J. VIS DER M Gratis Tombola Waarschuwing. HOOFDPRIJZEN. ie Biiiamiii „Haaswilk," H.H. Wijnhandelaren! VAN VÖLMBOVEN Co. Vervolg der Advertenttön. DONKERSTEEG 4. fl^T* Eiken Maandag aanvul ling van nieuwe HOOFDPRIJ ZEN. 674.3 20 HOOFDAGENT TE LEIDEN J. P. RIEDEL, Boommarkt. PIANINO'S. ORGELS. H. DE NIE Jr., Rapenburg 7b. !n de Keffiebaa! zuivere Preanger-Koffie. Verhuring bij Instbrijving Persoverzicht. Zooals verwacht werd, is het geschied: by het onderzoek in de afdeelingen der Tweede Kamer van het wetsontwerp nopens de bedryfs- en beroepsbelasting heeft het meerendeel der leden een ongunstig oordeel er over uitgesprokenmen zag er in de oude patentbelasting in een nieuw kleed en men had iets geheel nieuws gewenscht, althans inderdaad eene belasting op bedreven en beroepen. Aangezien het, afgaande op dit ongunstig oordeel, niet tot de onmogelijkheden zou be hooren, dat dit ontwerp niet tot wet zal verheven worden, en wy toch hieromtrent reeds plaats hebben gegeven aan tal van beschouwingen, zullen we dit nu, en welliüit voor immer, de ruste doen ingaan. In de eerste plaats willen we thans een klein deel, dat we voor onze lezers niet van belang ontbloot achten, raededeelen uit een artikel in de „Roeper", waarin gehandeld wordt over het inkrimpen der onder wijskosten en dat door de „Standaard" blijkbaar met instemming wordt vermeld. Het heet daarin: Waarom mooten wij in ons kleine land vier openbare universiteiten hebben? Het kan uitstekend wel met twee geschieden. Waarom moeten daar plus minus een honderd hoog leeraren en hunne assistenten eene plaats innemen? Er zijn hoogleeraren, die één uur in de week les geven. Er zijn colleges, waar soms óén student komt. Er zijn onder deze hoogleeraren acht heeren, die kerkelijke hoog leeraren worden genoemd en die uitsluitend dienst doen ten behoeve van het Hervormd Kerkgenootschap. Moeten nu toch waarlijk zulke exepntrieke (buiteniniddelpiintige) toe standen blijven bestaan? Waarom mooten aan die vier openbare universiteiten zoogenaamd Theologische faculteiten zijn, die toch geene Theologische faculteiten zijn, maar ten hoogste faculteit der godsdienstwetenschap kunnen heeten? Bij de scheiding van Kerk en Staat, bü de volkomen vrijheid van godsdienst, by het onrecht van privilegiën uit te deelen aan het eene Kerkgenootschap boven het andore, by de van den Staat vereischte onzijdigheid in het godsdienstige en het voortplanten van godsdienstige meeningen en richtingen, be- hooren doze facultoiten te worden afgeschaft en de duizenden guldens, die zij nu kosten, te worden gespaard. Dat kan een goed sommetje beloopen 1 Hoevoel gymnasiums en hoojere burger scholen zijn er, die inderdaad bijna niets meer zijn dan een weeldeartikel? Vijf leeraren en zeven leerlingen, is zulk eene inrichting eene voorziening in eene dringende behoefte of is het eone geldverspilling? Laten zulke weelde artikelen toch worden opgeruimdHet is geen tyd om zoo weelderig te leven, bij al de schreiende nooden, die er onder het volk be staan. Beteugel toch dio ondervryswoede en spaar de duizenden, ja, millioenen, die er aan worden besteed I Laat er tot den natuurleken toestand wor den wedergekeerd on laat het onderwas aan het volk over! De vrye school zy regel, de ..ppenbare slechts noodhulp op elk gebied van liet onderwys. In de tweede plaats wenschen wo het een en ander onder de aandacht te brengen uit een viertal artikelen, gedoopt: „Reddingdoor Bezuiniging," voorkomende in de „N. Pr. Gron. Crt." Daarin wordt behandeld de voor menige gemeentelyko schatkist zoo