f!\ 9947.
Donderdag 28 «Juli.
A0. 1802.
i§eze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
Feuilleton.
EEN HARDE! STRIJD.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Lelden per 3 maandenf 1.10.
Franco per post1.40.
Afeondcrlgke Nommera0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regel» f 1.05. Iedere regel meer /"0.17$.
Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor hot
incaeaeeron buiten do stad wordt ƒ0.10 berekend.
Gemengd Nieuwe»
In do wachtkamer lste klasse
van hot Staatsspoorstation to 's-Gravonhago
is thans, tegenover de portretten van Ilare
Koninklijke ouders, gesteld hot portret van
H. M. Koningin Wilhelmina, in crayon getee-
kend door Dake. De gelijkenis der jeugdige
Vorstin is sprekend on het vriendelijke gelaat
van H. M. verkrijgt nog meer uitdrukking in
eene rood peluchen omlijsting, rustende op een
wit veld, welk geheel weer vervat is in een
eikenhouten encadrement, gedekt door eene
Koningskroon.
Op d e P a a r d e n t e n t o o n s t e 11 i n g
to Scheveningen zjjn nog de volgende bekro
ningen aan Nederlanders toegekend.
Afdeeling fokpaarden. - Tweejarige heng
sten (klasse zware tuigpaarden)lste pr(js
„Congo II," van J. Beekman Az., te Buren,
en B. Den Ouden, te Op|jnen2de pr. „Attilla,"
van A. en A. Straver Jz., te Babyloniënbroek
3do pr. „Julius II," van Beekman Az., voorn,
en idem „Agamemnon II," van A. A. v. d. Berg,
te Haarlem.
Klasse lichto, tuig- en rijpaardenlste pr|js
vYoungTelegraf IV", van Beokman Az., voorn.;
2do pr. „Nelson III", van Straver en Van Baal,
to Babyloniënbroek; 3de pr. „Conradjjn," van
H. F. Bultman, te Haarlemmermeer; idem
„Horo III," van gebr. Van Volsem, te Hal.
Klasse tuigpaardenlste pr|js „"Wilhelmina,'
van de Prov. Vereeniging t. b. der Paarden-
fokkorij te Groningen2de pr|js eene bruine
morrie van A. A. v. d. Berg, te Haarlem;
3do pr|js „Wilkoa," van de Prov. Ver. t. b.
der Paardenfokkerij te Groningen4de pr. eeno
donkerbruine merrie van Ockhorst on v. d.
Grient, te Rotterdam.
Klasse lichte, tuig- en rijpaarden(niet
grooter dan 109 cM. en niet kleiner dan 152
cM.) 2do pr. eene bruine merrie van A. A.
v. d. Berg, te Haarlem; 3de pr. eene merrie
van A. Mulder, te 's-Gravenhage4de pr.
„Aurora", van H. F. Bultman, te Haarlem
mermeer.
Afdeeling gobruikspaarden. Klasse zware
tuigpaarden in tweespan. Eervolle vermeldin
gen „Galant" en „Brillant", van N. A. baron
Steongracht van Mooyland, te 's-Gravenhage
een tweespan van A. Mulder, te 's-Graven
hage: een tweespan van denzelfdeneen twee
span van A. A. v. d. Berg te Haarlem.
Klasse lichte tuigpaarden in tweespan.
Eervolle vermeldingen„Bertha" en „Nella",
van P. De Goey, te Utrecht; een tweespan
van Mulder, te 's-Gravenhage; een idem van
denzelfden; „Wilhelmina" en „Emma", van de
ITarddraver|j-Vereeniging te Groningen.
Klasso zware tuigpaarden in één span.
Eervolle vermeldingen „Campioen", van J.
De Mol, te 's-Gravenhage; Jupiter", van C.
v. d. Borg, te Haarlem; „Haarlem", van Ed.
Van Hoboken van Oudenlande, te Scheve
ningen.
Klasse vierspan 2de prys een vierspan van
J. Kok en Zn., t.e Rotterdam. Eervolle ver
meldingen een vierspan van A. Mulder, te
's-Gravenhage.
Zondag-avond jl. namen een
drietal heeren plaats in den wagen eerste
klasse van den trein, welke te 9.33 van Den
Haag naar Rotterdam vertrekt. In den coupé
gekomen, bluften z|j er op, dat z|j door die
slechte controle der plaatsbewijzen, best in
eene hoogere klasse konden plaats nemen,
dan hun kaartje aanduidde.
