I
plaats heeft; na een hair uur is doze in de
meeste gevallen niet meer mogelyk.
a. Onmiddellijk na de eerste ontlastingen,
van beide kanten, ontkleedo men den patiënt
geheel en wikkelo hem in drie wollen dekens
krachtige en aanhoudende wrijvingen mot
verhittende vochten, totdat de huid haro nor
male warmte terugkrijgt (36 a 37° Celsius).
Blijven na ongeveor tien minuten wrijven
onze pogingen ijdel, dat neme men zijne toe
vlucht tot electriseoringen. Een der electroden
plaatee men in eene dor handen des lijders;
de andere schuift mon langs het gansche
lichaam voort, te beginnen van het hart on
eindigend© bij het hart. Deze bewerking her-
hale men ora de tien minuten tot er reactie
komt. Tegelijk met deze operaties geve mon
den patiënt inwendig om de 10 a 15 minuten
2 korrels arséniate de strychnine en 2 korrels
arséDiate de quinine, 1 korrel hyosciamine
en 1 korrel camphre mono bromé.
Den brandenden dorst lessche men door klein9
stukjes ijs in den mond te leggen. Verder
zal men zorg dragen, dat de kamer om hot
half uur of uur ontsmet worde met chloorkalk
of carbolzuur; van één kant dient de kamer
toevoer van versche lucht te ontvangen.
b. Is de gevoelloosheid verdreven en keert
de warmte over het lichaam terug, dan stake
men de behandeling a, en geve den patiënt
in om de vijftien minuten met rhum gearo
matiseerde warme Chineesche thee; 3 korrels
arsóniate de strychnine, 3 korrels aconitino
en 3 korrels digitalino. Deze medicynen dienen
om de innervatie, de circulatie en de diurëse
volkomen te herstellen. Zoodra hy trans
pireert stako men deze behandeling; tevens
ontdoe men hem van zy'D© wollen dekens,
trekke hem warme en lichte kleeren aan,
geve hem een ander bed en indien mogelijk
eene andere kamer.
c. Daarna om de aanvallen te voorkomen
om het half uur: 2 korrels arséniate de
quinine, totdat het aantal van 40 mG. is
bereikt.
Om den zieke te versterken, geve men hem
mageren bouillon en goeden champagne by
kleine teugjes.
d. Gedurende twee weken zal de herstel
lende zich aan het dagelyksch gebruik van
strychnine en quinine (arsóniates) moeten
onderwerpen.
De dosis is 2 mG. quinine en 0.5 mG.
strychnine, tien keer per dag.
Dat is de methodische behandeling der
Aziatische cholera, gebaseerd op haar ontstaan
en hare ken teek enen. Deze methode werd in
de jaren 1885 en 1886, toen de Balearen on
een gedeelte van het zuiden van Spanje door
eene cholera epidemie werden geteisterd, toe
gepast en allen, die binnen het half uur op
die wjjze behandold werden, genazen; terwyl
dogenen, die na dat tijdsverloop onder behan
deling kwamen, grootendeels stierven (87 pCt.)
Ook te Batavia werd deze behandeling ver
leden jaar met succes toegepast, redenen ge
noeg om haar, indien het onverhoopt mocht
noodig z\jn, zoo algemeen mogelyk te maken.
Op grond van hot bovenstaande wordt hot
publiek dan ook ernstig in overweging gege
ven do voor cholera bestemde medicamenten,
vooral als or werkelijk eene epidemie mocht
zijn uitgebroken, in huis te hebben.
In den cholera-tijd is de grootste dwaas
heid, welke men begaan kan, zich te verlaten
op zijn geneesheer; voor en aleer hy komt,
do medic\jnon bostold en aangekomen zyn,
verloopen minstons dertig minuten. Hot „te
laat", dat vreeselijk woord, kan dus velen
bittere tranen doen storten.
