LEIDSOH DAGBLAD. N°. 10006. "Woensdag 5 October. A9. 18S2. Tweede Blad. <§eze (jCourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. Geld alleen maakt niet gelukkig. PRIJS DEZER COURANT: Yoor Leiden per 8 maanden."..ii ƒ1.10. Franco per poet1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. Gemengd Nien^ra* Gisteravond (3 October) om halfzes is het detachement van het 4de reg. inf. al hier, waarvan sprake was in een vorig num mer, naar het naburige Alkemade vertrokken. Hiertoe waren drie rijtuigen gerequireerd, ieder bespannen met twee paarden. De sterkte van genoemd detachement bedroeg 1 officier en 27 onder-officieren en minderen. De milicien G. B., der lste co m- pagnie, 2de bataljon, van het 4de regiment infanterie alhier, is b(j vonnis van den Krijgs raad in het lste militaire arrondissement le 's Gravenhage veroordeeld tot één jaar militaire gevangenisstraf met ontzegging van het recht om bjj de gewapende macht of als militair geëmployeerde te dienen voor den t(jd van vjjf jaren, wegens diefstal ten nadeele van een zijner kameraden. De uitslag der wedstrijden, ge houden op 1 October en uitgeschreven van wege den 'Wielrijdersbond „Rechtuit" te Hoofddorp, is als volgt: Ton eerste: Wegwedstrijd over 12 K. M., open voor alle leden van den Algemeenen Nederlandschen Wielrijdersbond. Handicap, 12 K. M., 6 deelnemers. lste prjjs: H. A. M. Sieuwe (Amsterdam) ln 30 minuten 10 seconden. 2de prjjs: Beisenherz (Amsterdam) in 30 min. 35 sec. 3de prjjsN. Tan Immerzeel (Rijpwetering) in 31 min. 42 sec. Ten tweedeHandicap, 6 KM., alleen open voor leden van „Rechtuit", 7 deelnemers. lste prys: J. Van Hulzen (Niouwer-Amstel) in 15 minuten, 18 seconden, van meet. 2de prjjs: J. P. C. Van Batenburg (Hoofd dorp) in 15 min. 26 sec., met 25 sec. voorgift. 3de prijs: N. Van Immerseel (Rijpwetering) in 15 min. 27 sec., met 10 sec. voorgift. Daarna Ringrjjderjj op Rijwielen, 20 deel nemers. lste prjjs: D. Webster (Haarlem), 2de pr(js: J. Rooi (Nieuwer-Amstel) en 3de prijs: A. Bakker (Hoofddorp). Door de burgemeesters van Zeg- waard, Benthuizen en Zoetermeer zijn samen gesteld de voornaamste voorzorgsmaatregelen, te nemen tegen het dreigend gevaar der cholera, waarvan gedrukte exemplaren aan de huizen van alle ingezetenen worden be zorgd. Gisteren tegen den avond heeft in een eerst vóór eenige dagen betrokken benedenhuis aan de Amsterdamsche Veerkade te 's-Hage, tusschen het plafond eene hevige gasontploffing plaats gehad, welke gepaard ging met een hevigen slag, welke tot in de omliggende straten werd gehoord. Bij de ont ploffing werd een gedeelte van den vloer van het bovenhuis vernield en sprong eene zware spiegelruit van de eerste verdieping in dui zenden stukjes. Dit geval veroorzaakte groote ontsteltenis onder de bewoners van het perceel, die er echter allen met den schrik afkwamen. Bij de verbouwing van het benedenhuis schijnt zich gas tusschen de zoldering te hebben opgehoopt. De brandweer bevond zich na de ontploffing ter plaatse. In de gemeente Schoterland heeft men het zeldzame feit gezien, dat eerst de baas het werk staakte en zijnen arbeiders aanried hem te volgen. Een deel derlaatsten voldeed hieraan en ging met den baas naar den uitbesteder, aan wien de baas ƒ100 meer voor het werk vroeg (het graven van wijken). De uitbesteder wilde hiervan niet wete», ont sloeg den baas en de hem vergezellende sta kers en ging naar de aan het werk gebleven arbeiders, wiens loon hy verhoogde. Voor eenigen tjjdkwamopden stal van den veehouder