9996
Vrijdag 2.'5 ^eptereilber.
A0. 1892.
jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van tgpn- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 22 September.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRU8 DEZBE COTJBANT:
Voor 141a ptr t miudn......;.'..;. LI*.
mra p« po*i.«.
AiBOndtrlgk. Kommen,0.06.
PRUS DER ADVERTENTEftN:
Tu 1—4 rtgel* ƒ1.05. Ieder* rafel meer ƒ0.17}.
Grootera letten seer pleeteraimte. Toer het
inoeeeeeren bai ten de sUd wordt ƒ0.10 berekend.
Eerste Blad.
De Staatsbegrooting voor 1893.
In de bedennamiddag door de Tweede Kamer
gehouden zitting diende de minister van finan
ciën de Staatsbegrooting voor 1S93 in, by
welke gelegenheid hy tevens de gebruikelyke
„mllUocneospeech" bield, waarin hy
allereerst in beschouwingen trad omtrent de
vier voorafgaande dienstjaren.
Een en ander daarvan samengevat en de
bgzondere finantieele operation van 1890 en
1892 buiten rekening gelaten, brengt tot deze
uitkomsten, waarvan echter alleen de eerste
twee vaststaan:
Dienst 1889 481,313.61 overschot,
1890 1,609,171.42s tekort,
1891 825,794.19s tekort,
1892 200,000.00 overschot,
hetgeen over die vier jaren een tekort geeft
van 1,753,000.
De begrooting voor het
dienstjaar 189 3.
De middelen zyn aldus geraamd; de zoo
genaamd gewone op116,298,130
De overige op11,628,360
Te zamen127,926,490
Hierby is geene rekening gehouden met
de in Juli door do Tweede Kamer aangeno
men ontwerpen, daar deze nog niet tot wet
zrjn verheven. Vergeleken met de raming
voor 1892, is de nu voorgedragene 326,340
hooger. Voor de gewone middelen is méér
uitgetrokken508,680,00
waaronder 300,000 voorpos
teryen)
voor de overige217,660,00
726,340,00
Daartegonover staat evenwel, wat deze
laatsten betreft, dat voor het Ryksaandeel in
de opbrengst van de exploitatie der Staats
spoorwegen 400,000 minder is gerekend.
De uitgaven zyn belangrijk hooger geraamd
dan voor 1892. Toen, inclusief de reeds toe
gestane verhoogingen, behalve 22,077,202
wegens buitengewone aflossing van obligation
der Nederlandsche Eynspoorweg-maatschappy,
was de begrooting. 131,276,492.64
nu is zy136,240,027.78
Dus meer. 4,963,535.14
IVat deze vermeerdering betreft, bepaalt de
minister zich tot het aanwyzen der voor
naamste posten. Meer is aangevraagd voor
hoofdstuk III18,062.00
ten gevolge van hoogere raming
der kosten van buitenlandsche
eenlingen en consulaten.
Voor hoofdstuk IV 245,395.00
voomamelyk wegens eene hoo
gere raming voor gebouwen ten
bedrage van 223,750.
Voor hoofdstuk V 77,369.82s
wegens vermeerdering dor kos
ten van het onderwijs en der
pensioenen.
Voor hoofrstuk VI 1,498,182.85
hiervan komt op Materieel
der Zeemacht f 1,277,030, op
Loodswezen ƒ130,333,55, op
Pensioenen, ens. 70,146.80.
Voor hoofdstuk VHM 199,932.12s
wegens meerdere uitgaven
voor aflossing ad 193,700
en voor interesten enz. ad
f 6,232.12s.
Voor höofdstuk VIII. 918,727.00
de voltooiing van hot vesting-
stelsel eischt eene vermeerde
ring van 879,000.
Voor hoofdstuk IX 1,921,260.00
hooger zijn geraamd Spoor
wegen ƒ1,948,050, Posterijen
en Telcgraphie ƒ342,810,
tegenover welke verhoogingen
verminderingen staan, die
vooral de afdeel ing Water
staat betreffen.
Voor hoofdstuk X f 149.5C8.91
voomamelyk wegens hoogere
uitgaven ten behoeve van
Suriname ad ƒ150,440.41,
waartegenover mindere uit
gaven staan voor Curagao
ad 1,814.50.
Te zamen5,028,497.71
Hiertegenover staan verlagingen van
Hoofdstuk I (Huis der
Koningin) met 9,200 00
Hoofdstuk II (Hooge
Colleges) met 2,849.00
Hoofdst. VIIB (Finan
ciën) met. 52,913 57
ƒ64,962.57
ƒ4,963,535.14
De voorgestelde uitgaven voor hoofdstuk
VI (Marine) zullen echter eene niet onbe-
langryke vermindering kunnen ondergaan
Geiyk bekend is, werd onlangs een wets
ontwerp ingediend tot wyziging der Indische
comptabiliteitswet, waarvan o. a. het doel is
wettelyke sanctie te geven aan het beginsel,
dat het Ryk van de geldmiddelen, die de
Indische belastingschuldigen opbrengen, geene
hydragen moet vorderen tot dekking van uit
gaven in het belang van het Ryk, doch alleen ver
goeding van uitgaven, die door het Ryk recht
streeks ten behoeve van Indié worden gedaan.
