Maandag W October.
A. 1322,
feze (iCourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Vierde Blad
Leiden, 15 October.
Femlleton.
Geld alleen maakt niet gelukkig.
N°. 10016.
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.10.
Franco per post7.71.40.
Afzonderlijke Nommera0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.17$.
Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor het
incas8eeren buiten de stad wordt ƒ0.05 berekend.
Mot ingang van 16 October is benoemd tot
assistent ten postkantore te Leiden de heer
Hoorens van Heiningen, thans geagreëerd
klerk ten postkantore te Alfen.
De gemeenteraad van Rotterdam heeft
gisteravond met 24 tegen 18 stemmen be
sloten dat van 1 Januari 1893 af in die
gemeente eene plaatselijke directe belasting
volgens eene naar het inkomen gemaakte
classificatie der belastingschuldigen zal worden
geheven.
Uit betrouwbare bron kunnen wy ver
zekeren, zegt „Het Vad.," dat het onder de
laatste mailtydingen voorkomende bericht van
het „B. H.," als zou de minister van kolo
niën zyne afkeuring hebben uitgesproken
over de herbenoeming van den resident
To Mechelen, geheel ongegrond is. De minis
ter heeft zich, als gewoonlijk in zake benoe
mingen, hierin niet gemengd en van eene
Buiteazorgsche crisis m dan<took volstrekt
geen sprake./Ook het*bericht der „Deli-Ct-.",
dat de Gouverneur-Generaa reeds besloten
zou zijn u met Maart te repatrieeren, mist
allen grond.
B^jkens hier te lande ontvangen bericht
is de* lsto luit/ der infanterie P.-.C. M. A.
Hoolboom,.te Atjeh, bij het laten openkappen
va.^errein, gesneuveld.
-'Bij koninklijk besluit is, op de voor
dracht van den minister van binnenlandsche
aaken, de oprichting bepaald van eene cen
trale commissie voor de statistiek.
De gemeenteraad te Amsterdam heeft
uranism, zonder hoofdelijke stemming zelfs,
afwijzend beschikt op het verzoek van»den
heer J. G.-De Groot, om 5000 subsidie voor
de ;Hollandsch e' opera.
De briefschrijver uit de hofstad aan de
„Arnh. Ct."-schrijft over de mutatie aan het
ministerie van binnenlandsche zaken, dat zijn
referendaris,chef van de afdeeling onderwijs,
verloren heeft, terwijl diens plaats, hetgeen
wel eene zeer groote^bijzonderheid is, vervuld
werd door een ambtenaar van dezelfde afdeo-
ling, niet door een van buitenaf geroepen
meester in de rechten: „Men zegt dat deze
verandering oen gevolg is van verschil van
zienswijze tusschen den minister, die oen
wetsontwerp tot invoering van den leerplicht
verlangde, en den afgetreden referendaris, die
daartegen bezwaren schijnt te hebben gehad.
Ik /houd deze verklaring voor niet onwaar
schijnlijk, want zij geeft meteen de oplossing
van de reeds geopperde vraag, vanwaar het
komt dat de tegenwoordige regeering, in de
troonrede van 1891 een wetsontwerp op den
leerplicht uitdrukkelijk toegezegd hebbende,
datzelfde onderwerp in de troonrede van 1893
geheel onvermeld liet."
Yan den uitgever P. Noordhoff, te Gronin
gen, ontvingen wij een „Nederlandsch-Gotische
Woordenlijst" door J. Heinsius.
In zijn voorbericht zet de schrijver uiteen
hoe 't lastige voor 't gebruik van Trommius'
„Concordantie" er hem toe bracht zijne woor
denlijst samen te stellen, daar toch, voor het
grondig aanleeren eener taal, overbrenging
van de eigen taal in die vreemde, alleszins
nuttig is.
Voor de keupe der Nederlandsche woorden
raadpleegde hij, daar de bijbelvertaling van
Ulfilas het grootste gedeelte uitmaakt van de
Gotische literatuur, den Statenbijbel, maar
nam bovendien ook vele niet-bijbelscho woor
den op.
