fv 9973. Zaterdag 27 Augustus. A0. 1892. <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. Feuilleton. Geld alleen maakt niet gelukkig. LEIDSCÏÏ DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: ▼oor L«iden p«r 3 maanden.1.10. Franco per post1.4G. Afzonderltfka Nommera.0.06. PRIJS DER ADVERTENTIÉN Van 16 regela f 1.06. Iedere regel meer f 0.17|. Qrootere lettere naar plaatsruimte. Voor hot inca9seeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. Gemengd Nieuwi Men schryft ons uit Lisse, d. d. 24 Aug. 't Was heden feest voor de leerlingen der naai- en breischool van de dames Yan den Broek. Ter belooning en aanmoediging werd den getrouwen bezoeksters door bare onder wijzeressen een prettige dag bereid. Met een achttal brikken, daartoe door de eigenaars welwillend afgestaan, reden zjj onder het zingen van opgewekte bedjes door bet dorp en vervolgens naar Yeenenburg, waar de dag verder met tal van spelletjes werd doorge bracht, tot de schemering de vroolijke kinde ren, nog ieder van een prijsje voorzien, weer huiswaarts dreef. OpWoensdag 21 September a. s. zullen te Hoofddorp (Haarlemmermeer) van wege de daar gevestigde Wielrijders Vereeni- ging „Rechtuit" de volgende wedstrijden worden gehouden: lo. Wegwedstrijd, afstand 12 KM., open voor alle leden van den Algemeenen Neder- land8chen Wielrijdersbond, 3 prijzen, (medail les). Inleggeld f 1, te storten vóór den aan vang van den wedstrijd in handen van den penningmeester. 2o. Wegwedstrijd, afstand 6 KM., open voor alle leden der Wielrijdersvereniging „Rechtuit", 3 prijzen (Handicap). 3o. Wedstrijd in het ringsteken op véloci- pèdes, open voor alle leden van den Alg. Ned. Wielr.-Bond, 3 prijzen. Inleggeld f 0.25, te storten vóór den aanvang in handen van den penningmeester. De aangifte voor de wedstrijden moet schrif telijk geschieden bij den secretaris, te Hoofd dorp, liefst vóór of op 19 September a. s., de storting van het inleggeld bij den penning meester, te Hoofddorp, eveneens befst vóór of op 19 September a. s. De ophanden zijnde verjaardag van Koningin Wilhelmina belooft in het vorstelijk 's Gravenhage een „uitgaansdag" bij uitnemendheid te zullen worden. Immers, de „Haagsche Courant" van heden bevat eene advertentie van „acht vroolyke naaisters," die een gelijk getal patente jongens van boven de twintig jaar vragen, om daar mede op 31 Augustus gezellig uit te gaan alsmede eene annonce van „twee nette meisjes," die gaarne met twee dergelijke heeren in kennis zouden komen, om dien dag ge noeglijk door te brengen. Woensdag-avond is een conduc teur, dienstdoende op twee aaneengekoppelde tentwagens der Haagsche Tramweg-maat schappij, van de loopplank afgeslagen, op de hoogte van het hotel „Promenade" aan den Scheveningschen weg. Hy werd door den ach tersten wagen overreden en zoodanig verminkt, dat hij kort daarop don geest gaf. Zyn lyk is naar het ziekenhuis vervoerd. Te Rotterdam werd een 12-jarige knaap op het kermisterrein door een zonne steek getroffen en voor dood naar de ouder- ïyke woning overgebracht. Op de veemarkt stierven eenige varkens ten gevolge der groote hitteook eenige paarden moesten buiten dienst worden gesteld. De conducteur S., een ongehuwd man, in dienst van den Staatsspoorwegmaat- schappy op de lyn Emmerik's-Gravenhage, is het slachtoffer geworden van zyne mensch- lievendheid. Hy bracht een vrijen dag te Emmerik (zijne standplaats) door en wandelde langs den Ryn, toen hy een man, die