„Philanthropos" eindigtin bovenvermeld blad
zyne raadgevingen, waarop wij op verzoek reeds
nu de aandacht vestigden, met de uitnoodi-
ging aan do geneesheeron om do middelen,
ontleend aan de alcaloïdothorapie, zooveol
mogelijk hun patiënten aan te bevolen, opdat
in den vervolge de slachtoffers van dien geesel
des volks tot een minimum worden gebracht
zoo doende zullen z\) tevens hulde brengen
aan de nieuwe pharmacopea; eer© wien eere
toekomt!
KOLONIËN.
BATAVIA, 20-22 Juli. (Vervolg.)
Omtrent de Minahassa-zaken schryft men
aan de „Sow. Ct." uit Batavia nog het
volgende
De aanbeveling van den Daad van Indië
om resident Stakman naar het veilige Bangka
te eseamoteeren en daardoor gelegenheid te
v-erkrygen dezen hoofd-ambtenaar te sau-
veeren, zal weinig baten. Dy wind is ton
eenenmale omgeslagen, en tegenwoordig is
Jiion, ültlians voox zooverre do M;nahassa-
z&kok botreft, er slechts op uit, zoo min mo
gelijk nieuwen aanstoot te geven aan de
publieke opinie, die zich ditmaal zoo krachtig
en schier eenstemmig zelfs heeft geuit,
dat men haar niet langer kan ignorceren,
nog minder opnieuw in het aangezichtslaan.
Wat de zaak zelve aangaat, er is thans
besloten tot publiceering van het (gansch
omgewerkte en op geheel nieuwen basis op
getrokken) rapport-Gailois, zoomede tot de
pensionneering van den resident, niettegen
staande Z. E., vooringenomen door Stakmans
rapport van 1890, (in de „Indische Gids" van
Mei jl. gepubliceerd) dezen weinig verlichten,
doch daarentegen hoogst arbitrairen hoofd
ambtenaar aanvankelijk wilde handhaven, het
mocht kosten wat het wilde.
Tegen het zenden van eene expeditie
naar Lombok, hoezeer ook noodzakelijk ge
rekend, al ware het alleen wegens de meer
dan uitdagende houdiDg, door den radja
tegenover de regeering aangenomen, is, ge
lijk reeds werd gemeld, een ernstig bezwaar
gerezenop het eiland heersoht namelijk de
cholera.
Volgens de „Java Bode" beschouwt de be
volking van het eiland do cholera, die er
vreeselyk moet heerschen, als eene straf des
hemels voor do handelingen van den vorst,
die het ook om andere redenen met zyne
grooten en zyne onderdanen te kwaad heeft,
weshalve hy, uit vrees voor zyne veiligheid,
van Mataram naar Ampenan is gegaan. De
regeering verwacht dat do radja door een
en ander gedwongen zal worden het hoofd
in den schoot te leggen, zoodat geene expe
ditie zal noodig zyn.
Van den resident van Menado is het
volgend telegram ontvangen, gedagteekend
Taroena (Groot-Sangi), 21 Juni jl.
„De omtrek van den Awoe van af Taroena
tot Taboekan N.-W. gedeelte van het eiland
geheel verwoest. Het overige gedeelte van
het eiland heeft wel geleden, doch kan zich
in zes maanden herstellen. De klapper- en
rijstoogst echter is voor een geheel jaar ver
nield. Last gegeven aldaar onmiddellijk aard
vruchten en miloe te planten. In het geheel,
voor zoovor thans bekend, 2000 personen om
gekomen; van 1500 reeds de namen bekend;
500 nog vermist. Van de gewonden nog een
100 tal onder behandeling op verschillende
plaatsen. Door de spoedige toezending van
ryst en zout is hongersnood voorkomen. In
de eerste 4 maanden zal nog in de behoefte
moeten worden voorzien. Bouwmaterialen,
matten en dekens, enz. zal zooveel doenlyk
het Sangi-comité aanvoeren. Stoomschip
„Zeemeeuw" vertrekt heden naar Menado om
het hoog noodige te halen en keert dan
onmiddellijk naar Taroena terug. Ga morgen
het eiland rond om de noodige regelingen te
treffen. De eerst© G maanden kan de bevol
king alleen voor zichzelvtn werken, waarom
het gelaston van heerendiensten gedurende
dien tyd verboden is. Materialen controleurs
woning voorhanden Alleen loods ingestort,
die bereids hersteld is. Door gevallen regens
en het spoedig doen begraven van lyken
gevaar voor epidemie geweken."
