N°. 9997.
Zaterdag 34 September.
A0. 1892.
Tweede Blad.
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van gon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
litid alleen maakt niet gelukkig.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor IM&m pw t nuuuidM1.19.
VmtM p«r poetV 1.49.
Ai*ond*rljjk* Mommen.0.06.
Gemengd Nlenws.
Op 5 Sept. j 1. is door mr. J. Dirks,
te Leeuwarden, per Van Gend en Loos aan
het adres van den heer Th. M. Roest, te Leiden,
afgezonden, een met een cachet J. D. in rood
lak verzegeld pakje, inhoudende verschillende
penningen, in zilver, koper of brons, o. a.
van de Teeken-academie te 's-Gravenhage, de
stads academie te Schiedam, enz. Voormeld
pak wordt vermist en is vermoedelijk gestolen.
De officier van justitie te Leeuwarden ver
zoekt opsporing.
Een 40-jarig arbeider te Aals
meer, die zich met een met twee paarden
bespannen wagen op den weg in het Oosteinde
bevond, viel, doordat do paarden op hol
sloegen, en raakte tusschen het wiel zoodanig
bekneld, dat h(j over een afstand van 300
meter werd medegesleept. Vreeseljjk gewond
werd hij opgenomen; zjjn hoofd was bijna
geheel verbrijzeld door de hoeven der paarden.
Hoowel hij nog leefde en door de inmiddels
te hulp geroepen goneesheeren van Aalsmeer
en Amstelveen werd verbonden, is hij nog
denzelfden avond overleden. De ongelukkige
was een zeer oppassend werkman en laat
eene vrouw met drie hulpbehoevende kin
deren na.
Het 9-jarig zoontje van den
hoofdonderwijzer to Stolwijk is, op weg naar
zyne grootouders, om toestemming te vragen
met hen den marktdag te Gouda te mogen
bozoeken, te water geraakt en verdronken.
Hot uitvoerend comité van de
Sporttentoonstolling te Scheveningen, toe
gevende aan den herhaalden en toenemenden
aandrang en 't veelvuldig in de laatste dagen
daartoe kenbaar gemaakt verlangen, heeft
besloten terug te komen op zijn besluit,
waarbij werd afgezien van een schaakwedstrijd
met levende figuren. Deze zal dan nu inder
daad worden gehouden en wel in de feestzaal
der Sporttentoonstolling in de avonden van
Donderdag 29 en Vrijdag 30 September, als
mede Zondag-avond 2 October.
De feestzaal wordt in een schaakbord her
schapen.
De figuren worden voorgesteld door levende
personen, in prachtige en rijke kostumen
gestoken. Eenige van de meest ingewikkelde
partijen, tusschen de beroemdste schaak
spelers aangegaan, zullen worden gespeeld.
Het geheel zal bij den avond een glansrijk
en verrassend schouwspel aanbieden, waarom
dan ook de avonden daartoe gekozen zyn.
In ons land is dergelijke schaakwedstrijd
met levende figuren nog niet gehouden, maar
in Engeland zijn zy veel in zwang en maken
zij grooten opgang.
De regelingscommissie zal nader worden
bekend gemaakt.
De goederentrein van Amster
dam naar Rotterdam, welke te óén uur het
station Den Haag verlaat, is gisteren te
Delft ontspoord. De machine, de tender en
de eerste goederenwagen geraakten uit de
rails. De materieele schade is gering. Per
soonlijke ongelukken hadden niet plaats. De
treinen uit Den Haag ondervinden geen opont
houd, want ze werden bij Delft op een ander
spoor gebracht en konden zoo do reis voort
zetten.
Uit nabijgelegen stations, ook uit Den Haag,
is dadelijk werkvolk ontboden om de lijn
vrij f0 krijgen.
Te Delft hebben zich twee go-
vallen van pokken voorgedaan.