een bad had genomen en om hulp riep, in de rivier zag spartelen. Onmiddeliyk sprong hy te water, doch zijne krachten waren niet tegen den sterken stroom opgewassen. Beide personen werden medegesleept en vonden den dood. Tegen een zakkenroller, die ge- durende de kermis te Utrecht op heeterdaad betrapt werd, is door den officier van justitie by de Utrochtsche rechtbank eene straf van 18 maanden gevraagd. Deze zakkenroller was als 15-jarige jongen in 1861 voor het eerst terechtgesteld en ver oordeeld, en was na dien tyd nog zesmaal in de gevangenis geweest, waarvan éénmaal voor den tyd van vyf jaar. Dinsdag-avond zyn op „Hot Hoog", te Bemmel, 5 boerenhuizen met bergen en schuren eene prooi der vlammen geworden. Zy werden bewoond door 7 gezinnen. Het vee werd gered, doch het grootste deel van den inboedel verbrandde. Zoogoed als alles was verzekerd. De oorzaak is onbekend. De schoenmaker L., in de Kleine Haddingestraat te Groningen, die gistermorgen al vroeg vrywat sterken drank genoten had, kreeg twist met zyn veertienjarigen zoon, die een knuppel nam en zyn vader daarmede eenige slagen op het hoofd toebracht. Deze waren zóó ernstig, dat aan het bureel van politie, waarheen L. vervoerd werd, door dr. Reyenga heelkundige hulp moest worden ver leend. Een meisje uit H a r 1 i n g e n, d a t een paar dagen voor pleizier te Hilversum was gelogeerd, is daar uit de stoomvélocipède gevallen, met het gevolg, dat haar been hevig beschadigd werd. By den heer H. ingedragen, werd haar geneeskundige hulp verleend door twee doctoren. Gisteren heeft het baden op eene onveilige plaats in de rivier de Lek, by Leksmond, het leven gekost aan een 16- jarig jongeling, den oudsten zoon uit een gezin. Niettegenstaande alle waarschuwingen was de jongeling te ver gegaan. Eenige zalm- visschers hebben met een zegen 't lyk op- gevischt. Wegens gebrek aan werk zyn aan de koninklyke fabriek „de Schelde", te VIi8singen, in de laatste weken een paar honderd werklieden ontslagen. Zes gewapende roovers te paard hebben, geiyk reeds met een paar woorden werd gemeld, in den omtrek van Catania (Italië) baron Spitaleri en zyn zoon gevangen genomen en eene aanzienlyke som als los geld geëischt. Daar de baron die som niet verschaffen kon, zoo waren de roovers op het punt om de twee gevangenen naar het gebergte te voeren. De gravin Giancialo, die getuige was geweest van de gevangenneming, bood toen aan naar haar niet ver van daar verwyderd landgoed te gaan en eene som voor de invryheidstelling van baron Spitaleri en zyn zoon te halen. De roovers voerden hunne gevangenen nu niet naar het gebergte, en de gravin Giancialo kwam met 50,000 lire terug. Doch de roovers waren hiermede niet tevreden en begaven zich, terwyl zy de gravin met hunne dolken dreigden, naar haar landgoed, dat zy doorzochten, zoodat zy er 110,000 lire vonden. Deze som namen zy met de 50,000 lire, die de gravin hun had aangeboden, en stelden nu den baron en zyn zoon in vryheid. Heengaande kusten zy de hand van Spitaleri. Dit is de vierde aanval van dien aard van roovers binnen eene maand op Siciliö. Twee pogingen om treinen te doen ontsporen zyn in Amerika gedaan. By den Niagara-waterval werd opeens een wissel verzot, toen een trein er over reed, met het gevolg, dat de trein in tweeën werd verdeeld en het achterste gedeelte tegen eene brug aan reed. Gelukkig bleven zy daarop staan, zoodat er geene ernstige ongelukken gebeurden, be halve dat de brugwachters licht gewond werden. Een andere trein naderde juist met groote snelheid het station Reading, in Pennsylvania, toen de machinist opeens vier dikke balken op de rails zag liggen. Hy remde uit alle macht en wist nog te bewerken dat alleen de locomotief derailleerde. Niemand werd gekwetst. Eene verschrikkelyke ontdek- king. De gezondheidscommissie te St.