N°. 9998.
Maandag 26 September
A*. 1892.
feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van gon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit VIER
Bladen.
Eerste Blad.
Kikeriki.
Leiden, 24 September.
PeuLilleton.
(leid alleen maakt niet gelukkig.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PK.US DEZER COURANT:
foor L«id*n p«r t Buada7. f 1.10.
Frinoo p«r po«41.40.
Alsonderiyk* Sommtr^;0.0B.
F HUB D£B ADVUBTENntoi!
Tu 1—1 regoli 1.05. I*d«r« r«f«l mmt fllTf.
Groot*» tetter* near pUatmimU. Tur tot
inouiMru toite* to iUA Torél fl.lt I
Aan de Abonné's daarop, wordt bij dit
nommer verzonden No. 1 van Kikeriki.
Officiëelo Kennisgevingen.
Inkomstenbelasting 1992.
Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen in
herinnering, dat met 30 Sept. a. s. de derde termijn
vervalt van de Inkomstenbelasting en dat
slzoo op deu lsten October a. s. minstens d e
helft van den aanslag moet zijn voldaan.
Zij noodigen mitsdien belanghebbenden uit, om,
ter voorkoming van vervolgingskoston, tot do betaling
van het verschuldigde ten kantore van den gemeente
ontvanger over te gaan.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemeester.
24 Sept. 1892. E. KIST, Secretaris.
- De Fransche mail, met berichten uit
Indië, wordt hedenavond en de Nederlandsche
mail morgenochtend alhier verwacht.
- Het antwoord van H. M. de Regentes op
de toespraak van den burgemeester van Haar
lem luidt als volgt:
KManheer de Burgemeester!
„Hartelijk zeg ik u dank voor de woorden,
der Koningin en my toegesproken, namens
J den Gemeenteraad en de burgerjj van Haarlem.
„Gij hebt u deze gelegenheid ten nutte ge
I maakt om, als hoofd der gemeente Haarlem,
I ons allen te herinneren aan zoovele glorie-
ryke bladzijden uit de geschiedenis uwer oude
stad. Terecht mag Haarlem trotsch zyn op
die geschiedenis, waarin, zooals door u werd
opgemaakt, eene uitvinding staat geboekstaafd,
die der geheele menschheid tot zegon werd.
„Het verleden van Haarlem, en wat wy
wisten van het heden uwe schoone stad had
I by de Koningin en by my reeds lang den
wensch doen opkomen met Noord-Hollands
hoofdstad kennis te maken.
„Een oogenblik werden wy teruggehouden
van ons voornemen uwer stad te bezoeken.
De redenen zyn u bekend; ik wil u dan ook
I alleen verzekeren, dat de ondervonden teleur
stelling voor niemand grooter kan geweest
zyn dan voor myne dochter en voor my.
„Wy zyn gelukkig heden in uw midden te
z\jn, en u te kunnen danken voor de ontvangst,
ons van Haarlems burgery ten deel gevallen.
Door die ontvangst ben ik diep getroffenzij
zal ons onvergetelijk zyn.
„Is Haarlem trotsch op het verleden, uwe
stad heeft ook nog heden veel, zeer veel,
waarop zy met rechtmatige fierheid mag
wyzen. De hoofdstad van Noord-Holland is
waarlijk een bezoek ten volle waard, en ik
veroorloof my de hoop uit te spreken, dat
ons eerste bezoek niet ons laatste zal zyn,
en dat het ons later eenmaal vergund moge
zyn Haarlem te zien op een oogenblik, dat
de natuur en de nijverheid der bevolking
uwe stad plaatst in een veld van bloemen,
voortbrengsel van dien belangrijken tak van
nijverheid, die aan uwe stad en hare omstre
ken mede eene zoo groote aantrekkelijkheid
geeft.
„Heden waren het alleen Haarlem en Haar
lems burgerij, die ons aantrokken, en het
hartelijk welkom, dat ons van alle zijden
werd toegeroepen, zoo treffend blijkende uit
de geestdrift uwer bevolking en uit de ver
siering uwer straten en huizen, vervult ons
met groote dankbaarheid.