De R o 11 e r d a m s c h e rechtbank
veroordeelde gisteren Elbick en Koffijberg,
wegens inbraak in de woning van mr. Roe-
singh, aan den Nieuwen Binnenweg aldaar,
ieder tot vier jaren gevangenisstraf.
In het Politieblad is vermeld
een6 lange reeks van nummers van obligation
in gemeentelijke en spoorweg leeningen van
Belgié en van Belgische Staatsrente, ver
duisterd uit de nalatenschap van mej. Pêche,
rentenierster te Spa.
Bjj ontdekking van éóne of meer dezer obli
gation wordt bericht ingewacht bij den hoofd
commissaris van politie te Rotterdam.
Donderdag-nacht heeft te Rot
terdam een belangrijke diefstal met braak
plaats gehad ten huize van den heer L. P.
De Lange, Boezemsingel 132. De dieven zijn
blijkbaar door den tuin achterin het huis
gekomen, waartoe zy gebruik hebben gemaakt
van eene ladder, welke zij in een aangrenzend
huis hadden gevonden. Door opschuiving van
een raam hebben zij zich verder toegang
verschaft tot de bel étage, waar zij buffet,
kasten, enz. hebben opengebroken en door
zocht. Er is eene belangrijke hoeveelheid
zilverwerk voor huishoudelijk gebruik gestolen,
en verder een aantal kleedingstukken, alsmode
papieren van waarde. Ook eenige sieraden,
aan de dienstboden toebehoorende, zijn ont
vreemd.
Alles duidt aan, dat de dieven er behoorlijk
den tijd voor genomen hebben. Zy hadden
drie lichten ontstoken, welke zy bij hun ver
trek lieten branden, en de overgordijnen ge
sloten, opdat er van buiten niets zou worden
gezien. Evenwel hebben zy" nog enkele voor
werpen, die zy eerst van plan schijnen te
zijn geweest zich mede toe te eigenen, achter
gelaten. De diefstal moet hebben plaats gehad
na 1 uur. De bewoners, die op de bovenver
diepingen hunne slaapkamers hebben, hadden
geen onraad bespeurd.
Door eene onbekende oorzaak
brandde gisternacht de boerenerve Elferman,
bewoond door den landbouwer J. H. Derkman
te Denekamp tot den grond af.
De bewoners, die allen te bed lagen, moesten
met achterlating van alles vluchten, daar bij
hun ontwaken reeds het geheele dak was
verbrand en dreigde in te storten. Yan het
vee kwamen 5 koeien in de vlammen om,
terwijl de geheele voor den winter ingeza
melde oogst mede is verbrand. Alles is ver
zekerd.
De rijkspolitie van Aksel had
Dinsdag het geluk twee beruchte stroopers
aan te houden. Zy behoorden tot eene bende,
welke gemaskerd uittrok, en zyn beschuldigd
op de politie geschoten te hebben.
Door de arron d.-r echtbank te
Arnhem is de voormalige brievenbesteller
J. V., te Gent (O. B.), die een brief, waarin
geldswaarde, achterhield, en zich het bedrag
toeeigende, veroordeeld tot '/a jaar gevangenis
straf. De eisch luidde 1 jaar.
De soldaat S., die te Doesburg
een lsten luitenant moedwillig beleedigde en
mishandelde, is door den Krijgsraad te Arnhem
veroordeeld tot 2J/2 jaar gevangenisstraf.
Op last der politie is te Hilver
sum het lijkje opgegraven van een voor onge
veer 14 dagen overleden kindje van 5 jaar,
ten einde een onderzoek in te stellen naar de
oorzaken van den dood.
INGEZONDEN.
Mijnheer de Redacteur!
Wanneer men de nieuwsbladen in handen
neemt, dan leest men in elk dagblad als voor
behoedmiddel tegen de gevreesde ziekte in
de eerste plaats reinheid en vooral te zorgen
voor goed water, ja, zelfs niets anders te ge
bruiken dan duinwater, waar dit voorhanden is.