Toevallig was de stationschef van Delft mede
in denzelfden coupé aanwezig; kalm hoorde
h|j het gesprek der heeren aan, maar kon
toch niet nalaten aan het station Delft den
hoofdconducteur te roepen om de plaatsbe
wijzen der reizigers te controleeren. Toen
bleek dan ook, dat do drie heeren maar een
biljet 2de klasse hadden. Nu moesten de
heeren uitstappen, ieder eene boete betalen
van f 3 en konden eerst met een lateren
trein naar Rotterdam terugkeeren, alles ten
gevolge van die „slechte controle."
In de Rozenstraat te Utrecht
had Zaterdagnacht een hevige twist plaats
tusschen zekeren aldaar wonenden N. en diens
vrouw, waarb|j de laatste zich zóó driftig
maakte, dat z|j onverwachts een broodmes van
de tafel nam en daarmede haren man eene
diepe snede over het gelaat toebracht.
De verwonde, die veel bloed verloor, was
genoodzaakt zich onmiddellijk onder genees
kundige behandeling te stellen.
B|j de politie te Utrecht ver
voegden zich gistermorgen een twaalftal per
sonen, meerendeels kloeke, krachtige mannen,
met het verzoek om naar eene R|jks-werkin-
richting te worden opgenomen. Voorzeker
wel een bew|js, dat het voor velen nog altijd
niet mogelijk is eenigen arbeid te bekomen.
Dr. Stuhlmann heeft uit Bukoba
een brief aan prof. Schweinfurt omtrent de
expeditie van Emin-Pacha gezonden. Uit dezen
brief bl|jkt dat Emin alleen daarom was voor
waarts gerukt, omdat h|j vernomen had, dat
z|jne volgelingen van vroeger niet ver meer af
waren en h|j hun dus te hulp wilde snellen.
Hij ging eerst naar liet zuiden van het Albert
Edward-meer en vervolgens van daar naar
het noorden en ontmoette z|jne aanhangers
te Undussuma. Selim Bey weigerde echter
zich met z(jno volgelingen b|j hem aan te
sluiten. Emin was volstrekt niet uilgetrokken
met het doel het achtergelaten ivoor weder
meester te worden. Van de 3000 centenaars
ivoor is trouwens niets meer over. De opstande
lingen van Wadelai hebben het vernield, omdat
z|j daardoor de achtergebleven aanhangers van
Emin beletten wilden zich voor dit ivoor b|j
de Arabieren ammunitie aan te schaffen. Emin-
Pacha heeft, volgens dr. Stuhlmann, op z|jne
reis met veel zwarigheden te kampen gehad.
H(j gaf dikwyls bloed op en leed veel aan zyne
oogen. De pokken braken onder zyn gevolg uit
en hy wilde bljjven tot z|jne aanhangers weer
allen hersteld waren. H|j stond er echter op, dat
dr. Stuhlmann zou terugtrekken. Zyne laatste
woorden tot dezen waren: „Denk aan mijn
kind!" Dr. Stuhlmann weet niet, wanneer
Emin-Pacha zal terugkeeren. Hy verzekert
echter, dat deze nog maar weinig manschap
pen b|j zich heeft. Emin-Pacha wilde niet
veel volk by zich houden, daar hy geene kans
zag voor het onderhoud er van te zorgen.
Sell an del yke tooneelen hebben
Zaterdag ochtend plaats gehad te Montpellier,
by de terechtstelling van Martini, den moorde
naar van den cipier Lambert en z|jn medege
vangene Hortel. Wel vyftien duizend menschen
haalden onder groot rumoer den beul en zyne
helpers van het station af, zoodat hun rytuig
slechts met groote moeite het paleis van justitie
bereiken kon. Den ganschen nacht hadden tal
van treinen wel 10,000 nieuwsgierigen van
elders aangebracht. Na de onthoofding poogde
het volk het cordon troepen door te breken,
zoodat de commissaris de drie by oproer
voorgeschreven sommatiën moest doen en ver
scheidene personen in hechtenis genomen,
maar vervolgens weer vrijgelaten werden, op
één na, die een soldaat met een mes licht
gekwetst had.
