Feuilleton. Geld alleen maakt niet gelukkig. /mtsjcygifc*A-'JU-IHI*»*^?*! Morgennamiddag komt te Berlijn de com missie bijeen, waarin ook de gevolmachtigden der bond3rogeeringen zitting hebben, om te beraadslagen over de verdere maatregelen, welke in het rijksgebied moeten genomen worden. Volgons eone vertrouwbare mededeeling is te Berlijn nog geen geval van Aziatische cholera voorgekomen, hoewel eenigo sterf gevallen wegens bet snelle verloop der ziekte verdacht schenen. Braken, diarihee cndarm- catarrh treden overigens hier veel boosaar diger en veelvuldiger op dan anders; in de laatste week waren er dientengevolge 40 tot 60 sterfge/nllen, meerendeels onder kinderen. Met betrekking tot het gis teren gemelde overlijden der vrouw van een daar gevestigd koopman heeft het officieel onderzoek aan het licht gebracht, •dat cholera nostras oorzaak was van den dood. Bij verschillende heden aangegeven ziektegevallen is alleen diarrhee geconstateerd. Andere berichten van geneeskundigo zijde •uit Hamburg melden, dat do gezondheids- jpolitie aldaar hoogst gebrekkig is ingericht; de sanitaire inrichtingen blijken geheel onvol doende. Zoo heeft die stad met een half millioen inwoners slechts 11 ziekenwagens; gedurende 5 a 6 uren blijven de zieken en dooden liggen eer zij kunnen gehaald worden. In den loop van hedenmiddag zün er om streeks 300 nieuwe gevallen voorgekomen. Hedenochtend zijn er ongeveer 100 personen begraven, die aan cholera overleden zyn. De meeste gevallen komen voor in de arme stadsgedeelten by de haven. Bremen, 26 Aug.: Daar de havens aan -do Weser tot dusver vry zijn van cholera en •by den hier heerschenden gezondheidstoe stand geene aanleiding tot ongerustheid be staat, zullen do verschillende diensten der schepen van den „Norddeutschen Lloyd" ■geene afbreking ondergaan en naar do vast gestelde regeling plaats hebben. Hamburg, 26 Aug.Blijkens officiöole •opgave zyn hier verleden Woensdag 188 per sonen door cholera aangetast, van wie 32 stiorven, en gisteren tot den middag 90, van wie 41 zyn overleden. Te Altona stierven gisteren 8 personen aan -tie cholera. Havre, 26 Aug.: De offïciëele opgaven 'luiden als volgt: Op 24 Aug. van 4 uren des namiddags tot middernacht 18 gevallen, •waarvan 9 met doodelyken afloop; op 25 Aug. van des middags 12 uren tot midder nacht 46 gevallen, waarvan 21 met den dood •eindigden. Londen, 26 Aug.: Officiéél wordt be vestigd dat de twee vrouwen, die zich aan iboord bevonden van het stoomschip Gemma," •dat van Hamburg te Gravesend is aangekomen, -aan Aziatische cholera zijn overleden on dat •een derde persoon, eon man, zich in boden- kelijken toestand bevindt. Alle drie zyn Rus sische Israëlieten. Met genoemd stoomschip zyri nog vele Russische Joden aangekomen, die onder geneeskundig toezicht aan boord zullen blyven. Madrid, 26 Aug.: Do „Gaceta" bevat •een koninklijk besluit, waarhy de invoer in ;ttpaansche havens wordt verboden van lompen, beddegoed, onrijpe vruchten en groenten uit havens van Engelsch-Indié, de Zwarte Zee, 26.) Pechmayer wilde haar opnemen, om die zelf naar zijne kamer te dragen, hetgeen de oudo Hildebrandt echter niet wilde toestaan. „Ik zal dadelijk een bediende roepen", zeido hy, den jongen man de tasch, welke «leze reeds in de hand hield, ontnemende •en luidkeels meer dan eens roepende: „Johan!" „Waartoe zou dat dienen? Ik kan ze immers zelf dragen „Dat zou u niet passen, mynheer de gou verneur, evenmin als het zou passen, indien ik, de kamerdienaar van den genadigen heer, uwe tasch naar de kamer droeg." „Daar ik haar op weg naar het kasteel ook wel zelf heb moeten dragen, zal het nu r.iet hinderen, indien ik haar eenige schreden verder breng." I „Toch wel, mynheer de gouverneur! Zoo lang u buiten het kasteel waart, mocht u jtioen wat u wildedat ging niemand aan thans ochter zyt gij in het kasteel Von psternau. en, zooals de genadige heer zelf gezegd heeft, de leeraar van onzen jongen de Zeo van Azcf, de Oostzee, de kusten van Aziatisch Turkije, de Middellandsche