N#. 9972, Vrijdag 26 Augustus. A#. 1832. Leiden, 25 Augustus. Feuilleton. Geld alleen maakt niet gelukkig. (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van <§on- en feestdagen, uitgegeven. LEIDSCH DAGBLAD. PBIJB DEZEB COUILLNT: Toor Leidén por 8 meenden..f 1.10. Fronoo por post1.40. Alioodsrljjks Nommers.0.05. Met 1 September begint een nieuw kwartaal van het Leidsch Dagblad. Zij, die zich nu reeds op deze Courant abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers gratis. De leerling der hoogere burgerschool voor joDgens alhier B. M. Taverne, die onlangs het eindexamen met goed gevolg aflegde, is thans na vergelykend examen geplaatst als adsp.- administrateur by de Koninklijke Nederland- 6che Marine. Voor het examen Fransch, lager onder- wys, is geslaagd de heer W. Visser, van Lisse. De hertog Albrecht van "VVurtemberg heeft gisteren de residentie verlaten. Bij zyn vertrek naar Duitsehland deed de aartshertogin Margaretha van Oostenrijk, zyne verloofde, hem tot het Staatsspoorstation uitgeleide, waarna zy naar Amsterdam vertrok om er den dag door te brengen. Luitenant Metelerkamp keert heden naar zijn garnizoen Amersfoort terug, onder geleide van den officier van gez. C. J. Te Boekhorst. Omtrent de aanstaande komst van H.H. M.M. de Koninginnen te Haarlem verneemt men nog het volgende: Aan het station zullen door eene eerewacht der schutterij, onder bevel van den kapitein Klaasen, eerbewijzen worden bewezen. Op het Raadhuis in de Raadzaal zullen alle Raadsleden aan H.H. M.M. worden voorge steld. Hierop volgt een bezoek aan het museum, om de Schilderijen te zien van Frans Hals; een bezoek aan de Groote Kerk; een bezoek aan de inrichting der firma Joh. En schedé en Zonen en hierna wordt in de groote hal van het Raadhuis, die keurig zal zijn versierd, aan de vorstel yke bezoeksters een déjeuner dinatoire aangeboden. Vervolgens wordt een rijtoer gemaakt, waarbij ook Teylers museum en Kunstnijver heid zullen worden bezocht en de fabriek der firma J. J. Beynes met een bezoek zal worden vereerd. Het moet het plan van H.H. M.M. wezen vooral de arbeiderskwartieren te bezoeken, vooral omdat geene stad zoo rijk is aan coö peratieve bouwvereenigingen voor werklieden als Haarlem. Bij het vertrek zal de infan terie de eerewacht betrekken. De burgerij maakt reeds toebereidselen om de hoofdstraten feestelijk te versieren. De gemeenteraad van Haarlem heeft op 21.) Mevrouw Von Osternau zeide niets, maar had in gespannen verwachting hare oogen op de deur gevestigd. Zij had niet lang te wachtenreeds na verloop van eenige minu ten verscheen Hildebrandt, de oude kamer dienaar des heeren Von Osternau, ten einde kennis te geven, dat een zeer zonderling exemplaar van het menschdom, met eene reistasch op den rug, was aangekomen. De man noemde zich Gottlieb Pechmayer en zeide de door de genadige vrouw verwachte gouverneur te zijn, voor wien op de eerste verdieping reeds twee mooie kamers in orde waren gebracht. HU wenschte de genadige vrouw te spreken. Vol verwondering schudde de oude Hilde brandt het hoofd, toen zijne meesteres hem den last gaf, mijnheer den gouverneur dadelijk tot haar toe te laten; hij waagde het zelfs de opmerking te maken, dat het mensch geen gouverneur kon zijn, maar een vage bond moest wezen, wiens gestolen kleeding hem volstrekt niet paste. Desniettegenstaande moest hy er ten slotte PRXJB DEB AD VEBTENTTÊN Tan 1—8 regels fl.05. Ieder* regel meer 1T|. Grootere letten neer plaatsruimte. Year he) incasaeeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. voorstel van B. en Ws. besloten, aan Ged. Staten te verzoeken, dat dezen maatregelen mogen nemen, om de grensregeling tusschen Haarlem en Heemstede te wijzigen, zoodat de Haarlemmerhout binnen de grens van Haarlem komt. De begrafenis van den te Rotterdam vermoorden agent Van den Berg heeft gisteren plaats gehad. Aan het Ziekenhuis werd het l\jk afgehaald door de politie-agenten zijner afdeeling en de stoet passeerde vervolgens alle politiebureelen. Overal, namelijk aan de Witte-de-Witbstraat, de Pauwensteeg, do Kaasmarkt en de Meermanstraat, stond de politie met getrokken sabel in gelid en sloot zich bij den trein aan, zoodat aan de begraaf plaats 250 agenten den stoet volgden. Aan alle bureelon werd een krans op de kist ge legd en langs alle straten was bet, naar zich denken laat, zwart van belangstellenden. Op het kerkhof vormden de agenten een carré om het graf, terwijl de burgemeester, de hoofdcommissaris, de commissarissen en inspecteurs aldaar den stoet afwachtten. Aan de groeve nam de burgemeester het woord. Het was hem, zeide hij, behoefte hulde te brengen aan de nagedachtenis van een ambte naar der gemeente, die gevallen was als hot slachtoffer zijner plichtsbetrachting. Ieder, die zijn plicht doet, in welke betrekking ook, heeft aanspraak op achting en waardeering. Van den Berg was een bekwaam, braaf, degelijk, vertrouwd dienaar van politie, die zijn plicht kende en ook deed, toen het verraderlijk schot hem trof. Hy is met eere gevallen. Met hem is echter gevallen een trouw echtgenoot, goed vader van vier on mondige kinderen. Wat ook voor zijn gezin gedaan worde, het verlies van den man en vader is onherstelbaar. Do Almachtige God sterke het gezin daarin! Moge de hulde, aan de nagedachtenis van den overledene gebracht, hun eenigen troost geven. Aan de dienaren der politie riep spreker toe, dat het gebeurde hen niet zou weerhouden, met bezadigdheid, maar vastberaden hun plicht te doen. Hy hoopte op den steun van alle weidenkenden en dat do burgery zal inzien, dat de hulp, aan de politie verleend, moet strekken tot algemeen welzyn. Een vriend van den overledene bedankte voor de betoonde eerbewyzen en daarmede was deze treurige plechtigheid geëindigd. De weduwe van den overledene was met hare beide oudste kinderen by de begrafenis tegenwoordig. Hare droefheid roerde aller harten. Er wordt groote belangstelling getoond voor het lot der achtergebleven betrekkingen. Zoo wel by den burgemeester en aan de politie bureelen, als by de te Rotterdam verschynende dagbladen, komen giften in, ook van buiten de stad. Het stoomschip „Bromo", van Rotter dam naar Java, is 24 Aug. Port-Said gepas seerd; de „Burgemeester Den Tex" vertrok 24 Aug. van Batavia naar Amsterdam; de „Kaiser", van Hamburg en Amsterdam naar Oost-Afrika, passeerde 22 Aug. Ouessant. By koninkiyk besluit is aan jhr. C. Hartsen, staatsraad in buitengewonen dienst, oud-minister van buitenl. zaken, vergunning verleend tot het aannemen der versierselen van ridder 1ste kl. der orde van deRyzendeZon. Mr. Ph. H. Verbeek, gepens. West-Indisch hoofdambtenaar, is op zyn verzoek, met 1 Oct. a. s., eervol ontheven van de waarneming der betrekking van referendaris, chef van het bureau West-Indische zaken, by het departement van koloniën. Gemangd Nleiwa. De timmerman Nicolaas Kruit, die deze week by de verbouwing van het academisch Ziekenhuis alhier van eene der stukadoorsstellingen is gevallen en daardoor