Een groot deel der feestgenooten by do
opening van het Merwede-kanaal op Donder
dag "was gisterochtend te 10 uren aan de
De-Ruyter-kade te Amsterdam bijeen, om op
een tweetal booten een tocht naar IJmuiden
te maken, hoofdzakelijk tot bezichtiging van
de jp aanbouw zijnde groote sluis. Te IJmuiden
werden de tochtgenooten ontvangen door den
hoofdingenieur Van Maanen en den ingenieur
Bekaar, die de dankbare taak op zich hadden
genomen de heeren rond te leiden.
Niets toch geeft meer den indruk van wat
onze waterstaat vermag, dan zulk een werk
in uitvoering.
Andoro werken, zooals de syphon bij Zee
burg, mogen wellicht nog moeilijker zijn, maar
als alles gereed is, dan stoomt men, zooals
Donderdag, er kalm overheen, en men moet
weten wat geschied is, wat onder den grond
en onder het water ligt, om eerbied te krijgen
voor zooveel scheppingsvermogen, geduld en
werkkracht, als noodig was om zulk een werk
tot stand te brengen.
Het geheel was nog aardiger, daar alles
aan het werk was. Met bijzondere belangstel
ling werd het werk in oogenschouw genomen.
Te 1 uur vereenigden de genoodigden zich
op het dek der booten aan een déjeunor,
waar prof. T. M. C. Asser aan hot nagerecht
het woord nam en in eene keurige impro
visatie in de Duitsche taal hulde bracht aan
de Kamer van Koophandel, die de buiten-
landsche en Nederlandsche gasten zoo schit
terend had ontvangen.
O. a. wees hy er op dat hot kanaal, dat
men den vorigen dag gezien had, een werk
van den Staat was, maar dat het kanaal,
waar men zich thans bevond, te danken was
aan het particulier initiatief, dat het thans
van alle zijden moet ontgelden.
De heer Cordes dankte in enkele woor
den, ook namens de commissie, waarop een
der Duitsche gasten een woord van dank
bracht aan de ceremoniemeesters.
Omstreeks twee uren was hot vroolijke
maal afgeloopen en begaven bijna allen zich
aan boord van de sleopbooten „Simson" en
„Hercules", om een tochtje op de Noordzee
te maken.
't "Was zeldzaam fraai weer, terwijl een
luchtig windje de warmte matigde.
De stemming aan boord was zoo gezellig
mogelijk en vooral veler vrees, dat de golven
een minder goeden invloed op veler gestel
zouden hebben, gaf tot veel vroolijkheid aan
leiding. Alles liep echter zonder het geringste
ongeval af.
Omstreeks kwart over drieën was men aan
wal terug, waarop de gasten, zeer voldaan
over het uitstapje, per extra-trein naar Am
sterdam terugkeerden.
Aan het Centraalstation werd een hartelijk
afscheid genomen. Oude banden waren ver
sterkt, nieuwe waren aangeknoopt, en zoo
was er aanleiding te over voor een hartelijk
vaarwel en tot weerziens. Vooral de vreemde
gasten hadden geene woorden genoeg hun
dank to uiten voor het onthaal en voor de
schoone tochten, welke beide dagen waren
gemaakt.
Mogen uit dat alles nieuwe betrekkingen
voortkomen, welke onze hoofdstad en daar
door het gansche land ten zegen zijn! (Rbl.)
De minister van oorlog brengt, ten ver
volge op de aankondiging In de Staatscourant
van 24/25 Juli, nader ter kennis van belang
hebbenden, dat, in verband met den uitslag
van het examen voor toelating als adelborst
3de kl. voor den zeedienst, zoomede met het
ontstaan van nog andere vacaturen, voor eene
plaatsing als cadet bij de Kon. Mil. Academie,
tegon 1 Sept. e. k. in aanmerking komen
Infanterio hier te lande: W. Van Veen.
G. W. S&nnes, R. B. Van Wulfften Palthe,
'H. CL Gerritsen, J. M. J. H. Lambooy, J. A.
