N°. 10039
Zaterdag; 12 November.
A*. 1892.
feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
JDe horloges
Held alleen maakt niet gelukkig.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommersm 0.05.
FBIJS DEB AD VEBTENTrÊN
▼an 16 regel» f 1.05. Iedere regel meer f 0.17 J.
Orootere lettere naar plaatsruimte. Voor het
ineaaeeeren buiten de stad wordt ƒ0.05 berekend.
werden uitgereikt aan
No. 154 W. J. Feyen, Morschstraat 15.
No. 727 J. H. Voorbij, Pieterskerkhof 7.
No. 904
No. 1763
No. 1781 Chr. Keulemans, N. Rijn 45.
No. 2295 Mej. B. Burg, Oude Singel 240.
De nummers 904 en 1703 zjjn zich nog
niet komen aanmelden.
Offlciëele Kennlsgevlngeii.
CHOLERA.
Bargeuiceater en Wethouders van Leiden;
Overwegende dat een geval van cholera te Katwijk-
Biunen is voorgekomen
Koo"ijgen de ingezetenen dringend uit het water,
ook het duinwater, alvorens daarvan gebrnik
te maken, behoorlijk to doen koken.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
11 Nov. 1892. E. KIST, Secretaris.
Directe Belastingen.
De Burgemeester van Leiden brengt ter alge-
meene kennis, dat aan den Ontvanger der Directe
Belastingen is ter hand gesteld een kohier van het
Patentrecht (aanvollingsrecbten), van den dienst
lo92.93 ea executoir verklaard den 9den November
1892, en herinnert voorts den belanghebbenden aan
liUDue verplichting om den aanslag op den b\j de
Wet bepaalden voet te voldoen.
Leidon, De Burgomeeeter voornoemd,
11 Nov. 1892. DE KANTER.
Leitien, 11 November.
De uitslag van by eenige Leidsche stu
dent n-vereenigingen gehouden stemmingen
is, dat gekozen zyn voor:
„Pro Patria": de heeren A. C. D. De Graeff,
vicepraeses; H. W. I. Fockema, commissaris.
„Arena Studiosorum" de heeren G. M. Van
Voorthuysen, praeses; H. A. Beekhuis, vice
praeses; F. J. Broers, ab-actis; J. B. F. Van
Hasselt, quaestor; N. Fockema en Lim Njat
Pa, commissarissen.
„Studenten-IJsclub": de heeren J. W. N.
Van Royen, praesesJ. Schoenmaker, quaes
tor; P. A. V. Van Harinxma thoe Slooten,
ab-actis; C. Feith, J. Bieruma Oosting, N.
A. M. Van Aken en W. W. Van Sminia,
ommissarissen.
„Studenten Tooneelverbond"de heeren B.
W. Rutgers Van der Loeff, P. L. M. Driebeek,
J. M. C. Mouton, J. Schoemaker en J. A.
Van Dtfk Jr.
Het Collegium bericht dat eene uitnoodi-
ging is ingekomen van de „association géné
rale des Etudiants de Liége" om de leden
van het L. S.-C. in zoo groot mogelyken
getale tegenwoordig te zien op de feesten,
welke van 19 tot 22 November worden ge
houden.
Men schrijft ons heden uit Sassenheim
Gisteravond had alhier de eerste buitenge
wone vergadering met dames plaats van het
Nutsdepartement.
De samenkomst werd door den Voorzitter
met een kort woord van welkom geopend,
waarna de heer mr. L. H. J. Lamberts
Hurrelbrinck, uit Leider., als spreker optrad.
Voor ons Nutsdepartement is deze een
oude bekenden en toch was het allen weer
een genoegen van zyne gaven te mogen
profiteeren. In drie schetsen, welke alle op
Limburgsch terrein spelen en hare geboorte
aan hem danken, gaf by, door inhoud en
voordracht, inderdaad veel te genieten. Het
waren achtereenvolgens: „Zyn Wraak", „Een
Vastenavondbeeld" en „Huisbezoek".
