?r 9969. Dinsdag 23 Augustus. A0. 18G2. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. Burgerlyke Stand. Feuilleton. Geld alleen maakt niet gelukkig. LEIDSCÏÏ DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Lelden per S maanden..........;, 1.10. Franco per post7 m 1.40. Afzonderlijke Nommers0.06. PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Yan 16 regela ƒ1.05. Iedere regel meer 9.1TJ. Grootere letters naar plaatsruimte. Yoor het incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. Gemeurd Nieuw». Getrouw aan hunne gewoonte, om tegen het einde van Augustus eene luid ruchtige propaganda op touw te zetten, trokken de socialisten Zaterdag-avond weder door de straten van Amsterdam. Een tiental luid kryschende mannen liep van af 8 uren door de drukste winkelstraten hun blad en eenige brochures te venten, terwijl een man een groot verlicht transparant droeg met het opschrift: „"Weg met de klassen justitie". Midden in den troep bevond zich de socialist Bos, voor 1 x/i jaar tot eene gevangenisstraf van 8 maanden veroordeeld, wegens hot ver spreiden van opruiende geschriften, en Vrijdag, na eene vrijwillige verbanning, uit het buiten land teruggekeerd. Eene talrijke menigte volgde het troepje, dat herhaaldelijk een oorverdoovend geschreeuw deed hooren. Vooral in de Kalverstraat ondervonden de wandelaars veel last van den troep, welke tot zóóveel gedrang aanleiding gaf, dat in een der koffiehuizen een binnen het lokaal geplaatst tafeltje werd omgeworpen. Omstreeks halftien werden de grootere tochten beperkt tot eene wandeling in het gedeelto van de Kalverstraat tusschen den Dam en de St.-Luciënsteeg. Op enkele punten was het daardoor leven dig, hoewel een groot deel van het wandelende publiek, dat anders der Kalverstraat zulk een vrooljjk aanzien geeft, reeds vroeg naar huis was gegaan. Omstreeks kwart voor tienen besloten eenige rechercheurs zich met de zaak te bemoeien. Hoewel het oploopje toen reeds anderhalfuur geduurd had, konden zy toch slechts 4 agenten om zich verzamelen. Op de nadering dezer zwakke macht sloeg het nog steeds kleine troepje socialisten de St. Luciënsteeg in, onder het zingen van het Vrijheidslied. De politie drong op den N.-Z.- Voorburgwal naar voren, kennelijk met het doel de grootste lawaaimakers en Bos in hech tenis te nemen. Getrouw aan de tactische lessen, voor eenige weken op eene openbare vergadering in „Con- stantia" gegeven, drong men zóó op de agenten aan, dat dezen zich niet roeren konden. Ver- wenschingen en scheldwoorden klonken hun tegen, stokken daalden op hunne helmen neer. Eindelijk gelukte het een agent zijne sabel te trekken en met een flinken zwaai wat ruimte te maken. Dit gaf lucht en spoedig haddon alle agenten hunne sabol getrokken, terwijl zfi hunne stokken aan de ongewapende rechercheurs afstonden. Terwijl een agent vruchteloos de alarmfluit blies, maakten de andere agenten ruimte. Tot vier keer moesten de wapenen worden gebruikt, waaronder eenmaal in de St.-Luciënsteeg, waarbij eenige personen onder den voet geraakten. Een jongen viel bewusteloos neer en werd in eene tapperij binnengebracht. Toen de agenten, die eindelijk versterking hadden gekregen, het publiek, grootendeels nieuwsgiorigen, eenige malen verspreid hadden, trokken zij af. Ondanks de strubbeling by de St.-Luciën steeg, is het der politie toch nog gelukt Bos op den N.-Z.-Voorburg wal aan te houden, ten einde hem zyne straf te doen ondergaan. Voorloopig werd by in het bureel aan de St.