„Ik verzoek u, myne heeren, dien dank
te willen uitspreken aan allen zonder onder
scheid.
„Het is van geheeler harte, dat ik u voor
stel te drinken op den voorspoed uwer stad
en op het welzijn en het geluk van Haarlems
ingezetenen."
Op het in de fabriek van gouden en
zilveren borduurwerken van den heer A. A.
Knuyver ie 's-Hage onlangs door den heer
Knuyver Jr. vervaardigde kunstweefstuk, voor
stellende het front der Sporttentoonstelling
te Scheveningen, is door de loting-commissie
der tentoonstelling eene bestelling gedaan van
vfiftig stuks, welke zullen moeten dienen om
als pryzen te worden uitgereikt.
In eene ji. Woensdag te "Woerden ge
houden vergadering van hoofdingelanden en
hoofdingelanden-plaatsvervangers van het
Grootwaterschap van Woerden, tot het op
maken eener voordracht ter benoeming van
een dijkgraaf voor genoemd grootwaterschap,
in de plaats van den heer W. O. T. Van
Oudheusden van Achttienhoven, te's-Graven-
hage overleden, zyn op die voordracht ge
plaatst de heeren: mr. W. H. J. Royaards,
te Utrecht; G. H. L. baron Yan Boetzelaer
te De Bildt, en G. v. d. Lee, te Hekendorp,
allen hoogheemraden van genoemd grootwa
terschap.
H. M. de Koningin en H. M. de Koningin-
Regentes zijn hedenochtend te halfelf per
Staatsspoor van Den Haag naar Het Loo
vertrokken. De Prins en Pnnses Yon Wied,
hun oudste zoon en twee dochters begeleidden
de Koninginnen tot aan het station en namen
aan den trein op de allerhartelijkste wyze
afscheid van de vertrekkende vorstinnen.
Onder de autoriteiten, die HH. MM. uitge
leide deden, merkte men op de ministers
van buitenlandsche zaken, justitie, marine
en oorlogden vice president van den Raad
van StateHarer Majesteits gezant te Rome,
den heer Westenberg; graaf Schimmelpen-
ninck, graaf Dumonceau, den burgemeester
der residentie, den kolonel plaatselijken com
mandant, enz.
Het gevolg van HH. MM. bestaat uit adj.
kapitein ter zee Zeegers Veeckens; den kamer-
beer baron Taets Yan Amerongen, den ordon-
nance-officier graaf Dumonceau en den hoofd
commies van Hr. Ms. kabinet baron Yan
Zujjlen van Nyevelt, alsmede freule Yan de
Poll en baronesse Rengers.
Langs den weg van het Paleis tot aan
het station, in-, om en bij dat gebouw was
eene talryke schare aanwezig om Haren Majes
teiten een afscheidsgroet to brengen.
De commissie tot veredeling van het
Ambacht, te 's-Gravenhage, deelt mede dat de
proefaflegging, welke in December van dit
jaar gehouden zou worden, een jaar moet
worden uitgesteld en alzoo zal plaats hebben
in de maand December 1893.
De oorzaak hiervan is gelegen in de omstan
digheid, dat de subsidie van de Nederlandsche
Maatschappij tot bevordering der Nijverheid,
waarover de commissie tot uitvoering van hare
plannen in December meende te mogen be
schikken, door een onverwachten samenloop
van omstandigheden niet kan worden uit
gekeerd.
Zy, die zich nu ■willen onderwerpen aan
het examen voor meester of gezel, worden
uitgenoodigd, zich schriftelijk vóór 1 Sept.
van het volgende jaar te wenden tot den
secretaris der commissie, den heer J. J. Yan
Nieukerken, Elandstraat 48, aldaar.
