U\ 9986. Maandag; 12 September. A0. 1892. feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van fon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit DRIE Bladen. Eerste Blad. Kikeriki. Leiden, 10 September. Feuilleton. (leid alleen maakt niet gelukkig. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: 7««r Laideo p«r I meende*f 1.10. Frase® po*t AJtooóorlQk» Noam*».0.01. PRIJ8 DER ADVERTENTIÊN: Tu 1—0 regels /1.0S. Iedere reget aseer O.IT^. Orootere lettere eesr plaatoroimU. Toor het lncsseeerea baiteo de stad wordt ƒ0.10 berekend. Aan de Abonné's daarop, wordt by dit oommer verzonden No. 51 van Kikeriki. Naar wü uit goede bron vernemen, is onze geachte stadgenoot professor K. Martin den Oden dezer te Genua uit Batavia gearriveerd. De aandacht zij gevestigd op de bij adver tentie aangekondigde zanguitvoenngln „Zomer- zorg", op 15 September a. s., ten voordeele der beide Christelijke "Wykvereenigingen te -dezor stede. Bekroningen op de bloemententoonstel ling te Arnhem werden toegekend o. a.voer 50 afgesneden dubbele Dahlia's, in de meeste verscheidenheden, 1ste prijs aan den heer •G. F. Hemerik, te Leiden; voor 50 afgesneden Cactus-Dahlia's, in de meeste verscheidenheden, 2de prijs aan denzelfde; voor eene collectie Pruimen, 1ste prijs aan den heer "W. C. Boer, te Boskoop. Het ontwerp der winterdienst-regeling voor do Nederlandsche Staatsspoorwegen is thans voorwaardelijk door den minister goed gekeurd. Wellicht dus dat nog enkele wijzi gingen zullen worden aangebracht. De verbinding UtrechtLeiden heeft een trein moeten missen, nl. die te 7.55 van Utrecht vertrekt. Daar tevens de laatste trein van Woerden naar Leiden niet meer te 10.25, maar te 9.28 vertrekt, is de laatste aansluiting uit Utrecht die van 8.69 en niet meor die van 10.05. In omgekeerde richting is weggevallen de treirj welke uit Leiden gaat te 5.29 en te Utrecht aankomt te 0.25. Overigens levert die verbinding geene veranderingen van oe- lang op. Het vertrek der te Scheveningen ver toevende Aartshertoginnen van Oostenryk is vastgesteld op a. s. Maandag, 's ochtends 8 54, per Staatsspoor. Het hoofd der Rumeensche missie, de lieer Bengesco, wordt den 7den October te \s-Hage verwacht tot het voeren van onder handelingen met den minister van buitenland- sche zaken over een handelstractaat met ons land. Do koninklijke familie zal Zaterdag 17 Sept., na een verblyf van ruim 3 maanden, het lustslot Soestdyk verlaten. Het stalpersoneel en de paarden gaan voor de helft naar het Loo en voor de andere helft naar 's-Hage. Er is door de beide Koninginnen wei ge bruik gemaakt van de groote verscheidenheid van wegen, welke te Baarn in den omtrek worden gevonden, zoodat er geen berijdbare weg is overgebleven, die niet door de vorste lijke personen is gepasseerd. Aan de Yereeniging tot bevordering van inwendige zending, te Deutichem, directeur de heer ds. J. Yan Dijk, bedoelende de op leiding van jongelingen tot predikanten in de Ned.