-Pietershal geplaatst. Ook de drager van de transparant word aangehouden en naar den post op den hoek der Molsteeg gebracht. Eene vry talrijke bende opgeschoten jon gens ging daarop luid zingende naar de Dam straat, maar verspreidde zich, toen van het politiebureel aan de St.-Pietershal oen paar patrouilles werden uitgezonden. Op de brug vóór het Rusland werd een deel der menigte op zeer kalme wyze uiteengedreven. Een ander deel van de rumoermakers schijnt op de Hoogstraat met de sabel te zijn uit eengedreven. Eene talrijke menigte was terstond naar de Damstraat gestroomd er volgde later eene uit een veertig zingende jongens bestaande bende, welke met het talrijk gevolg een driekwartier door de straten trok en toen in „Constantia" de gebeurtenissen van den avond ging be spreken en de door het zingen droog ge worden kelen verfrisschen. By het gebouw werd tot besluit van het relletje met los kruit een pistoolschot gelost. Een deel der knapen bleek met ploertendooders en boks beugels gewapend te zyn. (Hbl.) De cholera neemt in Moskou, dank zy het minder warme weder aldaar, niet erg toe. Op de openbare straten worden bidoefeningen gehouden. Al de trams hebben bijzondere wagens voor cholera-iyders. Deze wagens zijn, om ze van de andere te onder scheiden, wit geschilderd. Een telegram uit St.-Petersburg meldt dat de cholera aldaar zich uitbreidt. De komma bacillus wordt by al deze gevallen gevonden en de geneesheeren maken de opmerking, dat de komma bacillus dit jaar eene buitengewone grootte heeft. Eerst meenden de geneesheeren, misleid door de groote afmetingen, dat zy met een anderen baccillus te doen hadden. Volgens het laatste telegram zyn er reeds 500 sterfgevallen te St.-Petersburg voorge komen. De sterfte heeft voornameiyk plaats onder de arbeidersklasse. Dit zal wel voor een gedeelte toe te schry ven zyn aan de ongezonde woningen, door de arbeiders aldaar bewoond. Uit St.-Petersburg wordt aan de „Pol. Korr." gemeld dat er tegenwoordig in Rusland da- geiyks 8000 gevallen van cholera voorkomen, waarvan de helft met doodelyken afloop. De ziekte woedt byzonder hevig in den Kaukasus en het gebied van de Don. Te Helsingfors, in Finland, is een officier aan de cholera overleden. De spoorwegwerkstaking. Men seint uit Buffalo, dd. 20 Aug.: Gisteravond had hier eene langdurige vergadering van treinstakers plaats. Men gelooft dat besloten is zich by de werkstaking aan te sluiten. Op den N.-Y.-C. heeft men voldoend nieuw .personeel aangesteld. Tusschen 300 werkstakers en een gedeelte van het 13de regiment uit Brooklyn had een ernstig treffen plaats. Het oproer in Tennessee. Door de komst van generaal Carnes, te Coalcreek, is kolonel Anderson gered. De oproerige myn- werkers vluchten naar de bergen, wel ge wapend en zwerende wraak te zullen nemen. Generaal Carnes beschikt met het geregelde leger en de politie over 1200 man en 2 kanonnen. De voorhoede der mynwerkers word door hem gevangen gemaakt en generaal Carnes dreigde 200 mynwerkers te zullen fusilleeren, indien kolonel Anderson niet in vrijheid werd gesteld. Groot opzien heeft te Smith- ville in Missouri een allerdroevigst voorval gewekt. Een algemeen geacht en ryk land bouwer, Macauley genaamd, wat veel gebruikt hebbende, geraakte in een politiek twistgesprek en werd opgebracht. Zyn negentienjarige zoon, die spoedig in het huwelyk zou treden, had dit nauwelyks gehoord, of hy kocht eene re volver, deed die laden, snelde den agent, die zyn vader naar het politiebureel voerde, ach terna, en zeggende dat de dood te verkiezen was boven