WUiLLEMÏÏÊ
De cette Science assassin de l'Oraison
Et du Chant et de l'Art et de toute la Lyre,
Et Simplement et plein d'orgueil en floraison
Taiites en mourant, salut, Roi, bravo, Sire l
Vous fïïtes un poète, un soldat, le seul Roi
De ce sièole oü les rois se font si peu de chose,
Et le martyr de la Raison selon la Foi.
Salut a votre trés unique apothéose,
Et que votre ame ait son fier cortège, or ot fer,
Sur un air magnlfique et joyeux de Wagner.
Zulke klankvolle dichtregelen te hooren
vloeien van de lippen van den Poëét, die ze
zelf neerschreef blijft waar kunstgenot
Ook „Sagesse", beginnend mot de woorden
„O mon Dieu, vous m'avez blessó d'amour
Et la blessure est encore vibrante
„O mon Dieu, vous m'avez blessó d'amour"
maakte veel indruk op de aanwezigen met
het laatste gedeelte:
„Dieu de terreur et Dieu de Sainteté,
Hélas! ce noir abime de mon crime.
Dieu de terreur et Dieu de Sainteté.
Yous, Dieu de paix, de joie et de bonbeur,
Toutes mes peurs, toutes mes ignorances,
Yous, Dieu de paix, de joie et de bonheur.
Yous connaissez tout cela, tout cela,
Et que je suis plus pauvre que personne,
Yous connaissez tout cela, tout cela.
Mais ce que j'ai, mon Dieu, je vous le donne.
Hiermede besluiten wy de citaten. Ook een
gedeelte proza werd voorgelezen. Yoor ons,
wfi erkennen het gaarne, zullen Paul Ver-
laine's gelaatstrekken nog lang blijven voort
leven, zijne woorden dikwyls door ons worden
nagehoord, zijne verzen meermalen herlezen.
Over de ontvangst hier ter stede, over
het gehalte van het publiek, wij hoorden
't Verlaine zei ven zeggen, was hij zeer
voldaan.
Onder de aanwezigen merkten wy o. a.
op de heeren Jan Toorop, Zilcken en Staal
(vormende de Amsterdamsche commissie), den
heer en mevrouw Verwey, de schilderes mej.
Geeine Schenk, enz. Ook meerdere studenten
waren opgekomen.
Hedenavond leest Yerlaine te Amsterdam,
(Huize Couturier).
Wenschen wy ten slotte van onze zyde
Paul Verlaine aldaar een minstens evengroot
succes toe, als dat van gisteravond; naar
Parijs terugkeerend, kan hy veilig de ver
zekering medenemen, dat hy door een gedeelte
van Jong Holland hoogelyk als „Dichter"
wordt gewaardeerd.
Examen vrije en orde-oefeningen der
Gymnastiek. 's-Hage, 7 Nov. Toegelaten
de damesJ. A. Goudkade en A. M. Van der
Zanden, beiden van LeidenM. F. S. Muller,
van Noordw\jkerhout.
Mej. A. J. Eggink, te Haarlemmermeer,
is benoemd tot klerk der posterijen 2do kl.,
ten postkantore te Vlaardingen.
Zondagmorgen trad in de hof-kapel
ten paleize Het Loo voor HH. MM. de
Koninginnen, HD. gevolg en tal van ge-
noodigden als redenaar op dr. J. H. Gunning
JHz., predikant te Leiden, die tot tekst ge
kozen had: Johannes 1 vs. 46 52. De gezon
gen liederen waren Psalm 84 vs. 1, Gezang
36 vs. 2 en 5 en Gezang 2 vs. 3.