Mocht dit ontwerp tot wet worden verheven,
zoo is de Minister van Koloniën bereid om
mede te werken tot herziening van het
Koninklyk Besluit van 16 November 1866,
No. 80, regelende de verdeeling van de kosten
der Marine in Indië. Deze herziening zal ten
gevolge hebben, dat hoofdstuk VI der be
grooting (Marine) verminderd wordt met eene
som, die naar eene voorloopige raming onge
veer 1,500,000 bedraagt.
Trekt men deze som van het totaalcyfer
af, en daarenboven de 3,000,000, die ge-
woonlyk gerekend worden op de oorspronke-
lyke begrootingen te zullen vrijvallen, zoo
komt men voor 1893 tot een vermoedelyk
bedrag aan uitgaven van 131,740,027.78.
Derhalve, daar de middelen zyn geraamd op
127,926,490, tot een tekort van ruim
ƒ.3,800,000.
De vier posten, waarvan uit 's ministers
tienjarig overzicht bleek, dat zy voor verre
het grootste deel uit buitengewone middelen
zyn gedekt, komen op deze begrooting voor
tot eon bedrag van ƒ5,013,000; te weten:
Spoorwegen2,225,000
Merwede-Kanaal 230,000
Rotterdamsche Waterweg 868,000
Maasmond1,690,000
Het totaal dezer vier posten is ongeveer
ƒ1,200,000 meer dan het vermoedelyk tekort,
berekend met inachtneming van de als moge-
lyk gestelde restitution. Zonder deze zou het
300,000 minder dan het tekort bedragen.
De Regeering heeft gemeend, ook met het
oog op de toenemende opbrengst der middelen,
omtrent do dekking van het tekort geene
byzondere maatregelen te moeten voorstellen
en met de gebruikelyke aanvraag om mach
tiging tot uitgifte van vlottende schuld te
kunnen volstaan. Eene machtiging, waarvan,
dank zy den bevredigenden toestand der kas,
wel geen gebruik zal behoeven gemaakt te
worden.
De minister besluit deze mededeelingen met
eene opgave betreffende den stand der tekorten
op vroegere dienstjaren. De volgende tekorten
zyn nog niet gedekt door toewijzing van mid
delen
op den dienst 1885
f
6,119,545.62s
1886
849,764.56s
1887
3,504,728.60
1888
2,689,146 43
1890
B
21,476,855.01s
f
34,640,040.23s
Voorgesteld zal worden om
deze tekorten te dekken uit
het overschot der leening van
1884 ad. 2,369,343.48
het batig saldo der
Staatsrekening 1889
ad. 481,313.61
en een gedeelte van
de opbrengst der ia
1892 gesloten geldlee-
ning ad 44,932,591,35,
welk gedeelte dus
zal moeten bedra
gen 31,789,383.14s
ƒ34,640,040.235
De bestemming van het overschot der lee
ning ad ƒ13,143,208.205 kan later worden
geregeld.
In den aanvang der Kamerzitting droeg
de tydelyke voorzitter, de heer Van der
Schrieck, het presidium over aan den heer
Gleichman, met eene toespraak, waarin hy
hulde bracht aan diens gewaardeerde leiding.
De president aanvaardde het voorzitterschap
met een beroep op den steun der vergadering en
met den wensch, dat de belangryke werkzaam
heden, welke de Kamer wachten, haar mogen
prikkelen het Vaderland naar het beste weten
te dienen, in het volle besef van de collec
tieve on individueele rerantwoordelykheid.
Daarna werd het ontwerp-adres van ant
woord op de Troonrede in de afdeelingen
onderzocht.
Om halfvier hield de minister van financiën
zyne hier boven vermelde finantieele rede.
De aan de universiteit alhier nieuwbenoemde
professoren J. C. Kluyver (fac. wis- en natuur
kunde) en mr. C. Asser (faculteit rechtsgeleerd
heid) zullen respectievelyk 2S September en
19 October, 's namiddags te twee uren, hunne
oratie houden ter aanvaarding hunner betrek
king, in het groot-auditorium van het academie
ebouw.
Aan de universiteit alhier is door den
heer Th. F. Van Ronkel met goed gevolg
afgelegd het candidaats-examen in de taal- en
letterkunde van den Oost-Indischen Archipel.
Ingevolge de artt. 3 en 4 der Wet van
5 April 1870 (Staatsblad No. 63), moet door
den Gemeenteraad aan den Commissaris der
Koningin eene opgave worden ingezonden
voor de benoeming van drie leden van het
College van zetters van 's Ryks Directe Be
lasting, bestaande uit tweemaal zooveel per-
sonen als er leden te benoemen zyn.