Het is met het oog op het laatste, dat ik
beleefd een weinig plaats in Uw geacht blad
verzoek.
Onlangs heb ik toch gelezen dat hier ter
stede, bywijzo van proef, meters voor water-
PEUS DER ADVERTENTLÊN:
Tu 1—1 regel* ƒ1.06. Iedere regel meer ƒ0.171.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het
inoasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend.
verbruik aau eiken gebruiker zouden worden
verstrekt.
Ik vind dit zeer gevaarlyk en hoop dat
hiertegen krachtig zal worden geprotesteerd.
Wat zal het gevolg zyn in eene kleine bur
gerwoning en soms met groot huisgezin?—
By den werkman en nog vele anderen zal
men, ten einde wat uit te winnen, allicht
zyne toevlucht nemen, om voor verschillende
zaken grachtwater te gebruiken. Is dit be-
vorderiyk voor de gezondheid? Kan en mag
zoo iets hier plaats hebben?
Te wapen, professoren, doctoren en burgers
Doet uwe stem hooren 1 Hier is het uw plicht
om niet te zwygen.
En is het geen last voor elkeen, als er een
meter geplaatst moet worden by den gas
meter, weke al een hoek in de gang inneemt?
Menigeen heeft niet eens eene geschikte plaats
er voor. Allicht ook wat kosten betreft, zal
het voor de gebruikers duurder zyn.
(Wy hebben hier goedkoop gas, maar dure
meters.)
Wanneer men bovendien in aanmerking
neemt dat de Leidsche Duinwatermaatschappy
zeer goede zaken maakt, moet dan voor en
kelen, die soms wat duinwater verspillen,
zulk eene ingrypende verandering gemaakt
worden, waarvan de gevolgen niet te over
zien zyn?
Met de plaatsing verplicht U ten zeerste
Uw Dw. Dienaar
X.
Mijnheer de Redacteur!
Mag ik zoo vry zyn eene kleine plaats
ruimte in Uw veelgelezen blad te verzoeken?
Zaterdag 11. stond ik met aandacht te zien
naar een kleinen jongen, die met vier bloemen
op de Botermarkt stond te markten, welke
jongen werd aangesproken door een politie
agent: dat hei daar de plaats niet was, maar
dat hij er mede naar de Bloemmarkt moest.
Ik dachtdat is recht gesproken door dien
agent. De Politie-verordening luidt dat elk
artikel eene marktplaats heeft.
Maar waarom laat men byna dagelyks tot
's namiddags op de Yischmarkt wel 100
manden en zakken aardappelen markten en
in den Ouden Ryn eene schuit? Waarom
wordt genoemde Verordening ook daar niet
gehandhaafd en niet gezegdhier is de plaats
niet, maar wel op de Aardappelmarkt?
En hiermede U dankzeggend voor de ver
leende plaatsruimte, Uw Dienaar
H.
77.)
„Wanneer gy in uwe nieuwe woonplaats
wellicht behoefte mocht hebben aan hulp tot
het aankoopen eener boerdery, dan moogt
gy u tot my wenden. Ik zal er dan misschien
aan denken, dat ik u, tegen uw wil, het
leven gered heb. In hoeverre deze gedachte
er my toe leiden zal uw billyken wensch te
vervullen, zal geheel van uzelven en in het
byzonder daarvan afhangen, dat gy getrouw
uw woord houdt.
„Ik zend u hierby vier duizend mark,
waarvoor ik niet den minsten dank verlang.
Ik wensch niet opnieuw met eene dank
betuiging van u te worden lastig gevallen.
•Schryft gy my nog eens, eer gy in Amerika
aangekomen zyt, dan verspeelt gy daarmede
iedere aanspraak op myne hulp.
Frits Gelukskind."
X.
Den morgen na den eersten nacht, welken
Egon in het kasteel Osternau had doorge
bracht, word by reeds vroeg gewekt door de
heldere, diep in de slaapkamer dringende
zonnestralen. Het onweder was des nachts
afgetrokken, de hemel en de zon prykten
weer in al hun luister.
