N«. 9956.
Maandag S Augustus.
A0. 1892.
<§eze (Courant wordt dagelijks, met Uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Derde Blad.
HÜJkeriki.
Feuilleton.
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 meenden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommere0.05.
PE.XJS DEK. ADVEHTENTIÊN:
Ven 1—8 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17}.
Grootere lettere neer plaatsruimte. Teer het
incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend.
Aan de Abonné's daarop, wordt by dit
nommer verzonden No. 46 van Kikeriki.
Offieiëele Kennisgevingen.
Burgemeester en WetboQtlera van Leiden;
Gezien art. 18 der wet van don 14den September
1806 (Staatsblad No. 138j, houdende bepalingen be
trekkelijk de inkwartieringen en liet onderhoud van
het krijgsvolk in de transporten en leverantiën voor
's Eoninga leger of vestingen gevorderd.
Brengen ter algemeeoe kennie dat de lijst, bevat
tende de namen der iuwoners, die voor het verleenen
van inkwartiering en onderhoud m aanmerking
komen, is opgemaakt, op de kleine pers van het Raad
huis aangeplakt on van heden gedurende veertien
dagen op do Socretario dezer gemeente voor een ieder
ter inzage wordt nodergelogd.
Wordende tevens in herinnering gebracht dat bij
voormelde wet aau do inwoners vrijheid wordt ge
geven tot ruiling mot of uitbesteding bij de op de
ijst voorkomende personen van de inkwartiering of
het onderhoud, mits zij van den wenech daarvan
kennis geven aan den Burgemeester voordat de uit
reiking van de biljetten aan de manschappen ia ge
schied, bij gebreke waarvan zjj verplicht zijn aan
do vorderiDg tot inkwartiering eu onderhoud te vol
doen in hunne woning.
Burgemeester on Wethouders voornoemd,
IT. C. JUTA, Wethouder, 1°.-Burgemeester.
E. KIST, 8ecrctarie.
Leiden, 5 Aug. 1892.
Leiden, 6 Augustus.
Naar wy vernemen, hebben commissaris
sen van de Burgerzangschool alhier besloten,
ten einde aan veler aanvragen to voldoen,
eerstdaags eene inschryving van nieuwe leer
lingen te houden. Velen zal dit besluit dus
welkom zyn.
Bij den heer D. Deddens, te Aalsmeer, is
het eerste nummer verschenen van een nieuw
weekblad, „Do Levensverzekering" genaamd
en gewyd aan de belangen der levensverzeke
ring in hot algemeen en aan die der ver
zekerden in het byzondor. Hoofdredacteur is
de heer F. Roosjen.
Als rechtspersoon is erkend de „St.-
Elisabets-Vereeniging" te Roelof-Arendsveen,
tot het bezoeken on ondersteunen van arme
zieken van het vrouwelyk geslacht. In No. 179
der Staatscourant zyn hare statuten opge
nomen.
„Feiten en Cyfers" heeft kolonel W.
Edwin Oliphant, do leider van het „Leger des
Heils" in Nederland, het thans verschenen
hoekske betiteld, dat verslag geeft van de
lotgevallen van dat leger van 1 Mei 1891 tot
1 Juni 1892.
Vooral op het oogenblik, dat in Engeland,
nu generaal Booth's „social scheme" mislukt
wordt genoemd, opnieuw strijd wordt gevoerd
over de vraag of de fondsen, aan het Leger i
toevertrouwd, wel behoorlyk worden beheerd
en niet of al verspild, is de kennisneming
van dit werkje belangwekkend.
Ontdaan van de „feiten", waaronder men
kan rekenen de bekende organisatie van het
maatschappelijk werk, de levensbeschrijving
van overleden officieren, hot bezoek van
generaal Booth, de beschrijving (met illustra
tion) van Engelsche „shelters", blijven de
„cyfersin het boekje over en elk voor zich
kan daaruit de gevolgtrekkingen maken, die
by wenscht.
Van 1 Mei 1891 tot 1 Juni 1892 werden,
blykens de opsomming van „cyfers en feiten",
ongeveer 22,000 bijeenkomsten gehouden, 916
soldalen „ingezworen", 972 recruten gemaakt
en 11 nieuwe corpsen gevormd.
