BUITENLAND. Frankrijk. De Kamer van Afgevaardigden hervatte gisteren de beraadslaging over het ontworp tot wjjziging der perswet. Rousse bestreed bet voorstel; by achtte het ontijdig en niet afdoende. Pichon beantwoordde de Donderdag door den minister-president Loubet gehouden rede. De minister had zolf gewezen op de weldadige werking der republikeinsche instellingen, welke volledige vrijheid aan Frankrijk hadden go schonken. Waarom, vroeg Pichon, wil de minister president die vrijheid, waarop hij met alle republikeinen trotsch is, inkrimp» n? Loubet geeft, door den lof der republiek te verkondigen, zelf aan de tegenstanders van zijn voorstel de wapenen in handen. Hot mag terecht verwondering wekken, dat Loubet inbreuk wil maken op de vrijheid, waaraan, naar hijzelf zegt, Frankrijk zoo veel ver schuldigd is. Bovendien: het thans door de Regeering ingediende voorstel zou eens voor een staats greep kunnen dienen. Arthur Meyer hoeft in de „Gaulois" gezegd, dat men eene aderla ting op groote schaal moest maken on 10,000 republikeinen dooden. Zou men hem daarom moeten veroordeelen Neen, want hy had het recht zijne moening, die van zijne partij, te verkondigen. (Protest van de rechterzijde) Maar iedereen kent de rol van Arthur Meyer. Do Mun (aldus ging Pichon voort) vraagt vrijheid van godsdienst. Zijn program is de terugkeer tot de godsdienstige congregatiën. Hot verplicht godsdienstig onderwijs is de dood van do vrijheid van godachte. Pichon eindigde zijne rede met eene uit- noodiging tot de Kamer, om niet tot de be handeling der artikelen over te gaan. Réache diende een amendement in, waar van de strekking is, om zekere waarborgen te stellen ten opzichte der preventieve hech tenis. Dit amendement, waarmede het kabinot zich vereenigde, luidt aldus: „Do aangehouden persoon heeft het recht tegen zijne voorloopige hechtenis in verzet te komen voor don rechter van instructie, die binnen 24 uren moet verklaren of de inhechte nisneming al dan niet wordt gehandhaafd. Eene tijdsruimte van 24 uren wordt toegestaan, liotzy aan den procureur der Republiek, hetzy aan den beschuldigde, naar omstandigheden, orn van deze beslissing in appel te komen bij do kamer van in-beschuldiging-stelling. Deze kamer moet binnen vijf dagen uit spraak doen." In antwoord aan Pichon zeide Loubet: „Ik betreur het, dat oen republikein hier oneenig- heid komt brengen in de republikeinsche partij. Ik wil door niemand aan banden gelegd wor den; ik dien mijn land als eerlyk man." (Toejuiching bij hot centrum en de linkerzijde.) Mezièro verklaarde dat hy vóór het ont werp zou stemmen, omdat hij de voorge stelde bepalingen heilzaam acht. Yan verschillende kanten werd nu op de sluiting van het debat aangedrongen, doch de Kamer besliste dat de beraadslaging zou wor den voortgezet. Lary trok de noodzakelijkheid dor nieuwe wet in twijfel. Nonnart gaf eene toelichting aangaande de houding der gematigde linkerzijde en wenschte dat de regeering krachtiger zou optreden tegon de rustverstoorders. Loubet herinnerde dat de Kamer thans een bijzonder voorstel te behandelen heeft, waarvan de regeering de aanneming vraagt. Overigens was hy bereid de interpellatie over de algemeene politiek te beantwoorden, doch de quaestie, waarmede de Kamer zich thans bezig houdt, kan daarmede niet samengaan. Men beschuldigt de Regeering, dat zij de wetten niet toepast, doch vergeet de bewijzen daarvan te leveren. (Verschillende stemmen En Carmaux?) Loubet antwoordde: Te Carmaux trachtte de Regeering eene bloedige botsing te ver- mydon, doch noo't liet zij schending der wet toe. „Wij z(jn", zeide Loubet verder, „trouw gebleven aan ons program, en zoo wij aan het gezag blijven, zullen wij op den door ons ingeslagen weg voortgaan." De minister Ricard gaf een overzicht van de wijzigingen, welke do perswot sedert 1881 heeft ondergaan. Het doel der tegenwoordige voordracht is den onmiddellyken uittarter to treffen. Men wil, zeide by, het kabinet omver wei pen; maar het is zaak daarby ieders verantwoordelykheid te bepalen. Hy verzocht ten slotte tot de behandeling der artikelen over te gaan. Nadat