LEIDSCH
DAGBLAD,
N°. 10001.
Donderdag SO September.
A°. 1892.
(Beze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nonmier bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Leiden, 2S September.
Feuilleton.
Geld alleen waakt niet gelukkig.
-y.
V
PRIJS DEZER, COURANT:
Toor Leiden per 3 maanden.
Franco per post
Afzonderlijke Nommers
f 1.10.
1.40.
0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
Van 16 regels f 1.05. Iedere rogol meer f0.17J.
Grootero lottere naar plaatsruimte. Voor het
incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.05 berokend.
Officieel© Kennisffevingen.
Openbare Gezondheid.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden
waarschuwen de ingezetenon, met het oog op het
oorkomen van cholera te Zwammerdam en Alfen
Ifgen hot gebruik van Rijn- of grachtwater, zoowel
aU drinkwater als voor huiselijk gebruik, voor hot
bereiden van epyzen oo het wasschen, epoelen enz. van
oorwerpen of goederen on noodigen hen dringend
lil uitsluitend daartoo duinwater te gebruiken.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE EANTER, Burgemeoeter.
27 Sept. 1892. E. KIST, Secretaris.
De anti-revolutionaire kiesvereenigïng „Ne
erland en Oranje" alhier heeft totcandidaat
?oor lid van den gemeenteraad gesteld den
heer A. E. Van Kempen.
Miss Mary E. Bundock in New South
Wales heeft aan 's Ryks Ethnographisch
Museum te Leiden geschonken 11 voorwerpen
van de inboorlingen. Geïnventariseerd als serie
1 knots, 2 bomerangs, 1 zwaard, 2
schilden, 1 bosje vezels, 1 zak, 2 water
emmers, 1 kleedingstuk. Aan de schenkster
is de dank der Regeering betuigd.
In Nr. 228 der Staatscourant zyn opge
nomen de gewijzigde statuten van de „Chris
telijke Jongolingsvereeniging Pred. XII: la"
te Leiden.
Mej. J. B. Bey, onderwijzeres aan de
bijz. school te "VVilnis, is benoemd te Nieuw-
rrennep.
De heer J. Groeneveld, onderwijzer te
Eazerswoude, is benoemd tot onderwijzer aan
school No. 4 van de Vereoniging voor lager
onderwijs op gereformeerden grondslag te
Amsterdam.
Na hetgeen wij reeds gemeld hebben
omtrent de nieuwe kieswetten geven wij thans
de wijzigingen, welke in enkele kiesdistricten
gebracht zijn.
Tot het district Breukelen zullen behooren
de volgende gemeenten: Breukelen Nyenrode,
Breukelen-St.-Pieters, Nieuwveen, Nieuwkoop,
Zevenhoven, Ter Aar, Abcoude-Baambrugge,
Loosdrecht, Vinkeveen, Loenen, Loenersloot,
Aalsmeer, Uithoorn, Leimuiden, Mijdrecht, Wil
ms. Maarsseveen, Maarssen, Tienhoven, Zuilen,
Vleuten, Laag-Nieuwkoop, Kockengen, Kame-
rik, Zegveld, Haarzuilens, Ruwiel, Harmeien.
Tot BeverwijkBeverwijk, Zandvoort,
Bloemendaal, Schoten, Spaarndam, Haarlem-
merliede en Spaarnwoude, Yelsen, Assendelft,
Wijk aan Zee en Duin, Heemskerk, Uitgeest,
Castricum, Akersloot, Limmen, Heemstede,
Bennebroek, Hlllegom, Lisse.
Tot KatwijkKatwijk, Noordwyk, Noord-
wijkerhout, Sassenheim, Voorhout, Oegstgeest,
Warmond, Alkemade, Rijnsburg, Valkenburg,
Leiderdorp, Rijnsaterwoude, Woubrugge, Ouds
hoorn, Koudekerk, Zoeterwoude, Voorschoten,
Veur, Wassenaar.
Tot BodegraveBodegrave, Aarlanderveen,
Hazerswoude, Boskoop, Benthuizen, Zoeter-
meer, Zegwaard, Alfen, Zwammordam, Riet-
velt, Woerden, Waarder, Barwoutswaarder,
Papekop, Lange Ruige-Weide, Reeuwyk, Oude
water, Hekenkop, Haastrecht, Vlist, Stolwijk,
Schoonhoven, Berg-ambacht, Ammerstol,
Berkenwoude.