Het aantal syntactische bijzonderheden
vooral bij de werkwoorden gevoegd, zal zeker
de bruikbaarheid van het boek verhoogen;
zoodat wij dan ook niet twijfelen of het zal
den beoefenaren van het Gotisch, vooral den
beginners, niet onwelkom zijn, te meer, daar,
voor zoover wy weten althans, ook in het
Duitsch geene dergelijke woordenlijst bestaat
en de taalschat dus alleen te vinden was 'in
de verschillende glossaria, die geen van allen
den ganschen woordenrykdom omvatten. (Hbl.)
Terwijl de Kralingsche gemeenteraad
tegem de annexatie bij Rotterdam is, werden
bij de verkiezing voor de commissie uit de
ingezetenen de candidaten der voorstanders
gekozen met 230 tegen 160 stemmen.
In enkelo plaatsen van ons land bestaat
het plan den 60sten herdenkdag der opening
van het bombardement der Citadel van Ant
werpen, den 30sten Novembr a. s., op feeste
lijke wijze te berdenken.
Het stoomschip „Berenice" vertrok 13
Oct. van Neufarwasser naar Amsterdam; de
„Castor", van Amsterdam naar Piraeus, pas
seerde 12 Oct. Dungeness; de „Didam", van
Amsterdam naar Nieuw-York, passeerde 13
Oct. Dover; de „Oberon" vertrok 12 Oct. van
Pyterlaks naar Zaandam; de „Spaamdam",
van Nieuw-York naar Rotterdam, vertrok 13
Oct. van Boulogne sur-Mer; de „Sumatra",
van Amsterdam naar Batavia, vertrok 13
Oct. van Suez.
By kon. besluit is de commissie, welke
by kon. besluit van 14 October 1888 benoemd
werd tot het instellen van een onderzoek be
treffende de gouvernements-koffiecultuur in
N. Indië, ontbonden, met dankbetuiging voor de
wyze, waarop z\J aan de haar verstrekte op
dracht heeft voldaan.
Tevens zyn benoemd onderscheidenlyk tot
officier en ridder in de orde van Oranje-Nassau,
de heeren H. D. Canne, voorzitter, en mr.
O. I. H. graaf Van Limburg Stirum, secre
taris der genoemde commissie.
Nederlanderschap.
De commissie van rapporteurs uit de Tweede
Kamer heeft op de wetsvoordracht op het
Nederlanderschap en het ingezetenschap een
viertal amendementen voorgesteld. De strek
king van de wijzigingen is in hoofdzaak de
volgende
Het voor elke naturalisatie aan 's lands
kas verschuldigd bedrag wenscht zy te brengen
van honderd op vyftig gulden. Verder stelt
zy voor, dat een afschrift van de wet, waarby
de naturalisatie verleend is, kosteloos aan den
geneutraliseerde worde uitgereikt.
In hot artikel, betreffende het verlies van
het Nederlanderschap door tienjarig achter
eenvolgend verbiyf buiten het Ryk en zyne
koloniën, wenscht de commissie te bepalen,
dat ten opzichte van minderjarigen de tien
jarige termyn begint te loopen met den dag
hunner meerderjarigheid in den zin der Neder
landsche wet.
Het derde amendement beoogt, om der
vrouw, die het verloren Nederlanderschap
wil terug bekomen, daartoe gelegenheid te
geven, door eene wilsverklaring aan den
Nederlandschen gezant of aan een Nederland-
schen consulairen ambtenaar in het land, waar
zy woont. Hierdoor wordt zy niet verplicht
de kennisgeving te doen in hare laatste woon
plaats in het Ryk.
De heer Levy heeft op dezelfde wet twee
amendementen voorgesteld.
Het eene strekt om de naturalisatie, ver
leend aan den man, van rechtswege tot zyne
vrouw uit te strekken, mits zy binnen het
jaar na die naturalisatie haar verlangen om
daarin te worden begrepen, aan den minister
van justitie kenbaar maakt.