ernstig aan het hoofd verwond werd, is in genoemd gebouw, waar hy ter verpleging werd opgenomen, overleden, nalatende eene weduwe met vier kinderen. De overledene was verzekerd. Hedenmorgen omstreeks twaalf uren is de jongeling P. B., werkzaam in de fabriek van de firma Gebrs. v. W. Co., aan de Vestestraat alhier, door een noodlottig toeval in een kuip met kokende verfstof gevallen, waardoor hy gevaarly'ke brandwonden bekwam. Na aldaar eerst te zyn behandeld, werd de ongelukkige per vigilante naar het ziekenhuis vervoerd. Hedenmorgen had by de twee alhier in garnizoen liggende bataljons van het vierde reg. inf. eeno oefening plaats in het mobiliseeren, by welke oefening verondersteld werd dat beide bataljons moesten vertrekken zonder dat zy op de opkomende lichtingen moesten wachten. Ook de by den troep behoorende voertuigen moesten deelnemen aan die oefening. De voer tuigen, ten getale van 14, (van elk bataljon 7), waren gepakt, enz. De oefening werd verder j vervolgd doordat de voertuigen en paarden (getrokken door bespanningen van hot 2de reg. veld-art.) werden ingeladen op het 6poor en daarna weder ontladen, terwyl door den troep om 10 uren, na eerst geïnspecteerd te zyn door den majoor Mac Leod, de oefening werd voortgezet door het in- en uitsty- gen in spoorwagens te beoefenen, waarna de \roep te 11 uren weder kazernewaarts keerde. By dit in- en uitladen van paarden en voertuigen door de infanterie had echter een ongeval plaats, dat nog zeer gelukkig is afgeloopen. Toen nl. de met twee paarden bespannen karren de Morschpoort-kazerne verlieten, scheen één der 2 voor eene compagnieskar bespannen paarden, dat, waarop de artille rist zat, te schrikken of iets dergelyks, althans het rukte zich los uit het tuig, waarna het andere paard, zonder geleider en met de kar achter zich, het op een loopen zette, de Narmstraat insloeg en zoo de Beestenmarkt opholde, naar den kant van het water; by den waterkant gekomen, bleef echter het wiel van de kar achter een steenen paal zitten, waardoor het paard neersloeg en de kar tot stilstaan werd gedwongen. Onmiddellyk was hulp by de hand; het paard werd opgericht en scheen geen letsel bekomen te hebben, terwyl de kar aan verschillende zyden gebro ken was; het trekhout was stuk, alsmede eene spaak in het wiel, enz. 3 Tegelyk dat dit gebeurde, was eene tweede kar, langs het Ziekenhuis gaande en ter hoogte van „Amicitia" gekomen, omgeslagen en het was bepaald aan de vlugheid van den op een der beide paarden zittenden artillerist te danken, dat hy niet onder de vallende paarden kwam. Deze werden opgericht, ont daan van tuig en naar de kazerne geleid; met vereende krachten werd de wagen weder opgericht en daarna werd de tocht naar het station, doch nu getrokken door man schappen, verder voortgezet. Naar aanleiding Tan het bericht aangaande den lichten aardschok te 's Her togenbosch, deelt een bewoner van den Morsch- weg ons mede dat in den nacht van 23 op 24 Augustus ongeveer te 5 uren het geheele woonhuis dreunde als by eene aardbeving, alles rinkelde en eene deur openvloog, terwijl een rommelen als van donder werd gehoord en de lucht toch geheel wolkenloos was. Door het stoeien vaneenpaar jongens ging te Waddings veen een paard,, voor een wagen gespannen, op hol. De wagen tuimelde in de vaart en het paard werd te Zevenhuizen opgevangen. Één der jongens viel in eene zeis en bekwam een ernstige wond. toch toe overgaan aan het herhaalde bevel zyner meesteresse te voldoen en den heer