Tot LoosdwinenLoosduinen, het dorp Sche-
veningen, omsloten door de lijn, aangewezen
in de omschrijving van het district's-Giaven-
hage III, Monster, Naaldwijk, 's-Gravenzande,
WateriDgen, Rijswijk, Voorburg, Stompwijk,
Nootdorp.
Tot OouiaGouda, Moerkapelle, Bleiswyk,
Bergschenhoek, Waddingsveen, Zevenhuizen,
Moordrecht, Nieuwerkerk a/d IJsel, Ouderkerk
a/d IJsel, Krimpen a/d IJsel, Capelle a/d
IJsel, Krimpen a/d Lek, Gouderak,Lekkerkerk.
Ds. E. J. Van Dissel, predikant bij de
Hervormde gemeente te Bladel, nam Zondag
ran zijne gemeente afscheid, na 40 jaren ruim
haar leeraar te zijn geweest. Tot tekst had
Z.W.Ew. gekozen Handelingen XI vers 23.
De gemeentenaren, diep bewogen door het
hartelijk afscheidswoord, zongen den leeraar
en veeljarigen vriend toe Ps. 134 vers 3.
Sollicitanten naar de betrekking van
assistent bij de physiologie 500) aan de
rijks-universiteit te Utrecht worden uitge-
noodigd zich te wenden tot den minister van
binnenl. zaken, met een adres op zegel, dat
vóór 15 Oct. bij den secretaris van curatoren
moet worden ingeleverd. Artsen, doctoren en
studenten in de geneeskunde of in de wis
en natuurkundige vakken komen bij voorkeur
in aanmerking.
Door de arr.-rechtbank te Amsterdam is,
ter vervulling van eene vacature van rechter
in dat collego, opgemaakt de navolgende
alphabetische lijst van aanbeveling: mr. J.
Deking Dura, rechter-plaatsvervanger in ge
melde rechtbank, advocaat en procureur te
Amsterdammr. J. C. Von Briel Sasse, griffier
by het kantongerecht te Zaandam, en mr.
P. Coninck Westenberg, subst.-griffier bij ge
melde rechtbank.
In de gisteren gehouden zitting van den
Raad van State is de nieuwbenoemde Staats
raad in buitengewonen dienst mr. T. M. C.
Asser, ajs zoodanig beêedigd en geïnstalleerd
door den vice-president van dat Staatscollege,
jhr. mr. Van Reenen, daartoe door H. M. de
Koningin-Regentes gemachtigd.
De minister van oorlog heeft bepaald
dat: lo. verlof uit of naar eene plaats, waar
in de laatste acht dagen vóór den datum,
waarop het verlof zou ingaan, Aziatische
cholera is voorgekomen, alleen mag worden
verleend om eene dringende reden, ter be
oordeeling van do autoriteit; 2o. wanneer
zoodanig verlof is verleend, daarvan door de
autoriteit bericht gezonden moet worden aan
den minister met opgave van de reden, waarom
het verlof is toegestaan; 3o. wanneer een
onderofficier of militair beneden dien graad,
met verlof afwezig is geweest naar eene plaats,
waar in de laatste acht dagen Aziatische
cholera is voorgekomen, hy by terugkomst
in het garnizoen zich onmiddellijk naar de
militaire ziekeninrichting moet begeven, alwaar
hy moet worden gedesinfecteerd en gedurende
ten minste tien dagen in observatie moet
worden gehouden.
Hoeveel het onderhoud der gevangenen
jaarlijks kost, blijkt uit de statistiek van het
gevangeniswezen. Volgens deze statistiek zijn
over 1891 uitgegeven voor:
a. gebouwen en meubelen 125,701; b.
personeel in de gevangenissen ƒ365,440; c.
onderhoud der gevangenon 224,864; d. ver
lichting 57,584; e. verwarming 44,042;
kleeding en bewassching ƒ65,241; g. kerk- en
school behoeften 13,598; h. arbeidsloonen
f 32,431t. reisgelden aan gevangenen 1641
j. geneeskundige behandeling 16,063; k.
cellulaire rijtuigen 13,920; totaal ƒ960,561.