Het aniere heeft ten doel in de wet het
voorschrift op te nemen, dat de minister van
justitie éénmaal 'sjaars in de Staatscourant
aankondiging doet van de verklaringen om
Nederlander te blyven, den staat van Neder
lander terug te bekomen, of dien niet langer
te behouden.
Gemengd Nienwa.
Aan de firma W. A. Blokhuis,
fabriek van verduurzaamde levensmiddelen te
Noordwyk, is door het departement van
Koloniën de levering opgedragen van pm.
90,000 liter volksspys.
Geeft deze opdracht bewys van de goede
reputatie, welke de fabriek geniet, ongotwyfeld
zal deze mededeeling door ée werklieden der
fabriek, vooral met het oog op don naderenden
winter, met genoegen worden vernomen.
Toen de knecht van bakker S.,
te Hoofddorp, jl. Donderdag-avond met een
wagen, waarop 25. balen meel, elk van 126
pond, den Kruisweg naby Hoofddorp passeerde,
schrikte het paard voor een voorbygaand
paard en rytuig. Het paard nam een sprong,
waardopr de strengen braken, en holde naar
huis en de wagen met de vracht liep in de
Kruisvaart.
De knecht, die by den wagen liep, strui
kelde, zoodat het wiel hem over eene hand
en do beide beenen ging. Dadelyk werd ge
neeskundige hulp ingeroepen.
Binnen een uur waren wagen en zakken op
het droge gebracht.
Den dag tevoren had bakker G., van Hoofd
dorp, het ongeluk, dat op den Kruisweg de
as van zyn wagen brak, waardoor die wagen
omkantelde en al het breod over den weg en
te water geraakte.
Fersooniyke ongelukken kwamen daarby
niet voor.
De steenkolenkooper E. D., te
Oudkarspel (N. H.), en zyn knecht J. P. ver
trokken Donderdag net eene aak naar Alkmaar
om steenkolen te halen. Toen zy dien avond
laat nog niet thuis waren, werd dit aan den
tegenwind toegeschreven, wyi zy alles moes
te» trekken. Gistermorgen echter is de aak
met steenkolen gezonken gevonden en de beide
opvarenden waren verdronken. E. D. laat eene
vrouw met zes kinderen achter. Het treurig
geval wekt algemeene deelneming.
Te Yolendam werden in don laat-
sten tyd kleine diefstallen gepleegd, en deze
week werd uit eene broek, in een botter, ee»
ryksdaalder ontvreemd. Den veldwachter
Boddeke gelukte het den dader, een 15-jarigen
knaap, te ontdekken, die het geld (in zyn
zakdoek geknoopt) in den grond verborgen
had, waar het door de politie werd gevondoü.
Naar de „Vox" verneemt, bestaan
er plannen om^oene vereeniging te vormen,
ter bespoediging van den bouw eener nieuwe
studentensociëteit te Utrecht.
119.)
Na deze woorden te hebben gesproken,
nam hy den *nog voor hem ongeopend^.lig-
genden brief vantden luitenant, verbrak het
zegel en las dezenal lezende, getuigde zyn
gelaat van klimmende verwondering.
„Dat is ongehoord, ongelooflyk !"^riep liy
eindelyk. „Nu weet ik in het geheel niet
meer wat ik denken moetLuister, wat neef
Albrecht schryft!"
De heer Ton Osternau las:
„Myn waarde neef!
rIn do eerste plaats verzoek ik u om
verschooning, dat ik nog niet teruggekeerd
ben en eerst heden schryf. Ik hoop dat gy
rny vergeving zult kunnen schenken, wanneer
ik u zeg dat myn wensch do u bekende zaak
te regelen zoo groot was, dat ik vóór alles
te Berlyn my aan deze zaak wijden moest.
Na vele moeilijke onderhandelingen, waarover
ik u, zulks verlangende, mondeling verslag
zal uitbrengen, ben ik er in geslaagd do
bewuste zaak gelukkig en in alle opzichten
bevredigend in orde te kunnen brengen.
