N°. 9950. Maandag; 1 Augustus. A9. 1892. feze (Qourar.t wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Derde Blad. Leiden, 30 Juli. Feuilleton. EEN HARDE STRIJD. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: ▼oor Lelden per 3 maandenf 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommera0.05. Voor hen, die de roos liefhebben (en wie is er, die deze schoone bloem, in al hare varië teiten, niet gaarne bewondert en hare geuren waarneemt?) kan de 4de Augustus een aan gename, welkome dag wezen. Immers, alsdan zal in de groote zaal van „Zomerzorg", des namiddags van één tot vyf uren, eene rozen- tentoonstelling gehouden worden, welke uit gaat van de afdeeling Leiden en Omstreken der Nederlandsche Maatschappij voor Tuin bouw en Plantkunde, met medewerking van de afdeeling Boskoop, zoo beroemd om hare rozen-cultuur. Het is te hopen en ook te verwachten dat zij, die deze tentoonstelling hebben georga niseerd en zoo iets is niet gemakkelijk zullen ondervinden dat hun werk op prijs wordt gesteld, dat hun door een druk be zoek, zoowel van leden als niet-leden met hunne dames, waardeering zal getoond worden voor hetgeen zy hebben tot stand gebracht! De ent.róo-prijzen, welke van niet-leden ge vraagd zullen worden en van die leden, die van meer dan ééne dame zullen vergezeld gaan, zijn inderdaad laag. Men zie slechts de advertentie in dit blad! Het kan eene schoone tentoonstelling zyn. Rozen leenen zich uitstekend voor expositie en rangschikking. Denk eens even aan eene enkele schoone roos, dan aan een rozen- bouquet, vervolgens aan Zomerzorgs tuin en aan eene groote zaal vol van die prachtvolle, welriekende koninginnen der bloemen! Hoe heerlijk kan dat wozen, neen, zal dat zijn, want aan den smaak van hen, die de tentoon stelling zullen organiseeren, valt niet te twijfelen. Zy zyn beproefd, geene nieuwe lingen. En hoe zullen des avonds de leden der afdeeling met hunne dames genieten op het „Rozenfeest", aanvangende te halfacht, in „Zomerzorg" Hoe gaarne zullen alle dames zich daar tooien met de rozen, welke haar dan uit den schat zullen worden aangeboden En wat zal do gezelligheid er verhoogd worden door de muziek, welke niet achter wege zal blijven! De leden zullen wel in genoegzaam aantal opkomen. Op avonden als welke de 4de Augustus zal aanbieden ontbreken ze ge woonlijk niet. Het plan is eigenaardig en veelbelovend, do uitvoering er van is aan bekwame handen toevertrouwd en zal uit muntend zijn, de waardeering zal en mag niet uitblyven. Meer kan men niet verlangen. Gedurende de eerste helft der maand Juli zijn aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende brieven, welke, door onbekend heid der geadresseerden, niet besteld konden worden G. Boere, Alfen; Gisser, Amsterdam; mej R. Yan Buitelen, 's-Gravenhagemej. Oost- dam, Leiden; A. Veenhof, Montfoort; mej.J. De Graaf, Rotterdam; Verreveld, Wageningen J. Yan dér Velde, WatergraafsmeerM. J. Siddré, niet vermeld. Briefkaarten A. A. Bakker, mevr. de wed. W. Pouw, Amster dam; v. d. Ploeg, Apeldoorn; mej. Hijmans, mej. N. Van der Staay, Rotterdam. Brioven, verzonden geweest naar Engeland Herwei Hayford Sons, Londen (2 stuks) naar Frankrijk: F. F. Desir, Dijon; J. P. N. Sanders, Parijs; naar Afrika P. en C. Tatio, Loanda. Degenen, die eene der waterkuren van pastoor Kneipp op zichzelven wenschen toe te