Dat zy zeer in den smaak vielen van het
talryk opgekomen gehoor, bewezen voorzeker
de onverdeelde aandacht en do vele toe
juichingen, welke den spreker ten deel vielen.
Gaarne stemden allen in met het welge-
meenden „tot weerziens!" hem bij het sluiten
der vergadering door den Voorzitter toege-
wenscht.
Jhr. mr. C. H. Backer heeft zyn ontslag
gevraagd als president van de arrondissements
rechtbank te Amsterdam, en wel tegen 1
Januari 1893.
Redenen van gezondheid zyn de aanleiding
tot dit besluit, hetwelk by rechtbank en balie
met groot leedwezen vernomen werd.
Op de alphabetische voordracht voorhoofd-
onderwyzer te Rotterdam komen voor de
heeren Landsman, Van Ryn en Stout.
Hare doorl. hoogh. prinses Catharina
Radziwill en hare dochters, komende van
St.-Petersburg, zyn in de residentie aange
komen en hebben intrek genomen in het
Hotel „den Ouden Doelen."
De gewone audiëntie van den minister
van justitie zal op Dinsdag 15 Nov. a. s. niet
plaats hebben.
Het stoomschip „Kaiser", van Oost-
Afrika naar Rotterdam en Hamburg, is 9 Nov.
te Suez aangekomende „Obdam", van Nieuw-
York naar Rotterdam, is 10 Nov. teBoulogne-
sur-Mer aangekomen; de „Reichstag" vertrok
8 Nov. van Durban naar Rotterdam en
i Hamburg; de „Utrecht", van Rotterdam naar
Batavia, arriveerde 10 Nov. te Marseille; de
„Prinses Marie", van Batavia naar Amster
dam, passeerde 10 Nov. Kaap St. Vincent; de
„Bromo", van Batavia naar Rotterdam, is
10 Nov. van Marseille vertrokken.
Gemengd Nieuws.
Gisteravond en hedenmorgen
zyn wederom detachementen vertrokken van
het 4de reg. inf. alhier, ten einde dienst te
verrichten by de besmettelyke veeziekte. De
detachementen vertrokken naar Delft, Zoeter-
woude en Stompwyk.
Gisteren is aangekomen het gedetacheerde
gedeelte te Veur, dat afgelost is door man
schappen van het 7de reg. inf.
Hedenmorgen vertrokken naar 's-Hage
wederom acht onder officieren van het 4de
reg. inf., ten einde voor de rechtbank aldaar
den eed als hulp-officier van justitie af te
leggen.
Het detachement infanterie, dat
gisteren te Oegstgeest aankwam, was bestemd
voor Voorhout. In Oegstgeest heeft zich nog
geen geval van mond- en klauwzeer voorgedaan.
Te Voorhout kwam gistermorgen aan een
detachement infanterie uit Leiden, ter sterkte
van twaalf manschappen, benevens een korpo
raal en een sergeant, ter bewaking van het
besmette terrein by den landbouwer P. Van
Steyn. Een onbewoond huis zal als wachthuis
dienst doen, hetwelk in alleryl van eene
kachel werd voorzien.
Men schryft ons uit Haarlem
mermeer: Verscheidene malen werden 'snachts
bij den landbouwer v. S., aan den Kruisweg,
ongeregeldheden gepleegd door vernieling van
gereedschappen, enz. In den nacht van 8 op
9 November werd door een waker bemerkt
dat een 15-jarig knechtje bezig was den
paarden de staarten af te snyden.
Naar men verneemt, is tegen
den welbekenden J. G., thans weder te
Haarlemmermeer wonende, proces-verbaal
opgemaakt wegens diefstal van aardappelen
te Nieuwendam.
By de woning van den heer J.
H. M. Evelein, landbouwer te Haarlemmer
meer, Spieringweg by den Spaamwouderweg,
is op 10 dezer eene landbouwschuur afgebrand.
Tot veldwachter der gemeente
Benthuizen is benoemd geworden P. In "t
Hout, thans agent van politie te Gouda.
Het b a c t e o r o 1 o g I s c h onderzoek
heeft uitgemaakt dat het geval te Katwyk
aan den Ryn cholera aslatica is geweest. De
lyder is hersteld en andere gevallen kwamen
tot heden niet voor.