nog eindelooze debatten waren ge voerd, werd daartoe door de Kamer besloten met 329 tegon 228 sternen. Goirand wees op de uitgebreidheid, welke de algemeene beraadslagingen verkregen had den. Niettemin achtte hy het noodig, zyne interpellatie over de algemeeno politiek der Regeering te houden, en wel vóórdat men tot do artikelsgewyze behandeling der thans aanhangige voordracht overging. De Kamer bepaalde echter, dat de inter pellatie zou worden gehouden na de artikels gewyze behandollng van het ontwerp tot wyziging der perswet. De beraadslaging zou heden worden voort gezet. De Senaat heeft het wetsontwerp op het koloniale leger goedgekeurd. Volgens de „Soleil" is de dader van den jongsten dyuamietaanslag to Parys bekend. Do man heeft echter per schip de wyk genomen, maar men hoopt hem in eene tusschenhaven nog aan te houdon. De Senaat heeft eene commissie benoemd tot onderzoek van hot door de Kamer aan genomen voorstel Pontois, tot afschaffing van het rechtsprivilege van het grootkruis van het Legioen van Eer. Duitschlaud. De partydag te Berlyn van de sociaal democraten behandelde gisteren, in eene zitting, welke van des middags twee uren tot in den avond duurde, de verhouding van do sociaal democratie tegenover het Staats socialisme. De na do jongste gebeurtenissen verwachte stryd tusschen Liebknocht en Vollmar bleef achterwege, daar beiden zich hadden verstaan over eene gemeenschappelyko resolutie, waarin wordt gezegd dat do sociaal democratie niets met Staats socialisme te maken heeft. Dit laatste wil het volk het dubbele juk van economische uitzuiging en politieke slaverny opleggen. Het is het stelsel van de halfheid, datzy'n ontstaan dankt aan do vrees voor de sociaal democratie en tot doel hoeft don arbeider aan de sociaal democratie te onttrekken. Wat onder do tegenwoordige vorhoudingen gedaan wordt tot verheffing van het volk, wordt door de sociaal-democratie aanvaard als afbetaling. In haar wezen echter blyft zy revolutionair en onverzoenlyk tegenover het Staats-socialisme staan. Over dit voorstel ontstonden langdurige debatten, waaraan Bebel, Liebknocht en Voll mar deelnamen. Daaruit bleek dat de opvat tingen van Staats-socialisme uiteenloopen, maar dat hot streven bestaat verschillen in den boezem der party te verwyderen. Het voorstel van Liebknecht en Vollmar werd met byna algemeene stemmen aangeno men. Daarna werd besloten zich officiéél te doen vertegenwoordigen op het in 1893 to Zürich te houden internationaal congres, maar geen deel te nemen aan het door de Engelsche Trade-Unions voorgenomen congres ten gunste van een werkdag" van acht uren. In het Huis van Afgevaardigden, by do behandeling van do voorstellen tot hervor ming der belastingen, verklaarde Miquel, dat, als men het togenwoordige oogenblik voor de hervorming ongebruikt laat voorbygaan, het geschikte tydstip wellicht nimmer komt. In eene lange rede zette genoemde minister de byzon- derheden der hervorming uiteen en verklaarde met volle vertrouwen de verdere behandeling der zaak te gemoet te zien. Rickert verklaarde zich tegen de hervorming, daar men kan verwachten, dat het Ryk hooger aanspraken gaat maken met betrekking tot de indirecte belastingen. Miquel beantwoordde Rickert en verklaarde te hopen, dat de hervorming nog in deze zitting van den Landdag zal totstandkomen. Sattler keurde de grondslagen van de her vorming goed, maar hoopte dat nog in deze zitting de voorstellen tot hervorming van het kiesrecht zullen worden ingediend. Hy behield zich echter voor, de noodzakelykheid van eene aanvullingsbolasting in het licht te stellen. Heden voortzetting. Eenige Boiersche afgevaardigden hebben van hunne kiezers de opdracht ontvangen, tegen het legerontwerp te stemmen. De „Reichsanzeigeri* meldt dat het onwaar is als zou, golyk eenige bladen modedeelden, de keizer, toen hy zyne toestemming tot de indiening der legerwetten gaf, tot den ryks- kanselier gezogd hebben: „Zie maar, hoever ge het er mede brengt." Het blad is gemach tigd deze den keizer toegeschreven woorden geheel verzonnen te noemen. Do keizer heeft zich noch op deze, noch op soortgelyko wyze uitgelaten. De Keulsche „Volkszeitung" geeft de volgende verklaring van Von Bismarks opzien barende onthulling. In den laatsten tyd was Yon Bismarck herhaaldeiyk aangevallen, en daarby werd gezegd, dat niet hy, maar de omstandigheden Duitschland één maakten. Von Bismarck was de hamer, niet de smid, en daarby voerde men aan dat de oorlogs verklaring in 1870 tegen den zin van Von Bismarck plaats had. 