Martini's eveneens ter dood veroordeelde
medeplichtige Doxemple had dienzelfden
ochtend gratie ontvangen, wat de menigte
zeer scheen verbitterd te hebben. Zij hield
niet op te brullen om terechtstelling van
beide moordenaars of gratie voor beidon.
De hersenen van Martini bleken by onder
zoek niets bijzonders op te leveren. Met zyn
hart zyn proeven genomen door inspuiting
van hondenbloed, waarmee vrylang krachtige
slagen werden verkregen.
Naar men meldt, is Maandag-
nacht eene hevige aardschudding waargenomen
te Sallan, by Londen. Men schryft dozen schok
toe aan grondschuivingen ten gevolge van
uitgravingen in eene steenkolenmijn.
Do „K 1 n. Zeit." acht wegens
de onwelwillende beoordeelingen van vele
bladen noodig den galanten kolonel van het
Regensburger regiment, die den dames der
officieren op haren verjaardag een morgencon
cert aanbiedt, in bescherming te nemen. Voor
de muziekcorpsen getroosten zich de officieren
en militaire artsen der verschillende regimenten
vr|j aanzienlijke uitgaven. Zonder dezen zou
de muziek zeer veel te wenschen overlaten,
daar de Staat maar zeer schrale sommen er
voor beschikbaar stelt. Alzoo mogen die heeren
wel eenig genot voor hun geld hebben en
welk rechtgeaard echtgenoot zal het dan niet
't meest op prys stollen, als het feest der
vrouw, die hem 't dierbaarst is, wordt opge
luisterd door de muziek, welke hyzelf ten
deele betaalt? De kolonel heeft nu wyselyk
allo willekeur vermeden door het bevel, dat
aan al de dames eene gelijke hulde verzekert.
Als eigenaardige premie op het huwolyk
heeft het bevel misschien ook nog waarde;
bovendien kan het concert, den verzachten
den invloed der muziek in aanmerking ge
nomen, misschien nog dienst doen ter voor
koming van soldatenmishandelingen, waar
over in den laatsten tyd zoo vaak geklaagd
is. Eere dus den Regensburger kolonel!
Een ryk Fransch grondeigenaar
is het slachtoffer geworden der vergissing van
een medicus. In de plaats van een milligram
atropine schreef deze, onder den indiuk eoner
gebeurtenis, die hem eenigszins in de war had
gebracht, op zyn recept 2 gram. De apotheker
was wel eenigszins verbaasd, maar daar het
recept in orde was, leverde hy de hoevoelheid
atropine af, die voldoende zou zyn om 100
monschen te vergiftigen. Nauwelijks had de
patiënt dan ook het drankje aan de lippen
gebracht, of hy zakte levenloos ineen.
De rechtbank te W oenen heeft
eon wynkoopersknecht, die, om zich op zyn
patroon te wreken, alle vaten in diens kelder
heeft vernield, waardoor meer dan 54,000
liters wyn zyn weggeloopen en ruim 40,000
florynen schade word veroorzaakt, totSjaron
gevangenisstraf veroordeeld.
By Tiflis is do bliksem geslagen
in een transport van artilleriemunitio, waar
door 4 wagens van de 34 ontploften; 20sol
daten worden gedood en 2 officieren zwaar
gewond.
4.)
Van tyd tot tyd sloeg Arnold zyne blikken
in den bundel novellen vóór zich, doch de
schepping scheen hom meer te boeien dan
do lectuur. En toen liy heel in de verte den
toron van zyne vaderstad ontdekte, borg hy
het boek in zyn roiskofferlje, overtuigd dat
hy nu niet meer tot lozen gestemd was.
Do toren kwam al meer en meer naby en
reeds hier en daar herkende Arnold, in eenig
hoog opgaand geboomte, overweg oude be
kenden. Daar had hy zoo vaak met zyr.
boezemvriend Johan gewandeldin dien boom
had hy eenmaal, ten koste van eene ge
scheurde jas, een nest uitgehaald; ginds
stond nog het huisje van den ouden Barend,
dio hem zoovele bloemen bezorgd had, maar
er speelden thans een tweetal kinderen voor,
en het bloemtuintje van don grysaard was
in oon moestuin herschapen. In deze gracht
had hy des Zaterdags-namiddags steeds ge
spelevaard, en hier.