„Ik zou dan ook reeds morgen naar
Osternau terug kunnen keeren, indien ik niet
vermeende, in het belang onzer familie
aangelegenheden, nog eenige dagen te Berlyn
te^moeten vertoeven. U zult dit zeker kunnen
rechtvaardigen, indien ik u het ongeloofiyke
bericht mededeel, dat my heden ter oorenis
gekomen. De doodgewaande doctor Egon
Von j Ernau, van wien men vertelde dat zyn
lykjfcin de Spree gevonden was, leeft; hy is
van 4eene* lange reis teruggekeerd en bevindt
zich/weder te Berlyn
Een kreet van verwondering, dien Bertha
onwillekeurig uitstiet, deed de heer Von
Osternau voor een oogenblik de lezing van
den brief staken.
Bertha had plotseling hare hand uit die
van haren verloofde getrokken; zy was zeer
bleek geworden. Met wijdgeopende oogen en
strakken blik zag zy den voorlezer van den
brief aan.
„Hy leeft!" fluisterde zy zachtkens.
„Hy leeft en gy zyt de bruid van den heer
Yon Wangen!" zeide Lize.
Een enkele blik, waarin gloeiende haat lag
opgesloten, was Bertha's antwoord; in het
volgend oogenblik kwam het rood op hare
wangen weder terug, hare oogen schitterden,
een zonderling, innemend lachje speelde om
hare lippen, toen zy, zich snel tot haren
verloofde wendende, op innigen toon zeide:
„Ja, ik ben de gelukkige bruid van myn
Hugo en ik dank God, dat ik het ben, dat Hy
my den zwaren strijd tusschen myne liefde
en den plicht jegens myn vader gespaard
heeft, dat de heer Von Ernau eerst terug
gekeerd ls nadat ik door eene verloving het
recht erlangd had de keuze rayns harten
te volgen."
Zy bevestigde hare woorden door den arm
om den hals van haren opgetogen bruidegom
te slaan, terwyl zy dezen voor de eerste
maal in tegenwoordigheid van al hare bloed
verwanten hartelyk kuste.
Na dit gedaan to hebben, trok zy zich,
sterk blozende, terug.
„Vergeef my, tante", zeide zy verlegen,
„het was ongepast, maar ik kon werkelyk
niet anders! En nu, lieve oom, ga nu als het
u belieft verder met de lezing van den brief!
Het is my thans volkomen onverschillig of
de heer Von Ernau al dan niet leeft, maar
natuurlyk ben ik er nieuwsgierig naar wat
hem tot zyne avontuuriyke reis bewogen
heeft en hoe hy teruggekeerd is."
De heer Von Osternau zag Bertha twijfelend
aan, maar ze'ide niets. Hy vervolgde de
voorlezing van den brief
„Toen ik hedennamiddag dat zonderlinge
bericht van een myner vrienden ontving,
kwam het mij geheel ongeloofwaardig veor.
Gisteren had ik nog overal, waar ik kwam,
van niets dan van den dood des heeren Von
Ernau gehoord. Zyn naam was op aller
lippen; slechts van hèm werd gesproken. De
zonderlingste geruchten werden vernomen. De
een vertelde, hy was het slachtoffer van een
Amerikaansch duel geworden, de ander wilde
weten dat hy zich uit vertwyfeling over zyne
ongelukkige liefde van het leven beroofd had,
een derde vermeende dat hy beroofd en
vermoord zou geworden zyn; alleen over het
feit, dat hy dood was, bestond geen twyfel.
Zyn lyk was, naar algemeen gezegd werd,
in de Spree gevonden, zóó misvormd, dat het
nauweiyks meer te herkennen viel, daar het
wekenlang in het water gelegen had, maar
Ernau's kamerdionaar had de overjas, welke
op het lyk gevonden werd, als die van zijn
verdwenen heer met volle zekerheid herkend.
Ten overvloede was in een der borstzakken
van de overjas nog een tascbje met visite
kaartjes gevonden, hetwelk de kamerdienaar
en de geheimraad eveneens als hot eigendom
van den ongelukkigen jongen man herkend
hadden.
Wordt vervolgd.)