Aangaande het „maatschappelijk werk"
wordt gezegd
„Sedert September 1S91 hebben wy drie
toevluchtshuizen geopend, een daarvan uit
sluitend voor mannen, de beide andere ook
voor vrouwen en kinderen bestemd. Wy
hebben nu vier werkplaatsen en openden een
volkslogement. In de toevlucht voor dakloozen
te Amsterdam kunnen 150 menschen worden
opgenomen en vinden thans dadelijks 96 per
sonen werk. De shelter te Rotterdam ver
schaft ioderen dag arbeid aan 28 mannen en
nachtverblijf aan by de 50 personen."
Ook bljjkt dat, behalve te Utrecht en te
Dordrecht, ook te 's-Gravenhage „een toe
vluchtsoord voor dak- en werkloozen" zal
worden opgericht en dat daarvoor 5000
noodig is.
"Wat nu de eigenlijke financiën aangaat,
het onderhoud van het hoofdkwartier kostte
ƒ9968.495, voor giften aan corpsen en divi
sion word meer dan ƒ6000 besteed; de bij
zondere bijeenkomsten loverden na aftrek der
collecten een schadepost van 346 op en naar
het internationale hoofdkwartier werd ƒ4200
gezonden. Toch overtrof het bedrag der in
komsten dat der uitgaven met 4222.77. Aan
giften en collecten werd meer dan 6000 ont
vangen, de corpsen stelden gezamenlijk meer
dan ƒ5000 ter beschikking, de bijeenkomsten
met den generaal brachten 1628.4 O5 op en
het handelsdepartement liet ƒ7075.17 over
schrijven.
De exploitatie van „De Oorlogskreet" kostte
11,638.655 en bracht op ƒ29,479.59 op ver
schillende kleinere posten werd evenzeer over
gehouden, zoodat per saldo eene bruto winst
van ƒ21,818.773 overbleef. Daarvan werd aan
het hoofdkwartier 7075.17 en aan de corpsen
ƒ2907.965 geschonken, zoodat de winst- en
verliesrekening handelsdepartement nog met
een batig saldo ad 3809.35 sluit.
Verder blijkt nog dat de verkoop der bosjes
hout en andere voorwerpen, door de verpleeg
den vervaardigd, 79S5.865 opbracht, terwijl
voor het maatschappelijk werk 10,793.68
aan giften werd ontvangen.
Donderdag overleed te Arnhem op vyf-
en-zestigjarigen leeftijd de heer A. L. De Bruyn
Kops, oud hoofdingenieur van den waterstaat.
Sedert vele jaren was hy aldaar gevestigd, waar
hy, ook nadat hy in 1890 zyn eervol ontslag
uit zyne betrekking had gevraagd, zyne wei
nige jaren van rust doorbracht. Hij was eén
van de eersten, die aan de Delftscho Academie
hunne opleiding genoten en onderscheidde
zich daar reeds door zijne grooto gaven,
waarvan hy in zijne verdere loopbaan menig
bewijs gaf. Achtereenvolgens bekleedde hij
de verschillende rangen by het corps inge
nieurs van den waterstaat en genoot overal
de achting van ondergeschikten en van allon,
met wie hy in aanraking kwam. Dit bleek
ook door zyne benoeming tot vorschillende
eerebetrekkingen, onder anderen by het dopÉir-
tement Arnhem der Maatschappij van Nijver
heid, de commissie van toezicht op het mid
delbaar onderwijs, enz., die hy vroeger te
Arnhem bekleedde. Eene zeer korte ziekte,
waardoor hij ook voor enkele jaren reeds
was aangetast, maakte plotseling een einde
aan zijn nuttig en vroeger zoo werkzaam
leven. ArnhGt.)
Uit het verslag der commissie, belast
met het afnemen van het groot-ambtenaars
examen, blijkt dat van do 25 candidaten 19
zyn toegelaten. De uitslag kan zeer bevredi
gend genoemd worden, ook in vergelyking
met vroegere jaren, en de commissie heeft
den indruk gekregen, dat bet meerendeel der
candidaten zich met veel zorg op het examen
had voorbereid.