't Schynt dat onder deze omstandigheden de yzeren kanselier het noodig oordeelde te toonen, dat niet de omstandighe den hem leidden, maar hy de omstandigheden. België. Do Kamer van Vertegenwoordigers heeft gisteren de beraadslaging over het adres in antwoord op de troonrede voortgezet. Janson drong er weder op aan, dat in het antwoord eene zinspeling op het algemeen stemrecht werd opgenomen. Hy betoogde dat nimmer do orde en de eigendom beter gewaar borgd zouden zyn, dan wanneer ieder huis vader kiezer was. Ook zeide hy, dat do per- sooniyke dienstplicht nauw verbonden was aan het algomeen stemrecht. Generaal Brialmont wees op de houding van generaal Pontus en van do regeering, die in 1884 den persoonlyken dienstplicht voorstonden en thans daartegen zyn. De minister president Boernaert verklaarde deze bewering voor onjuist. Ook wenschte generaal Brialmont van de regoering te vernemen, of zy nog in de tegen woordige zitting een wetsontwerp op den per soonlyken militairen dienst zou indienen. Beernaert zeide dat hot kabinet thans deze vraag niet kon beantwoorden. Generaal Pontus zeide dat hy do vermeer dering der contingenten had ingevoerd en het vraagstuk dor reserve tot oplossing had ge bracht, maar dat do persoonlyke dienstplicht niet op zyn program stond. Het amendement-Janson betreffende het algemeen stemrecht werd met 89 tegen 21 steramen verworpen. Zeven leden namen geen doel aan de stemming. Het adro6 in antwoord op do troonrede is ten slotte aangenomen met 50 tegen 38 stem men, overeenkomstig de door Woeste voor gestelde redactie. De Araerikaansche gevolmachtigden voor de muntconferentie worden morgen, Zondag, te Brussel verwacht. Daar do Vereenigde Staten het initiatief tot het houden der con ferentie hebben genomen, verwacht men dat hunne gedelegeerden het program zullen medebrengen, dat aan de beraadslagingen ten grondslag kan liggenzoo niet, dan zou Belgió aan de conferentie zelve het opmaken van een program moeten overlaten. Dit in aan merking genomen, is het onmogelyk nog iets te voorspellen aangaande don duur der con ferentie. Italië. Godsdienstverdraagzaamheid. - Volgens de „Italië" hooft een Protestant den Paus een prachtexemplaar van den Bybel in het Duit-sch aangeboden, vergezeld van eene eerbiedige op dracht in het Latyn. De Bybol is prachtig gebonden in satyn, met verguld-zilveren hoeke-.de tekst is versierd met vele prach tige illustraties. Z. H. Leo XIII heeft hot geschenk aanvaard. In Italië is men er op bedacht, den toe stand der geestolyken op het platteland te verbeteren en daardoor hun eene onafhanke- lyker positie te geven. Er zyn 9246 zulke geeslelyken, wier traktoment te laag is. Van hen hebben 2236 een jaarlyksch inkomen be neden 400 lire (gemiddeld 350 1.), 3462 een inkomen beneden 600 1. (gemiddeld 5001.) en 3548 gemiddeld 700 1. Daarentegen zyn er 6000, die 410,000 1. hebben, en sommigen hebben 15,000 1. Om het laagste traktement op 800 1. te brongen, is 272 millioen noodig en de regeering wil dit bedrag vinden door de hoogsto traktementen te verminderen. Ook de bezoldiging der 274 aartsbisschop pen en bisschoppen (nagenoeg evenveel als in geheel hot overige Europa) is zeer onge- lyk. Terwyl 37 bisschoppen gemiddeld 3175 lire ontvangen, genieten do 13 hoogst bezol digden van 40,000 tot 127,000 1. De Zwitsersche regeering heeft aan Italic doen weten, dat zy geneigd is in onderhan deling te treden over de doorbering van den Simplon. De „Osservatore Romano," het orgaan van het Vaticaan, verklaart dat de dispensatie voor het huweiyk van den Rumeenschen kroonprins met prinses Marie van Edinburg zal worden gegoven, op voorwaarde dat allj kinderen, die uit dat huweiyk geboren worden, katholiek