eerloosheid, schoot hy eerst Ma cauley en terstond daarop zichzelven door het hoofd. Het voorbarig bedryf van den by- zondor beminden jonkman is te meer te be- j treuren, omdat men zonder twyfel Macauley met eene vermaning zou hebben laten gaan. Amerikaansche humor. Een Amerikaansch blad schryftEr hebben dieven ingebroken in 't huis van den ryken bankier Th. R. Het moeten sluwe dieven zyn geweest zy zyn er uit gekomen zondor uitgeplunderd te worden. Gereilde peroeelen. Gehouden verkooping aan den Burg alhier, op 20 Augustus 1892, ten overstaan van: lo. Mr. C. H. P. Klaverwyden, notaris te Leiden: Het winkelhuis aan de Haarlemmer straat, No. 221, kooper de heer H. Yan Zoelen qq., voor 4500. 2o. J. J. Ter Laag Cz., notaris te Leiden: Twee huizen aan de Koolstraat, Nos. 8 en 10, en het huis onder Leiderdorp, aan den Haar lemmerweg, No. 18, kooper de heer A. Blansjaar Jr., respectieveiyk voor ƒ975, ƒ1160 en 1201; het huis aan den Haarlem merweg, No. 19, kooper de heer C. C. Yan Ingen qq., voor ƒ1280. ZOETERWOUDE. Goboron: Adriana Johanna, d. van N. A. Vaa Wyk on A. J. Wittelooetuijn. Petrus, z. van W. Do Jong on A. Yan Toylingen. Wilholmina Helena, d. van L. Zonderop en A. Van Brugge. Gehuwd: F. Wiggors jm. 25 J. en M. Yan Os jd. 28 J. LI89E. Geboren: Martinus, z. van P. Sohoono on W. O. v. d. Berg. Nicolaas, z. van J. Bakker en A. Vrijburg. Wilholmina Cornelia, d. v. J. Schrama en A. F. Barnhoorn. Wilholmina Christina, d. van O. v. d. Ylugt on C. J. Van Schooton. Johannes Baptist Potrus, z. van J. B. P. Lelouxon M. J. Tromp. Overleden: Pioter Kranenburg, wednr. van A. Mol, 61 j. NOORDWIJK. Geboren: Dirkje, d. van L. Van Duijn en L. Hazenoot. Maartje, d. van K. v. d. Bent en K. Plug. Johanna, d. van C. Wassenaar on A. Parlevliot. Albertus, z. van J. Mourits en J. Heemskerk. Maria Joroena, d. van G. Gcer- lings en M. Heemskerk. Teunis, z. van E. Van Beelen en E. Klok. Overleden: Lovenloos aangeg. kind van S. Verloop en M. Haasnoot. J. C. Van Duijn* 21 j. Getrouwd: W. B. v. d. Ham, 28 J., en A. Koeman, 23 j. W. Passohier, 24 J. M. v. d. Plas 27 j. HILLEGOM. Geboren: Adriaan, z. van Cornelia De Groot en Agatba Stokman. Anna, d. van Pietermau De Geus on Anna Cornelia Hcnvelt. Anna Maria, d. van Gorhardus Van dor Jagt en Antjo Paase. Goertruida Maria, d. van Johannes Nederpelt en Maria Van Nobelon. Rosalina Cor nelia, d. van Cornolis Franciscus Burgors en Cornelia Maria Bakker. Chrietoflel, z. van Simon Nieuw- kamp en Hendrica Groot. Joliannes Pieter z. van Wouter Van Ballcgooij on Maria Hommcrson. Anna Maria, d. van Hein Van den Berg en Anna Maria Does. Bernard, z. van Dondert Fijma en Anna Sophia Brammoier. Overleden: Hondrika Elisabeth Wijngaarden, 6 j. Maria Anna Straathof, 1 m. Johaanos Cornolis Lubbert, bijna 3 m. Pioter Van don Bron, 86 j. 16.) Hii drukte nog eenmaal Pechmayer de hand. Daarna nam h(j diens reistasch op, evenals Pechmayer bij zijne aankomst in het boscli gedaan had, zijn stok tusschen de twee handvatsels van het taschje houdende en het op zyn rug werpende. Kalm, alsof er niets gebeurd ware, ver lieten daarop beiden hot bosch. II. Het kasteel Osternau is gelegen te midden van omstreken, welke niet op bijzondere schoonbeid, meer op vruchtbaarheid aanspraak kunnen maken. Het heuvelachtig terrein ver gunt goon vergezicht. Slechts van de toppen van eenige tamelijk booge heuvels kan men do koten van het Reuzengebergte zien. Van af het slot Osternau zelf is dat niet mogelijk. Eene heuvelrij belet het uitzicht op het schoone gebergte. Desniettegenstaande