-Peters- burg heeft den 15den Augustus by hare schouwing der verschillende huizen eene ver schrikkelyke ontdekking gedaan. In de Po- krowskaja bewoonden sedert lange jaren twee bejaarde zusters, de ambtenaarsdochters Sophie en Stepanida Tretjakow, een klein huis. Ondanks alle kloppen en roepen werd der commissie niet opengedaan, en in de woning heerschte eene stilte des doods. Dadeiyk klauterde toen de politie dienaar, die de commissie vergezelde, over eene heining van het tuintje; hy vond daar de 64-jarige Stepanida, onbekommerd over al het geweld aan hare huisdeur, bezig aan een moesgroenten- bed. De politie-agent opende nu van binnen de deur en verschafte de commissie toegang. „Wat wenscht gy? Waarom valt gy my lastig?" vroeg de vrouw aan de binnen- tredenden. „Maakt dat gy weg komt!" De opgewonden vrouw werd toen duideiyk ge maakt waarom hare woning bezocht werd, en het onderzoek nam een aanvang. Reeds in 't voorportaal kwam den heeren eene vreese- lyke lucht tegen, zóó erg, dat zy er van terugdeinsden. Die onaangename lucht werd nog ontzettender, toen zy den drempel der gemeenschappelyke slaapkamer der gezusters overschreden. Op het bed, waar de lucht van daan scheen te komen, lag een hoop smerige lappen en dekens. Het bed naderende, vloog een dozyn ratten verschrikt uiteen, waarby een afgeknaagd been op den grond viel. Men ruimde nu de lappen op en vond toen het reeds tot ontbinding overgegane lyk van de 74-jarige Sophie Tretjakow. Stepanida Tretjakow gaf op de vragen der artsen de tegenstrydigste antwoorden. De geneesheeren bemerkten dan ook spoedig dat zy mot eene krankzinnige te doen hadden. Dit bleek echter uit de verhalen der vrouw, dat hare zuster reeds in Mei was gestorven, en dat zy verzocht had niet te worden be graven. „Ik zal ook spoedig sterven, en dan kan men ons te zamen begraven," besloot zy. De „Nowosti," dit bericht mededeelende, voegt er aan toe, dat de ongelukkige twee maanden lang naast het lyk harer zuster heeft geslapen, en eerst naar eene andere kamer verhuisde, toen de ratten ook haar begonnen aan te vallen. De arme waanzinnige is naar een gesticht overgebracht. 22.) „Het verheugt my, dat u zoo precies op tyd zyt, mynheer Pechmayer", sprak hy, den jongen man vriendelyk toeknikkende. „Ik ben, volgens de aanbevelingen van den heer directeur Kramser, een oud vriend myner echtgenoote, er van overtuigd, dat u dezelfde nauwkeurigheid en plichtsvervulling by het onderricht van myn Frits bewaren zult. Slechts op ééno zaak wil ik u van te voren opmerkzaam maken, en wel op deze, dat ik my voorbehoud myn zoon zelf godsdienst- onderwys te verschaffon, daar ik vóór alles wensch, dat myn kind geheel naar de ziens- wyzen zyner ouders worde opgevoed." Een lachje speelde om de lippen van den jongen man, terwyl de heer Von Osternau deze woorden sprak, en hy maakte eene lichte buiging na ze te hebben vernomen. „Ik ben er u zeer dankbaar voor, dat u my van het onderwys in den godsdienst ontslaat", antwoordde hy; „ik geloof dat ik voor geen vak van onderricht minder talent en roeping bezit dan juist daarvoor 