De tijden, voor het onderzoek in de ver
schillende vakken vastgesteld, zijnvoor het
timmeren op ten hoogste 12 werkdagenvoor
het meubelmaken op ten hoogste 4 weken;
voor het smeden op ten hoogste 12 werkdagon
voor het koperwerken op ten hoogste 8 werk
dagen en voor het schilderen op ten hoogste 6
werkdagen, waarby, voor het geval in die tijden
de Kerstmis vallen mocht, aan decandidaten
wordt overgelaten of zy, ter bekorting daarvan,
zich ook op den 2den Kerstdag aan het onder-
1 zoek willen onderwerpen. De deskundigen, in
deze zaak nader gehoord, hebben ten stelligste
als hunne meening te kennen gegeven, dat
bovengenoemde tijden voor een grondig onder
zoek in die vakken noodzakelijk zyn.
Nadat gisteren de Regeeringscommis-
saris en de leden van het uitvoerend comité
der Sporttentoonstelling te Scheveningen
hadden gedéjeuneerdj bij den prins en de
prinses Yon Wied, kwamen deze Vorstelijke
personen ongeveer te twee uren het aange
kondigde bezoek brengen aan de expositie.
Zy werden ontvangen in het Koninklijk salon
door de bovengenoemde heeren, waarna ach
tereenvolgens alle groepen werden bezichtigd,
meer in 't bijzonder de inzendingen van
H. M. de Koningin-Ragentes en van de prinses
zelve.
Vervolgens werd eene wandeling door den
tuin gedaan en een bezoek aan den duiker
gebracht.
Daarna werd ook de vruchtententoonstel
ling van de Holl. Maatschappij van Landbouw,
afdeeling Den Haag, bezichtigd, alwaar de
Vorstelijke personen door den president, den
heer E. L. graaf Van Limburg Stirum, werden
ontvangen, die al de leden van het bestuur
aan hen voorstelde.
Na alles bezichtigd te hebben, betuigden
zy hun dank en, in het Koninklijk salon van
de Sporttentoonstelling teruggekeerd, ver
klaarde de prins het zich tot een voorrecht
te rekenen om eere-voorzitter van de Sport
tentoonstelling te zyn.
Het „Vad." bericht thans nader dat het
geenszins heeft medegedeeld, dat de burge
meester van 's-Gravenhage van hoogerhand
last heeft ontvangen de kiesrechtmeeting
niet te beletten, doch alleen dat het beweerd
werd en dat die indruk is ontstaan. Het blad
heeft thans van welingelichte zyde vernomen,
dat dit geenszins het geval is geweest, maar
dat de heer Roest zelfstandig heeft besloten
de meeting niet te doen beletten.
De afdeeling Amersfoort van den „Ne-
derlandschen Militairen Bond" heeft van Hare
Majesteit de Koningin f 100 en van Hare
Majesteit de Koningin-Regentes f 50 ontvan
gen, als bijdrage in de kosten der stichting
van een nieuw gebouw voor „Militair Tehuis"
te Amersfoort.
Het stoomschip „Burgemeester Den
Tex," van Batavia naar Amsterdam, vertrok
23 September van Genua en heeft denzelfden
dag de reis voortgezet; de „Bundesrath," van
Hamburg en Amsterdam naar Oost-Afrika,
arriveerde 23 September te Mozambique.
82.)
De uren, waarin hy Fritsje onderricht
moest geven, waren voor hem eene bron van
genot. Het bezorgde Egon het grootste ver
maak om den ijver en den lust van den
schoonen knaap bij het onderricht te kunnen
waarnemen, en eene ware vreugde verschafte 't
hem, dat deze hem met kinderlijke openhar
tigheid verzekerde dat hy in het geheel niet
kon vertellen, hoe hem het onderwijs genoe
gen deed en hoezeer hy den heer Pechmayer
op prijs stelde.
De liefde van den schoonen knaap gold
hem, zijn persoon, en hy had zich die ver
worven door getrouwe plichtsvervulling; dat
durfde Fgon met trots zichzelven bekennen,
en de kinderlijke, hartelijke verzekeringen
van Fritsje hadden daarom voor hem de
grootste waardevaa niet minder waarde
vras Egon ook den dank, dien mevrouw Von
Osternau hem aan tafel betuigde, dat het hem
zoo snel gelukt was Fritsje met liefde en
lust voor het leeren te vervullen. Nog aan
genamer echter dan bet onderricht aan Fritsje
was dat, hetwelk hy aan Lize zou geven.
