N°. 10024,
Woensdag 36 October.
A0. 1892.
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Tweede Bind.
Leiden, 25 October.
LEIDSCÏÏ
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leidon per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommors0.05.
PRIJS DER ADVERTENTEËN
Van 1—6 regels ƒ1.05. Iedere regel meer
örootere letters naar plaatsruimte. Voor het
incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.05 berekend.
I
He ontwerp-gemecatebcgrooting
voor 1803.
Aan het algemeen verslag van het verhan
delde in de section van den gemeenteraad
by het onderzoek van bovenstaande begroo
ting der gemeente Leiden, welk verslag is
samengesteld door de rapporteurs der drie
afdeelingen, de heeren mr. H. L. Drucker,
J. A. Van Hamel en dr. Th. W. Yan Lidth
de Jeude, ontleenen w\j voor heden het
volgende
Bü de algemeene beschouwingen werd
door een lid op den voorgrond gesteld dat
bij de behandeling der begrooting mede kan
worden ter sprake gebracht het algemeen be
leid van het Gemeentebestuur, ook al staat
dit niet in direct verband met de begrooting.
Hij meende daarom de aandacht te mogen
vestigen op het feit, dat er in den laatsten
tijd groote verandering is gekomen in de
samenstelling van het college van Burgemees
ter en Wethouders, en de vraag te mogen
behandelen, welken invloed deze verandering
gehad heeft op den gang van zaken in de
gemeente. De voordrachten, door B. en Ws.
in den jongsten tijd ingediend, hebben op
hem, en ook op anderen, een onaangenamen
indruk gemaakt, vooral wat den vorm betreft.
Daaruit blijkt toch, dat de verstandhouding
in het Dagelijksch Bestuur te wenschen
overlaat, iets, wat naar zijne meening niet
kan strekken tot bevordering van het waar
achtig belang der gemeente. Dat er eeneniet
al te groote homogeniteit besta tusschen de
leden van het Dagelijksch Bestuur wordt door
spreker niet ongewenscht geacht. Doch do
strijd worde uitgevochten in den boezem van
het Dagelijksch Bestuur zelf. Waar dit niet
mogelijk blijkt, moeten dan z. i. de verschil
lende opvattingen aan de raadsleden door
motiveering van gronden worden duidelijk
gemaakt en dit is juist in de laatste tijden
niet geschied. Tot staving dezer beweringen
voerde het bedoelde lid het volgende aan:
lo. Voor de benoeming van een gemeente*
architect zijn aangeboden twee aanbevelin
gen: éóne van de Commissie van Fabricage,
en eene andere van de meerderheid van
Burgemeester en Wethouders. Aldus werden
zes verschillende personen ter benoeming
voorgedragen, terwijl tot motiveering der
uiteenloopende aanbevelingen niets werd aan
gevoerd. De Raad miste daardoor voldoende
voorlichting.
2o. In de voordracht betreffende de ver
bouwing van liet schoollokaal aan de Brande-
wjjnsteeg wordt uitvoerig melding gemaakt
van de verschillende zienswijzen en wordt
zelfs het gevoelen van de minderheid der
Commissie van Fabricage medegedeeld; ter
wijl aan het slot eene orde van stemming
wordt aangegeven, welke volgens het oordeel
van den spreker aan den Raad behoorde te
worden overgelaten. De voordracht geeft den
indruk, dat men in dezen voor de verant
woordelijkheid is teruggeschrikt en die geheel
op den Raad heeft willen overbrengen.
Zo. Het besluit van Burg. en Weths. tot
herziening van het Reglement van Orde voor
de vergaderingen van hun College is aan de
goedkeuring van den Raad onderworpen,
terwijl aan dat besluit elke motiveering ont
breekt.
4o. In de zitting van den Raad van 6 Sep
tember jl. is tweemalen door een wethouder
gesproken, niet namens het Dagelijksch Be
stuur, maar uit naam van de andere wet
houders, een vorm, welke wijst op een onge
zonden toestand.
Verscheidene leden, in dezelfde afdeeling
gezeten, betuigden hunne geheele of gedeel
telijke instemming met het hier medegedeelde.