By het afdeelingsonderzoek der Tweede
Kamer van hot Xde Hoofdstuk der Staatsbe-
grooting voor 1893 werd de opmerking ge
maakt, dat, waar nu niemand er aan denkt
de koloniën op te geven, het plicht scheen
tot verbetering der toestanden in Suriname
en Curasao krachtiger middelen aan te wenden
en moest daarvoor meer geld worden toe
gestaan, dan diende men zich te troosten
met de overtuiging, dat op deze wyze dan
ook goede uitkomsten zyn te verkrijgen. Men
betoogde dat de kwijnende toestand van Suri
name vooral te wyten is aan gebrek aan vol
doende werkkrachten, en men meende dat het
op den weg der Regeering lag, om daarin te
voorzien. Eene voortzetting der proef met do
emigratie van Javanen naar Suriname, op
grooter schaal, werd aanbevolen.
De vraag werd gedaan hoe het staat met
de oprichting oener groote Oost-Indische Maat
schappij, welke zich ten doel zou stellen,
de vervallen plantages wederom in cultuur
te brengen.
Tian slotte stelde men de vraag, waarom
het wetsontwerp tot definitieve vaststelling
der begrooting van Suriname, welke aldaar
reeds geruimen tyd geleden voorloopig werd
vastgesteld, nog niet by de Kamer is ingediend.
Volgens bij den minister van binnen-
landscho zaken ontvangen ambtsberichten zijn
in de afgeloópen week als aan Aziatische
cholera overleden aangegeven: te Breda 3,
Prinsenhage 2, Huisen 3, Alfen 1, 's Graven-
hage 2, 's Gravenzande I, (behoorende tot de
bemanning van een te Hoek van Holland in
quarantaine liggend visscliersvaartuig); Gouda
1, Hazerswoude 1, Koudekerk 1, Amsterdam 1,
Nederhorst-dea-Berg 2, Utrecht 3, IJselstein 5,
Sneek 1 pers.
De opgave van 'de in de week van 2 tot
8 October aan Aziatische cholera overledenen
moet aangevuld worden met één overledene
te Zuidwolde. Sts.~Crt
Het Leldsche Tooneel.
Mannen van hooge geboorte, edellieden en
machtigen der aarde, die zich vermommen
in de povere plunje van een handwerksge
zel of van een bediende, met het doel om
amourettes te kunnen aanknoopen met brave,
onschuldige dochters uit den burgerstand, dit
is een onderwerp, dat reeds door zeer vele
auteurs en op de meest verschillende wyzen
is behandeld.
Eugène Sue heeft in den roman „Les
Mystères de Paris" den prins Rudolphe als
boef vereeuwigd. Molière heeft in zyn „Don
Juan" den gemetamorphoseerden hartenver
overaar aan de vergetelheid ontrukt, Gustav
Lortzing heeft in zyne opera „Czar und Zim
merman" den machtigen heerscher Peter, den
keizer der Russen, als eenvoudig timmerman
den volke vertoond, Richard Voss in zijn
blyspel „De diplomaat" den prins-schilder
geschetst en zoo zouden wtf nog tal van voor-
boelden kunnen aanhalen, om het bewffs te
leveren, dat de truc van het gisteravond
door het Rotterdamsch toonoelgezelscbap ten
tooneole gevoerde „Examen" van Henri Meilhac
wel een beetje „vieux jeu" is.
Ook hier dezelfde intrige, op dezelfde wyze
uitgewerkt.
De graaf De la Rochebardière, met een
jaarlyksch revenu van viermaal honderdduizend
franken, heeft zich als knecht verhuurd by
den eenvoudigen boekbinder Laguerre in eene
der minder aristocratische buurten van Parys,
enkel en alleen om met een bepaald doel voor
oogen het hof te mogen maken aan de schoone,
lieftallige Cécile, dochter van zyn patroon.
Hy bezweert haar zyne toegenegenheid, zyne
oprechte liefde en zyne woorden vinden geloof;
zy dringen door in het hart van het argelooze
meisje, dat hem wederliefde schenkt en zich
reeds aan zyne zyde eene hoopvolle, gelukkige
toekomst voor oogen stelt. Opeens vallen al
deze hersenschimmen in duigenalle idealen
worden haar ontnomen, zij ziet zich in al hare
illusies bedrogen.