Na het spelen der party biljart, by welke
hy weder tot verwondering van den heer
Von Osternau en tot groot verdriet van den
luitenant zyn meesterschap in het spel be
wezen bad, verzocht mevrouw Von Osternau
don heer Pechmayer, dat hy haar naar de huis
kamer zou volgen, om daar Lize het eerste
piano-onderricht te geven.
Zy ging Egon vóór en nam op de sofa
plaats, om, met de geliefde breikous in de
hand, de leerlinge en den meester in bet
oog te houden, terwijl Lize zich aan de
piano zette.
Egon liet zich eerst door zijne leerlinge
een haar reeds bekend stuk voorspelen; het
verheugde hem, dat zy met zooveel gevoel
speelde. Het ontbrak haar nog wel aan tech
niek, haar spel openbaarde nog menige fout, die
deed zien, dat zy vroeger slecht onderricht
genoten had, haar aanslag was niet zuiver,
maar dat alles verdween, nadat hare eerste
beschroomdheid geweken was. Zy verloor
zich geheel en al in de betoovering der
melodie, zy legde een eigenaardig, diep gevoel
in haar 6pel, niettegenstaande haar nog veel
aan volmaaktheid ontbrak.
Egon was verrukt. Hier deed zich voor
hem een arbeidsveld op, zooals hij nooit ver
wacht had te zullen vinden. Zulk eene leer
linge hare kleine gebreken af te wennen,
moest gemakkelijk zyn hy toch was een
meester in de techniek en had Lize dit
overwonnen, dan was zy eene kunstenaresse,
want niemand kon haar overtreffen in diepte
en innigheid van gevoel.
Met werkeiyk genoegen begon Egon zyn
onderricht en hy werd daarvoor beloond door
den grooten yver zyner leerlinge, die met
fijn verstand en spoedige opmerkingsgave al
zyne wenken volgde en zich deze op bewon
derenswaardige wyze eigen maakte; hy be
hoefde nauwelyks woorden te gebruikenzy
las in zyne oogen hetgeen hy wilde.
Reeds na de eerste les had Lize, geiyk zy
zelve bHjde verklaarde en welke verklaring
door mevrouw Von Osternau bevestigd werd,
zeer veel geleerd, en by iedere volgende les
maakte zy zóó byzonder snelle vorderingen,
dat Egon daarover niet minder verwonderd
was dan mevrouw Von Osternau.
Laatstgenoemde was, zooals wy weten,
met haren echtgenoot overeengekomen steeds
by de muzieklessen tegenwoordig te zullen
zyn, om een wakend oog te houden op de
verhouding tusschen den meester en zyne
leerlinge.
Zy vergat dit optreden als bewaakster
echter al spoedig, wanneer zy met moeder
lijken trots er getuige van was hoe groote
vorderingen hare dochter maakte. Redenen
om zich ongerust te maken had zij dan ook
in het geheel niet.
Lize toonde in geenen deele, dat zy voor
den heer Pechmayer een ander gevoel koes
terde dan dat, hetwelk eene leerlinge tegen
over haren meester moet hebben. Zy bewon
derde in dezen wel den kunstenaar, evengoed
als hare mama zulks deed, zy luisterde naar
al hetgeen hy zeide met de meeste aandacht
en stelde alles in het werk om zyne. tevre
denheid te verwerven, en wanneer hy haar
prees straalde haar gelaat van vreugde, maar
dit gold slechts den piano-onderwyzer en niet
den gouverneur Pechmayer.
Zoodra het onderricht was afgeloopen, zag
men in Lize weder het vroolyke, onbezorgde,
overmoedige kkid. %y plaagde den lieer
Pechmayer, zooals zy gewoon was neef
Albrecht en de beide opzichteis "WaDgen en
Storting te plagen; zy sprak zonder eenige
terughouding hare verwondering uit over zyn
meesterschap in het biljartspel en het paard-
ryden, maar evengoed berispte zy hem, wan
neer hy iets zoido, waarmede zy het niet
volkomen eens was.
{Wordt vervolgd.)