Te Boskoop kwam het eerste geval van
cholera, waarschyniyk asiatica, voor, midden
op de achterkado, vlak aan de Gouwe, by de
vrouw van den timmerman W. De B.
Te Bodegrave hebben zich twee cholera
gevallen voorgedaan, waarvan éénmetdoode-
ïykon afloop. De toestand van de andere patiënt
is bevredigend.
Gisternacht heeft zich te Woerden een tweede
geval, nu by een klein kind, van cholera
asiatica voorgedaan. Ook nu weer had de
ziekte doodelyken afloop.
Te Utrecht is weder een geval van cholera
asiatica voorgekomen. De patiënt, een 45-jarig
werkman op de loodwitfabriek alaaar, logeerde
in de Oranjestraat 10. Hy is naar de Amalia-
stichting gebracht.
De twee kinderen, die nog in de Amalia-
stichting worden verpleegd, zullen waarschyn
iyk Zaterdag geheel hersteld haar verlaten.
To Nederhorst den-Berg is de vierde der
vyf choleralyders bezweken, nl. de 60-jarige
weduwe van S. Zy is dus de derde overledene
aan die ziekte uit één en hetzelfde gezin.
Wegens het niet willen voldoen
van de kosten van een rechtsgeding, waartoe
hy door den Hoogen Raad was veroordeeld,
heeft een der Haarlemsche advocaten beslag
laten leggen op de brandkast en de schryf-
tafols van een notaris aldaar. In kort
geding oordeelde de rechtbank dit beslag niet
wettig en hief het onmiddellyk op.
De rechtbank te Haarlem heeft
den onderwyzer G. Ten B., te Oostzaan,
wegens mishandeling veroordeeld tot f 20
boete of 10 dagen hechtenis.
Hoewel de geneesheeren ontoe
rekenbaarheid blyven pleiten, zal op 19 dezer
de rechtbank te Haarlem de zaak behandelen
van den heer Balabróga, beschuldigd van
kindermoord. Twintig getuigen zullen in deze
zaak worden gehoord.
Te Haarlem zal eene coöpera
tieve vleeschhouwery worden opgericht.
Op de Chrysanthemum-tentoon
stelling te Amsterdam is eene gouden medaille
als eereprys toegekend aan de inzending van
H. M. de Koningin-Regentes.
Voor de Rotterdam sche recht-
bank stond gisteren terecht do bedryver van
den moordaanslag in de Aert-van-Nesstraat
aldaar. De vordering was 5 jaren gevangenis.
Door den commissaris der Koningin
in do provincie Utrecht is aan de burge
meesters medegedeeld, dat zich te Wilnis en
Willige-Langerak gevallen van besmettelyk
mond- en klauwzeer hebben voorgedaan.
F" ©TJLilleton..
172.)
Jammer genoeg is, misschien door myne
schuld, in de laatste jaren tusschen my en
myne familie de vroeger zoo aangename ver
houding dermate verstoord, dat, naar ik vrees,
Lize met tegenzin zal denken aan de ver
vulling der beloften, welke haar vader my
eens gedaan hoeftvoor my zyn die beloften
de schoonste, ja, ik kan wel zeggen de eoriige
hoop myns levens.
Myn bart dringt my dit zelf aan mevrouw
Von Osternau en Lize te zeggen, maar het
verstand gebiedt my uwe bemiddeling in te
oepen, mynheer Storting; een deor Lize, in
«en oogenblik, dat zy zichzelve vergat, ge
sproken boos woord mag niet de oorzaak
2tln, dat wy voor immer van elkander scheidon.
