERLAND en zijne overzeescho bezittingen, 16 kaarten met Aardrijkskundig Overzicht er een Register der in den Atlas voorkomende plaatsnamen, 2de druk, ing. 0.65. ATLAS DER GEHEELE AARDE, 39kaarten, 7de druk, ing. 0.90. Lelden. A. W. SIJTHOFF. 7763 128 21.) „Waarlijk, Uwe Excellentie denkt verder, hm.ja.daar hoor ik dat de heei Bork- feldt ook juist uit Atheno teruggekeerd is." Mevrouw Yon Schlier hanteerde haar waaier en lachte boosaardig. „Bah!" zeido de oude goodig, „Ik waar schuwde ter goeder trouw. lomand als uw Robert vorlieft zich licht in de een of ander, dat zou jammer voor hem zijn. Wat Felix betreft, nu, die hem aan zal staan, moet nog geboren worden. Het zou my meer dau aan genaam zyn, als hy maar eens in eer en deugd verliefd word. Hy kwam, om den erf prins X. hier aan te treffen; ge weet wel, met wien hy die reis door Spanje gemaakt heeft. Tusschen hen beiden bestaat eene wer- kelyk oprechte vriendschap. Onder mannen, geloof ik, bestaat die nog, schoon ook al zelden, zou ik zeggen." Felix Borkfeldt, van wien hier gesproken werd, zat of eigeniyk stond naast prinses Mary; haar gezichtje, dat anders weinig uit drukking had, drukte gevoel en leven uit, als zyn blik op haar rustte. Nu, voor de ingewyden was dat ook geen wonder! Om zoo te zeggen, was hy de heraut van prins Ruprecht, die oen bruidje zocht en hier verwacht werd. Ook nu onderhield hy prinses Mary over hunne reis in Spanje, het karakter en de beminnelyke eigenschap pen van den prins. Prinses Mary luisterde met groote aan dacht; het was moeiiyk te zeggen of de verteller dan wol de afwezige hare attentie tot zich trok. Felix Borkfeldt was een schoon man, groot on slank; zyne trekken waren vol leven en maakten een zonnigen, prettigen indruk. Alle andere cavaliers verdwenen in het niet by hem. „Kent Uwe Hoogheid ook soms de dochter van graaf Teschy van naby?" vroeg hy ein- deiyk aan de prinses, terwyi zyne oogen naar Beate zwierven. „Zy is nog niet lang hier", antwoordde prinses Mary, „en mama zou gaarne zien, dat ik haar nader leerde kennen; zy is van myn ieeftyd; ik ken haar echter nog zeer weinig; zy zegt niet veel en is een beetje verlegen, geloof ik." „Het is vreemd", zeide de jonge man, „dat zy eene poos geleden zoo erg verlegen werd, toen ik haar eene zeer eenvoudige vraag deed; myn vader verteldo my dat niemand iets van hare kindsheid weet. Er schynt een geheimzinnige Nimbus om hare persooniyk- lieid te zweven; de vreemdste geruchten worden er over verspreid." „Waar zich de menschen het hoofd al niet mee breken"! zeide de prinses; „het komt er immers zeer weinig op aan waar de graaf zyne dochter liet opvoeden", doch ook zy zag Beate met meer onderzoekende en critiseerende blikken aan. De brieven van Beate aan Jobst waren voor dezen altyd onduidelyk en onbogrypelyk. Zy schreef hem dat zy hare grootmoeder had leeren kennen: van die liefde en harte- lykheid, welke zy zich voorgesteld had te zullen vinden, was geen sprake; ook kon zy zich geen oogenblik voor den geest brengen, waarin zy hare grootmoeder werkeiyk nuttig of onmisbaar was, of waarop zy hare oude dagen aangenaam had mogen maken. Groot moeder noemde dat „sentimenteel"; dat was een woord, dat maar al te dikwyis werd gebezigd als Beate liefde verwachtte en liefde zocht. Maar toch, een beetje was zy wel in de gunst van hare verwanten gestegengroot moeder getuigde dat er wel iets van haar te maken viel. Zy begreep vlug en was van nature aanvallig. In dit opzicht had zy wel een erfdeel van hare ouders medegekregen. Beate sprak ook niet zooveel als vroeger van die dwaze ideeön van naar huis terug te gaan. „Nu, waarom toen ook maar niet ineens korte wetten gemaakt", zeide de grootmoeder tot baren, schoonzoon, „en maar dadelyk dezen onnatuurlyken echt verbroken; het was toch niet te verwachten, dat Beate, na eenigen tyd in deze nieuwe omgeving te hebben verkeerd, nog lust zou hebben terug te gaan en „moedwillig verlaten" zou reden genoeg tot scheiden goven. Het zou het beste zyn, zoo spoedig moge- lyk eene geschikte party voor haar te vin den. Het arme kleine ding wist immers nog in het geheel niet of zy een hart had en sprak er over als de blinde over de kleuren." De graaf moest zyne schoonmoeder geiyk geven en wist dat deze reeds den geschikten persoon op het oog had. Niemand was tot het smeden van een liefdesband beter ge schikt dan de gravin, die met vreugde deze gelogenheid aangreep om hare rol nog eens te vervullen. (Wordt vervolgd.) Leiden, ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 14