Aanval op hel établissement der firma
Dc Lange cn Co., te Klelaboeli.
In den nacht van 21 op 22 Juni jl., circa
halféén, werd de tydelyk gemachtigde der
firma, J. H. Waldschmidt, uit den slaap ge
wekt door het geschreeuw eener inlandsche
vrouw, die om hulp riep. Onmiddellijk ter
been, snelde hy, met eene revolver gewapend,
de dour uit, niet wetende wat hem te wachten
stond. Doch dadelyk daarop vernam hy het
gekerm van zyn slager. Terstond zag hy het
gevaar, waarin hy verkeerde, en riep, terwyl
de wakers uit het verhoogd schilderhuis op
den vyand vuurden, zyn ander volk te zamen;
riep ook van uit zijne woning op 40 passen
afstand den commandant der benting toe,
dat de vyand op het erf en reeds uén van
het personeel gewond was. De commandant,
de 1st© luitenant Krull, en de 2de luitenant
Verbrugh, (officier van het Holl. leger), snelden
met den meesten spoed ter hulp, een spoed,
zóó groot, dat de vyand, die in hinderlaag lag,
geen tyd had om terug te trekken. De 2de
luitenant Yeibrugh onderzocht in allerijl het
terrein van het établissement aan den zeekant,
waar honderdon Atjehers verscholen hadden
kunnen zyn, zonder dat dezen te zien waren,
voor en aleer men boven de gaten en holen
der rotsen staat, alleen verlicht door twee
lantaarns, op tamelijk grooten afstand van
elkaar, waardoor dat onderzoek zeer gevaarlijk j
was. Met spoed marcheerde hij weder af, j
snelde zyn commandant na, diu zich met i
zijne troepen buiten naar het zeestrand had
begeven om den vijand op te pikken, die
trachtte af te trekken, omdat hy gemerkt
had, dat er onraad was. Maar hy had buiten
den waard gerekend. Misleid door de duisternis
(het was vreeselyk donker) stuitte do troep op
den vijand, die geen vyf pas van hem af in
hinderlaag lag, waarop de luitenant Krull
een Atjeher a bout portant met zyne revolver
neerschoot.
Het attaqueeren met snelvuur en het hoezee
der aanvoerders brachten den vijand, die volgens
later ingekomen berichten den troep in getal
sterkte verre overtrof, in vertwijfeling, daar
hem de terugtocht was afgesneden. Van
beide zijden werd kort, maar krachtig opge
treden en gevuurd, en de vyand baande zich
gedeeltelijk met de klewang een doortocht,
waardoor by ons een Europeesch en een in-
landscli fuselier gewond werden. De inlandsche
fuselier Pawirodikrom, mede één der eersten,
ontving tevens een salvo van den vijand,
waardoor hy drie schotwonden bekwam en
waaraan hy naar alle waarschynlykheid ook
onmiddellyk is bezweken. Onversaagd gingen
beide officieren met hunne troepen vurende
voorwaarts, alles in zee dryvende en neer
schietende wat hun voor den voet kwam.
Onder het attaqueeren werd het terrein door
lichtfakkels van uit de benting door den
reflector verlicht, zoodat na de laatste schoten
het terrein kon worden onderzocht. De moed,
voortvarendheid en het krachtig, niet weifelend
optreden, waarmede beide officieren voorwaarts
gingen, gaf hun al dadelyk een schouwspel
to zien, een krygsman waardig, die lagen
sluipmoord en diefstal straft.