-Herv. Kerk, is de som van 50,000 voor een pand te Amsterdam goschonken, dat voor 30 studenten in de godgeleerdheid zal worden ingericht. Het stoomschip „Hebe" vertrok 9 Sept. van Lissabon naar Gibraltar; de,„Mars" ver trok 9 Sept. van Kroonstad naar Amsterdam^ de „Mercurius" vertrok 9 Sept. van Livorno naar Napels; de „Oberon" vertrok 9 Sept. van Neufahrwasser naar Amsterdam; de „Prinses Amalia", van Batavia naar Amster dam, vertrok 10 September van Padang; de „Schiedam", van Rotterdam naar Baltimore, vertrok 8 Sept. van Boulogne-sur-Mer. Bij koninklijk besluit is pensioen ver leend aanA. Lamers, 297J. Kolber, 424L. Stotyn, gewezen commies bij 's Ryks bel., ƒ418; H. Wijsman, gewezen boekhouder bij 's Rijks bel. te Amsterdam, 548; G. Niezen, weduwe van den gewezen verif. by 's R\jks bel. F. Marda, ƒ405 'sjaars. G«m«ng<l NUuttp* Tot opluistering van het Land- bouwfeest worden in de Stadszaal alhier ook eenige voorstellingen gegeven door het speci aliteiten gezelschap van den heer Frits Van Haarlem. De eerste had gisteravond plaats en werd door een talrijk publiek bijgewoond, waaronder vooral de landbouwersstand, met vrouwen of meisjes, sterk vertegenwoordigd was. Toen in den loop van den avond ook de leden van het hoofdbestuur, waarvan enkelen eveneens met hunne dames, verschenen, wer den zij begroet met een luid „Lang leve de Commissie 1" De voorstelling zelve voldeed zeer goed en het ontbrak ook nu niet aan verscheidenheid. Het waren meestal andere artisten dan die by gelegenheid der jongste kermis waren op getreden. Alleen mej. Emilie Culp maakte daarop eene uitzondering. Zy wist echter als Hol- landsche coupletzangeres ook nu weer spoe dig het publiek te veroveren. Haar optreden en zingen hebben iets aantrekkelijks. Men hoort en ziet haar gaarne, hetgeen wel bleek uit de vele malon, dat zy werd teruggeroepen. De vier gezusters Davis ondervonden met haar variëerend optreden, ook wat hun zang en dans betreft, veel byval, evenals miss Edmóe en monsieur Rovélo met hunne inder daad sieriyke en soms hoogst belangwekkende gymnastische oefeningen. Nadat miss Nelly eerst met den heer Charles Paolo het publiek op eenige duetten had onthaald, trad zy later alleen op als „danseuse charmante", waarby zy van ver schillende fraaie kostumes verwisselde, welke om hare verscheidenheid zeer de aandacht trokken. Aan de toejuichingen kwam byna geen einde. Do heer Rauschlé deed zich als een zeer bekwaam mimiker kennen. Yele beroemde personen stelde hy in korten tyd op eigen aardige wyze voor. Meer dan eens had men byna werkeiyk gedacht voorwerpen uit een öf ander panopticum voor zich te zien. De heer A. De Winter was de oude Hol- landsche komiek, die door het publiek nog steeds zeer gewild biykt en met zyne cou pletten nu ook iets nieuws weet aan te bieden. Wat evenwel in de eerste plaats hier op den naam van iets nieuws mag aanspraak maken, is hetgeen „professor Bonnetty" ver toont met zyne gedresseerde katten, welke hunne kunstverrichtingen uitvoeren met wilde ratten, muizen, kanarievogels, een hond en een aap. Men verwondert er zich over hoe men het zoo ver met die dieren heeft kunnen brengen en hoe men zelfs de kattennatuur heeft weten te overwinnen. Zet in andere gevallen eens een kat voor een muisl Nu neemt ze er niet de minste notitie van, maar verricht met hare collega's de verschillende kunstjes. Duiven vliegen bovendien zelfs door brandende hoepels en blyven heel bedaard op den loop van het geweer zitten als dit meer malen wordt afgeschoten. Van schuwheid is geen sprake. Hetgeen de heer Bonnetty te zien geeft, zou inderdaad het toppunt van dressuur genoemd kunnen worden. Alles is alzoo wel oen bezoek ten volle waardig. Men amuseert er zich volkomen. Te Hoofddorp worden op last van het hoofd der gemeente Haarlemmermeer alle mestvaalten of beerputten, die