u°. 9380 A9. 1832. <£teze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering von ,§on- en (Feestdagen, uitgegeven. Twcecle Blad. Leiden, 3 September. Feuilleton. Mtl alleen maakt niet gelukkig. PRIJS DEZER COURANT: Voor Loldan por S maanden1.10. xnnco par postL40. Afaouderl^k* Nouiniora.0.05. PRIJS DER ADVERTENTIÉN: Tas 16 regels 1 05. Iedere regel meer ƒ0.17$. Qrootere letton» mar plflatrruirate. Tor hat Incasaeeren bnjten do stad wordt ƒ0.10 berekend. Do Afdeeling Leiden en Omstreken der Ned. Maatschappij voor Tuinb. en Plantkunde hield weer eeno gowor.e ledenvergadering. De vergadering werd geopend door den heer H. Witte, als oudste bestuurslid, met do mede- deeling, dat het bestuur in zyne laatst ge houden vergadering den hoer A. D. D. Schretlon tot voorzitter had verkozen. De heer Sehretlen had vele bezwaren tegen do aanvaarding van dit mandaat gehad, maar rnen was er geluk kig in geslaagd die te ontzenuwen, zoodat de secretaris dan ook een schrijven van hom -kon voorlezen, waarin hij zich bereid ver klaarde, het voorzitterschap te aanvaarden. In hartelijke woorden wenschte de heer Witte don heer Sehretlen met zijne keuze geluk on overhandigde hem den voorzittershamer. Door «cn luid applaus toonden de. leden met hot gesprokene in te stemmen. De heer Sehretlen bedankte nu het be stuur en de leden voor het in hem gestelde vertrouwen en deed een beroep op aller medewerking met het oog op het feit, dat hij geenszins kennis heeft van practischen "Tuinbouw. Ka lezing der notulen en ballotage van drie nieuwe leden, deelde de secretaris mede dat was ingekomen een schrijven van den heer W., dat hy xoegens de aanneming dar vennogens-bclasting door de Tweede Kamer der -S.Cr, voor zyn donateurschap bedankt. Vorder eene moüedeeling van den heer Wendel, dat hy, wegens ongesteldheid, niet meer als onder wijzer voor don teekencursus kan optreden. Aan de orde kwam nu de verkiezing van i een afgevaardigde naar de algemeeno verga- •dering! Op voorstel van den heer v. d. Pavord j Smits werd deze verkiezing verdaagd tot de vergadering, waarin de beschrijvingsbrief zal worden behandeld. Niet zoo ging het met het volgende punt: „Nadere toelichting omtrent do in 1893 te houden Tentoonstelling". Nadat de secretaris nog oenige toelichtingen had gegeven, werd de fmantiëele zyde van dit plan bekeken en deze -gaf tot heel wat gedachtenwisseling aanleiding. Ten slotte werd besloten de programma's te verzenden en te trachten finantiëelen steun voor deze tentoonstelling te voikrygon. Mocht later blyken dat de zaak niet voldoende ge steund wordt, dan zullen door het bestuur nadere voorstellen dienaangaande worden gedaan. Het verslag over de gehouden Rozenten- toonstelling en den feestavond werd uitge bracht door den heer Van Romburgh. Uit dit verslag bleek dat de tentoonstelling en het feest goed geslaagd waren en aan de eerste een flink b8zock was ten deel gevallen, wat niet wegnam, dat er een tekort van ruim ƒ60 was ontstaan, hetgeen echter ruim schoots door een waarborgfonds was gedekt. Op voorstel van hét Bestuur werd besloten den inschrijvers van het waarborgfonds te ver zoeken 00'Vo van hunne inschry ving tot dek king van het tekort te willen storten. De voorzitter bedankte ten slotte de regelings commissie voor de moeite, welke zy zich voor een en ander had getroost. De heer H. Witte stelde nu namens het Bestuur aan de vergadering voor den teeken cursus der Afdeeling op te heffen. Het speet hem dit voorstel te moeten doen, maar de resultaten waren