Egon was snel uit het bed gesprongen,
kleedde zich aan en ging vervolgens den tuin
in; een geheel eigenaardig, te voren nooit
gekend gevoel doortintelde hem, toen hy met
volle teugen de geurige lucht inademde, welke
de nog met dauw bedekte denneboomen
uitstraalden.
Ofschoon hy slechts enkele uren geslapen
had, gevoelde hy zich zóó opgewekt, zóó
krachtig, als hy zich nimmer gevoeld had
te Beriyn, waar hy gewoon was eerst laat
in den voormiddag zyne legerstede te verlaten.
Door den tuin wandelde Egon naar hGt
veld en onwillekeurig sloeg hy den weg in
naar de plaats, waarheen hy zich den vorigen
dag te paard begeven had. Hy had voldoenden
tyd tot het maken van eene flinke wande
ling, daar hy eerst, ingevolge de met den
heer Storting gemaakte afspraak, te zeven
uren voor de reis naar Breslau gereed he-
hoefde te zyn. Er bleven hem dus nog ruim
twee uren tyds over.
Hy had spoedig het ons bekende heuveltje
bereikt. Opnieuw zag hy met bewondering
naar het aan zyne voeten gelegen landschap.
Nog schooner dan gisteren kwamen hem de
thans met duizenden dauwdroppen schitte
rende grasvlakten voor, byna nog kalmer en
schooner, want thans vertoonde zich niet
eene breede schaar arbeiders op het veld.
De arbeid op hot land had nog geen aanvang
genomen; slechts een ruiter, die, naar het
scheen, weder zyn weg naar het kasteel nam,
draafde eenzaam over de vlakte; toen hy
Egon op den heuvel zag staan, wenkte hy
met de hand en dreef zyn paard tot meer
spoed aan.
Egon herkende toen al spoedig in den
ruiter den heer Storting.
„Goeden morgen, mynheer Pechmayer",
riep Storting hem reeds van verre toe. „Waar-
lyk, gy zyt ook iemand, die vroeg uit de
veeren is. Ik had niet gedacht u reeds des
morgens te vyf uren op deze plaats te zullen
ontmoeten. Wilt gij u ook overtuigen of het
ge Weed hebbende onweder eenige schade
veroorzaakt heeft? Dat verheugt my; gy
toont dus belangstelling in onzen hooioogst.
Maar gy kunt u geruststellen. Wy zyn er
vry wel afgekomen!"
Hy hield zyn snuivend ros in en reikte, te
paard zittende, Egon vriendschappelyk de hand.
Daarna vervolgde hy, zonder een antwoord af
te wachten en met zyne ryzweep naar de
bergketen wyzende:
„Daarboven dreigde voor ons gevaar. Had
het onweder zich over de bergen, zooals dik-
wyis geschied, in eene wolkbreuk ontlast,
dan zoudt gy thans aan uwe voeten eene
bruisende zee zien. De Ostor, gelijk aan eene
smalle zilveren streep, welke zich door het
groene weiland slingert, zou dan een gedeelto
van het land overstroomd en onzen hooioogst
vernietigd hebben. Geen spoor zou zyn over
gebleven van de hoopen hooi, welke gy
daarginds ziet opgestapeld. Zy waren allen
door het water weggesleurd en op de nog
ongemaaide landen zoudt gy dan, na verloop
van eenige dagen, wanneer het water weder
teruggevloeid was, eene vuile slijklaag zien.
Maar, Gode zy dank, zoover is het niot ge
komen! Het onweder is slechts vergezeld
gegaan van een geduchten plasregen, welke
op enkele plaatsen het gras heeft neerge
slagen, maar de schade is niet groot; ik
kan onbezorgd myne belofte houden en
hedenmorgen met u naar Breslau gaan."
(Vervolg ommezijde.)