moord dadige quaestie dor onderwysuitgaven in ver band met do schrapping van een hoogleoraars- traktement voor de Amsterdamsche Univer siteit, en met het voorstel, door den heer Wüste ingediend, om die hoogeschool aan het Ryk over te doen. Het blad toont aan hoe vernederend hot is, voor het onderwys en de wetenschap, zooals nu, aan den laagsten inschryver te worden uitbesteed; afhankelyk gemaakt te worden van den God-Mammon. De historie van Amsterdam is leerzaam voor alle gemeenten. De vraag, wat by den be narden toestand der gemeentefinanciën ge daan behoort te worden, beantwoordt het blad aldus: We stellen eenvoudig de vraag: Indien onderwys en armenzorg de gemeentefinan- ciön te gronde dreigen te richten; wat moe ten de gemeentebesturen dan doen, om het bankroet te voorkomen? En dan beweren we, dat het laten beta- len van den kostenden prys, geheel of ten deele naaT .d9 ouders vermogen, het ratio- neelo' middel'.on) 1,01 evenwicht op de begrootingati, althans wat het onderwys be treft, op den duur te bewaren. Het denkbeeld vindt bestrijding, maar op welken rationeelen grond, zien wy vooralsnog niet in. Integendeel komt het ons voor, dat het in den bestaandcn toestand het geleidoiyko middel is, om het onderwys, dat nu als taak der Overheid beschouwd wordt, weer over te brengen op de schouders der maatschappy. Niet op eenmaal; dat zou natuuriyk niet gaan. Maar langzaam, geleideiyk, zonder schok kenwaarom niet? Ook „armenzorg" wil de redactie maar niet ongestoord den schrik der gemeento-fmanch n laten blyven. Ook daarvan moet de last weer overgebracht worden op de rechte schoudersen dat isc p die der Kerk. De Kerken moeten weer be ginnen in te zien, dat ée armverzorging haro zaak, speciaal der diakonieön is, en dat het eene aanklacht is togen haar plichtverzuim, wanneer het gemeentebestunr geen raad weet met de vele armen, die het heeft te verzorgen. Doen de Kerken haren plicht, laat ook de particuliere liefdadigheid zich niet onbetuigd, dan blyven er altyé nog armen over, die nergens toe bebooren, en voor wie dan de Overheid heeft te voorzien. Maar dezoarmen- bedeeling draagt dan zuiver het karakter van politiezorg, en zoo behoort het te zyn. Armverzorging is het werk der Christeiyke barmhartigheid. De groote dwaling, waarby men dit werk aan de Overheid opdroeg, tot wier werkkring het niet behoort en die het dan ook eenvoudig bywyze van gedwongen heffing op de beurs der onderdanen uitvoert, wreekt zich in de tegenwoordige steeds sty- gende moeilijkheden schrikkelyk. Men moet leeren de grenzen weer te eer biedigen. De Ovorheid regeert, maar de Kerk oefent liefdadigheid. Verwissel de rollen, en ge brengt eene hopelooze verwarring teweeg! Ook het weekblad „Nederland" laat, even eens met het oog op de begiootingen, zyne stem hooren over bezuinigingen op gemeentelijk gebiod. Het blad acht het niet goed vernieuwingen of herstellingen een jaar uit te stellen of op de ambtenaars- traktementen te beknibbelen, maar wyst op den bureaucratischen rompslomp, als de oor zaak van veel geldverspilling. In eene ge meentehuishouding kan alles zooveel eenvou diger gedaan worden dan by den Staat, doch wat ziet men in menige gemeente? Eene navolging van de inrichting en de wcrkwyze der minlsteriöele bureaux. De burgemeester en de gemeente-bureauxminister en minis- teriëele bureaux in het klein. Byna alles wordt schriftelyk en omslachtig behandeld. Menschen, die elkaar elk oogenblik kunnen spreken en in weinige minuten eene zaak zouden kunnen afdoen, correspondeeren met elkander weken en maanden