Alle candidaten werden tot het examen
toegelaten, 20 krachtens art. 2, al. c, van het
kon. besluit van 29 Aug. 1S83 (diploma van
voldoend afgelegd eindexamen oener hoogere
burgerschool met vijfjarigen cursus in Ned.-
Indië); 3 krachtens al. b (diploma van id. aan
eene hoogere burgerschool met vijfjarigen
cursus in Nederland); 1 krachtens dezelfde
alinea (diploma van id. aan de landbouw
school) en 1 krachtens al. d (diploma van
voldoend afgelegd propaedeutisch examen)
van hetzelfde artikel. Bij den aanvang van
het schriftelijk examen trok zich een candi-
daat terug, een tweede deed dit wegens ziekte
op den dag van, een derde tijdens het monde
ling examen.
Het schriftelijk werk ter vertaling van het
Nederlandsch in het Javaansch was dit jaar
gemakkelijker dan in vorige jaren, omdat de
commissie het billyk achtte hierbij, meer dan
in vorige jaren, het voorbeeld te volgen van
hetgeen in Nederland regel blykt to zijn.
Door den minister van koloniën zijn de
heeren J. Homan Van dor Heide en L. L.
graaf Van Randwyck gesteld ter beschikking
van den gouv.-gen. van Ned.-Indiö, om te
worden benoemd tot adspirant-ingenieur by
den waterstaat en de burgerlijke openbare
werken daar te lande.
In „De Gids" van Augustus wydt prof.
Stokvis een beknopt artikel aan Jacob Mole-
schott, onzen voormaligen landgenoot, die
een der sieraden is van de Italiaansche of
liever van de internationale wetenschap en
op 9 dezer 70 jaar wordt.
Prof. Stokvis laat niet onvermeld dat men
den beroemden physioloog hier te lande voor
de voeten heeft geworpen, dat hy byna
eene halve eeuw geleden in 1848, uit
wrevel over de bezetting van een leerstoel
te Leiden door een onbekende, in een Duitsch
tijdschrift de aansluiting by „het groote
Duitsche vaderland" had gepredikt. Maar
tevens wordt er bygevoegd, dat Moleschott,
als een man, die steeds rondweg voor zijne
meening uitkwam, „ook den moed getoond
hoeft zichzelven te verloochenen, zyne toen
gouito denkbeelden „dwaas" te noemen en
openlijk en plechtig in zyne eigen moedertaal
zyne in 1S48 geschreven woorden te herroepen-
Die herroeping bevat de meest sympathieke
ontboezeming voor de onafhankelykheid van
zyn geliefd Nederland, terwyl h(j door daad
en woord voortgaat van zyne innige liefde
daarvoor te getuigen."
De volgende personen worden uitge-
noodigd zich by ongezegeld adres, met over
legging van de noodige stukken tot staving
van hunne aanspraak, tot het departement
van koloniën te wenden ter bekoming van
uitkeeringen voor gedane aanhalingen door
Hr. Ms zeemacht in do wateren van Atjeh:
F. Brinkema, marinier 1ste kl., 1.27; J.
Groeneveld, vuurstoker 2de kl., ƒ0.85; B.
Yan Leeuwen, matroos 1ste kl., 52.32'/2;
J. M. Minnema, id. 3de kl., 2.82'/s? H.
Pruimboom, idem, ƒ0.48; A. Yan der Steeg,
id. 2de kl., ƒ3.09; M. J. Stork, id. 1ste kl.,
52.32,/2; H. F. Weiter, konstabel, 13.76y2.
Peter Van der Wilg.
3.)
Die woorden geven den doorslag en Peter
verdwijnt, zwaaiende en brullende, in de
duisternis.
Op hetzelfde oogenblik komt de vrouw
van den waard de gehavende lamp in orde
brengen en weldra zyn de spelers naar hunne
plaats teruggekeerd en alles heeft weer het
zelfde aanzien als vóór den twist. Zelfs Lam
bert komt spoedig weer, daar hy, begunstigd
door de duisternis, den razenden Peter ongo-
merkt heeft laton voorbijgaan en toen terug
gekeerd is om zijn gelag te betalen en
nog eene party te maken.
II.
Peter Van der Wilg, of, zooals men hem
naar zyne hofstede noemde, Peet van den
Zandhof, behoorde tot een. der oudste en
aanzienlykste geslachten van den Elzendaal-
schen boerenstand.
