N». 10065. Dinsdag 13 December. 1892. feze «Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. Leiden, 12 December. Feuilleton. De organist van den Dom. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 mumdeaf 1.10. Franco per poet1.40. Afzonderlijke Nommers0.06. PRIJS DER ADVERTENTIÊN ▼an 1—8 regele f 1.05. Iedere regel maar f 0.17 Grootere lettor* naar plaatsruimte. loot het tncaaeeeren bulten de stad wordt ƒ0.05 berekend. Naar aanleiding van de ingediende be zwaarschriften tegen het kohier der Plaatse lijke Directe Belasting voor 1892 stellen B. en ¥s. voor af te wijzen de reclames van M. H. Keller, H. De Nie Jr., F. J. Struyken- kamp, C. Collée, J. W. Boehmer, H. Laken, R. G. M. Hueber, H. Vallentgoed, W. F. Van der Burg, A. Gjjbela, L. Sigenaar, H. Bremer, W. Duk, G. Kleinhans, P. Vroom, D. Carree, A. D. Hakkenberg, C. H. Van Es, W. J. Kat, F. Van Golde, J. Pander, AI. H. Fontein, N. Anes, D. West, C. A. J. Reinke, W. F. Laman, E. Prins, N. Onderwater, wed. W. L. Van Dorp Van Wijk, Af. C. Laman, L. P. Van der Zon, M. A. Van der Burgh, C. H. Speel, F. F. Vlieland, G. A. J. Levedag, J. H. Blommendaal Sr., J. P. Van Daalen, AI. C. Westerbach, H. J. J. La Bree, J. Van Weizen, H. H. Bolland, A. Van Asperen, G. F. Bartelsman, H. Kouwenberg, H. Vroom, J. J. VanderLaa- ken, wed. J. Parmentier, L. Van Tol, S. F. Lin- schooten, wed. J. AI. Cornelissen, C. J. Riet- meijer, C. G. Van Heuven, wed. H. Colpa, H. W. J. De Neef, G. S. Popp, J. Van Valde- ren, AI. Kloots, J. AI. Kaneman, R. Coolhaas Ladenius, F. Del Sasso, J. C.,Heemeijer, J. J. Van der Blij, J- W. Van Harteveld, J. B. Metjnen, J. Goddijn, G. Althusius, B. Penseel, C. Knaap, L. Van der Laan, H. Van Zoelen, J. W. Taffijn, H. Barning, C. A. Franchimon, J. A. Gobus, J. Couvée Azn., wed. W. F. AVischman, A. Harteveld, A. Slierings, A. Kapteyn den Boumeester, D. Lambinon Wzn., wed. H. VroomHarteveld, P. Vroom, G. R. Van Alphen, C. AI. Randoe, J. C. Perquin, J. Van ZUp, N. Van Dijk, P. Oudshoorn, F. Hakkaart, A. Blansjaar, J. B. Van der Nat, H. D. F. Meijer, AI. Spaarman, N. Bekooy, W. Van der Linden, J. J. Van der Linden, P. C. Van Booren, P. J. Keuls, C. Colpa, wed. W. P. Demmonie, L. F. Proot, J. De Koning, H. Van As, F. Osterloh.J. Bonting, H. A. Van der Aleel, H. De Koning, A. Van Bor- selen, C. J. Rietbergen, H. L. Lolkes de Beer, J. AI. Los, wed. J. J' Planken, J. Van der Burg, J. G. Van den Berg en W. Verhoog. Den aanslag van A. I. Witmans te ver mindoren met ƒ7.80 en uit te trekken op 30.42, die van W. F. R. Suringar met 127.40 en uit te trekken op ƒ465.01; dien van A. Af. Wolters met 2 44 en uit te trokken op 2.43; dien van N. Van der Royden met ƒ3.12 en uit te trekken op ƒ4.68; dien van de wed. C. L. C. W. Pické geb. Jongkindt Coninck met ƒ16.25 en uit te trekken op ƒ60.12; dien van G. Esseling met ƒ8.12 en uit te trekken op 39.81dien van J. Th. Bik met ƒ3.19 en uit te trekken op ƒ4.77; dien van J. Boon met ƒ3.25 en uit te trekken op 4.87; dien van F. A. J. Van Zoelen met 2.44 en uit te trekken op ƒ2.43; dien van AI. Westerhoff met ƒ3.25 en uit te trekken op ƒ4.87; dien van D. Van der Burg met ƒ8.12 en uit te trekken op ƒ23.56; dien van W. L. Christiaanse met ƒ23.40 en uit te trekken op ƒ104.52; dien van G. W. Karg met 18.69 en uit te trek ken op 36.62dien van de wed. L. Van Leeuwen met 16.25 en uit te trekken op ƒ31.68; dien van J. H. Blommendaal Jr. met ƒ3.25 en uit te trekken op 4.87; dien van de wed. J. C. Kuhlmann Doeff met ƒ4.88 en