eenige ver dachte lucht geven, gedesinfecteerd en ten spoedigste verwyderd. Ook in andere gedeelten der Haarlemmermeer gaat men op dezelfde wyze te werk. De gezondheidstoestand te Haar lemmermeer Iaat niets te wenschen. Een jongen van een der in de stadsgrachten te 's Hage in lading liggende schepen werd onwelhy leed aan hevige buikkramp. Een geneeskundige werd ontboden deze constateerde, dat er geen gevaar was. Weinige oogenblikken later schepte de jongen water uitde stadsgracht in eene kan, zette deze daarna aan den mond en dronk haar leeg Werk daar eens tegen op met voorzorgs maatregelen tegen besmettelyke ziekten! Gistermiddag is op het Oranje- plein te 's-Hage een tramkoetsier overreden. By het oprapen van zyne zweep werd hy door den tramwagen voorovergeworpen. De man, wiens beide beenen door een van de voorwielen werden gegrepen, moest door de politie naar zyne woning worden gebracht. Men meldt thans dat het plaD, om te Scheveningen op het Sportterrein een spel schaak met levende figuren te doen spelen, is opgegeven. De door de rechtbank te Middel burg tot eene maand hechtenis veroordeelde stuurman W., die op eene der mailbooten van de „Zeeland" den machinist V. by ongeluk heeft doodgeschoten, heeft van H. M. de Koningin-Regentes in zooverre gratie van zyne straf verkregen, dat deze is veranderd in eene geldboete van ƒ25. Ter bekende schapenmarkt te Barneveld werden Donderdag 4510 stuks aan gevoerd, tegen 6500 eene week te voren. De markt handhaaft haren ouden roem. De pryzen waren zeer laag; ook was er weinig handel. Donderdag-ochtend haalde te Jubbega-Schurega een kind van 9 maanden eene kan vol kokende koffie van de tafel, kreeg den inhoud over hot lyf en was weldra een ïyk. De kassier H. B., te Weert, wordt sedert eenige dagen vermist. Naar het „U. D." verneemt, be staat het plan om te Utrecht onder de gym nasten eene vry willige reddings-brigade op te richten, tot hulp by brandgevaar, geheel ge schoeid op de leest van het Rotterdamsche brandweercorps. Ook zyn reeds eenige stappen by het gemeentebestuur gedaan tot het ver- krygen van vasten steun voor het plan. 54) Storting was buiten zichzelven van verwon dering. Met zyn scherp gezicht kon hy iedere spierbeweging van het paard en diens ruiter herkennen, en toch geloofde hy zyne oogen niet te mogen vertrouwen. Was inderdaad de geweldige ruiter, die op het woedende, don weeken grond met zyne hoeven opwerpende en snuivende paard zoo kalm zat alsof er niets gebeurd ware, de belachlyke, onbeholpen en dwaas gekleed© gouverneur, dien hy door het leenen van zyne eigen kleedingstukken aanvankeiyk een ©enigszins fatsoenlyk voor komen verschaft had? Ook Lize was een oogenblik verschrikt, toen Egon zoo plotseling Soliman door oen karwats- slag tot eene woeste vaart aandreef. Zy had echter niet gedeeld in de ontzetting, die zich van Storting had meestor gemaakt. Zy was ooggetuige gewoost van het meesterschap, dat Egon op de slotplaarts over het door hem bereden paard getoond had. Met volle ver trouwen op de kracht en do rykunst van Egon zag zij dezen na. Maar het was een somberen blik, met welken zy den koenen ruiter volgde. Toen hy het paard omwendde en aan den oever stilhield, zeide zy kort: „Laat ons vol gen, mynheer StortingEn zonder verder een w^ord te verspillen, reed zy naast Storting - Fritsje was reeds vooruit geielen, om zyn leferaar, dien hy bewonderde, in