passen, zonder zich naar Wörishofen te begeven, kunnen daartoe raadplegen eene by de firma Blankenberg en Co. alhier ge schreven „Beknopte, practische handleiding by het toepassen van de waterkuur volgens de methode van pastoor Kneipp" door Ludwig Geromiller, eigenaar van een badhuis te Wörishofen. De schryver heeft zyne raad gevingen opgeteekend naar aanleiding van do ondervinding, welke hy gedurende een tienjarigen, byna dagelyksehen omgang met pastoor Kneipp heeft opgedaan, en hy deelt mede dat deze zyn werkje heeft doorge lezen en goedgekeurd. De bloemen- en planten-commissie der Nederlandsche Maatschappy voor Tuinbouw en Plantkunde heeft in hare deze week gehou den vergadering o. m. de volgende onder scheidingen toegekend Getuigschrift 1ste klasse voor Tigridia violacea, ingezonden als nieuw ingevoerde plant door de heeren gebroeders De Graaff by Leiden én door de firma E. H. Krelage en Zoon te Haarlem. Getuigschrift 2de klasse voor: Poatrivialis albo-vittatis, ingezonden door den heer H. J. Lemkes te Alfen aan den Ryn. Dankbetuiging voor: Dianthus Caryophyllus fl. pl. „Germania", ingezonden als nieuwe plant door denzelfden heer. De uitslag der op den 27sten Juli door het gemeentebestuur van Haarlemmermeer gehouden aanbesteding van het leveren en stellen van 24 lantaarnpalen met lantaarns, geheel compleet, is dat was ingeschreven door de volgende heeren of firma'sH. Klein- smit te Nieuwendam 543.99, H. W. Ruben kamp te Oegstgeest 547, Joh. Zimmer Zn. te Amsterdam ƒ547, G. De Vries te Haar lemmermeer ƒ579, J. A. Hoenderdos te Haar lemmermeer ƒ599, de Ned. Metaalwarenfabriek te Amsterdam f 633, J. L. Creyghton te Leiden 647.82, J. Den Ouden te Haarlemmermeer ƒ654 on F. Rir.cher te Amsterdam 745. De firma W. J. Van Hoogstraten, in Den Haag, heeft een goedkoop boekje over de sport - tentoonstelling uitgegeven: „Wat er belang- ryks te zien is op de Internationale Sport- enz. tentoonstelling te Scheveningen", door Harold Hickman. Van deze handleiding is tevens eene Fransche en eene Engelsclie uitgave verschenen. De laatste is iets uitvoeriger en bevat een hoofdstuk meer, nml. „John Bull at Scheve ningen 1892." De minister van binnenlandsche zaken zal/tdnzy ambtsbezigheden hem verhinderen mochten, de officiëele opening der Boekhandel tentoonstelling te Amsterdam en do uitreiking der bekroningen op 1 Augustus a. s., te halfdrie, by wonen. Do commission, ten overstaan van welke in 1892 de eindexamens aan den hoofdcursus, de militaire school en den artillerie-cursus zullen worden afgenomen, zyn samengesteld als volgt: a. Hoofdcursus, lid en voorzitter, de luit.-kol. C. O. Van Resteren; leden: de majoor P. R. Goudschaalde majoor-int. J. H. Bakker; de majoor P. Van Lawick van Pabst, en de kapt.-int. W. D. J. Bezemer; de kapts. O. J. A. Schwarz, J. J. Wierts, W. R. H. Wakkerde 1ste luits. A. J. A. 0p6telten, A. Van Sliedregt en K. Van der Maatende 1ste luit.-kwartierm. W. Woudstra en F. A. Bresser; lid en secretaris: de 1ste luit. J. C. H. A. Quack, b. Militaire school, lid en voorzitter: de luitenant-kolonel J. L. De Bockledende majoors J. F. Meyer en L. De Vlaming; de kapt. B. W. Mensing en C. F. Van den HofT; de lste luits. M. H. Spruyt, J. H De Wildt en J. H. Van der Hegge Zijnen; lid en secretaris: de lste luit. A. A. Van Schilfgaarde. c. Artillerie-cursus, lid en voorzitter, de luit.