W* Nepveu, T. De Goejjen, B. E. StOver, F.
J. C. baron Van Hardenbroek van Aramerstol,
A. De Bruyn, H. C. Rouffaer, W. F. L.
Van de Wetering, bijgenaamd De Rooy, A.
H. baron Van Hardenbroek van Ammerstol,
R. G. A. Z. baron Van Haersolte, J. K. F.
Weber, jhr. J. C. A. Van Haeften, E. L. L.
baron Van Tuyll van Serooskerken, R. E.
Heyting en J. P. J. H. Breedveld.
Cavalerie hier te lande: B. W. baron Van
Dodem, M. R. Drijfhout van HoofT, J. D.
Ninaber en H. Van Wely.
Artillerie hier to lande: C. J. G. Kraft,
M. ridder Van Rappard, K. L. Moens, jhr. J.
H. A. P. Von Schmidt auf Altenstadt, A. M.
Geesink en D. H. Peeroboom Voller.
Genie hier te lande: .T. Kooper, P. A. Van
der Hoeven, E. J. Dnetz, W. R. A. Slichter,
J. F. Boekholt on G. L. N. Britt.
Infanterie in Oost-Indië: L. F. Van Gent,
J. B. Schuil, W. Hoogers, E. Wederman, C.
H. Van Ingen, H. C. Van Lamoen, J. V." L.
Opperman, W. C. Schafer, P. G. Grtjys, P.
D. Visser, L. B. Van Staden ten Brink, H.
P. De Bruyn, L. J. Rijnbende, J. M. Vorster,
H. A. Gerth Van Wijck, H. M. Luchsinger,
G. A. Tideman, T. Van der Zee, jhr. H. C.
Goldman, B. Lamberts, H. P. Van den Ham
van Heyst, A. J. R. Brandt, H. G. Winkel
man, M. T. Velsing, H. R. Cambier, T. J. C.
A. Boele, L. Scheltus van IJsseldyk en F.
P. A. Van Gheel Gildemeester.
Artillerie in Oost-Indië: H. Cramwinckel,
J. Brukker, O. L. Brewer, H. Phillippi, C. P.
Martherus, J. Barrau, T. W. Sanders en M.
Van Welie.
Genie in Oost-Indië: P. L. De Gaay Fort
man en H. W. O. De Bruyn.
De Exploitatie-Maatschappij heeft met
het Belgische Staatsspoor, zeer in het belang
van het reizend publiek, de volgende regeling
getroffen
Voortaan kunnen aan station Amsterdam
C. S. (en alleen aan dit station) geheele
rijtuigafdeelingen (compartimenten, coupés)
worden afgehuurd in verkeer naar de stations
'der Belgische Staatsspoorwegen (Antwerpey,
Brussel, Gent, enz.) tegen de volgende voor
waarden
lo. de afhuring is beperkt tot het gewone
materiëel van den trein en wordt slechts
toegelaten, voor zooverre de regelmatige trei
nenloop daardoor niet wordt belemmerd;
2o. voor elke af te huren afd. moeten
tegen vooruitbetaling zooveel rechtstreek-
sche plaatskaarten der betrokken klasse wor
den genomen, als het aantal reizigers, dat
daarin zal plaats nemen, minstens echter
voor de helft van de in de afdeeling beschik
bare plaatsen;
3o. de afhuring moet voor eiken trein
afzonderlijk geschieden en wel één uur vóór
vertrek
4o. in de aanvragen (bestelling) tot afhu
ring moeten zyn vermeld: de trein, de rijtuig-
klasse en het aantal reizigers;
5o. meer reizigers dan het aantal beschik
bare plaatsen mogen niet worden toegelaten.
Dezelfde regeling geldt ook voor het ver
keer van België naar Amsterdam.
Tot dusver moesten zooveel kaarten wor
den genomen, als in den coupé plaatsen be
schikbaar waren.