lang. De tyd wordt zoek gebracht niet door persoonlyke leiding en toezicht, niet door doelmatig onder zoek op het terrein, maar met het lezen en schryven van brieven. De minste kleinigheid, die opgehelderd moet worden, de onbedui dendste informatie, die noodig geacht wordt, geeft aanleiding tot tydverspilling van weken. Waar met weinige, doch goed bezoldigde ambtenaren zou kunnen worden volstaan, werkende onder do persoonlyke en dageiyksche leiding van het hoofd, is nu geroot aantal hoodig, dat woder êótt aantal anderen noodig maakt om hunne schrifturen te kopiëeren en hen te controleeren. De voorname teden, waarom ten slotte duur, zooal niet tevens slecht gewerkt wordt, ligt in die navolging van den gang van zaken op de ministerioele bureaux; eene navolging, die natuuriyk zich in de eerste plaats in de residentie voordoet, waar imitatie van de grooteron door de kleineren schering en inslag is. Ieder, de burgemeester voorop, en anderen achter hem aan, willen „gedekt" zyn door papieren, rapporten, enz., enz Niet hetgeen zy met hunne oogen ter plaatse kunnen zien, maar enkel wat op het papier gebracht en van eene handteekening voorzien is, heeft voor hen waarde. De leden van den gemeenteraad konden zulk eene ongelukkige manier van werken beletten; zy moesten het doen, maar zy doen het niet. Ten laatste zy geweien op de brochure van dr. L. F. Deutz, arts te Helmond, ge titeld „Een geneeskundig vraagstuk van den dag", de gebreken van onze genees kundige wetgeving. De hoofdbezwaren tegen de thans vigeerende wet van 1865 zyn het personeel, waaraan het geneeskundig 1 staatstoezicht is opgedragen, is veel te gering de organisatie daarvan is niet goedhet heeft ln 't geheel geene macht; de burgemeesters en gemeentebesturen hebben daarentegen alle macht in handen, voor zoover deze wet macht geeft. Do wet, zooals zy thans bestaat, is eene decentraliseerende. De dringend noodige herziening van de be staande wet wil de schr. zien opgedragen aan eene commissie, hoofdzakeiyk uit medici (zoowel hygiënisten als practici) samenge steld. Het grondbeginsel dier nieuwe wet behoorde te zyn: de verschillende bepalingen hebben een centraliseerend karakter. Het angstig ontwyken van inbreuk maken op iemands persoonlyke vryneid is hier geheel misplaatst. Do wet bepale dus in het alge meen waarvoor, zonder onderscheid, in iedere gemeente gezorgd moet worden. Deze bepa lingen hebben de burgemeesters op te volgen, terwyl op de naleving van het voorgeschrevene eene strenge controle moet zyn. Daar de eischen in de onderscheidene gemeenten natuuriyk verschillend zyn, afhangende van lucht, bodem, ligging, bouworde e. d. m., zoo moeten de aanvullende bepalingen by plaatse- ïyke verordeningen worden vastgesteld onder medewerking van en onder goedkeuring en voortdurende controleering door het genees kundig staatstoezicht. Als voorbeelden ter opheldering noemt de schr. het volgende: De wet schryve voor, dat iedere gemeente zyne faecalien afvoere op zoodanige wyze, dat noch do eigen gemeente, noch do naburige zich hiermede hygiënisch benadeelen. Nu worde aan de grootere steden in ons land aangezegd dat binnen een vast te stellen tyd het Lier nurstelsel moet ingevoerd worden, aan klei nere plaatsen en dorpen het tonnenstelsel. Hoe de inrichting van een en ander moet wezen, worde overgelaten aan de plaatselijke verordeningen. De wet schryve voor, dat voor algemeen e reinheid worde gezorgd (afvoer van allerlei soorten vuil, mestvaalten, straatreiniging) en aan welke eischen die moet voldoen, de rege ling hiervan