-kol. der art. C. L. Van Pesch; leden: de kapt. P. C. De Wilde, S. J. Van Nooten en J. Van Kuyk; de lste luits, .G. B. Van Roekei, jhr. F..W.A. baron Van Asbeck en P. Th. Nepveulid en secre taris, de lste luit. C. J. M. Colette, allen leeraren aan genoemde cursussen. Met 1 Sept. a. s. is te vervullen de be trekking van leeraar in de staatswetenschappen PRIJS DER ADVERTENTLËN: Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.17}. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor hot incasseoren buiten de etad wordt ƒ0.10 berekend. aan de ryks- hoogere burgerschool met 5-jarigen cursus te Middelburg. Jaarwedde f 1000. Aan melding vóór 11 Aug. a. s. by den inspecteur van het middelbaar onder wys dr. W. B. J. Van Eyk, te 's-Gravenhage. Voor het examen van geëxamineerd en be- eedigd landmeter moet men zich vóór 25 Aug. a. s. schrifteiyk by het dep. van binnenl. zaken aanmelden, onder overlegging van de getuigschriften of diploma's, bedoeld in art. 4 van het kon. besluit van 28 Juli 1865. De „Berl. Polit. NaGhrichten" bevatte dezer dagen een artikel over de verdedigings stellingen in Nederland, waarin werd gezegd dat een algemeen plan voor de landsverdedi ging niet bekend is, doch dat uit enkele artikelen wel blykt, hoe de verdediging des lands voortdurend besproken wordt. Het blad herinnert dan aan den strijd over de stelling van Amsterdam, en maakt met enkele woor den melding van jhr. Tindals oppositie tegen de plannen des ministers, betreffende het aanleggen van zoetwatervyvers. Het „Berliner Tageblatt" komt tegen de voorstelling der „Berl. Polit. Nachrichten" op, en vertelt dat het algemeene plan voor de verdediging van Nederland reeds sedert Johan De Witt bekend is, en bestaat uit een inun datiestelsel, met behulp van zee- en rivier water; en dat het vestingstelsel, sedert de bevestiging van den Hoek van Holland, van het Noordzeekanaal en van Den Helder, zoo goed als voltooid is. Wel is in Nederland de vraag ter sprake gebracht of de verdedigingswerken nog in voldoenden staat zyn, om aan de uitwerking van springprojectielen weerstand te bieden; maar dit verandert niets aan het feit, dat Nederland het oudste vestingstelsel der wereld bezit, hetwelk reeds herhaaldelyk eene groote rol heefl gespeeld. Ton slotte zegt het „Berl. Tageblatt", dat het artikel van de „Berl. Pol. Nachrichten" weinig biyk geeft van kennis der toestanden in hot buitenland. By koninklyk besluit is benoemd P. J. Küller tot burgemeester van Heteren. Aan den eervol ontslagen eersten machinist by 's Ryks werf te Hellovoetsluis, C. Oomen, oen pensioen verleend van 783 's jaars. Benoemd: by het wapen der infanterie, lste regt., tot lsten luit. de 2de luit. G. C. Grefe; 3de regt., tot lsten luit. de 2de luit. J. A. A. Holste; 6de regt., tot kapt., de lste luit. C. E. Nyst; 7de regt., tot kapt., de lste luit. D. M. Van Leeuwen8ste regt., tot kapt., do lste luit. B. A. Van Helden Tucker. 