In eene andere afdeeling werd, naar aan
leiding van bijzondere posten der begrooting,
eveneens van gedachten gewisseld over het
verschijnsel, dat in den laatsten tijd meer
malen naar buiten is gebleken van groot ver
schil van gevoelen in het Dagelijksch Bestuur.
Men meende dat alle leden van dat College
behooren te vertrouwen op den invloed, dien
kennis van zaken en kracht van argumenten
in elke vergadering uitoefenen, en behooren
mede te werken tot oplossing der quaestiön
in den boezem van het Dagelyksch Bestuur.
Verschillende leden spraken hunne voldoe
ning uit over de belangrijke vermindering
van het bedrag der inkomstenbelasting. Door
anderen werd betwijfeld of de lagere ramingen
zullen blijken voldoende te zijn en of dusin
werkelijkheid de verwachte bezuinigingen
zullen worden verkregen. Sommigen konden
de vrees niet onderdrukken, dat speciaal ten
aanzien van onderwijs en openbare werken
hier en daar te veel is bezuinigd. Men stelde
zich voor, daarop bij de bespreking dor .uit
gaven terug te komen.
In hunne memorie van antwoord op het
bovenstaande, zeggen B. en Ws. dat het hun
niet wenschelyk is voorgekomen op deze
Algemeene Beschouwingen uitvoerig te ant
woorden, op grond dat de daarbij behandelde
onderwerpen niet in direct verband staan mot
de begrooting, met uitzondering van hetgeen
aan het slot wordt aangevoerd.
Bovendien is ter zake van de onder Nos. 1
en 3 behandelde punten reeds eene beslissing
genomen en wordt aangaande punt 2 aan
gemerkt, dat elk voorstel van Burg. en Wet
houders met eene bepaalde conclusie moet
eindigen; het kwam hun daarom volkomen
rationeel voor de verschillende zienswijzen in
bepaalde conclusion te formuleeren en de volg
orde van behandeling aan te geven.
Het Dagelijksch Bestuur is niet van mee
ning, dat hier en daar te veel is bezuinigd,
zooals nader, naar het vertrouwt, b\j de be
handeling van verschillende punten van uit
gaaf zal blijken.
Wat betreft het batig slot der laatst
vastgestelde rekening verklaarde een lid, naar
aanleiding van de toelichtende opmerking over
de oorzaken van het tekort, niet veel waarde
te hechten aan dergelijke bespiegelende be
schouwing. Het tekort is z. i. eenvoudig het
gevolg hiervan, dat er meer is uitgegeven
dan ontvangen. Overigens achtte hij de ge
noemde opmerking ook in zoover niet juist,
dat het geld, hetwelk eerst later aan de Gas
fabriek werd uitgekeerd, intusschen op andere
wijze vruchtdragend kon worden belegd, zjj
het ook tegen lagere rente.
Burgemeester en Wethouders antwoorden
hierop dat de redenen van het ontstaan van
een feitelijk tekort op den dienst 1891 vermeld
zjjn in de verantwoording, behoorende bjj de
rekening. Inmiddels hebben zij gemeend,
hoewel zulks niet noodzakelijk was, bij dit
artikel met een enkel woord te moeten wjjzen
op eene der redenen van het tekort, het in
ontvangst brengen van 5 pet. van het aan de
Gasfabriek t6 verstrekken kapitaal, terwijl
slechts een gedeelte van dat kapitaal in den
loop van 1891 was uitgekeerd en alzoo slechts
een gering gedeelte van de ter zake geraamde
rente kon worden ontvangen.
B\j den post van jaarwedden van de
bouwkundigen en van de opzichters der ge
bouwen enz., kwam in alle afdeelingen de
vraag ter sprake, of het personeel voldoende
is voor een behoorlijk toezicht op de ge
meentewerken. Zoowel by het onderhoud in
eigen beheer, als bij de uitvoering van nieuwe
werken achtte men scherper controle noodig
dan, blijkens de ervaring, thans wordt uit
geoefend. Volgens sommige leden zou een
vaste opzichter behooren te worden aange
steld, terwijl anderen de voorkeur er aan
zouden geven, telkens, naar omstandigheden,
tijdelijk het personeel te versterken. Men
meende dat door scherper toezicht met minder
kosten beter werk zou worden verkregen.