Schaap, te Capelle (Fr.), een geval van miltvuur voor. Deze ziekte is nu opnieuw aldaar uitgebroken en al het vee, 29 runderen, 17 schapen, 4 varkens en 2 schapen, zijn door den districts-veearts be smet verklaard. De vee-arts liet al het vee merken. Een met grind geladen schip is te Barendrecht in aanraking gekomen met de palen bjj de brug over de Oude Maas en dientengevolge gezonken. Een kind van den schipper kwam daarbjj om het leven. De jongen, die te Hoorn aan het hoofd werd verwond, is aan de gevolgen bezweken. Te Woltorsum (Gron.) werd een 5-jarig knaapje door zijn grootvader mede genomen naar den molen. Terwijl de groot vader zich in den molen bevond, begaf het knaapje zich een oogenblik naar buiten, met het ongelukkig gevolg, dat het door eene der wieken getroffen en onmiddellijk gedood werd. Bjj de verloting ter gelegenheid van de landbouwtentoonstelling te Oosterhout is de eerste prijs, een paard, ter waarde van f 500, ton deel gevallen aan donzelfden per soon, bjj wien het paard was aangekocht. Volgens do „Ind. beige" is op den spoorweg van Nicolajeff naar Charkoff een spoortrein geplunderd, vermoedelijk met behulp van het personeel. De trein bevatte een half millioen roebels, welke door de ver schillende stations aan het hoofdbestuur moesten worden afgedragen. Al het geld is door de roovers medegenomen. Weldra begint te Londen een goruchtmakend proces tegen dr. Neill, be schuldigd vier moorden te hebben gepleegd. Het onderzoek, dat lang en moeilijk is ge weest, heeft geen volledig licht over de zaak kunnen werpen, want, alhoewel men tegen den beschuldigde sterke vermoedens gevonden heeft, is men er toch niet in geslaagd de drijfveer te vinden, welke dr. Neill tot het plegen zijner misdaden heeft aangezet. Ziehier wat er eigenlijk gebeurd is In de maand April laatst ontving een welbekend Londensch geneesheer, dr. Broadbent, een brief, geteokend Malone, waarin hjj beschul digd werd een meisje, zekere Mathilde Clover, met strychnine vergiftigd te hebben. De brief eindigde met de woorden: „Ingeval de heer Broadbent 5000 pond st. wil geven aan Malone, zal deze de bewijzen vernietigen, die hjj in handen heeft." Dat was gewone chantage en do heer Broadbent bracht den brief naar de politte, die een onderzoek instelde. Weldra had men zekerheid op twee punten, eerstens dat Mathilde Clover, een meisje van verdachte zeden, daags voor haren dood ge zien was met een man van verdacht uiterlijk, met schele oogen, dikke bakkebaarden en zwarte kleoren; verder dat Mathilde Clover inderdaad vergiftigd was, zooals de lijkschou wing bewees. Hot onderzoek was zoover gevorderd, toen men vernam dat een meisje, Denworth ge naamd, overleden was onder geheimzinnige omstandigheden in het hospitaal St.-Thomas, en er ook een onderzoek was ingesteld. Het onderzoek bewees dat ook zjj met strychnine vergiftigd was. De geneesheer, die het meisje verzorgd had, kreeg weldra een brief, geheel gelijk aan dien, door dr. Broadbent ontvangen. Evenals zijn confrater werd dr. Happer met onthullingen bedreigd. De brief was nu ge- teekend Murray, maar papier, schrift en stijl waren geheel dezelfde als de eerste. De politie volgde dat nieuwe spoor en be kwam do zekerheid, dat het meisje Denworth, daags voor hare opneming in het hospitaal, gedineerd had met een man, wiens signale ment geheel overeenkwam met dat van den moordenaar van Mathilda Clover. De man PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Vin 1—6 regel» ƒ1.06. Iedere regel meer ƒ0.171. Grootere letters uur plistsruimto. Voor bet tncssseeren buiten de stad wordt ƒ0.05 berekend. met de schele oogen was dus zeker de schuldige. Het onderzoek bleef dan eenigen tijd rusten toen eene nieuwe ontdekking de ontroering, door die geheimzinnige misdaden verwokt, ten toppunt voerde. Op zekeren avond bracht men twee meisjes naar het hospitaal St.