Eene harer vriendinnen, de gravin Esther
De Celigny, die tegeiyk met Cécile voor het
examen middelbaar onderwfis werkte, ont
moet hier den graaf De la Roche bardiöre,
dien zy op verschillende bals en partyen
heeft ontmoet; zy herkent hem en ontsluiert,
geheel onbewust, het geheim, dat de would be
verleider zoo lang had weten verborgen te
houden.
Céciles hart is gewond, hare ziel met droef
heid vervuld, maar toch heeft zy nog de
kracht den ellendeling met verachting de deur
te wyzen.
Deze is echter niet zoo spoedig ontmoedigd
hy laat zich zyne prooi, zyn buit niet opeens
ontnemen; hy komt weer, hy fluistert haar
zoete woorden in het oor, hy belooft haar
rytuig, paarden, diamanten en paarlen en
Cécile is op hot punt aan die verleidende
taal gehoor te schenken, als de komst van
haren vader, dien zy innig liefheeft en ver
eert, haar nog tydig van dezen stap terughoudt.
De ouderliefde redt haarzy jaagt hem ten
tweeden male weg.
Thans zal zy zonder liefde de hand schenken
aan don ouden, leeiyken, maar fatsoenlyken
examinator Montcrampin, als alweer de graaf
ten tooneele verschynt en haar nu met zyn
hart ook zyne hand aanbiedt.
Een wettig huweiyk bezegelt deze flirtation.
Dit alles is de kern van het blyspel, het
meer ernstig milieu, dat door tal van komische
elementen is omgeven; het is de comedie,
gehuld in het gewaad der farce.
Een oude, leeiyke, gehoornde schoolmeester,
een bespottelyke vieux roué, eene sinds hare
jeugd minder dun geworden leerares in kook
kunst en handwerken, eene balletdanseres flad
deren steeds om het minnend paar en roepen
by elke verschyning eene uitbundige hilariteit
in het leven.
Ziedaar het geheel
Heeft „Examen" eenige waarde als tooneel -
gewrocht? Zyn de karakters goed geteekend
Is het psychologisch waar? Al deze vragen
durf ik gerust ontkennend beantwoorden.
De deugd, de reinheid, het smetteloos ver
leden van het brave, edeldenkende meisje
wordt niet in gevaar gebracht door een aanbod
van paarlen en diamantenzy staat te hoog,
om daarvoor te bezwyken, en als zy dan toch,
niettegenstaande dit alles, besloten heeft, zich
den man te geven, dien zy nog immer liefheeft,
dan is ongetwyfeld „het gehuil van een wolf
in den dierentuin" een 'te zwak motief, om
haar op hare schreden te doen terugkeeren.
Ook het vallen in de armen van Albert, in de
laatste acte, vóór dat hy haar beloofd heeft
haar tot zyne wettige echtgonoote te verheffen,
is- niet geargumenteerd.
Het geheel heeft oneindig veel meer van een
Duitsche Posse of Schwanke, waarin het
hilariteit verwekken hoofdzaak, natuur en
waarheid nevenzaak zyn, dan wel van eene
Fransche comedie.
Het stuk werd uitstekend gespeeld.
Mevrouw Marie Van Eysden Vink als Cécile»
de heer Henri De Vries als de grafelyke
boekbindersknecht vormden een prachtig duo.
Hare liefde voor den in hare oogen braven
eenvoudigen jongen, hare zielesmart en wan
hoop, by de ontdekking van het bedrog
kwamen ten volle tot hun recht. Mevrouw
Yan Eysden voelt en doet gevoelen.
De heeren D. Haspels als Montcrampin,
de heer Rosier Faassen als de kaalhoofdige
don Juan en mevrouw Faassen als Madame
Bourgarel leverden een uiterst vermakelyke
charge op de examencommissies. 'L Waren
recht vermakelyke types; alleen hadden wy
gaarne de emblemata van bedrogen echtge
noot by den heer Haspels iets minder welig
zien groeien.