Zee, de Golf van Finland, België en Frankrijk. De goederen der passagiers, zoomede wol, huiden, vellen on vederen, zullen ontsmet wordon. Woensd-agarond zyn teTriëst, voor het paleis van den stadhouder, een paar groote bommen ontploft, terwijl op een ander plein oen dorde bom sprong. Door geen der ontploffingen word eenigo schade aangericht. De noordeiyke krater van de Etna is weer sterk aan het werken. De lava stroom is zelfs verder gegaan dan die van voor eenige weken, zoodat nog onbeschadigde deelen van het land worden aangetast. Het stoomschip „Anglia", van de Anchorline, is in het Sellingham kanaal ver gaan. Binnen 20 seconden zonk het vaartuig. Van de 57 opvarenden werden 32 gered. 15 per sonen worden vermist. De „Anglia" was eene stalen boot van 3287 ton. Hot schip vertrok 23 Aug. van Calcutta naar Londen. Eene zeer aanzienlijke firma te Bradford, het huis Titus Salt Cie., bostuurdors van de fabriek van kapoen-fluweel „Saltaire", heeft een vergadering van aandeelhouders bijeengeroepen om de zaken te liquideeron. Zy zegt echtor, dat het actief, wanneer het met zorg te gelde wordt gemaakt, meer zal bedragen dan hot passief. Het huis geeft aan een paar duizend arbei ders werk. Men schryft het faillissement toe aan de werking van de Amerikaansche Mc' Kinley-wet. Het aantal gevallen van rood vonk neemt in Londen toe. Het ls gestegon van 3373 op 3460. Donderdag en gisteren werden 149 ïydors in de hospitalen gebracht. INGEZONDEN. VOLKSBELANG. Cholera-drnnk recept van 1866): Laudanum, 24 druppols (sterkte van toen). Pepermunt olie, 12 druppels. Hoffman, 90 druppels. Suiker, 2 theelepels. Zuiver water, 1 halve wynflescb. Men roero het laudanum, de pepermunt olie en de Hoffman-druppels met de suiker, en mengo er daarna het water by. Gebruik Eerste gift 4 eetlepels, 10 minuten later tweede gift, 2 eetlepels, en na nog 10 minuten, als derde gift, nogmaals 2 eetlepels. Later, zoo noodig, allo 10 minuten 1 eetlepel, tot op de komst van oen geneesheer. Voor zuigelingen »ij de eerste gift 1 lepel voor kinderen boven de l'/j jaar, 1 */2 a 2 lepels; voor kinderen boven do acht jaar, 2 a 3 lepels; de volgende giften naar even redigheid. Men stelle dezen drank gratis disponibel voor het volk by elkon buurtmeester, aan stations, enz. CORRESPONDENTIE. Ons wordt ver zocht door middel van ons blad nog eens, voor de zooveelste maal, te willen wyzen op den werkeiyk onhoudbaren toestand van hot Levendaal. Het stinkt er zóó, dat men er onpasseiyk van wordt. Kan men hier niets doen voor desinfectie, door b. v. teertonnen te branden, of moet men het maar zoo laten als het is? 't Is, zegt de inzender, eene schande voor Leiden, dat men do naderende cholera zoo vriendeiyk gaat ontvangen. Des menschen leven. De Harmonie concerten, dezen zomer door het stafmuziekccrp8 van het vierde regiment infanterie in den tuin van „Zomerzorg" gege ven, zullen a. s. Dinsdag-avond worden beslo ten met een programma, waarop een geheel nieuw toonwerk voorkomt, dat nog nooit werd uitgevoerd. Componist daarvan is de heer J. G. C. P. Peerbolte, oen Vlaming, die zyne „móiitatione religioso" zelf voor harmonie heeft gearran geerd en don heer Gottfried Mann alhior heeft verzocht het door diens orkest te willen laten uitvoeren. Deze lieoft het daarop laten instu- deoren. Naar wy vernemen, moet het werk inder daad eene eigenaardige, zelfs vreemde com positie zyn, nu en dan met eene zonderlinge instrumentatie, waarby zich ook vocale ge deelten aansluiten, en waarvan het moeilijk is, zonder eenige inlichting, iets te begrijpen. Wy meenen daarom den bezoekers van het volgende concert geenszins een ondienst te doen met hun hier vooraf in korte trekken den gedachtengang van den componist van „Des menschen leven" mede te deelen Vrooiyk, onbezorgd (als Hollandsch ernstig kind) treedt de „Mensch" het Loven in genietend van bloemen en geuren, dartelend, met illusies vervuld. Maar als met oen tooverslag voelt hy in zich eene nog ongekende snaar trillen; eene snaar, dio