niet van dien aard, dat de offers, welke do Afdeeling voor dezen cursus jaarlijks bracht, gerechtvaardigd konden ge noemd worden. Na eeno lange discussie werd dit voorstel in stemming gebracht en aan genomen. De voorzitter bracht nog een woord ran dank aan den heer Ballcgo, voor de fraaie Streptocarpus-hybriden, door hem ter be zichtiging gesteld, en sloot daarna de ver gadering. Semp.) In de deze week te Oegstgeest gehouden raadsvergadering is de rekening der gemeente over het dienstjaar 1891 vastgesteld in ont vang op f 18,981.37s, in uitgaaf op f 18.439.305 en du3 sluitende met een batig saldo van f 042.07. Do rekening der gemeente Voorhout is in de jongste raadsvergadering vastgesteld in ontvang ad f 72S0.59, in uitgaaf ad /7125.2SS, sluiter.de dus met een batig salto van 155.30s. Uit Katwyk aan Zee meldt mon: Er is hier eene nieuwe byzondere school, genaamd Hervormde school, geopend. Gedurendo een twintigtal jaren zyn hier telkens pogingen aangewend om oeno dergeljjko inrichting tot stand te brengen. Zooals de naam aangeeft, is deze nieuwe school, die 6 lokalen en on geveer 300 leerlingen telt, bestemd om alleen kinderen van ouders, die tot de Nederlandsche Hervormde Kerk behooren, op te nemen. Het gemeentebestuur heeft, door bij vacatures t\jdel\jke onderwijzers aan te stellen, zooveel mogeljjk gezorgd, dat geen der in functie zijnde onderwijzers behoeft te worden ontslagen. Verscheidene leden, die de algemeen© vergadering der Verecnïging tot bevordering van Fabrieks- en Iiand werksny verheid to 's-Gravenhage bijwonen, maakten gisteren na afloop van de werkzaamheden der eerste zitting een rytoor naar hot Agnetapark bij de fabriek van den heer Van Marker., onder Delft. In do gisteravond te Haarlem gehouden vergadering van aandeelhouders is tot directeur van de maatschappij dor Staal waterbronnen benoemd de heer C. J. Vis, te Haarlem, op een vast salaris van ƒ2000 per jaar en één cent por fles«h, die verkocht wordt boven het cijfer van honderdduizend flesschen. Omtrent den decoratie-regon van deze week schrijft het „Rott. Nbl." het volgende: Het vroegere gebruik om op den verjaardag van 's Lands Souveroin eonige blyken van onderscheiding toe te kennen aan landge- nooten, die zich bijzonder verdienstelijk heb ben gemaakt in hun werkkring, is, na eeno poos te hebben opgehouden, weder in zwang gekomen. Wy zullen daarover niets kwaads zeggen. Waar ridderorden bestaan, moeten zij van tyd tot tyd ook uitgedeeld worden, cn mocht eeno decoratie vaak de ydelheid stroelen, zulk eene koninklijke ondorscheiding is toch ook wel geschikt om tot voortdurende plichtsbetrachting te prikkelen, 't Is nu een maal zoo in de wereld, dat ook de besten gaarne eens worden aangemoedigd en in zoover komt do gewoonte om ridderlintjes uit te reiken, toch ook het algemeen belang ton goede, dat by behoorlijke en nauwgezette waarneming van ambtsplichten zeer gebaat is. In den thans, ter gelegenlioid van den heuglijken verjaardag van onze jeugdige Koningin, neergestroomden decoratieregen, uunnen wy ons te eer vinden, omdat nu eindelek eens gehoor gegeven is aan de vroeger dikwerf en rechtmatig geuite klacht-, dat bij zulke gelegenheden do Vorstelijke onderscheidingen uitsluitend ten goodo kwa men aan liet corps rijksambtenaren of aan militaire dignitarissen, 't Was of alle Neder landsche deugden on voortreffelijkheden zich binnen dien engon kring cencentreerden, om dat dio nu eenmaal kon worden overzien door de ministers, die de onderscheidingen voordroegen, of