uit te trekken op ƒ12.18; dien van L. Wallaart met 4.88 en uit te trekken op ƒ12.18; dien van D. J. Dobbe met 6.37 en uit te trekken op 16.73dien van B. Van Halderen met 9.76 en uit te trokken op 2 43; dien van J. Van Berkel met 3.25 en uit te trekken op 4.87dien van A. E. Groll met ƒ8.12 en uit te trekken op ƒ23.56; dien van AI. C. La Lau met 56.88 en uit te trekken op 108.87dien van J. Fles met ƒ2.44 en uit te trekken op ƒ2.43; dien van de wed. P. Oostveen met ƒ5.56 en uit te trekken op ƒ2.40; dien van B. H. J. Aalberse met ƒ23.89 en uit te trekken op ƒ106.69; dien van R. T. Do Wys met ƒ5.68 en uit te trekken op 26dien van W. Schippers met ƒ8.12 en uit te trekken op 23.56; dien van P. A. Zanini met ƒ3.12 en uit te trekken op ƒ4.68; dien van H. P. L. Vorst met 5.98 en uit te trekken op 15.69; dien van R. Verschuiling met 16.25 en uit te trekken op 23.56; dien van P. Van der Brander met ƒ8.12 en uit te trekken op ƒ23.56; dien van W. Webber met ƒ14.62 en uit te trekken op 17.06dien van J. H. Van Borselon met ƒ4.06 en uit te trekken op ƒ8.12; dien van J. AI. Van Vliet met ƒ7.31 en uit te trekken op 4.87; dien van J. Roman met 4 en uit te trekken op ƒ7.47; dien van de wed. J. J. Gjjzeny met ƒ16.25 en uit te trekken op 23.56; dien van J. Botermans me^5.98 en uit te trekken op 15.69; dien van P. L. Neuteboom met 6.66 en uit te trekken op 32.66; dien van J. H. Landwehr met 3.19 en uit te trekken op 4.77dien van A. N. Staats met ƒ4.88 en uit te trekken op ƒ12.18; dien van F. A. Lempers met ƒ8.12 en uit te trekken op 23.56; dien van H. Roomberg met ƒ1.62 en uit te trekken op ƒ0.81; dien van J. Van Rossum met ƒ4.88 en uit te trekken op ƒ12.18. De aanslagen van J. Kromwjjk, W. C. En- gelbregt, F. T. Kraneveld en S. Romanesko, te royeeren. Het totaal bedrag van het primitief kohier der Plaatselijke Directe Belasting, in de Raads vergadering van den 16den Juni 1892 vast gesteld op ƒ179,004.01, wordt hierdoor ver minderd met ƒ510.75 en bedraagt alsnu ƒ178,493.26. Alen schrijft ons uit Woubrugge: De aangekondigde muziek- en zanguitvoering door de Fanfare- en Zangvereeniging „Eupho- nia" der Alartha-stichting, te Alfen a/d. Rjjn, had Donderdag avond 8 dezer, 's avonds half zeven, plaats in het kerkgebouw der Herv. gemeente te Woubrugge, daartoe doorheeren kerkvoogden bereidwillig afgestaan. Den knapen en meisjes werden na aankomst, in de pas torie eenige ververschingen verstrekt, om te halfzeven de voor hen beschikte plaatsen in te nemen. De zangers schaarden zich met hun onderwijzer, den heer Postma, op eene verhevenheid aan de rechterzijde van den kansel, en het fanfare-corps met zijn directeur, den heer Afarkx, ter linkerzijde, terwijl het preekgestoelte, bij noodzakelijke verhindering van den directeur der stichting, den heer Geel, tot het doen van mededeelingen werd ingenomen door den heer Renden. Na opening der overtalryfce vergadering met gebed en een kort woord van inleiding, werd door de gemeente, mot begeleiding van het fanfare corps, aangeheven Psalm 683, als No. 1 van het programma; met eene kleine redactie van No. 2, zong het zangkoor de vorzen 1 en 6 van Gezang 250, zoomede No. 3; De Heilsbelofte, van Cesar Alalan. Vervol gens werd door het fanfarecorps tengehoore gebracht No. 4Ave Verum, (W. A. Alozart). Alsnu kwam aan de beurt No. 5 van het programma: „Neem den naam van Jezus mede", door J. D. Sankey, waarvan de vier lieflijke coupletten met refrein, uit zoovele kindermonden, waarlijk schoon kunnen ge