Do locomotief floot en weldra stond de
trein stil.
„Welkom, Arnold!" klonk het hem tegen
en zyne beide ouders drukten hem hartelyk
de hand. Mevrouw Van den Hoogen was do
voldoening zelve; in al de fierheid van moe-
derlyken trots vergezelde zy haren Arnold.
Onder wederkeerig vragen en antwoorden
bereikte hot drietal zyno woning.
III.
Mevrouw De Winter zag met een betrokken
gelaat haren man aan.
„Wat heb ik je gezegd, man", begon zy,
zoodra Matbiide de kamer verlaten had, om
boven eenige werkzaamheden te verrichten;
„wat heb ik je gezegd? Heb je gisteravond
niet gezien hoe Arnold en Mathilde elkander
telkens aanzagenhoe eerst Mathilde bloosde
en dan Arnold weer? Heb je niet opgemerkt
hoe ze tegen hem lachte en dat Arnold een
geheel verkeerd antwoord op je vraag gaf?"
„Nu ja", antwoordde mynheer De Winter,
„ze mogen elkaar toch wel aanzien; dat
kunnen we niet beletten, en wat zou het ook
„Foei, man! Hoe kun je zoo praten? Dan
hadt ge mevrouw Van Wyngaarden eens
moeten zien; ik kon op haar gezicht lezen,
dat zy er zich ook aan ergerde. Zelfs wierp
ze van tyd tot tyd een toornlgen blik op
haro dochter, alsof ze die zeggen wildo: „Pas
op, zoo iets niet te beginnen!"
„Och kom, dat verbeeld je je zekor 011 dat
lachen was heel natuurlyk. Want dio voor
dracht van Arnold was bepaald komisch en
zal zeker nog lang op Mathilde nagewerkt
hebben. Wat my betreft, ik vond er niets
onrustbarends in, dat onze nicht eens
lachte."
„Nu, ik was maar bly, dat we gaan kon
den, want de trotschheid van mevrouw Van
den Hoogen op haren zoon begon me gloeiend
te vervelen. Zo sprak het we! niet in ronde
woorden uit, maar in alles liet ze je zoo
voelen; „Zie Je, dat is nu myn student!"
„Het is toch een heel aardige jongen, vol-
strokt niet uitgelaten; integendeel, hy toonde
soms zeer voel ernst te bezitten."
„Dat wil ik ook niet ontkennen", sprak
tante weer, nu zy wel inzag, dat zy by haren
man niets winnen zou; „ik zal volstrekt
geen kwaad van hem spreken, maar met
Mathilde was hy toch lil te familjaar. Hoe
voorkomend was hy jegens haar, toen wy
afscheid namen zag je wel hoe lang hy hare
hand vasthield. Met Marie althans maakte
hy het lang zoo opvallend niet."
„Het kan zyn, maar ik vind er niets
onrustwekkends inik hoop maar, dat Arnold
Woensdag-avond ook mee naar hier komt."
Mevrouw De Winter zweeg, min of meer
gekrenkt door de onkwetsbaarheid van haren
man. In stilte hoopte zy vurig, dat Arnold
overmorgen achter zou blyven, dan behoofde
zy ten eerste geen gevaar voor Mathilde te
vrcezen en ten tweede had zy niet zooveel
van den trots zyner moeder te verduren.
Mathilde trad binnen om de tafel te dekken.
Na den eten ging hare tante de stad in
voor huishoudelyke zaken; oom hield zyn
gewoon middagslaapje en Mathilde zette zich
met haar naaiwerk voor het open raam neder.
Het was nog altyd hetzelfde zwoele zomer
weder; een zacht windje bowoog even do
vitragegordynen, welke Mathilde voor do
voorbyganpors zoo goed als onzichtbaar
maakten. Het meisje bad weinig aandacht
voor haar werklusteloos hield zy de naald
vast, met de punt in het linnen geprikt.
Haro gedachton verwylden elders; laton we
het maar zeggenby Arnold
Door toeval of opzet, zy wist het niet,
had zy gisteravond tegenover hem gezeten,
en wat tante met hare Argusoogon had op-
gomerkt, was niet veel meer dan du waar
heid geweest.
Vervolg ommezijde).