Twee Atjehers lagen op het terrein, twee
spoelden 's morgens uit zee aan, één met een
schot in het hoofd stierf onderweg by het
'"klapperbosch en één werd door de zee ver
zwolgen. Volgens berichten had de vyand
eon verlies van zes dooden, waarvan vier in
onze handen, met achterlating van eene revolver
(bull-dog), een achterlaad- en een tromplaad-
geweer, drie klewangs, drie patroontasschen,
twee rantjongs, hoofddoeken, waarvan een
met een bos sleutels, etc.verder twee gevulde
granaten, met een schop, om ze waarschynlijk
ergens in te graven. Aan onze zyde hadden
wy het verlies te betreuren van een inland-
schen fuselier, met een klewanghouw en drie
schotwonden.
- Een Europeesch fuselier ontving een kle
wanghouw over den rug; de riem van zyne
patroontasch was totaal doorgeslagen en daar
door de wond minder diep en gevaarlyk. De
slachter bekwam een klewanghouw over den
rug van ruim 2 decimeter lengte. By het
schouwen der uit zee aangespoelde Atjehers
herkende hy één zyner aanvallers, terwyl
volgens berichten de tweede zyn graf in de
golven vond.
By het in zee dringen van den vyand kon
deze niet achteruitwyken, daar de gemachtigde
der firma hem van achteren met geweervuur
bestookte.
Waarschynlyk was het doel van den vyand
om de veekraal door granaten voor een ge
deelte te doen springen, en in de verwarring,
daardoor ontstaan, het vee weg te voeren;
doch daar hun spits stuitte op den slachter,
die juist het te slachten beest den hals had
afgesneden en bezig was het blood weg te
vegen, kropen twee van hen uit zee op hem
af en brachten den onschuldige een houw
toe, terwyl toen eerst door de wakers werd
opgemerkt wat er gaande was, omdat hun
uitkyk naar de andere zyde was gericht.
Te Melaboeh wordt 's nachts te 12 uren
voor de twee daaraanvolgende dagen geslacht
voor bet garnizoen.
Ziedaar, waardo redacteur, zoo eindigt „een
ooggotuige" zyn verslag aan het „Bat. Nbl.",
ter aanvulling van het gisteren vermelde
regeeringstelegram, een waar verhaal van het
voorgevallene en ik hoop er myn doel mede
to hebben bereikt, dat dien beiden braven
officieren met hunne minderen de belooning
niet onthouden zal worden voor de edele
zelfopoffering, die zy aan den dag legden om
hun ovenmensch te heipon; want waren zy
niet met zooveel moed en vlugheid ter hulp
gesneld, de vijand had van uit de versterking
geeno verliezen bekomen, daar hy, gedekt ach
ter rotsen aan het zeestrand, voor de belting
onzichtbaar was, en zou zyn aanval in den
morgenstond waarschynlyk hervat hebben,
daar het dien nacht zóó donker was, dat men
op drie passen afstand niets kon onderschei
den, waarom ook de luitenant Verbrugh tot
den morgen in hinderlaag bleef, om to voor
komen, dat de vyanden hunne dooden en
wapenen kwamen weghalen, welke zij haddon I
achtergelaten.
Ook mag een woord van dank worden ge
weten aan den braven on kalmen officier van
gezondheid dr. Kleyer, die op het oogenblik,
dat beide officieren uitrukten, te gelyk met
den aan zyne taak verbonden dienst het com.
mando over de benting op zich nam en z(jr>
hulp verleende aan den zwaar gewonden
slager en den Europ. fuselier, die na elkander
werden binnengebracht. De inl. fuselier Pawi-
rodikromo was reeds dood vóór hy van het
terrein werd weggedragen.
En hiermede eindig ik weder eene bladzijde
voor de geschiedenis, die door velen, zoo ik
hoop, hare leerryke zyde mag hebben.
WEST-IND1Ë.
PARAMARIBO, 4 Augustus.
Tot adjudant van den Gouverneur is be
noemd de 1ste luit. by de schuttery Th. J.
Juda.