Zooals men weet, is eene nieuwe over
eenkomst gesloten tusschen België en Neder
land betreffende den postdienst. Het is misschien
niet ondienstig alsnog te wijzen op de veran
deringen, door deze overeenkomst veroorzaakt.
Zy zyn de volgende:
lo. herleiding tot 1 cent, tot en met 40
grammen, van het port der dagbladen en
der periodieke geschriften, minstens eenmaal
per week verschijnend;
2o. herleiding tot Ïx/X cent per 300 franken,
of gedeelten daarvan, van het verzekerings
recht der brieven met aangegeven waarde,
en opheffing van de verrekening van dit
verzekeringsrecht tusschen beide staten.
B(j koninklyk besluit is aan C. F. Lebret,
op zyn verzoek, met 1 Sept. a. s., eervol
ontslag verleend als kantonrechter-plaatsver-
vanger in het kanton Gulpen.
Pensioen verleend aan: J. Hendriks, bode
by den raad van toezicht op de spoorweg
diensten, f 534J. Zwanenburg, postbode, f 32
J Bostema, conducteur der brievenmalen lste
kl., f 457.
De Pers bij de opening van het
Dcrwede-Hananl.
De heer L. Simons Mz., te Amsterdam,
bekend door zyne critieken op letterkundig-,
tooneol-, muziek- en schildergebied, heeft voor
de „Haarl. Ct." den tocht medegemaakt,
waarmede Donderdag het Merwede-kanaal
werd geopend.
Na het daaromtrent uitgebracht verslag
voegt hy daaraan het volgende toe:
Morgen een tocht naar IJmuiden. Doch
daarvoor zal ik liefst passen. Ik heb, per
soonlijk althans, van de hospitaliteit der gast-
heeren in dezen, onze Amsterdamsche Kamer
van Koophandel, meer dan genoeg.
Laat het me vergund zyn, aan deze quaestie
persoonlyk eenige woorden te wyden. Het is,
voor mij ten minste, geen oratio pro
domo. Want alleen by uitzondering treed ik
eens als verslaggever op en ben dus in zoo
verre buiten het geding. Doch juist daarom
acht ik my verplicht hier in het publiek,
onder de verantwoordelijkheid van mijn naam,
het volgende te zoggen.
Hot is nu do tweede maal, dat ik als ver
slaggever heb meegedaan aan officlëele water
tochtjes, uitgegaan van Amsterdamsche auto
riteiten; en éénmaal daarbuiten.
Dit laatste was ter gelegenheid van de
inkomst des Duitschen keizers te IJmuiden,
toen een 10-tal onzer de gasten waren van
bevelhebbers van oorlogsbodems en wy van
deze heeren die gulle gastvrijheid genoten,
welke den wellevenden mensch pleegt te
kenmerken.
Ze was eigenlijk niets buitengewoons, die
hartelijkheid, maar zy trof ons te sterker,
na de bejegening, die wy indertyd hadden
ondervonden aan boord van de boot, waarmee
ons gemeentebestuur den Schach van Perziö
het Noordzeekanaal liet zien. Het was toen
oen tocht van 11 tot 3 uren n. m.om 1 uur
werd in de kajuit een déjeuner aangericht;
ons verslaggevers (indringers zeker in de oogen
van de heeren), liet men vergeten boven, ter-
wyl aan boord niets voor geld te krygen was.
Dio hongerkuur was niet aangenaam, maar
veel erger de onheusche behandeling.
Gedachtig aan dit voorval wilde ik van
ochtend eerst zelf mondvoorraad mee aan
boord nemen. Doch my bedenkend dat de
heeren van de K. v. K. een ruim krediet
halden gekregen
Toen ik aan boord kwam, bleek my al da
delijk dat het mis was.
De heeren hadden eene scheiding tusschen de
bokken en de geiten gemaakt. De redacties
van de Amsterdamsche en de correspondenten
van Duitsche bladen waren mede-genoodigden
op eene goede salonboot, waar zy als mede
gasten ontvangen werdende verslag
gevers der Amsterdamsche en andere bla
den, die het werk moesten doen, (d. o. ook
van Fransche, Noorsche en Engelsche) waren
te zamen gestopt op een havenbootje, waarop
tevens twee muziekcorpsen.