Door één lid werd de wenscheiykheid be
toogd van eene geheele reorganisatie van
dezen tak van dienst. Enkele leden ver
klaarden het traktement van den architect
te laag te achten.
B. en Ws. meenen, alvorens eene beslissing
te nemen omtrent de hier bedoelde punten,
te moeten wachten totdat de onlangs be
noemde gemeente-architect voldoende op de
hoogte zal wezen, om dienaangaande zijne
meening kenbaar te maken.
B\j het Volgn. 64Jaarwedden van de
ambtenaren en bedienden ter Gemeente-
Secretarie, werd in ééne Sectie de aandacht
er op gevestigd, dat etteljjke gemeente
ambtenaren, onder dit en andere volgnum
mers voorkomende, hunne woonplaats hebben
buiten de gemeente Leiden. De daaromtrent
geopperde bezwaren werden echter niet alge
meen gedeeld.
Het antwoord van B. en Ws. luidt hierop
aldus
Blijkens het Gemeente-verslag over 1890
woonden destijds van de onderwijzers aan
de openbare lagere scholen er 28 en van de
overige gemeente-ambtenaren, daaronder be
grepen de leeraren van het Gymnasium en
de Hoogere Burgerschool, 16 buiten de ge
meente.
Het ware voorzeker wenschelyk zoo alle
deze ambtenaren binnen de gemeente woon
achtig waren, doch het maken van verbods
bepalingen daartegen levert nogal bezwaar
op, ook met het oog op het gebrek aan ge
schikte woningen binnen de gemeente.
Onderhoud van wandelplaatsen en plant
soenen. Een lid meende, dat voor herstel
en wijziging van het hek langs de Plantage
350 behoort te worden geraamd.
In ééne sectie gaf men zijne tevredenheid
te kennen over de wijze, waarop thans het
Plantsoen wordt onderhouden.
Gevraagd werd, of niet de gelegenheid, die
zich, naar men meende, thans voordoet, be
hoort te worden aangegrepen, om het gebruik
der lijnbaan nabij het Kruithuis terug te
nemen. Eene belangrijke verbetering der huizen
daar ter plaatse zoude hiervan in de toekomst
het gevolg kunnen zijn.
Antwoord van B. en Ws.Bij hun college
is reeds de vraag ter sprake gebracht of tot
de opzegging van het gebruik van dezen grond
zal worden overgegaan, ten gevolge waarvan
die grond zoude kunnen worden in gebruik
gegeven aan de eigenaars van de aangelegen
huizen, ten einde tot terrein te worden inge
richt. Krachtens raadsbesluit van 24 Augustus
1871 is aan A. Van Driel kosteloos in gebruik
afgestaan eene strook gronds aan den Vestwal,
ter lengte van 120 meters, op eene breedte
van 4 meters, ten einde te worden aangelegd
en gebruikt tot lijnbaan of touwslagerjj onder
verplichting tot afsluiting, terwijl krachtens
raadsbesluit van 11 Mei 1872 het gebruik van
den grond is overgedragen aan A. Van Driel
en Mr. P. M. Engels.
Een voorstel daaromtrent zal aan den ge
meenteraad worden ingediend.
Jaarwedde van den torenwachter. In
alle afdeelingen gingen stemmen op vóór be
stendiging dezer betrekking, althans zoolang
de tegenwoordige titularis leeft. Een lid ver
klaarde dat hij, met het oog op de historie,
nimmer tot opheffing zoude willen medewerken.
B. en Ws. antwoorden echter van oordeel
te blijven dat het behoud van deze betrekking
niet noodig is, ook niet met het oog op de
ondervinding, aangezien het hun althans niet
bekend is, dat, wellicht met éóne enkele uit
zondering, een brand door den torenwachter
het eerst is waargenomen.