is de omtrek van het kasteel schoon te noemen. De vruchtbare velden, met de golvende, gevulde halmen, de heerlijke weilanden, welke zich in de verte vertoonen, als groene banden de heuvelrij omsluitendo, de bosschen, welke op den achtergrond als het ware den horizon schij nen te begrenzen, mogen zoo geen fraai, dan toch een schoon landschap vormen. In' de oogen van den bezitter van Osternau, die met lijf en ziel landbouwer kon genoemd worden, was er in geheel Sileziê geene schooner plaats dan zyn landgoed Osternau. Een akker, waarvan de ryke korenaren door den wind bewogen werden, was voor hem veel aantrekkelyker, oneindig schooner dan do mooiste badplaats; de steile, tot bebou wing bgna ongeschikte berghellingen, waarop de arbeider met moeite zyne winterprovisie kon telen, werden door hem veracht. Eene breedo, vruchtbare vlakte was voor hem het ideaal van landeiyk schoon. Al de bezitters van Osternau waren viy- tige, practische landbezitters geweest. De liefde voor het landbouwbedryf had zich van vader op zoon overgeplant. De erfgenamen van het kasteel hadden steeds, voor zoover de stamboom dit aantoonde, in het kasteel Osternau hunne residentie gehad en persoon- ïyk het beheer hunner uitgestrekte bezittin gen gevoerd. Slechts de jeugdige leden van het geslacht hadden zich aan den staatsdienst gewyd, doch veelal daarin niet langen tyd doorgebracht. Zoodra zy het recht op pensioen verkregen hadden, was door hen dan het voorbeeld hunner vaderen gevolgd. Zy hadden afscheid van het leger genomen, om zich op het kasteel Osternau terug te trekken en den oudsten brooder getrouw in het beheer der goederen by te staan. Van al do jeugdige leden van het adeliyk geslacht hadden zich slechts weinigen aan een huwelyk gewaagd; de meesten hunner waren als jonggezellen gestorven. Van daar dat de mannelyke linie der Osternaus slecht vertegenwoordigd was en zy maar drie per sonen telde. De erfgenaam Friedrich Von Osternau had maar één zoon, een zesjarigen knaap, en slechts één mannelyken bloedverwant, een neef, Albrecht Von Osternau geheeten, die zich reeds gedurende langen tyd had be schouwd als de toekomstige erfgenaam der heerlykheid, daar het huwelyk van Friedrich aanvankeiyk slechts door de geboorte eener dochter gezegend was geworden. Eindelyk, na verloop van eenigo jaren, had diens vrouw hem ook een zoon en dus een orfgenaam geschonken. Albrecht Von Osternau had als officier steeds een vrooiyk en lustig leventje geleid; zich beschouwende als toekomstige erfge naam der heerlykheid, had hy zich weinig bekommerd om zyn gering vaderlyk erfdeel, hetgeen dan ook in den loop van enkele jaren verspeeld en verdwenen was. Hy had immers krediet genoeg! Onder de woekeraars te Beriyn mocht het van algemeone bekendheid gerekend worden dat do tegenwoordige bezitter van het kasteel Osternau aan tering leed en nog maar eenige maanden leven kon. Maar de teringachtige bleef niet slechts nog eenige maanden dit aardsche tranendal bewonen, hy leefde nog jaren. Toen zyn dood door booze tongen reeds voorspeld werd, kon men eensklaps de blyde tyding vernemen, dat hem een zoon geboren was. Dit was natuuriyk een streep door de rekening van luitenant Albrecht Von Osternau. Hy beefde dan ook als een riet by het ont vangen van een zeer vriendelyken brief zyns noefs, waarin deze kennis gaf van het hem te beurt gevallen geluk. Daardoor waren al de schoone plannen van den luitenant als door een bliksemstraal vernietigd. Vervolg ommezijde).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 5