noemd worden, hetwelk gevolgd werd door het zingen van Psalm 1502 door de gemeente, met begeleiding van het fanfare-corps, als No. 6 van het programma. Daarna nam de heer Renden het woord, j die de wording en totstandkoming der Stich ting in eene flinke rede uiteenzette en der gemeente velerlei mededeelingen uit haar circa 12-jarig bestaan ten beste gafaantoonde hoe zij vaak met bezwaren en moeilijkheden te kampen had, doch, God lof, steeds aan meer en meer kinderen een goed tehuis kon bezorgen, waarom hy dan ook den steun der gemeentenaren inriep, om ook het hunne er toe bjj te dragen niet alleen in het gebed, maar ook hunne gaven, onder welken vorm ook, voor de Alartha Stichting te doen vloeien. Na het uitspreken dezer rede werd door de gemeente, met begeleiding van het fanfare corps, gezongen het zoo bekende 1ste vers van Psalm 42, waarna als No. 8 van het programma door het fanfarecorps de „Engelen zang" werd ten gehoore gebracht. Een lied van gelijke strekking werd daarna door het zangkoor aangeheven, ter vervanging van No. 9 van het programma, voorafgegaan door eenige toelichtende woorden van den heer Postma. Vier gevoelvolle vierregelige coupletten met refrein „De Heer is mijn hulp" (J. D. Sankey), gezongen door het zangkoor, maakten No. 10 van het pr. uit. No. 11 van het pr., Jesaja 52: 7 en 9," werd tweeledig, eerst door het zangkoor, vervolgens door het fanfarecorps ten gehoore gebracht, waardoor de schoone woorden ten volle tot hun recht kwamen. Doelende op do wederkomst van Christus, luidde No. 12 van het pr.„Ziet Hij komt op 's Hemels wolken", waarvan de vier schoone verzen, door het zangkoor aan geheven, velen in verrukking brachten. Ten slotte werd, na dankzegging, No. 13 van het pr., Gezang 180 1, door de gemeente staande aangeheven, door het fanfarecorps begeleid, hetwelk ook bi) het uitgaan der kerk der gemeente nog op eenige extra nummers vergastte. We zjjn er dan ook van overtuigd, dat deze uitvoering, vanwege en ten voordeele der Alartha-Stichting gegeven, b(j het talrijke auditorium eene goede herinnering zal achter laten, en de heeren Postma en Atarkx kun nen niet anders dan tevreden zijn over de vorderingen hunner leerlingen, in aanmerking genomen, dat deze Vereeniging nog geen jaar bestaat. De entrée-programma's a 25 ets. brachten 60 op, terwijl de collecte in het kerkgebouw ruim 28 opleverde, hetgeen voor deze plaats nogal belangrijk kan genoemd worden. Tot ambtenaar ter secretarie te Har derwijk is uit 20 sollicitanten benoemd de heer D. J. K. Van Doorninck, thans als zoo danig werkzaam te Katwijk. Aangenomen is het beroep by de Luthersche gemeente te Alkmaar door ds. A. D. Wempe, van Alonnikendam. 8.) „Zy weet heel goed wat zy doet", zeide by, want had niet Beate zelve gezegd „Ik weet heel goed wat ik doe 1 Aioeder wilde my immers toch uithuwelyken Nu kies ik mjjzelve een echtgenoot; het komt er niet op aan of hy veel ouder is dan ik, ik wil hem tienduizendmaal liever hebben dan dien akeligen ingenieur, dien zy voor my uitgezocht hebben. En wat kan men nu nog tegen den man myner keuze hobben? Hy heeft oen goed bestaan en van zyne ouders zal hem nog oen klein erfdeel ten deel vallen." Het was Vrydag vóór Pinksteren, toen Beate als bruid aan den arm van Jobst Boldt, den organist, de oude Domkerk binnentrad. Het geheele stadje was er by tegenwoordig. Beeldschoon zag het jonge bruidje er uit, met den mirtenkrans om haar hoofd. Een vreemde speelde dien dag het orgel. Zoo waren er twee