1" „Dat verwondert my. Volgens de aanbe velingen van den heer Kramser had ik het tegendeel gemeend." „Deze oordeelt, door zyne welwillendheid jegens my, over myne roeping en bekwaam heden zeker al te gunstig. Ik moet u open hartig verklaren dat er by my reeds twyfel is gerezen of ik wel geschikt zou zyn uw zoon te onderwyzen en op te voeden; of het niet eene soort gewetenloosheid van my is eene betrekking te aanvaarden, waarvoor ik misschien in het geheel niet deug. Ik heb het besluit daartoe opgevat in een oogenblik van opgewondenheid en had dit wellicht niet moeten doen. Misschien slaag ik er echter in alle moeilykheden te overwinnen, en waar naar ik verlang door behoorlyken arbeid iets goeds tot stand te brengen. Ik weetniet, of ik de daartoe noodige bekwaamheden, kracht en volharding zal bezitten, maar ik hoop zulks. Ik meende u deze verklaring schuldig te zyn, mynheer Von Osternau, en verzoek u met my eene overeenkomst aan te gaan, eene overeenkomst, waarby ik u nadrukkelyk het recht verleen my dadeiyk te ontslaan, wanneer ik de verplichtingen, welke ik op my neem, niet ten volle nakom." Met toenemende verwondering hadden de heer Von Osternau en zyne gade naar deze verklaring geluisterd, welke hun byna onbe- grypelyk voorkwam. Zy hadden met elkander blikken van verstandhouding gewisseld en de heer des huizes had er zelfs een oogenblik aan gedacht, of het niet het best zou zyn de heer Gottlieb Pechmayer maar weer naar huis te zendon eer deze nog zyne betrekking aanvaard had. De laatste woorden van den gouverneur stelden hem echter gerust; de bedoelde over eenkomst te sluiten kon niet gevaariyk zyn. Hy antwoordde dus: „Ik neem uw voorstel aan, hoewel my dat niet weinig verwondering gebaard heeft. Ik begryp niet recht hoe iemand, die de scholen bezocht en zyn examen gedaan heeft, eraan kan twyfelen, of hy de noodige bekwaam heid bezit om een zesjarigen knaap onder richt te geven." „Ik ben nog nooit gouverneur geweest." „Ah zooU twyfelt er dus aan, of gy er in zult slagen privaat-onderwys te kunnen geven. Dat is eene pryzenswaardige beschei denheid, welke my verheugt. In ieder geval zullen wy de proefneming wagen en, naar ik hoop, zal zy slagen. Eenige moeilykheden zult gy altyd te overwinnen hebben. Frits is een beetje woest. Het zal u niet gomak- keiyk vallen hem tot arbeid te krygen. En dan Lizel" „Lize? Ik vermeende alleen met het onderwyzen van een knaap belast te zyn." „Dat is zoo. Maar daar de heer directeur Kramser aan myne echtgenoote schreef, dat u zeer muzikaal waart, vermeenden wy, dat u ook onze dochter, gedurende een paar uren per week, muziekles zoudt kunnen geven. Ik ben zeer gaarne bereid u daarvoor afzonderiyk te betalen." „Daarvan mag geen sprake zyn. U hebt my vrygesteld van het geven van godsdienst- onderwys, en, in de plaats daarvan, wil ik nu gaarne les in de muziek geven." „U speelt, zooals de heer Kramser schryft, zeer goed piano en moet in het bezit zyn van eene schoone stem", zeide mevrouw Von Osternau, die het onderhoud tot dusverre met belangstelling gevolgd, doch daaraan niet deelgenomen had. „Men zegt het!" „De heer Kramser heeft my geschreven", antwoordde mevrouw Von Osternau op een ietwat scherperen toon dan zy gewend was aan te slaan, daar zy zich beleedigd gevoelde door het korte, van weinig achting voor den heer Kramser getuigende antwoord dos jongen mans. (Vervolg ommezijde

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 5