-Tho- mas; het eene stierf onder weg, het andere toen z(j er aankwambeiden waren vergiftigd mot strychnine. Die twee vrouwen woonden bü elkander in eene kamer, waar zij soms het bezoek ontvingen van een heer met schele oogen. Het meisje E. Smith verklaarde aan hare hospita, op 't oogenblik, dat men haar naar het ziekenhuis bracht, dat zjj kort te voren met dien man gedineerd had en hj) haar drie pillen had doen innemen, om, zeide hp, hare zomersproeten te doen verdwijnen. De opsporingen der politie bleven nochtans vruchteloos, toen een toeval den politie-in- specteur Mack Intyr in kennis bracht met dr. Neill, die hetzelfde huis bewoonde als dr. Harper, de tweede geneesheer, van vergiftiging beschuldigd. Intyr werd de vriend van dr. Neill, en deze deed hem op zekeren dag een zonderling ver haal. Ik heb, zeide lij), aan de deur een politie-agent ontmoet, die mij vroeg, of dr. Harper hier woonde. Hjj toonde mü een brief, gericht aan mej. Smith, waarin deze verwittigd werd dat zjj dr. Harper niet mocht vertrouwen, daar hjj baar zou vergiftigen, evenals Mathilde Clover. En dr. Neill gaf den brief, dien de agent hem had toevertrouwd, zeide hij, aan Mac Intyr. Dat alles kwam Mac Intyr zonderling voor. H(j kon niet begrijpen dat een agent der veiligheid zoo onvoorzichtig zou zijn een zoo belangrijk stuk te geven aan den eerste den beste. Hij kreeg vermoedens, verhaalde het gebeurde en dr. Neill werd aangehouden. Gedurende het onderzoek heeft een getuige verklaard, dat dr. Neill hem eens eene kris tallen flesch toonde, zeggende: Weet gij wat daar in is? Het is vergif, dat ik aan de vrouwen geef, om ze op don goeden weg terug te brengen. Dr. Neill is een Amerikaan, die in zyn land dikwijls veroordeeld werd voor feiten, met zijn beroep betrekking hebbende. Hjj was vóór zijn vertrek naar Europa getrouwd met een meisje, dat hij bedrogen had, maar hjj verliet haar op den dag van zjjn huwelijk. Te Londen stichtte h(j de familie Sabatini, waar h(j als verloofde was aangenomen, door zijne godsvrucht, terwijl hjj in eene andore w\jk dagelijks schandaal gaf. 98.) Toen zich, naar aanleiding daarvan, tus schen den heer Ostemau en den luitenant eene scherpe woordenwisseling ontspon, b(j welke eerstgenoemde zijne tevredenheid o\ er het huwelijk uitsprak, als het eenige middel om het verleden goed te maken, terwijl de luitenant de mésalliance met den armen, burgerlijken man sterk gispte, nam Bertha ook deel aan den steeds heftiger wordendefi woordenstrijd, waarbij zü zich geheel aan de zyde van den luitenant voegde. Vergeven kon men het eene dame uit een oud-adellyk ge slacht in ieder geval, zoo beweerde Bertha, wanneer zy in een zwak oogenblik den drang haars harten volgde en aan oen ver beneden haar staanden man hare hand schonk, maar nooit was het goed te keuren, indien zy zich zelve en hare familie door dit huweiyk ver laagde en in het minst, wanneer de burger- lyke man bovendien arm was. Slechts in één geval was eene dergelyke mésalliance te rechtvaardigenwanneer werkelyk de burger- lyke echtgenoot zeer ryk was en door zyn rijkdom de glans van een oud, vervallen ge slacht weder opgefrischt kon worden. De