De minister van binnenlandsche zaken
brengt ter algemeene kennis, dat volgens bij
hem ingekomen ambtsberichten in de afge-
loopen week als aan Aziatische cholera over
leden z\jn aangegeven: in Zuid-Holland: te
Alblasserdam 1, te Bergambacht 1, te Bles-
kensgraaf en Hofwegen 2, te 's Gravendeel
1, te Rotterdam 7, te Zwyndrecht 2 personen
in Noord Brabant: te 's-Hertogenbosch 1, te
Mill en St.-Hubert 1 persoon; in Gelderland:
te Millingen 1 persoon; in Zeeland: te Krui-
ningen 1 persoon (oen schipper uit België, te
Hansweerd in quarantaine liggend en aldaar in
de ziekenbarak overleden); te Vere 1 persoon
(aan boord van de stoomboot „De Valk,"
komende van Rotterdam)in Groningente
Loppersum 1 persoon; in Utrecht: te Breukelen-
Nijenrode 1, te Utrecht 1, te Zuilen 1 persoon.
Het stoomschip „Dubbeldam," van
Nieuw-York naar Rotterdam, is 26 Sept.
Bevesier gepasseerdde „Prins Frederik Hen
drik," van Paramaribo naar Amsterdam, is
26 Sept. te Havre aangekomen; de „Voor
waarts," van Singapore naar Amsterdam,
passeerde 26 Sept. Ouessant; de „Juno" ver
trok 25 Sept. van Gibraltar naar Genua;
de „Oberon" arriveerde 25 Sept. van Amster
dam te Kroonstad; de „Prinses Amalia," van
Batavia naar Amsterdam, arriveerde 27 Sept.
te Suez.
By Koninklijk besluit is mr. D. Fock
erkend en toegelaten als consul van Oosten-
rij k-Hongarye te Batavia,
Aan de volgende personen verlof verleend
tot het aannemen van onderscheidingsteeke
nen: dr. H. Treub, te Leiden, ridder Legioen
van Eer; P. J. Reineke, te Amsterdam, ridder
hertogelijk Saksische Emestinische Huisorde
2de kl.A. R. Metzei, to 's-Gravenhage,
medaille der orde van den Rooden Adelaar;
G. C. Van Koert, te 's-Gravenhage, medaille
der Pruisische Kroonorde.
Goedgekeurd dat aan J. E. Van Voort-
huysen, burgemeester van Nieuwerkerk a/d.
IJsel, op zijn verzoek, eervol ontslag is ver
leend als secretaris dier gemeente.
Met ingang van 1 Nov. a. s. is: a. de
magazijnmeester bij 's Rijks werf te Amster
dam, J. L. Pisuisse, op zijn verzoek, eervol
uit 's lands dienst ontslagenb. de magazijn
meester bij 's Rjjks werf te Willemsoord, C.
E. Plugge, in gelijke betrekking overgeplaatst
naar 's Rijks werf te Amsterdamc. bevor
derd tot magazijnmeester by' 's Ryks werf te
Willemsoord, de commies J. H. V. Riemens;
d. bevorderd tot commies bij 's Ryks werven
de adjunct-commies M. H. Van Hengelaar; en
e. benoemd tot adjunct-commies by 's Ryks
werven, de klerk K. Boon.
Benoemd: tot eersten luit. bij het wapen
der inf., de tweede luit. J. Wolf, van het
wapen, gedetacheerd by hot leger in Ned.-
Indië; by het 8sto regt., de tweede luit. F.
J. Gits, van het 6de regt; by het instr.-bat.,
de tweede luit. H. C. lvottirjg van hot corps.
De ritmeester H. A. Snouck Hurgronje,
van het 3de regt. huzaren, op zyne aanvrage,
op pensioen gesteld en het bedrag van het
pensioen bepaald op ƒ1452 'sjaars.
Benoemd by het wapen der cavalerie, by
het 1ste reg. huzaren, tot ritmeester, de
eerste luit. J. V. Westenberg, van het 3de
reg. huzaien.
87.)
Ik was het myner vrouw verplicht, dit
beden aan Bertha met alle bescheidenheid
te vertellen en haar te verklaren dat zy, in
ieder geval, morgen stellig naar het kasteel
Osternau moest vertrekken. Zy zette groote
oogen op by het hooren dezer mededeeling;
zy was er schynbaar op uit my in heftige
taal te antwoorden, maar zy bezit eeno groote
zelfbeheersching. Met de grootste minzaam-
en hartelykheid bedankte zy my, haar tot
dusverre in mijn huis te hebben gehouden,
ofschoon ik daardoor zooveel onaangenaam
heden ondervonden hadzy verklaarde zich
bereid morgen vroeg naar het kasteel Oster
nau te vertrekken, maar verzocht my tege-
lijkertyd haar weder in mijne woning te
billen opnemen, indien do heer Egon Von
Lrnau nog terugkeerde; zy deed dit verzoek
smeekend, dat ik niet anders kon doen
dan het haar toestaan.
rZoo zal dan morgen vroeg Bertha van
bier vertrekken en tegen den avond by u op het
slot Osternau aankomen. Ik weet, myn beste
J rits, ik veroorzaak u en uwe lieve vrouw
veel moeite, wanneer ik u verzoek Bertha
voor geruimen tyd in uw gezin op te nemen,
doch, naar ik hoop, zult gy door dit bezoek
niet al te veel onaangenaamheden beloopen.