Gottlieb Pechmayer in het woonvertrek voeren. Toen de verwachte in de door Hildebrandt geopende vleugeldeur trad, viel mevrouw Von Osternau andermaal hot contrast tusschen de uiteriyke verschyning van den jongen man en zyne houding en bewegingen sterk op. Hy hield den verfonfaaiden zwarten hoed met een zoo edelen zwier in de hand, als een jonge man uit de groote wereld, die op be zoek komt. De buiging, waarmede hy eerst de vrouw en daarna den heer des huizes be groette, was onberispeiyk, ongedwongen en daarby toch eerbiedig. Zyne groote, donkere oogen richtten zich gedurende de korte begroeting uitvorschend op mevrouw Von Osternau, daarna zagen zy scherp den heer des huizes aan, om ze in het volgend oogenblik bliksemsnel door het geheele vertrek te laten dwalen. Do bevangenheid en schuchterheid, welke aan het leven in de hooge standen niet ge wende jonge menschen meestal bij de eerste ontmoeting met hooger geplaatste personen aan den dag leggen, waren den heer Gott lieb Pechmayer blykbaar volkomen vreemd. Hy liep regelrecht op mevrouw Von Osternau toe en nog eenmaal voor haar eene lichte buiging makende, zeide hy zeer kalm: „Mevrouw, ik heb de eer my, als de door den heer Kramser aanbevolen candidaat, Gottlieb Pechmayer, voor te stellon. U hebt de goedheid gehad den dag, waarop ik de voor mij gewichtige betrekking zou aanvaar den, tot heden te verschuiven; ik betuig u daarvoor myn hartelyken dank en ben nu vol komen bereid, naar myne beste krachten, myne verplichtingen na te komen. Ja, ik ver klaar u, ik verlang er naar, om in arbeid myn levensdoel to vinden. Al hetgeen ik weet en ken, ben ik ook gaarno bereid uw zoontje deelachtig te maken." Zeker was dit eene zonderlinge toespraak. Zy klonk echter geenszins verwaand, en van den zalvenden toon, dien de directeur Kramser in zyne jeugd, by iedere feestelyke gelegen heid, gewend was aan te slaan, was in deze eenvoudige woorden niets te bespeuren. In den jongen man was alles geheel anders dan mevrouw Von Osternau verwacht had te zullen vinden. Zy geraakte in andere gevallen niet spoedig in verlegenheidmet de haar eigen vriende- lyke kalmte, wist zy steeds op de juiste wyze vreemdelingen te gemoet te komen, maar, zonderling genoeg, de gouverneur, dien zij had aangesteld, den jongen man, die voort aan tot de hoogere beambten van haar huis behooren zou, wist zy niet op de rechte wyze aan te spreken. Zy had het als geheel natuurlyk en iets dat vanzelf sprak beschouwd, indien zy door zyne tegenwoordigheid zich in het geheel niet had laten storen en rustig aan haar breiwerk bleef. Thans echter liet zy onwillekeurig hare breikous vallenzy kon niet anders, zy moest, by zyne begroeting, even van de sofa op staan en juist zulk eene kleine buiging maken, als zy gedaan zou hebben, wanneer iemand van haren stand haar voor de eerste maal een bezoek gebracht had; zy moest den jongen man mot een paar vriendeiyke woorden zeggen, dat het haar aangenaam was hem te zien en uitnoodigen plaats te nemen. En den heer Von Osternau ging het ala zyne echtgenooteook hy was opgestaan en had zyne plaats aan het venster verlaten, toen do gouverneur hem begroette. En toen deze, gevoig gevende aan de tot hem ge richte uitnoodiging, zoo ongedwongen mogelyk plaats nam op een stoel dicht by de sofa, volgde de heer Von Osternau zyn voorbeeld; hy gevoelde als heer des huizes zich verplicht het door zyne echtgenoote aangevangen onder houd voort te zetten. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 1