Op den laatsten December dezes jaars
moeten volgens don rooster aftreden de heeren
J. Filippo Hz., W. Kok on H. P. Kelder.
B. en Ws. geven den gemeenteraad daarom
in overweging tot de vaststelling van de
dubbeltallen over te gaan, waartoe de volgende
aanbeveling wordt aangeboden
lo. Jan Filippo Hz., wonende te Leiden, ge
boren 8 Februari 1847, metselaar, en Antonius
Gerardus Hessels, wonende te Leiden, geboren
15 Juni 1813, oud-landmeter van het Kadaster.
2o. Willem Kok, geboren 15 Januari 1833,
wonende te Leiden, timmerman en architect,
en mr. Louis Herman Jan Lamberts Hurrel-
brinck, geboren 1 Juni 1856, wonende te
Leiden, advocaat en procureur.
3o. Hendrik Philippus Kelder, geboren 26
December 1841, wonende te Leiden, winkelier,
en Willem Cornelis Mulder, geboren 23 Februari
1850, architect, wonende te Leiden.
In de Gemeenteraadszitting van 20 Juni
1889 werd besloten aan den concierge van
het Stedeiyk Museum, ten gevolge van het
overlyden van zyne vrouw, eene tegemoet-
koming te verleenen van ƒ100 per jaar, ter
voorziening in de kosten van de bonooöigde
huishoudelijke hulp, aan te vangen met het
jaar 1889.
Vermits de concierge den 29sten Juni jl.
is hertrouwd en het doel van de bovenbe
doelde toelage of tegemoetkoming alzoo was
vervallen, hebben B. en Ws. gemeend de
tegemoetkoming ad 100 te moeten intrekken
met ingang van 1 Augustus dezes jaars, en
daarvan aan den concierge kennis gegeven.
Inmiddels wordt door de Commissie voor
het Stedelyk Museum by schryven van 25
Augustus jl. medegedeeld dat haar vroeger
voorstel tot het toekennen van de bovenbe
doelde toelage van 100 niet alleen de strek
king had ter voorziening in de kosten van
huishoudelyke hulp in verband met het over
lyden van de echtgenoote van den concierge,
maar dat wel degelyk eene traktementsver-
hooging noodig was met het oog op de be
langryke uitbreiding der werkzaamheden van
den concierge.
In verband met deze nadere toelichting van
de Commissie, zien B. en Ws. er geen be
zwaar in mede te werken tot eene verbetering
van de jaarwedde en geven zy den Gemeen-
teraad mitsdien in overweging de jaarwedde
Van den concierge van het Stedelyk Museum
vast te stellen op ƒ500, gerekend te zyn
ingegaan op 1 Augustus 1892.
Na overleg met den voorzitter der Cto-
missie van Fabricage, geven B. en Ws.Tn
overweging aan V. Cornelissen vergunning te
verleenen om voor zyn huis aan de Lange
Mare No. 33 eene hardsteenen stoep te leggen,
mits de breedte van 50 centimeters niet te
overschryden en overeenkomstig de door rooi
meesters aan te wyzen rooilyn.
Hedenmiddag om twaalf uren kwamen
alhier per Staatsspoor uit de legerplaats by
Zeist terug de beide aldaar gekampeerd heb-
bsnde en te dezer stede in garnizoen liggende
bataljons infanterie.
De trein kwam aan vóór het stationsge
bouw Hollandselie Spoor, aan de z. g. vee-
lading, en werd op hot stationsplein opge
wacht door officieren der dd. schuttory met
het muziekcorps, officieren van andere wapens,
den directeur der Kweekschool voor Zeevaart,
don luit. ter zee De Goeje, en andere belang
stellenden, die binnen het door infanteristen
afgezette terrom waren toegelaten.
Toen de troepen waren gearriveerd, deed
de schuttery-kapel de volksliederen hooren
en onder de tonen van hare muziek werd
de tocht naar de Morschpoort kazerne aan-
vaard.
Zoowel langs Stationsweg als Steenstraat
(Beestenmarkt) en Morschstraat stond eene
ontzaglyke menschenmassa geschaard.
De troepen zagen er flink, wel wat bruin
geworden, uit en marche.-rden er nog dapper
op los.
Het regimentsvaandel werd ditmaal niet
naar de woning van den kolonel-commandant
Bloem gebracht, maar bleef in de kazerne,
omdat morgenochtend vroeg de troepen weer
naar Haarlem vertrekken, ten einde aldaar
tegenwoordig te zyn tydens het bezoek der
beide Koninginnen aan die gemeente.
In de Pieterskerk alhier werd gisteravond
een bidstond gehouden voor het Christelyk
onderwys, waarby als voorgangers optraden
de predikanten Impeta, van Alfen, en J. H.
Gunning JHzn., van Leiden. Er was eene
groote schare byeen. De collecte, in de kerk
gehouden, bracht op ƒ112.50. Met de col-
lecte langs de huizen ad ƒ678.801/ll werd
gisteren voor do Chr. Scholen alhier alzoo
ingezameld 791.30'/,.
Van de directie van hot Koloniaal Museum
der Nederlandscho Maatschappy ter bevorde
ring van Ny verheid te Haarlem ontving 's Iiyks
Ethnographisch Museum te Leiden ten ge-