Zoover de herinnering reikte, was de uit
gestrekte „Zandhof" steeds door de Van der
Wilgs bewoond en Peters voorvaderen hadden
altijd eene eervolle plaats in den gemeente
raad ingenomen en ook hij was die familie
traditie getrouw gebleven. Op drie-en-twin
tigjarigen leeftijd met eene der ïjjkste boe
rendochters in het huwelijk getreden, was
hjj als oudste zoon eigenaar van den „Zand
hof" geworden. Den roem van zyn geslacht,
want ook de boerenstand kent dien even
goed als de aristocratie, had bij in de
jaren van zyn huwelyk glansrijk gehandhaafd
en ook hy werd geioepen om aan de tafel
van den gemeenteraad plaats te nemen.
Vijftien jaar washy getrouwd geweest, toen
de heerschende typhus zyne vrouw van zjjno
zyde had weggerukt. De vyftien huwelijksjaren
waren voor hem een tydperk van ongestoord
geluk geweest. Peter zorgde voor zyne zaken
als een voorbeeldig huisvader en ook zyne
echtgenoote deed door spaarzaamheid en vlyt
hun vermogen vermeerderen.
Dat waren zonnige dagen voor hem ge
weest; overal was hy gezien en geacht, nooit
had hjj over mislukten oogst of andere ver
liezen en tegenspoeden te klagen gehad.
Zyne beide zoons, door hunne ouders in het
goede voorgegaan, groeiden op in alle deugd
en godsvrucht.
Dat waren gelukkige dagen geweestMaar,
zooals wy reeds zeiden, na eene echtver-
eeniging van vyftien jaren ontrukte de dood
het huisgezin eene liefhebbende vrouw en j
moeder, en het bleek alras, dat daarmee de
goede engel van den haard geweken was.
Do zóóns bloven wel den weg bewandelen,
welken hunne moeder hun had aangewezen,
en de 'zaden van godsvrucht en deugd, door
haar in hunne harten gestrooid, droegen wel
rykelyk vrucht, maar voor Peter scheen de
aantrekkelykheid van een eigen haard ver
loren te zyn gegaan.
Weldra toch zocht hy meer dan voorhoen
den omgang met vreemden en de gevolgen
bleven, helaas 1 niet uit. Zyne vroegere spaar
zaamheid sloeg over tot verkwisting, want
de zucht werd in hem geboren om op groo
teren voet te gaan leven dan hem goed was.
Had hy daarby nog de oude zorg van zijne
zaken bewaard, het kwaad zou wellicht niet
zoo diep wortel geschoten hebben, maar
thans leidde zyne pronkzucht hem bovendien
tot gemakzucht. Waar vroeger zyn eigen oog
alles bewaakt en gadegeslagen had, daarliet
hy dien eersten plicht van een goed huis
vader en landman aan derden over, wion de
zaken minder aangingen en die ze dus niet
behoorlyk behartigden, en zoo ging Peter op
het hellend vlak der weelde zijn ondergang
met steeds rasscher schreden te gemoet.
Wy hebben hem in het vorig hoofdstuk
4
leeren kennen als een dronkaard, wy hebben
hem door Lambert hooien verwijten dat hy
geen raadslid meer was, dat hy zyne schul
den niet meer betalen kon en, helaas! het
was alles volle waarheid
Vóór eenige jaren, toen hy nog voor den
ryken boer gold, had zyn oudste zoon nog
een gelukkig huwelyk gedaan met de eenige
dochter van den gezeten Jan Van den
Vlasakker, doch dit jaar was Peter niet meer
by machte geweest voor zyn jongsten zoon
Bart eon remplacant te koopen. Zyne bezit
tingen waren thans zóó zwaar belast, dat
zy by mogeiyken verkoop nauweiyks meer de
eerste hypotheek zouden opbrengen, en die
verkooping kon Peter dagelyks verwachten.
Zoo woelig als het in „De Posthoorn" toe
ging, zoo rustig en kalm was het denzelfden
avond op den „Zandhof."
Daar zat de huishoudster Janne, eene be
jaarde nicht van Peter, met den jongeling
milicien, die straks onverwachts thuisgeko
men was, in druk gesprek by de kachel.
Wordt vervolgd.)