door den Souverein, die ze goedkeurde. Was er dan op het breedo arbeids veld van volksnijverheid, volksbedrijf, weten schap, kunst en letteren geen enkele te waar- deeren kracht in ons goede land? De vraag reeds klinkt bespottelijk, maar de sleur lachte er wat mee. Thans is gelukkig met dien sleur gebroken. In het moederland en in Indië heeft de Rogeering ditmaal ook 't oog gevestigd op zoovelen, die door de aankwee king van een goeden volksgeost, in hun her derlijk ambt, en ten nutte des lands met groote zelfverloochening werkzaam zyn; die der wetenschap onschatbare diensten be wijzen die hot arbeidsvraagstuk, de sociale quaestie tot voorwerp maken hunner ge stadige zorg en ijver; die in den tempel der kunst als hoogepriesters werkzaam zyn en die de volksnyverheid in al hare schakee ringen behartigendie ook in Indië de bronnen van volkswelvaart doen vloeien door hunne bedrijvigheid aan 't hoofd van grooto onder nemingen. Ziet, zulk eene wijze van handelen kan ons verzoenen met den ridder-regen, welken wy anders niet gaarne zien stroomen, omdat by meestal den indruk maakt van een „spaar pot", wolke op zekeren dag wordt uitgestort, niet zoozeer om aan 't licht gekomen ver diensten te eeren, dan wel omdat elk der bestuursdepartementen een „fatsoenlijk blokjo" moet bijeenbrengen. Ditmaal althans heeft men waarlijk geen zorg gehad om de ware „verdienste" eindelyk eens hare „kroon" te geven. De minister van marine heeft aan de Tweede Kamer toegezonden een antwoord op het afdelingsverslag belrekkolyk eone supple- toire marine-begrooting voor 1891. De minister geeft daarin nog in bijzonderheden eene toe lichting van de oorzaken der tekorten en over schotten, welke op verschillende posten zyn voorgekomen. Als verschoonende omstandig heid voert de minister aan, dat geen ander be grotingshoofdstuk voor onderscheidene posten zoo wisselvallige en zoo moeilyk te ramen uit komsten oplevert als dat van marine, en dat voor do uitgaven van de zeemacht buitens lands do wissels veelal züó laat by het departemont inkomen, dat het totaal der uit gaven op verscheideno artikelen van het vorstreken jaar nog lang niet ten volle be kend is, wanneer eone begrotingswet moet worden opgemaakt van twee jaren later. By beschikking van den minister van waterstaat, enz. is bepaald, dat telegrammen van en aan ryksambtenaren, belast met het geneeskundig staatstoezicht over zaken, de bestrijding der cholera betreffende, als regee- ringstelegrammen moeten worden behandeld, voor rekening van het departement van bin- nenlandsche zaken. Het stoomschip „Didam," van Amster dam naar Nieuw-York, is 2 Sept. Lizard gepas seerd; de „Sarpodon". van Samarang naar Arasterdam, arriveerde 3 Sept. te Perim. 39.) Papa heeft my een kwartier geleden nog berispt, dat ik steeds zeg wat ik denk, maar het is my onmogelyk anders te han delen. En daarom zeg ik u uu ook openhartig het afschuweiyk te vinden, dat u rnet alles spot, met uzelven, uw naam, uwe ouders, voor ouders en my, omdat ik het gewaagd heb den ouderwetschen rok leelyk te vinden. Uw «pot hindert en beleedigt my, wy zullen nimmer goede vrienden wordon, indien u op zulk eene wyze met my spreekt." De scherpe berisping, welke in do woorden, door haar gesproken, lag, verraste Egon zoo zeer, dat hy niet dadelyk een antwoord kon vinden. Hy was er aan gewend geraakt in alle gezelschappen door de jonge dames, die hy met zyne opmerkzaamheid vereerde, hoogst voorkomend te worden behandeld, en de oorzaak daarvan was hem niet onbekend. Hy wist