En daarmee in overeenstemming was, dat
op deze boot, voor een tocht van 5 uron te
water en die niet vóór 7 uren in den
avond zou eindigen, alweer niets te verkrygen
was dan het zeer sobere twaalf uur, het
welk den muzikanten en verslaggevers werd
ja, ik durf niet zeggen „opgediend," want
dat zou te mooi zyn. Denk dat ge werklui
in huis hebt en dat ge aan de meid zegt:
dezen watlaat ik het maar „voorzotten"
noemen.
Op deze behandelingswijze, kenschetsend
voor de nog zeer geringe mate van algemeene
beschaving by hen van wie dit uitging, wil
ik al het licht laten vallen, opdat de K. van
K., die hier gastvrouw was, zich alsnog,tegen
over de heden aanwezige journalisten kunne
verontschuldigen over dit gemis aan burgerlijke
wellevendheid.
Trouwens, ook voor de leden van de muziek
corpsen had op zoo'n langen tocht beter ge
zorgd mogen worden. De kapel van Zaag-
mans moest van den trein naar Artis; het
was niet menschlievend de menschen een
heelen dag te laten werken, opgesloten op
een bootje, waar ook voor geld geen degelyk
voedsel to krygen is. Als dit maar het ge
val was geweest, of do tocht niet zoo lang,
wij journalisten zouden het „onthaal" van
de heeren zeker onaangeroerd hebben ge
laten. Het is niet te doen om het „wat",
doch om het „hoe".
Omdat ikzelf met de reportage in een stad
als de onze gelukkig zelden te doen heb,
meende ik myn indruk van deze van nieuws
ondervonden bejegening niet te moeten ver
zwijgen. Voor de kennis van onze bescha
vingstoestanden is zy zeker niet zonder be-
teekenis.
En al weet ik helaas al te goed, dat niet
allen, die zich Persmannen noemen, aan
spraak kunnen maken op een behandeling
als fatsoenlijke menschen welke kudde
van collega's heeft geen schurftige schapen
in haar midden? de overgroote meerder
heid, die ik hier ken, zyn veel te goed voor
bejegeningen als van heden.
Ik vraag verlof deze opmerkingen te onder
teekenen met mijn vollen naam.
L. Simons Mz.
Gemengd Nieuws.
Beklaagd op den llden Juli uit
eene weide, onder de gemeente Vrijenban, een
paar lammeren gestolen te hebben en op den
14den Juli uit eene woning in ovengenoemde
gemeente een paar schoenen, eene das en een
half hemd to hebben ontvreemd, had zich gis
teren voor de arrond.-rechtbank te 's Graven-
li age to verantwoorden de 18-jarige boeren
knecht C. D., wonende te Rotterdam. De be
klaagde bekende de hem ten laste gelegde
diefstallen, welke hy, door gebrek gedreven,
had begaan.
Het O. M. vorderde 1 jaar gevangenisstraf.
De toegevoegde verdediger, mr. A. N.
Swarf, pleitte eenige verzachtende omstandig
heden.
Uitspraak 16 Augustus.
Daarna stonden terecht een paar jeugdige
deugnieten, H. A., bakkersknecht, en W. H.
G., smidsknecht, te 's-Hage, die binnen 5
jaren alweer met de. justitie, in aanraking
kwamen, ditmaal omdat zy op den 12den
Juli in het land achter de Van-Leeuwenhoek
straat, te 's-Hage, een eendvogel hadden op
gevangen en gedood, welke aan een ander
toebehoorde. De jongens beweerden de eend
dood gevonden te hebben, maar getuigen
verklaarden gezien te hebben dat de knapen
de eend den nek omdraaiden. Subst.-officier
van justitie mr. Van Buttingha Wichers, wij
zende op de talryko diefstallen van pluim
gedierte, welke in den laatslen tyd in en om
de residentie geschieden, vorderde voor ieder
van de knapen wegens diefstal 1 jaar on G
maanden gevangenisstraf.