Nog oene enkele aanmerkingwaarom altyd
gesproken van het burgerlyke „minnaar" en
niet het Franscbe woord „amant" behouden?
De woorden „maitresse" en „cocotte" kregen
wy toch ook telkenmale te hooren.
Het na8tukje „Myn nieuwe Hoed" is een
vreeseiyk gerekt en langdradig lever de rideau,
dat zelfs door het goede spel der dames Van
Eysden Vink en Coelingh Vorderman, als
mede van den heer Tartaud niet kon gered
worden. Mr. L. H.
Gemengd Nieuws.
In de Moriaansteeg is een jon-
gen, die acht dagen was weggeweest, by
zyne thuiskomst ineens neergevallen, kort
waarna by is overleden. Dit treurige voorval
heeft natuurlyk veel opzien verwekt.
De detachementen van het 4de
regiment infanterie alhier, welke te Veur en
Berkel dienst doen by de uitgebroken besmet-
telyke veeziekte aldaar, worden den 9den en
lOden November a. s. afgelost door detache
menten van het 7de reg. inf. uit Den Helder
en Hoorn.
De opbrengst der Noord-Zuid-
Holl. Stoomtramweg-Maatschappy Haarlem
Leiden bedroeg in Oct 1892 aan personen- en
goederenvervoer f 7596.15, tegen f 7611.20
in 1891. Sedert 1 Januari 1892 f 78,074.65,
tegen f 74,493,50 over hetzelfde tydvak van
1891, en met inbegrip van diverse ontvang
sten f 88,946.65, togen ƒ84,760.45 in 1891.
Naar gemeld wordt, heeft Maan
dag-morgen om acht uren een vryer te Zeg
waard, op zyn meisje, waarmede hy drie
jaren verkeering heeft gehad, een moordaanslag
gepleegd door haar met een mes van achteren
in den hals te snyden, welk feit hy pleegde
in do woning waar zy diende, nl. de eerste
boerdery aan den Zogwaardschen weg, van
Leiden komende. De dader is in arrest genomen.
De toestand der verwoxde moet zeer ernstig zyn.
Ook te Valkenburg is een geval
van mond- en klauwzeer geconstateerd by
een rund van den landbouwer Joh. Van der
Nagel.
Wy ontvangen heden het volgende
landbouwbericht uit Haarlemmermeer:
De boer is aan het laatste bedryf van den
oogst. De uit slik en modder opgedolven suiker
bieten worden verscheept. Ook daarvan valt
de opbrengst niet mede. Verkreeg men in
vorige jaren wel eens 50 duizend kilo's per
hectare, het gemiddelde van dit jaar zal wel
niet de helft bedragen.
De langdurige najaarsregen heeft veel schade
veroorzaakt. In dezen polder zyn ongeveer
150 hectaren tarwe, haver en boonen zoo
goed als totaal verloren gegaan. Ook het be
werken van den grond ging met buitenge
woon veel moeilykheden gepaard.
Onder al de gewassen, welke hier verbouwd
worden, valt by het dorschen de tarwe het
meest tegen. Rekent men daarby, dat de prys
van het graan laag is, dan kan ieder op zijne
vingers natellen, dat er van weelde by de
landbouwers weinig vernomen wordt, wat de
neringdoenden dan ook zeker wel zullen ge
voelen.
Tot overmaat van ramp is het mond- ei
klauwzeer op twee hoeven uitgebroken en
worden deze door militairen bewaakt, oin
verdere besmetting te voorkomen. De ziekte
heeft tot dusver een vry gunstig verlooo
maar het is zeer te vreezen dat zy zich zal
uitbreiden, waardoor ook de boer by den in-
en verkoop van vee in zyne handelingen be
lemmerd wordt.
Het is echter schande, dat er zeer veel
minachting wordt betoond voor de handelingen
van de Regeering, aangezien algemeen moest
worden begrepen, dat de maatregelen tegen
verdere uitbreiding van het kwaad juist in
het belang van den handel op het buiten
land en dus ook in het belang van den
Nederlandschen landbouwer worden genomen.