alweer aan de gemeentelyke be palingen overlatende. De geneeskundige ambtenaar zy by machte zoowel volgens ryks- als gemeente-voorschrif ten te handelen en te bekeuren. INGEZONDEN. Eene bescheiden vraag. Geachte Heer Redacteur! Het heeft reeds dikwyls myne aandacht getrokken dat er in Uw veelgelezen Dagblad herhaaldelyk eene advertentie voorkomt, waarbij het publiek wordt gewezen op do alhier bestaande Bestelhuizen en op het groot gerief, dat deze voor de ingezetenen opleveren. Dat gerief is bepaald uitgemaakt en wil ik dus niet betwisten, maar wel veroorloof ik my de vraag, of het billyk is, dat gezegde bestelhuizen zich belasten met het telephonisch overbrengen (gratis) van berichten of bood schappen van niet by de Telephoon-Maat- schappy aangesloton personen, alsook van brieven of kleine pakjes in de stad en hare omgeving het laatste echter togen eene geringe vergoeding, Is het niet zeer ten nadeele van de Tele- phoon-maatschappy, dat op deze wyze het toetreden tot de aansluiting op de Telephoon wordt tegengewerkt, en er alzoo van dat gemeenschapsmiddel gebruik (of liever mis bruik) gemaakt wordt (Joor hen, die er fei- teiyk niets voor over hebben of betalen; en is het bezorgen van brieven en pakjes be neden een zeker gewicht tegen genot van vracht ni6t in stryd met de bepalingen van onze Postwet en van het daarby aangenomen be ginsel van monopolie? (Nieuwe postwet Art. 2). Dat somtyds bezorging van correspondentie buiten de Post om verkieselyk of noodig kan zyn, wil ik toegeven, en zelfs juich ik het gaarne toe, dat de Administratie vaak der- gelyke uitzonderingen door de vingers ziet en niet strafbaar stelt; maar, om in eene openiyke concurrentie te treden en zulks by advertentie te publiceeren is, dunkt my, wel wat kras. U dankzeggende, geachte Heer Redacteur! voor de my vorleende plaatsruimte, vlei ik my, dat over deze zaak eenig licht zal ver spreid worden, opdat het moge blyken, wat in deze geoorloofd is. Leiden, 12 Nov. '92. Q. X. CORRESPONDENTIE. Indien L. zich by de Redactie bekend maakt, zal zyn stuk geplaatst worden. - IEMAND, goed op de hoogte van het WUnvak en expeditie, wenschtplaatsing; is tevens in het bezit van prima referentiën! Franco br. bi) J. BRUNT en ZOON, Boekh., Don Haag, onder letter W. 7000 7' Van HEDEN af tot en met 30 NOVEMBER aanstaande: MET VELE MOOIE Overtuigt U, dat gij VAN YOL- LENUOVES'S STOUT krijgt, wanneer gij het bestelt. Let vooral op het etiket en op de qualiteit, om niet misleid te worden. AMSTERDAM, November 1892 DORDRECHT, 712 20 V;/V| Groote kouze Instrumenten tot zeer lage prtyzen voorhanden. Amerikaansclic Orgels, 2 spel, Koppe ling en Vox Humana, 180 Gld. Pianino's van af 60 Gld. 6844 13 Repareeren. Stemmen. Verhuren.—Ruilen. brandt men dagelijks op Duitsche w{jze: uitmuntende door geur en smaak. Pr|)s per 5 ons SO Cents. YEKKOUW STOKliUYZK.Y, NIEUWE RIJN 47. 389 12 VAN met omliggend LAND, te Oegetgeest, aan het Kanaal, in den Elsgeoster-, Morsebel- en Voorhofpolder, in 6 perceelen. Perceel 1, de WONING met omliggend LAND, groot 22,97,30 hectaren, voor 6 jaren. Perceel 2, groot 38,50 aren. Perceel 3, groot 2,72,60 hectaren. Perceel 4, groot 2,23,30 hectaren. Perceel 5, groot 4,65,50 hectaren. Perceel 6, groot 3,73,50 hectareD, voor 3 jaren. Biljetten met opgaaf van prijs en van 2 bekende borgen in te leveren vóór of op 1 December 1892, ten kantore van Notaris J. W. J. PAPE, te Warmond, alwaar de voor waarden van af 20 November 1892 ter inzage zullen liggen. 6942 23

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 6