tegenwoordige mevrouwe Saupe, zoo heette des rechters vrouw, had, volgens Bertha, onkiesch en tegelyk dwaas gehandeldonkiesch, daar zy niet aan de vernedering van haat- oud geslacht, dwaas, omdat zy niet aan zich- zelve gedacht had. Het hoogere doel des levens was dit zoo goed mogelyk te genieten en eene onvergeoflyke ('waasheid was het zich vele slechts door den rykdom te verkrygen genoegens te ontzeggen, om zich aan een korten liefdosdroom over te geven, uit welken men spoedig ontwaakt, om dan bitter berouw te gevoelen. Mevrouw Von Ostemau had met verwon dering en ontzetting geluisterd. Hare gunstige meening omtrent Bertha werd door derge lyke redeneeringen diep geschokt, doch de indruk, daardoor veroorzaakt, verdween weder spoedig, want Bertha was in het volgend oogenblik zóó byzonder innemend, dat men niet boos op haar kon zyn. Mevrouw Von Ostemau vermeende dat het levendige, jonge meisje door de heftigheid van het gesprek zich liet vervoeren méér te zeggen dan zy verantwoorden kon; dit was wel niet goed, maar toch te vergeven; zy geloofde er nau- welyks aan, dat Bertha, indien het eenmaal zoo ver kwam, in staat zou zyn do door ge uite stellingen door daden te bewyzen, maar desniettegenstaande kwam haar toch de blyk- bare belangstelling van Bertba voor den heer Pechmayer zeer bedenkeiyk voor. Hoe de gouverneur over Bertha dacht, of by voor haar ook iets gevoelde, daaromtrent kon mevrouw Von Ostemau zich geen denk beeld vormen, daar do zonderlinge man haar iederen dag als het ware meer raadselachtig voorkwam. Had hy dadeiyk na zyne aankomst in het kasteel een geheel veranderd wezen getoond, had zich uit den linkscben, slecht gekleeden gouverneur plotseling een jonkman gevormd, die in ieder salon op zyne plaats zou zyn, had hy zpne eigenaardige rusteloosheid ver loren, was hy in een kort tydsverloop een geheel ander mensch geworden, zoo had zich ook opnieuw eene geheele verandering by hem voorgedaan sedert Bertha zich op het kasteel bevond. Zyne oogen hadden weder de zeldzame schittering bekomen, welke zy vertoonden, wanneer hy opgewonden was; het bynaver dwenen spottend lachje speelde weder meer malen om zyne lippen, wanneer hy eene scherpe, bytende opmerking maakte; eene Inwendige, blykbaar moeilyk te onderdrukken «nrust scheen hem te kwellen en deze deed zich ook gelden, wanneer hy aan de pianino zat en fantazeerde. Vaak meende mevrouw Von Ostemau uit de tonen, welke hy voortbracht, den smart kreet van een diep gewond hart te hooren; dan weder gevoelde zy zich voortgezweept door een chaos van tonen, welke haar angst inboezemden en uit welke slechts een snij dende dissonant een uitweg bood. Bewonde renswaardig was zyn spel nog altyd, maar het schonk geene verkwikking voor de ziel; het verontrustte daarentegen. Dit gevoelde ook Lize, die dikwyls, wanneer de heer Pechmayer voor Bertha's komst ge speeld had, zóó diep bewogen was geworden, dat zy hare tranen niet had kunnen terug- houdon, dan zeer bleek werd en met strakke oogen voor zich uit zag, om, wanneer het spel was afgeloopen, zich van den speler af te wenden, ten einde zyn blik niet te ontmoeten. Bemerkte Egon dit, dan verschrikte hy wel eenigszins en streek met zyne band over het voorhoofd, als wildo hy daaruit de gedachten verdryvendan begon hy opnieuw te spelen en klonken uit het instrument zon derlinge, het hart diep aangrypende tonen, welke mevrouw Von Ostemau weder snel met den kunstenaar deden verzoenen. V. ommez.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 5