Bertha kan, wanneer zy dit wil, buitenge
woon lief zyn en ik ben overtuigd dat zy
het zal wezen. Leef wel, myn beste Frits!
Duizend groeten aan u en de uwen van uw
ouden, u geheel toegenegen oom
Gastrow."
„Dat zijn mooie vooruitzichten", sprak
mevrouw Von Osternau, toen haar echtgenoot
den brief gelezen had. „Wanneer thans zelfs
de goede oom Gastrow zoo verstoord op
Bertha is, moet zy het wel erg gemaakt
hebben! Kunt gy het voor my, voor Lize
verdragen, Frits, dat wy wellicht maanden
lang Bertha in ons huis moeten zien?"
„Gy ziet de zaken te donker in, Emma;
oom schryft nadrukkeiyk dat Bertha, indien
zy wil, zeer aardig zyn kan."
„Die beminnenswaardig s«hynt, wanneer
hy het zyn wil, is niet lief", antwoordde
mevrouw Von Osternau op vry scherpen
toon. Bertha Von Massenburg schynt my in
geen geval gepast gezelschap voor onze Lize
te zijn. Ik vrees dat wy ons door deuitnoo-
diging overyld hebben."
„Maar zy is geschied en aangenomen;
Bertha komt morgen, daaraan valt niets
meer te veranderen. De gastvryheid gebiedt
dat zy vriendeiyk ontvangen wordt. Gy zult
dit, naar ik hoop, niet vergeten, Emma, en
ook Lize moet er aan denken."
„Zou ik huichelen, papa? Hoe kan ik
Bertha vriendeiyk ontvangen, terwyi ik ver
stoord ben over hare handelingen? Ik vind
het afschuweiyk, dat zy er toch op biyft
staan dien ellendigen heer Von Ernau te
huwen, ofschoon zy weet dat deze haar in
het geheel niet ïyden mag en hy een aller
onaangenaamst mensch is. Ik kan u in het
geheel niet zeggen hoe afschuweiyk ik Bertha's
zucht naar rijkdom vind, en ik zou tegen
haar vriendeiyk zyn?"
„Ik verlang niet van u dat gy haar eene
hartelyko liefde betoond, ook niet dat gy haar
tot uwe vertrouwde vriendin maakt; dat
wensch ik ook zelf niet en daarom heb ik
er geen bezwaar in gevonden den brief van
oom Gastrow voor te lezenwel echter
vorder ik dat gy Bertha zóó ontvangt, als
waarop eene bloedverwante, die gedurende
eenigen tyd onze gast zal zyn, recht heeft.
Gy zult haar ontvangen met die voorkomend
heid, waarop een fatsoeniyk mensch recht
heeft. Gy zyt geen kind meer, Lize, en ge
moet er aan gewennen u te schikken naar
de vormen, die het verkeer in gezelschappen
eischt. Zoo gy weet, haat ik de huichelary en
zal nimmer van u vorderen u daaraan over te
geven, maar uit hoffelykheid te verzwygen
hetgeen men op een oogenblik denkt, is geene
huichelary. Gy moet u eindeiyk daaraan ge
wonnen niet altyd het hart op de tong te
dragen, leeren uzelve te beheerschen."
De heer Von Osternau sprak zelden zoo
ernstig en beslistdaarom maakten zyne
woorden een te dieperen indruk.
„Ik wil trachten, papa, maar beloven kan
ik het u niet", antwoordde Lize zachtkens
en mot tranen in de oogen.
Mevrouw Von Osternau zeide niets. Zy
breide met een y ver, eene betere zaak waardig,
en zag niet van haar werk op.
De tyding van Bertha's komst scheen op
allen een onaangenamer) invloed te oefenen,
behalve op don luitenant. Hij alleen gaf er
zyne vreugde over te kennen, dat de schoono
freule Von Massenburg hot eenzame leven
op het kasteel Von Osternau vroolyker en meer
belangwekkend zou maken.
[Wordt vervolgd.)