Ik vorder van u, mynheer Storting, mij een
liefdedienst te bewyzen, waardoor u my tot
grootste dankbaarheid zult verplichten
L moet mevrouw Von Osternau mededeelen,
vat ik u daareven gezegd heb. Zy is eene
verstandige vrouw, met practische levens
beschouwing; zy zal zich niet laten leiden
door eene oogenblikkelyke ontstemdheid, maar
inzien dat eene verbinding van Lize en my
de natuurlykste en gelukkigste harmonische
oplossing is van de wetten, die het majoraats-
recht heeft gesteld, daar Lize, door met my
eene echtverbintenis te sluiten, de mede-
orlgename haars vaders wordt en in het volle
bezit van de nagelaten goederen treedt. Me
vrouw Yon Osternau zal haren invloed op
Lize doen gelden, om ook haar gunstig tot
vervulling myner wenschen te stemmen."
Het was alsof my een emmer koud water
over het lichaam werd gegooid by de gedachte,
dat Lize de echtgenoote van dezen mensch
zou kunnen worden, en toch waagde ik het
niet het door den luitenant gedane verzoek
af to wyzen. "Welk eene toekomst stond
mevrouw Von Osternau en hare dochter te
wachten, wanneer de tegenwoordige eigenaar
van Osternau haar zyne ondersteuning ont
hield? Een -treurig, kommervol bestaan, een
leven vol zorgen. Een jaarlyksch inkomen
van driehonderd thalers, dat uit de opbrengst
van het landgoed gevonden moest worden,
verzekerde het harde erfrecht der Osternaus
aan do weduwe van den overleden bezitter
der goederen, terwyl zyne dochter op geen
cent aanspraak maken kon. Van dat karige
pensioentje zou mevrouw Von Osternau moeten
leven, want vermogen werd door haar niet
bezeten, en dat, hetwelk de heer Von Oster
nau voor vrouw en dochter byeengebracht
had, was verloren gegaan. Zou onder deze
omstandigheden een huwelyk van den luitenant j
met Lize niet voor mevrouw Von Osternau
en hare dochter de meeste zekerheid voor
een onbezorgd bestaan opleveren? Was het
niet reeds als een blyk van grootmoedigheid
te beschouwen, dat de tegenwoordige eigenaar
van Osternau de hand bood aan de arme
dochter zyns voorgangers? Ik durfde de my
gedane opdracht niet afwyzen; ik rekende
het myn plicht die uit te voeren.
Ik kweet my echter met een zwaar hart
van de taak. Mevrouw Von Osternau en
juffrouw Lize verwachtten my reeds, toen ik
naar de woning van den predikant terug
keerde, daar zy bericht ontvangen hadden,
dat de luitenant was aangekomen. Ik moest
haar myn gevoerd onderhoud met den luite
nant mededeelen en ik zweer u, mynheer
Von Ernau, ik deed het met den besten wil
om geheel onzydig te zyn, door met geen
enkel woord den diepen afkeer te verraden,
welken my luitenant Albrecht meer dan ooit
had ingeboezemd; wellicht ben ik in den
wensch onpartydig te zyn te ver gegaan,
misschien heb ik met te veel ingenomenheid
van zyne vriendelykheid, zucht tot verzoening
en de vereering, welke hy voor mynheer en
mevrouw Von Osternau, alsmede voor Lize,
koesterde, melding gemaakt, daar hetgeen ik
zeide op mevrouw Von Osternau blykbaar
een zeer diepen indruk maakte.
„Wy hebben neef Albrecht toch zeker wel
onrecht gedaan!" zeide zy vergevensgezind.
„Hy mag lichtvaardig geweest zyn, maar
slecht is hy zeker niet, daar hy anders niet
zoo spoedig en geheel de laatste beleediging
zou kunnen vergeten, welke hem hier in
Osternau is aangedaan. Zyn aanbod is inder
daad edelmoedig. Gy zyt nooit voorkomend
en lief tegenover hem geweest, Lize; dik-
wyis hebt gy hem bitter gegriefd en toch
bemint hy u, toch is hy bereid zyn rykdom
met u te deelen, u tot meesteresse van
Osternau te maken."
Mejuffrouw Lize zag hare moeder aan met
wydgeopenc e oogen, waarin de hoogste be
wondering ,e lezen viel.
Kunt u er nog maar een oogenblik aan
denken, da,t ik dit verschrikkeiyk aanbod
zal aanvaajden?" vroeg zy met bevende stem.
Wordt vervolgd.)