8.) V. Arnolds vacantie was hem veel te kort geweest. „Morgen reeds afscheid nemen", zeide hy half mistroostig, toen hy op een schoonen namiddag alleen in de achterkamer zat; „morgen reeds; „o, Mathilde, kon ik altyd hier olyven Hy legde zyne sigaar neder, zette zich voor de schrijftafel, nam een blad post papier, greep naar de pen en schreef, met kortere of langere tusschenpoozen, het volgende „Waarde Mathilde! „Onmogelyk kan ik u zeggen, hoe leed het my doet, morgen van hier te moeten ver trekken. De vacantiedagen zyn vervlogen als een schoone droom, waarin gy de tooverfee waart. Toch zou ik dien laatsten dag nog schooner dan zyne voorgangers willen maken. Qy weet, hoe ik u de vorige week op „Bosch- zicht" gezegd heb, myn ouders toestemming tot ons engagement te zullen vragen. Zooals te verwachten was, is my die volgaarne verleend. Doch wat grooter bezwaar zal heb ben, gy hebt het immers zelve gezegd, is die van uw oom en tante te verkrygen. Vooral de laatste zal, helaas! niet te over winnen zyn. Toch voel ik my sterk den stap te wagen. Morgenochtend omstreeks tien uren hoop ik mijne afscheidsvisite by de uwen te komen afleggen en tevens hunne goedkeuring voor onze verloving te vragen. „Wy willen aan den goeden uitslag niet twyfelen, doch mocht het lot ons niet gun stig zyn, dan zullen wy elkander biyven gedenken tot er een betere tyd voor ons aanbreekt. Dit hebt gy my ook op „Bosch- zicht" beloofd. Tot morgen dus! Uw Arnold." Twee-, driemaal las hy zyn geschrift over; toen sloot hy het zorgvuldig in eene witte enveloppe en gaf het den loopjongen over met den herhaalden last, den brief vooral in de handen van de jongejuffrouw te bezorgen. Ja, de tyd was voor hem omgevlogen! Byna om den anderen dag had hy Mathildes nabyheid genoten en trots de tegenwoordig heid van ouders of voogden, hadden zy elkander verstaan. Ook in Mathildes hart bloeide als eene schoone roos slechts óéne gedachte: Arnold. „Is de jongejuffrouw te spreken vroeg do opgeschoten knaap aan den bediende van den heer De Winter. „Op het oogenblik niet, maar ik wil de boodschap wel overnemen." „Ja, ziet u, ik moest haar dezen brief geven, en ik weet niet, of. „O, laat my daarvoor maar zorgen; ik weet wel, hoe dat gebeuren moet." De jongen reikte half ongeloovig den brief over, ontving een paar sigaren en vertrok. De bediende las het adres en mompelde lachend „Ja, ik begryp hot; ik heb het al eerder ver wacht. Nu, tante, het is goed, dat ge het niet weet." „Heb ik van m'n leven", klonk opeens de stem van tante in levenden lyve achter den bediende. „Een brief niet voor tante, niet waar, maar voor Mathilde, is het niet? Geef maar hier, ik zal hem wel bezorgen, dat kan niemand beter dan ik." Onthutst hield de bediende het „corpus delicti" nog in de hand en eer hy het voor zag, nam tante het in bezit. Met triumfanto- ïyken blik trad zy naar binnen. „Ja, ja, man, daar zul je het hebben", zei ze in zichzelve, „eene liefdesverklaring in optima forma van Arnold aan Mathilde." De heer De Winter hield juist zyn mid dagslaapje en Mathilde was boven. „Nu, man, ik zal je toonen, dat ik geen ongeiyk had; nu wil ik je bewyzen, dat Arnold en Mathilde je waakzaamheid bespot hebben. Jammer, dat ze hem niet lezen zal!" In zenuwachtige haast brak zy den brief open en verslond den inhoud; krampachtig hield zy hem omkneld, toon zy ge ëindigd had. „Man, ontwaak! Help me!" riep ze wan hopig. Verschrikt vroeg de heer De Winter: „Wat is er, Martha, wat scheelt je?" „O, wat er nu worden moet, weet ik niet", riep zy half schreiende uit; „o, lees hier, Arnold en Mathilde verloofd en morgen komt hy; o, lees toch!" Meer kon zy niet uitbrengen; trillend reikte zy den brief over. {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 9