spreekt van hope, verlangen die aan zyne zi9l do ge wone kalmte en dartele speelschheid ontneemt, en hem doet „hangen und bangen"....: jeugdige, onschuldige Liefde, zyne „Lente des Levens!" Een ongekend, opgewekt verlangen doet eon storm opsteken over 't hoofd der gelieven. Helsche geesten, dor zonde macht, lokken, zweepen, steeds sterkor, opzweepend hom mede. Satan zelf stelt er 't meest belang in, en spoedig huilt en giert het als een wervelwind, dol, over het hoofd des armen „Menschen", en heft het Duivelskoor blik semend verlicht zyn schaterlach en triumf- kreet aan. De Mensch, aan de somberste wanhoop ten prooi, levensmoede, doodolyk gowond, alles verloren hebbende, treedt daarna voor oogen, handenwringend, weeklagend, bij zyno eerste smartkreten door den Satan sar castisch begeleid, als 't ware om het diepst zijner ziel en zyn gansche ideaal te vertrappen. Steeds omgeven den Mensch sombere, drei gende geesten, en als een laatste oordeel klinkt hem het dreigend bazuingeschal in de ooren, hem als 't ware zyn lot voorspellend. Doch neen, niet alzoo! Eene onbekende stem roept hem tot het leven terug. „Wat slaapt Gy, o Sterveling, ontwaak, keer terug tot het LevenSteeds sterker wordt die drang, en als de laatste klank in echo verdwijnt, hoort hy plotseling in de verte een koor vrome monniken oen gebod zingendezelfde onbekende stem, die hem tot het leven terug- riep, wyst hem nu op het Ideaal. Daarheen, daarheen, Sterveling, daar vindt Gy uw God, en don eeuwigen, ziolereinen vrede! Dp strijd ontbrandt in zyn binnenste: Mensch zyn, mensch willen wezen, nog be minnend met den gloed der „Liefde", maar verworpen on verwerpend, weerklinkt woder de stem, die hem aan zyn lentetyd der „Roze" herinnert, en vindt weerklank in zyn bin nenste. Plotseling breekt echter eene hoogere stem dien klank af, met geestdrift en klem hem voor het laatst op het Ideaal wijzende. Smachtend heft hy den blik, maar even spoe dig zinkt zyn hoofd ter neer, somber en drei gend klinkt de waarschuwing. Klagend, wee klagend stemt de wereld mer'e in, ook over Haar lot. Myn God, waarheen? is de doffe wanhoopskreet, zuchtend, bezwijkend als laatste woord. Do kleine pauze, hier volgende, laat den mensch in dien toestand eene korte pooze, en eindeiyk weerklinkt breed, ook in zyn bin nenste het lied der overwinning. De over winning van het reine, goede, der „Liefde voor Allen" (zooals Beethoven zegt „Dieser Kuss der ganzen Welt") cn gelaten- en tevreden geeft de „mensch" den laatsten adem. „Vaarwel, o Leven, Liefde! zelfs in zyne laatste oogenblikken nog opwaarts strevend. Programma ran Muziekuitvoeringen. MUSIS 8ACRUM. Zondag 28 Ang., te halfacbt. door bet Stafinnziekcorps van het 4de Regiment iDfanterio, directeurdo Hcor Gottfried M&nn. Eerste afdecling: No. 1. Klokkenmarecb, G. Mann; 2. Oaverturo: „Piqué Dame", F. v. Suppó; 3. „Me n Tranrn", Waltzor, E. Waldteufel; 4. Fantaisie de l'Opéra do Léo Delibes Jcau do Nivelle" (Op ver zoek), V. Bonnelle. —-Tweede afdeeliog: No. 5. O a ver tare„Ray Bite", Mendeleeobn: G ..Le» Erinnves", Divertiseemont (Op verzoek), J. Massenet 7. ei Ar du Stabat-Mater, G. Roesini; b. Cléopatro, Corcort-Polka voor riston, E. Damaré;8. Fantaisio übor Motive sns O. M. Von Weber's Opor „Der Freischütz", G. ManD. ZOMERZORG. Dinedag 30 Ang., dos avonds te halfdcht, laateto Harmonie-Concert, door bet 8tafmn- ziekcorps van het 4de Regiment iDfanterio, directeur: _de Hoer Gottfried Madd. Eerste af-ioelingNo 1. FaDfsni-Marech, Suppé2. Ouverturo „Les Diamanst de la Couronne", Auber; 3. „Lob Patineurs", Valeo, E. Waldteufel; 4. a. Elea's Goeang an dio Lüfte aus „LobeDgrin" (arr. Mann), R. WagDer; b„Le RossigDol", Valse-Ariotte (arr. Mann), Léo Delibes; 5. Fantaisie over eigen Liedoren, G. ManD. Tweede- af colingNo. 6. Ouverture: Guillau-ie Teil", O. Roesini7Dee Menschen" Loven. Méditationo roligioso (lote Uiiv.), J. G. C. P. roerbolic; 8. Concertstuk voor Es-CUrinot, Op. 97 (Op verzoek), G. Mann; Fantaisie op Motieven van de Opera „Cavalleria Rasticana" (lete Uitv.), Pietro Maacagni. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek WEEK van 15 tot 21 Augustus. Datum. Uur Aantal. Gem. Eng. Öfjuidk. 15 Aug. 7.80 9.30 7 16.4 1G 7.30 9.30 8 JG 8 17 7.30 9.45 7 16.6 18 7.80 9.30 8 16 4 19 7.30 9.30 7 16.4 20 7.30 9.45 8 16.G 21 7.30 9.45 8 16.G Dit boteekent: Wanneer men 6 oubic feet 141.® liters por uur van zulk gas verbrandt in een Sugg'e London-Argand-8tandard burner No. 1, met 21 gaatjes, wordt oen licht verkregon, dat in sterkte gelijk staat mol 1G.4, 1G.8 enz. Staudaardkaaraon, waarvan elke ka?.rs 20 grains 7.8 grammen Rporuiacoti per uur verbrandt. to hebben laten inboezemen. Het liefst had hu de reistasch weder nedergezet en stond dan ook op het punt dit te doen, toen ander maal de gouverneur zich omwendde en den kneuht opnieuw een zóó dreigende blik trof, dat hu als het ware sidderde. „Dat zal ik je op een anderen keer wel inpeperen, lomperd", bromde Johan tusschen do tanden, doch zoo zachtjes, dat hU, tot wien deze woorden gericht waren, ze niet ver stond. Daarna nam hy de reistasch vaster in de hand en met tegenzin gehoorzamende, volgde by den gouverneur; hy kon echter niet nalaten op zyn weg door den corridor, de trap opgaande en weder in een corridor komende, zoo nu en dan eenige vloeken en verwenschingen, doch onvorstaanbaar, aan het adres van Pechmayer te richten. „Dit Is uwe kamer, heer gouverneur!" Pechmayer werd aangenaam verrast, toen hy, uit de halfdonkere gang, een groot, flink verlicht en vriendelyk vertrek, van twee ramen voorzien, binnentrad. Het was niet overladen, maar toch zeer goed gemeubileerd In een oogenblik nam Pechmayer pools hoogte. Wordt vervolyd.) heer, en moogt u dus geen knechtswerk ver richten, mynheer de gouverneurI Johan! Johan! Waar blyft toch die luie lummel?" Men hoorde eene deur opendraaien en op de gang iemand loopen. „Hy komt aankruipen geiyk eene slak. Het is een schandaal met dat luie bediendenvolk", mompelde de oude Hildebrandt geërgerd. Toen de gangdeur geopend werd en do bediende op zyn doode gemak te voorschyn kwam, kroeg deze een niet mis standje en vervolgens last de reistasch van den gou verneur op te nemen en naar diens kamers te brengen. Johan beschouwde den vreemdeling van het hoofd tot de voeten met een minachtenden blik. Hy vergeleek zwygend diens havelooze kleeding met zyne eigen sierlyke livrei. Van dien man, die er als een bedelaar uitzag, zou hy de reistasch moeten dragen? Hy had immers gezien hoe deze als een gewoon handwerksman over de plaats gekomen was, zyne tasch aan de punt van een stok over den rug dragende, den stok, welke nog in den hoek van de gang stond. Zyn bedienden- trots kwam in verzet tegen de opdracht zulk een man van dienst te moeten zijn. „Ik ben er tech niet toe aangesteld, om hem te bedienen", bromde hy, maar nauwe- iyks waren deze woorden geuit, of de vreem deling, die plotseling een ander mensch scheen geworden te zyn, wendde zich om en zag den bediende met zulke doordrin gende oogen aan, dat deze van schrik terugweek. „Neem oogenblikkelyk do tasch op", sprak hy op een zóó vasten, dreigenden toon, dat de vreesachtige lummel dadelyk gehoorzaamde. „Goed zoo, mynheer de gouverneur! Gy zult wel spoedig hot luie en verwaande bo- diendenpak respect weten in te boezemen. De tanden maar laten zien, zy verdienen niets beters", zei de oude Hildebrandt, die pleizier scheen te hebben in de wyze, waarop de knecht werd terechtgezet. „Wanneer de jongen het weder mocht wagen onbeleefd tegenover u te zyn, zeg het my slechts, dan zal ik hem wel eens helpen; hy is dan den langsten tyd hier in het kasteel geweest. Nu zal ik u, met uw verlof, voorgaan." Hildebrandt deed gelyk hy gezegd had en liep tot het einde van do gang, welke naar do hoofdtrap van het kasteel voerde, terwijl Pechmayer volgde. Een oogenblik bleef Johan staan om te overleggen. Iiy gevoelde er schaamte over, zich door een enkelen dreigenden blik vrees

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 3