jaren verloopen. De menschen, die in het begin veel hadden ge praat en gebabbeld over het ongelyke paar, zwegen nu, want Beate en Jobst Boldt schenen zeer gelukkig samen. Aiynheer Boldt was weer bedaard en rustig als vroeger. In den zomer zag men hem met zyne jonge vrouw naar het bosch gaan, dat aan den overkant van het meer was gelegen. Zy liep en danste dan als een uitgelaten kind op een zame paadjes, zoodat zy misschien menig minnend paartje overviel en kon beluisteren. Beate was werkelyk heel tevreden met haar lot. Jobst zag er zoo gelukkig uit en scheen iederen wensch van hare lippen te lezen. Niemand verhinderde haar den gan- schen dag te lezen en te musiceeren, hare lievelings-uitspanning. En hy deelde in dat genot; zy lazen en speelden te zamen. Lang zamerhand werd zy ernstiger en bezadigder. Het gebeurde wel, dat ze een halven dag over een gelezen woord nadacht; ze had dan ook veel, zoo heel veel tyd tot nadenken. Hoe zou het komen, dat overal van jeugd, liefde en geluk, van iets overweldigends en ontzaglyks sprake zou wezen, maar daar van konden alleen diegenen medespreken, die in den stroom der wereld leefden, waar, zooals Jobst haar verzekerde, geen vrede of waar geluk te vinden was. Hier, in dezen stillen kring, geleek de eene dag precies op den anderenvan hare school vriendinnen waren de meesten nog ongetrouwd, doch zy zag ze niet dikwyls ook hadden enkelen de plaats verlaten. Och, nu had ze vrede; ze was stil gelukkig en daar had ze immers altoos naar verlangd! Weer was het lente en de viooltjes bloeiden. Juist was ze druk bezig een bouquetje viooltjes te plukken, toen vrouw Alandersen buiten adem kwam aangeloopen. „Weet ge al, Beate", riep ze haar van verre toe, „dat er zulk een deftig en voornaam heer bij uwe ouders was vandaag?" Beate lachte. „Een ryk heer? Nu, die zal zeker bestel lingen of inkoopen komen doen by vader." „Ja maar", zei vrouw Alandersen, „deze heer zag er voornaam uit; hy was lang en schoon van uiterlyk. Vader Sievers was kryt- wit geworden, toen hy hem zag. Ook hare moeder had er zeer verschrikt uitgezien, ze had menigmaal eene dienaresse gemaakt en hem mynheer de graaf" genoemd. Daarop was hy met den ouden Sievers in huis gegaan en toen hadden die twee wel een uur samen zitten praton." Beate keerde onwillig haar hoofdje af en plukte voort, yverig blauwe vergeet-me- nietjes verzamelend. Zy wist dat vrouw Alandersen nieuwsgierig was en alle dingen erg vergrootte. Wat ging het haar eigenlyk aan, wie er by haren vader washet verkeer met den ouden Sievers was niet levendig geblevenslechts nu en dan zag men elkander. Daar hoorde zo eenige stappen achter zich en opeens stond de vreemde heer vóór haar. Ja, schoon was hy, daarin had vrouw Alandersen gelyk! Hy nam den hoed voor haar af, groette en zag haar opmerkzaam aan. Beate word bleek; eene yskoude rilling voer haar door de leden. „Dus daarboven, in dat kleine huisje, woont de organist van de Domkerk", zeide hy en wees naar het huisje, dat als een zwaluwnest aan den heuvel bevestigd was. „Ja, daar aan de zyde van het kerkhof is de Ingang!" „Zoo, zoo, dan moet gy iederen keer, dat gy uitgaat, den doodenakker overgaan", zeide hy, haar aanziende. Zyne oogen spraken van trotsze waren donker en sprekend. „Heb ik de eer de vrouw van den organist te groeten?" Zy boog zonder een woord te spreken en zwygend vervolgden zy te zamon den weg rondom den kerkhofmuur. Vervolg ommezijde).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 5