Te "Weimar wordt druk gerede
neerd over de afzettery van een der hof
leveranciers, door dezen tydens de feesten
aldaar gepleegd. By hem waren op kosten
van het hof drie Nederlandsche officieren uit
het gevolg van onze Vorstinnen ingekwartierd
en de leverancier diende hiervoor eene reke
ning in van 4600 mark, terwyi de drie heeren
niets dan logies hadden gehad. Toen de groot
hertogin daarop eene nadere omschrijving
van de kosten vroeg, gaf de gastheer o. a.
1000 mark op voor het vernielen van meubelen.
Waarschyniyk zal hij daarmede echter weiDig
succes hebben, want het is natuurlyk al te
dwaas aan re nemen, dat de Nederlandsche
officieren zich tydens hun verblyf te Weimar
aan een dergelyk wandalisme schuldig maakten.
Het voorbeeld van dezen braven leveran
cier schijnt trouwens door anderen, hoewel
op kleiner schaal, te zyn gevolgd.
"Wuillemin is niet meer; de kranige figuur
van den eerbiedwaardigen man ligt thans kalm,
levenloos op het doodsbed uitgestrekt.
De ruiyi vyf-en-tachtigjarige grfisaard zal
niet meer dolen langs Leiden's straten om
het stukje brood voor hem en zyne kinderen
te verdienen; de bezoekers van Musis Sacrum,
van den Schouwburg, van Zomerzorg zullen
den algemeen beminden en geachten oud
militair niet meer aanschouwen.
Mr. Clovis heeft een vyftal jaren geledeD
een artikel aan dien held gewydwy hebben
toen, by gelegenheid van zyn tachtigsten ver
jaardag, een tameiyk uitgebreide en getrouwe
levensschets met portret van den jubilaris
gegeven.
Wy hebben derhalve niet meer de herinne
ring aan dat eervol verleden te herhalen.
Nog slechts één gewichtige gebeurtenis,
den braven man ten deel gevallen na deze
laatste biographie.
Een tweetal jaren geleden kwam Wuillemin
by my met een schryven uit Hannover. Een
brief mynheerstotterde de oude, met
door tranen verstikte stemvan myn
broer, dien ik sinds ik op dertienjarigen leef-
tyd het huis heb verlaten, nooit meer heb
gezien, waarvan ik zelfs nooit meer iets heb
gehoord; ik wist niet eens, dat hy nog be
stond.... lees.... u zelf maar.... mynheer.
En ik zag de bevende, trillende hand van
een ouden manhy had, zooals hy in slecht
Hollandsch schreef, toevalliger wyze van een
kennis het „Leidsch Dagblad" gekregen en
daarin met genoegen gelezen, dat het zijn
broeder tvas welgegaan, al hadden dan ook
dikwyis zware rampen en slagen zyn hoofd
getroffen, en wyders gaf hy een uitvoerige
beschryving van zyn eigen lotgevallen, van
zyn droef en leed, van zyn vreugde en blijd
schap, die hy in zyn levensloop had gekend.
„'t Is nu twee en zeventig jaar geledeD,"
eindigde hy zyn schryven, „dat wy elkaar voor
het laatst gezien hebbenop aarde zullen wij
dit geluk wel niet meer hebben, laten wij
dan hopen dat het hiernamaals zal zyn."
De oude snikte, toen ik deze laa'ste regelen
luide las: „op aarde zullen wy dit geluk wel
niet meer hebben"; die woorden troffen mij;
als we die beide ouden dat geluk wel eens
konden geven!
Ik wendde my tot enkele kennissen, vrienden
van den bejaarden Wuillemin, en dadelyk vond
ik velen bereid dit plan te ondersteunen.
De vorigen zomer is Wuillemin, den grysaard
van vyfentachtig jaren, met zijne dochter
naar Hannover gegaan; hy heeft den broeder