De toegevoegde verdediger, mr. J. A. De
Ranitz, betwistte dat het wettig en overtui
gend bewys geleverd was en dat beklaagden
het oogmerk hebben gehad om zich den vogel
toe te eigenen. En waar niet ten laste is gelegd
het opzettelijk en wederrechtelyk doodenvan
een dier, een ander toebehoorende, maar
kennelijk diefstal, concludeerde pleiter op
grond ook van de jurisprudentie tot vrij
spraak.
Repliceerende betoogde het O. M. dat de
door pleiter bedoelde arresten hier niet van
toepassing zyn en persisteerde by zyn geno
men requisitoir.
Uitspraak 9 Augustus.
Ten slotte werd voor P. F. Ksmid te
Krommenie, die van de dronkenschap van zyn
kameraad gebruik zou hebben gemaakt om
hem te Leiden in eene herberg zyn horloge
te ontfutselen, 6 maanden gevangenisstraf
geéischt.
De toegevoegde verdediger, mr. L. R. Telting,
pleitte vryspraak.
Uitspraak ook op 9 Augustus.
Schiedam zoo meldt de „Schied*
Crt." bood Donderdag-avond een treurig
schouwspel van onchristelyken zin en onver
draagzaamheid. Het stationsplein was tot aan
de Schie bezaaid met menschen, die daar,
deels uit belangstelling, deels uit nieuwsgie
righeid, deels, zooals later bleek, ook met
andore bedoelingen, de terugkomst verbeidden
van de afdeeling Schiedam van het „Leger
des Heils", welke den volddag te Vogelenzang
had bygewoond.
Te 8 u. 19 min. stoomde de trein het
station binnen en nauwelyks waren de heils
soldaten buitengekomen, of zy werden ver
welkomd met liederen welke niet alleen
hen, maar ook ieder weldenkende ten zeerste
moesten grieven. Zoo ging men op wegnaar
de „citadel" aan de Lange Haven, begeleid
door hetzelfde grauw, dat zich niet tevreden
stelde met het herhalen van het aangeheven
geschreeuw, maar zelfs tot handtasteiyk-
heden overging, de heilssoldaten aangreep
en hunne vlaggen verscheurde, ondanks het
kordaat optreden der politie.
Aldus vervolgd en gesard als een troep
misdadigers, bereikten de heilssoldaten ten
laatste de „citadel", dankbaar althans heel
huids uit de handen hunner „christelyke"
stadgenooten gekomen te zyn.
Naar het blad verneemt, zyn gisteren reeds
verscheidene belhamels in verhoor geweest
by den commissaris van politie.
De bekende firma Ferwerda
Tieman heeft in het Paleis voor Volksvlytte
Amsterdam een alleraardigst oud-Hollandsch
wynhuis doen zetten door don heer L. J.
Neumeyer Jr., aldaar, die met het ontwerpen
en uitvoeren slechts 10 dagen bezig is geweest.
Het is ca. 10 meter hoog met eene grond-
oppervlakte van 6 by 6 meter. Het geeft den
kenner op bouwkundig gebied en den lief
hebber van oudheden zoowol in- als uitwendig
veel te zien. Men zit er aan eikenhouten
tafeltjes op een eenvoudigen drievoet. Links
van den schoorsteen, waaronder een oude ge
lapte roodkoperen ketel, een doofpot, een
zwavelstokkenbakje, enz., bevindt zich de
wapenrusting van den waard (kuras, rapier,
helm, enz.), daarnevens speer en hertenhuid
met gewei; rechts de attributen van het
wynhuis: oude bekers, kannen en glazen.
De tinnen kannen, zoowel als de blauw-
steenen kruiken en de oude glazen bokalen,
tinnen en blikken kroezen, de wynvaten op
do stelling, het trapje met bordesje naar het