te balen naar het veld aan de Oster. Egon verwachtte daar de ach ter bly vers. Het woeste rijden, de zyn geheele kracht en opmerkzaamheid vorderonde stryd met het wilde ros had hem goed gedaan en mee de kwade luim verdreven, die zoo plotseling by hem was opgekomen. Een lachje speelde om zyne lippen, toen hy Storting vroolyk toeriep „Nu, mynheer Storting, vermeent u alsnog, dat ik gevaar loop by een wandelrit, op den lug van Soliman gezeten? Dat prachtige dier is veel beter dan de roep, die van hem uit gaat. Hy gehoorzaamt aan iederen kniedruk, wanneer een geoefend rijder hem maar flink in de teugels houdt. Ik sta er u borg voor, dat de prachtigo Soliman my kent. Hy zal niet schuw worden, noch er van doorgaan, indien hy rnyno hand voelt. U zult thans wel inzien, dat liet verwyt, door u tot de genadige freule gericht, geheel onverdiend is. Wanneer Soliman werkeiyk monschensehuw is, zal ik er wel voor zorgen, dat hy die schuwheid verliest. Laat ons dus niet meer spreken van een gevaar, dat inderdaad niet bestaat. Veroorloof my, dat ik u vergezel naar de arbeiders, die daar op het veld zoo druk bezig zyn. Freule Von Osternau heeft beloofd myne leermeesteres te zullen wezen, my in de grondbeginselen der landbouwkunde in te wyden en het doel en de soorten van den veldarbeid te verklaren. Ik brand van begeerte te bewyzen, dat ik een wetensgraag en goed scholier ben. Laat ons den vrede teekenen, mynheer Storting. U is immers niet moer boos, dat ik uwe goed gemeende waarschuwing met een dollen rit beant woord heb?" Deze woorden sprekende, bood hy Storting vriendeiyk de hand. Deze moest die wol aan nemen. Hy durfde na eene zoo hofFelyke tegemoetkoming niet meer boos zyn, maar geheel bevredigd was hy evenmin als Lize. Storting beijverde zich de ontstemming te verbergen, die by hem was achtergebleven, en slaagde daarin. Lize echter trachtte in 't geheel niet to verhelen, dat zy nog altyd erg boos was op don heer Pechroayer. Hy nam wel wedor de plaats aan hare zyde in, maar zij antwoorddo met eenige korte woor den, indien hy haar iets vro^g, en liet het aan Storting over hem opheldering te geven over alle by den hooioogst noodzakelyke werkzaamheden. Egon had gaarne van Lize, terwyi zy op het veld rondreden, het door haar beloofde onderwys ontvangen. Dit toonde hy, door zich by herhaling met vragen tot het meisje te richten, maar zy vervulde zyn wenach niet „De heer Storting zal u dat verklaren", was steeds haar antwoord. Zfl kon niet vriendelyk zyn. Nog steeds dacht zy aan de woorden, door Egon op het heu veltje gesproken, en waardoor zy zich ten diepste beleedigd had gevoeld. Lizes stilzwygen verstoorde spoedig de vroolyke luim, waarin Egon weder was terug gekeerd. Ook de belangstelling voor den veldarbeid, die hy, met haar van de eene groep arbeiders naar de andere rydeade, getoond had, verminderde; hy vroeg niet meer en keek nauweïyks naar het levs-odig gewoel, dat op het veld heerschte. Slechts om den heer Storting niet te be- leedigtii, veinsde hy opmerkzaamheid b;j den uitleg, welken deze g>>f Hel vroolyk©gejuich, der veldarbeidevs, dat hem aanvankeiyk zoo prettig gestemd liad, klonk hein thans scbril in de ooren. Hot was Egon daarom zeer aan genaam, toen Lize, na verloop V8'ii een half uur, verklaarde, dat het tyd was om den terugtocht te aanvaarden. ("Wordt vervolgd-;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 1