Jhr. mr. J. L. W. C. Von Weiier, lid var.
het Hof van Justitie, is aangesteld tot rechter
commissaris, belast met de instructie der
strafzaken, voor het 2-jarig tydvak, ingaande
19 Oct. 1892.
Uit Niekerie wordt geschreven
„Het is hier thans akelig. Ziekten en sterf
gevallen, aanhoudende en zware regenbuien,
stank van begraven menschen (sic!), ja zelfs
wat nog de kroon op dit alles zet, niet lang
geleden word met voorkennis of op last van
den commissaris vlak naast den aanlegsteiger
eene doode koe begraven. Die steiger staat op
het Noordelyk gedeelte der stad; wy hebben
steeds Noorden- en N.-Oostenwind, hoe wjj
dus profiteeren van den stank en van de
daardoor waarschynlyk te ontstane pest, kan
u gemakkelyk raden. De stad staat akelig
onder wied, en do loozing laat veel, zeor veel
te wenschen over! Omtrent onze begraafplaats
kan ik u mededeelen, dat het oneindig beter
ware als men de lyken in het midden van
de rivier zakte of daarvoor een crematie-oven
oprichtte, dan zo hun weg naar die begraaf
plaats te doen vinden. Ijzingwekkend is het
om te zien hoe by het begraven van eenlyk
3 a 4 mannen de doodkist in den kuil naar
beneden in het water moeten duwen om die
met aarde te kunnen bedekken. Naar ik hoor,
is or een adres opgemaakt, dat per deze mail
aan onzen Landvoogd zal worden opgezonden
jammer is het echter, dat daarin de toestand
niet volledig wordt geschetst. Zonder twyiel
toch, als do Gouverneur zal zyn sngelicht
van hetgeen ons hier wedervaart, dat wyop
verandering van den akeligen toestand, waarin
Niekerie thans verkeert, zullen mogen rekenen.'
Men zegt dat de Gouverneur Niekerie zal
bezoeken.
Gemongd NUnw*.
Ten gevolge van het onweer,
dat Dinsdag te Parys woedde, zijn do kaaien
by het station te La Chapelle overstroomd.
De treinen konden niet door. Tusschen do
Bastille en het station van Lyon hoerschte
dezelfde toestand. In vele winkels stond er
van 60 tot 70 centimeters water. Op de „Place
de la Rtpubliquo" drong het water in de om
nibussen, welke van richting moesten verande
ren. In de kelders van de werkbeurs stond
75 centimeters water. Op de lyn van Yin-
cennes is oen muur van 25 meters lengte in
gestort. Op de „Avenue de St.-Mande" werd
eene vrouw met een kinderwagentjo bijna
door den stroom meegesleept.
De bliksem is op verschillende plaatsen in- I
geslagen. Te Rouaan werden twee personen j
gedood. Te St.-Affrique zyn twee werklieden 3
gedood door eeno instorting en zes gekwetst. 1
Aan do Caney-kreek, een 50 mI
van Caney, op het Indiaansch Territoir (V.-St.), 1
zyn vier jongelieden van goeden huize uit
Denison, in Texas, die daar waren gaan jagen
en een kampeerwagen met al het noodige 3
by zich hadden, vermoord door een vijftal 9
koewachters of bandieten, die zich, na een
hartig maal van hetgeen do ongelukkigen
bezig waren te bereiden, met al wat eenige 1
waarde voor hen had, uit de voeten maakten- j
Een spoortrein remmer, die,
eenige weken geleden door oen hond gebeten,
dezer dagen door watervrees werd aangetast,
is thans onder hevige smarten in het gast
huis te Liverpool overleden.
Een jongen teSt. Jan-Steon, diel
door een zonnesteek is getroffen, is aan de I
govolgon daarvan overleden.
Een lievig onweer heeft Woeas-J
dagavond boren Brussel gewoed. De bliksem!
is te st. Jans-Moleubeek ingeslagou, en heelt,
naar men zegt, een werkman gedood.