waarom de gevierdsto schoonen in de residentie hem zoo gewillig het oor leen den, waarom alles hetgeen hy zeide door haar belangwekkend en geestig gevonden werd, en zich daarvan bewust, behandelde by baar uit de hoogte. Die gewoonte was hom al tot oene tweede natuur geworden en hot viel hem daarom des te meer op, dat heden, reeds voor de tweede maal, een nau- weiyks zeventienjarig meisje het gewaagd had hem eeno vry krasse strafpredikatie too te dienen. Hy zou werkeiyk in verlegenheid gekomen zyn, indien hy een antwoord had moeten geven, iets, wat hem echter bespaard bleef. Het gesprek over de belangrijke landbouw- aangelegenheden, hetwelk den heer Von Osternau geheel en al in beslag had genomen cn waarnaar ook mevrouw Von Osternau met zooveel aandacht luisterde, dat zy in het geheel geen acht gaf op het onderhoud tusschen Lize en den gouverneur, was afge- loopen, nadat de heer des huizes ook nog zyne instruction voor den volgenden dag ge geven had. Hy wendde zich toen tot Egon en zeide vriendeiyk: „Gy zult u wel een beetje verveeld hebben, mynheer Pechmayer, daar gy onmogelyk belang kunt stellen in de behandeling van een u onbekend bedryf. Daar u echter voont- aan op het kasteel Osternau leven zult, zal zeker datgene, wat ons allen het naast aan het harte ligt, later ook wel een weinig uwe belangstelling opwekken." De heer Von Osternau sprak daarna nog ongeveer een kwartier, om al de bezwaren en do voor- deelen in hot licht te stellen, waarmede een goed landheer rekening heeft te houden. Egon had met de grootste aandacht naar den heer Von Osternau geluisterd. Diens woorden haddon by hem eene reeks gedachten opgewekt. Ook hy bezat een aanzienlyk riddergoed, Plagnitz, in West-Pruisen, dat by van zyne moeder geërfd had, doch over het richtig beheer waarvan hy zich niet bekommerde. Slechts éénmaal had hy zyn landgoed be zocht. Hy had eenige dagen in Plagnitz ver toefd en was daarna weder vertrokken, om, gelyk hy by zichzelven gezworen had, daar nooit weer terug te keeren. Het vervelende, aan een verbJyf ten platten- lande, in een groot heerenbuis, vei bondon, had hy zich niet kunnen voorstellen. De administrateur, aan wien het beheer van het riddergoed was toevertrouwd en die den roep genoot een by uitstek ervaron landbouw kundige te zyn, had voor niets anders ge voel dan voor tarwe en rogge, koeier. en schapen; geen verstandig woord TraS met hem of zyne vrouw over e^nig ap.Jcr onder, werp te spreken. Ily had zyn jongen meester door de stallen geleid, dezen de levensgeschiedenis van ieder paard, iederen os en iedere koe medegedeeld. Hy wist op zyn duimpje hoeveel kan melk de zwartgevlekte en hoeveel de bruine koe gaf, in het kort: hy had zyn jongen meester alles tot in de fijnste byzonderheden verteld en doen zien. Aan d!t allc-s en nog meer dacht Egon een oogonblik, toen hy door eene minder gepaste aanmerking van den luitenant in zyn ge- dachtengang gestoord werd. „U preekt voor doove ooren, neef!" zeide Albrecht. „De heer Pechmayer schynt het niet der moeite waard te achten zich door u te doen onderrichten." „U dwaalt, mynheer de luitenant", ant woordde Egon snel. „Ik heb niet alleen zeer aandachtig geluisterd, maar ook voordeel ge trokken uit hetgeen de heer Von Osternau my verteld heeft. Tot dusverre, ik moet h-. t eerlyk bekennen, had ik niet het minste ver« stand van de vpyze. waarop een landgp'* beboerd wordt. Of ik dit. nu zal l my ombekend, maar ec,^ oud. om te lecren." j>on, i Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 5