Kosten der Kweekschool voor onder
wijzers. Een lid wonschte een grondig
onderzoek ingesteld te zien met raadpleging
der deskundige autoriteiten omtrent de
vraag, of het in dezen tijd nog ligt op den
weg onzer gemeente, eene kweekschool voor
onderwijzers te onderhouden. De redenen, die
vroeger aanleiding gaven deze school te
stichten, bestaan z. i. thans niet meer, of
niet meer in die mate.
B. en Ws. antwoorden dat er vooralsnog
geene termen zijn om een voorstel te doen
tot opheffing van deze inrichting.
Toelage aan de eigenaars van den
Schouwburg. Over deze toelage werd in
alle afdeelingen uitvoerig van gedachten ge
wisseld. Betuigden sommige leden hunne
warme instemming met het voorstel van het
Dag. Bestuur, om dit subsidie jaarlijks met
20 pet. te verminderen, niet minder krachtig
was het verzet, dat zich daartegen van andere
zijden openbaarde. Eene derde categorie van
leden wenschte de toelage in 1893 slechts
met 10 pet. verminderd te zien. Voor de ver
schillende meeningen beriep men zich hoofd
zakelijk op do reeds bij vroegere gelegenheden
aangevoerde argumenten.
Met het denkbeeld om de toelage slechts
met 10 pet. te verminderen, ten gevolge
waarvan deze in tien jaren zoude afloopen,
kunnen B. en Ws. zich wel vereenigen. De
toelage zoude alsdan voor 1893 f 1350 be
dragen. Zij stellen daarom voor het artikel,
thans uitgetrokken op f 1200, met f 150 te
verhoogen.
Bij beschikking van den minister van
binnenl. zaken is dr. J. P. Kuenen, assistent
aan het natuurkundig laboratorium aan de
Ryks universiteit te Leiden, tot wederopzeg
ging toegelaten als privaat-docent in de fa
culteit der wis- en natuurkunde aan voor
noemde universiteit, om onderwas te geven
in de experimenteele natuurkunde.
Examen akte vrije- en orde-oefeningen
der gymnastiek. 's-Hage, 24 Oct. Geöx.
12 mannelijke cand. Toegelaten o.m. de dames
W. S. Ch. Kuenen, J. E. Somerwil en D. L.
Springer, allen van Leiden.
Ged. Staten van Zuid-Holland stellen
voor in het aan de Staten gerichte adres van
de Kamer van Koophandel en Fabrieken te
Leiden, waarbij wordt verzocht dat al de
bruggen over den verbeterden waterweg tus
schen Rijn en Schie beweegbaar worden ge
maakt, als slotsom te kennen te geven, dat
tot heden niet is gebleken dat de hoogst
aanzienlijke kosten, aan de verandering dier
spoorwegbruggen verbonden, worden opge
wogen door den omvang van de behoefte der
scheepvaart daaraan, en zoolang dit niet is
gebleken, de vervulling van het verzoek der
adressante niet in overwoging kan worden
genomen.
Mr. D. De Ruyter Zylker, oud-lid van
de Tweede Kamer der Staten Generaal, is te
Winschoten overleden.
Thans is nader bepaald dat de meeting
ter bespreking der drooglegging van een ge
deelte der Zuiderzee, en die uitgeschreven zal
worden door het hoofdbestuur der Vereeniging
tot bevordering onzer visscherijen, niet zal
plaats hebben in November a. s., doch in
het begin van hot volgende jaar.
Naar de „Stand." verneemt, denkt de
heer P. Van Vliet Jr. begin.December eene
reis te doen door de Transvaal, om daar
namens eene Noderlandsche Maatschappij een
onderzoek in te stellen, in verband met de
vestiging van landbouwers, enz.
De minister van binnenlandsche zaken
brengt ter algemeene kennis, dat volgens de
b\j hem ingekomen ambtsberichten in do af-
geloopen week als aan Aziatische cholera
overleden zijn aangegeven:
in Gelderland: te Huisen 1 persoon;
in Zuid-Holland: te Gouda 1te Oudshoorn
1, te Rotterdam 1 persoon;
in Noord Hollandte Haarlem 2 personen
in Utrecht: te Jutfaas 3, te Utrecht 12
personen.