zullen worden opgevoed. De Italiaansche bladen komen in verzet tegen het mandement Yan kardinaal Vascary (primaat van Hongary'e), waarin Italië heftig wordt aangevallen. De „Tribuna" verwondert zich, dat de Oostenryksche regoering niets deed om zulke taal te beletten. Hot blad hoopt dat de Itali aansche regeering zal doen gevoelen, dat zy dergelyke taal niet duldt, als zy komt van geestelyke grootwaardigheldsbekleeders. Gr roo t-13 i*i Ui ii ii i Generaal Booth heeft verslag gegeven van de uitgaven en inkomsten van het „Darkest England"-fonds, loopende van 1 October 1890 tot 30 September 1892. Er is een tekort van 62,468 pd. st. Onder de posten van uitgaven komt ook voor 32,415 pd. st.f aangewend tot het in werking brongen van het plan. Hoe werden die 32,415 pd. st. besteed? Hierover geeft de generaal eon uit voerig verslag. Er was by voorbeeld aan 4000 arme men- schen 's nachts onderkomen verschaft. Er waren 5,000,000 goedkeope middagmalen ver strekt. Aan ongeveer 5000 werkeloozen was arbeid verschaft. Deze 5000 man hadden voor 53,525 pd. st. aan verschillende artikelen ge leverd, doch ton einde hon aan het werk te houdon, was het fonds verplicht, eene uitgaaf te doen van 9.8,992 pd. st. Uit de gevangenis waren 497 misdadigers ontslagen en door het fonds liefderyk opgenomen. Het was aan hot fonds gelukt, voor 134 dezor misdadigers betrekkingen te vinden. De landbouwkolonie hoeft aan het fonds voor oprichting en in werking stellen 308S pd. st. gekost. De commissie uit de vereeniging van Iersche grondeigenaren heeft tot alle grond bezitters, wier verhouding tot hunne pachters voor de regeerings-commissie in behandeling komt, het verzoek gericht een afschrift van de rapporten over deze verhoudingen ook aan haar te zenden. Gelyktydig zullen dan gepubli ceerd worden de rapporton van de landeigenaars met die der pachters. De secretaris van den bond van wevers- patroons brengt ter kennis, dat verscheidene fabrikanten zich hebben gevoegd by de fabri kanten, die het systeem van den korten week arbeid hebben aangenomen. Spanje. De „Globo", het orgaan van Casfelar, be weert dat de eerste minister van Spanje en de ministers, die den koning van Portugal by zyn bezoek te Madrid vergezelden, lieteens zyn geworden over een soort defensief ver bond tegen do democraten in beide landen. Het blad voegt er by, dat Sagasta en dedynasti- sche liberalen aan deze overeenkomst hunne goedkeuring hebben gehecht en zich niet zou den verzetten togen eene Spaansche militaiie tusschenkomst in Portugal, wanneer in dit land eene revolutie uitbrak. De Europeesche mogendheden zouden dit verbond hebben goed gekeurd. In de gevangenis te Tarragona, in Spanje, is een oproer uitgebroken. De troepen kwamen ten slotte tusschenbeide en doodden 9 gevange nen, terwyl er 26 gewond werden. Dat er zoo dikwyis een oproer uitbreekt in eene Spaansche gevangenis, is hoofdzakelyk een gevolg van do gemakkelykhoid, waarmede de gevangenen wapenen kunnen krygen. De minister-president heeft gisteren in den kabinetsraad verklaard dat Portugal vrij heid van doorvoer verleent voor de Spaansche koopwaren, die over Lissabon naar Amerika worden gezonden, waartegen hetzelfde voor recht zou worden toegestaan voor de Portu- geesche koopwaren, die naar Frankryk zyn bestemd. Hy gaf verder zyn verlangen te kennen, om de verstandhouding met Engeland te herstellen, uithoofde van do nabyheld der koloniën. Het geheele gemeentebestuur te Madrid, met uitzondering vau den burgemeester, zal op bevel der regeering van zyne betrekking worden ontheven. Deze maatregel is een gevolg van het onderzoek naar de wyze, waarop de stad beheerd werd. Oostenryk-Hong;.-Moiiu roliïo. In de gisteren door de Oost. Kamer van Afgevaardigden gehouden zitting zeide Menger (Duitsch liberaal), zich tot de jong-Czechen wendende: „Het is hoogverraad om van ge meen recht in Bohemen te spreken. Ja, gij maakt u schuldig aan hoogverraad." Daarop ontstond een vreeselyk tumult. Menger werd tot ae ordo geroepen. De voor zitter ontnam Menger het woord en hief de zitting op.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 2