N®. 9937.
geze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
Zaterdag lö .1 uli.
A0. 1S92.
LEIDSCÏÏ
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Lelden per 9 maanden1.10.
Franco per post....*1-40-
A/zonderlgke Nommers.0.05.
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
Van 1—6 regels ƒ1.05. Iedere regel meer 0.17J. i
Grootere lettere neer plaatsruimte. Toer het
incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend.
Officiëele Kenniscevingcn.
&CHÜTTE11IJ.
Burgemeester en Wethouders Tan Leiden brengen
ter algemeeno keunie, da* do CommisBic, volgens
art. U der Wet op de ScboitertjeD, ran den llden
April 1827 (Btaateblad No. 17). benoemd tot het on
derzoeken van on beslissen omtrent do redenon van
vryetellmg on uitsluiting, zal vaceeren op het ll&ad-
huis dezer gemeente, op Vrijdag den 22.-ten Jnli
aanstaande, 'e voormiddags te tien uren cn 's namid
dags te óóq uur, naar gelang dit in de oproepiuge-
biijutten aan ioder der belanghebbenden zal worden
kenbaar gemaakt.
Eq worden dieusvolgena opgeroepen
1°. al do zoodaoigen, die aan de loting van dit
jaar deelgenomen hebben
2°. de^eneD, die eodert' do vorige insohryving
alhier zijn komen wonou en geboren in de jaren
185S tot I860 ingesloten;
3°. zij, die ambtshalve ziju ingeschreven en eonige
reden tot vrijstelling vermeenen te bobbou
4Ü. degenen, die na hunne indienstatolling bij do
Schutlerri rocht op vrijstelling hebben vorkregen
alsmede dte bij bet Bataljon om lichaamsgebreken
tijdelijk zijn vrijgoatold, en
5°. degenen, die volgens art. 3 L. on M. der
Wet, als tot do nacht- of brandwacht behoorende,
Jijt- ol haiabedienden zijnde, of bedeeld wordende,
of wol als gepaeporteorde zeemilioions, krachtens
art. 160 der Militicwet, vrijstelling kunneu erlangen
om zich voor gomelde Commissie te vervoegon,
op bovengemelden dag, al ware bet dat bij litn
geen oproepingsbiljet was ontvangen, ten eindo over
de ingediende reclames uitspraak worde gedaan,
terwijl zjj, die alsdan niet verachyoen, geacht zullen
Worden geece reden tot vrijstelling te hebben en
mitadieD, overeenkomstig art. 16 van Zijner Maj-s-
teits besluit van den 28»ten Juni 1828 (Staatsblad
No. 42), voor zooverre zij dienstplichtige Dommere
getrokken hebben, bij de Schutterij zullen worden
ingelijfd.
Burgemoestcr en Wethouders voornoemd,
Lei len, DE KANTER, Burgemeester.
15 Juli 1692. E. KIST, Secretarie.
Directe Delnstingen.
De Burgemeester van Leiden brengt ter alge
meen» kennis, dat aan don Ontvanger der Directe
Belastingen is ter hand gesteld 1 kohier van hot
Patentrecht, No. 4, van den dienst 1892/93, en
executoir verklaard den 12deo Juli 1892, en herinnert
voorts de belanghebbenden aan hunne verplichting
om den aanslag op den bij do Wet bepaalden voet
te voldoen.
L e i d o n, Do Burgemeester voornoemd,
15 Juli 1892. DE KANTER.
Leiden, 15 Juli.
Aan de verslagen omtrent het verhan
delde in de afdeelingon der Provinciale Staten
van Zuid Holland is hot volgende ontleend:
In vier afdeelingen werd wederom ter
sprake gebracht het subsidie aan de Kweek
school voor Bewaarschoolhouderessen te
Leidon, waartegen de bekende en reeds meer
malen herhaalde bezwaren min of meor uit
voerig besproken werden. In alle vier de af
deelingen bleef echter de overgroote meer
derheid het subsidie aanbevelen.
De commissie adviseert tot ongewijzigde
aanneming van het voorstel om aan de Turf-
marktsbrug te Leiden eene meerdere wijdte
te geven dan oorspronkelijk in de overeen
komst met die gemeente was vastgesteld.
Volgens bet gemeenteverslag is gedurende
1891 besteed aan:
Straten en pleinen19215.62
Wegen en voetpaden B 3101,52
Wandelplaatsen en plantsoenen 2830.85s
Bruggen8452.39s
Pompen en riolenB 8364.505
Havens en kaaimuren 6759.20
Spuit- en bonhuizen2343 90
Lagere scholen en schoolmeubolen 11376.01
Daggelden der werklieden 20719.42
Raadhuis en meubelen 4150.25
Gebouwen10920.855
Vaartuigen735.76s
Liemursche rioolstelsel1451.56s
Aanvoer van duinwater 3317.33
Totaal 103739.19.
In het bijzonder wordt gewezen op het
groot aantal ruiten, welke door de straatjeugd
aan de schoolgobouwen werden ingeworpen.
Voor alle scholen te zamen werd een bedrag
van ƒ677 besteed aan de herstelling der ge
broken ruiten.
Omtrent de Gehoorzaal heet het in hot
verslag
„Op 1 October 1891 is deze in gebruik ge
nomen. De concertzaal beantwoordde aan de
verwachtingen, de fraaie foyer lokt vele be
zoekers. Het klankgehalto der zaal is, ook
naar het oordeel van deskundigen, gebleken
zeer te voldoen, vooral wanneer de zaal goed
gevuld is.
„Het gebouw is uit- en inwendig een sieraad
voor onze gemeente en kan zonder bezwaar
eene vergelijking met dusdanige inrichtingen
in tal van andere gemeenten en in het buiten
land doorstaan.
„Wjj (d. z. B. en W.) zijn er van overtuigd
dat meer en meer zal blijken dat, met het
oog op de ruimte en practische inrichting van
de verschillende lokaliteiton, de Gehoorzaal
aan reeds sedert tal van jaron bestaande be
hoeften zal voldoen."
Gedurende het jaar 1891 werden ten Raad-
huize aangegeven als aangetast door: pokken
1 porsoon, die herstelde; diphtheritis 40 per
sonen, waarvan 11 overleden; roodvonk 18
personen, waarvan geen overleed; typhus en
febris typhoidea 2 personen, waarvan geen
overleed; mazelen 805 porsonen, waarvan
11 overleden.
Het aantal lijken, op elke begraafplaats in
het afgeloopen jaar begraven, is als volgt:
Afdeeling, bestemd voor de Israëlieten 2
Begraafplaats aan de Groenesteeg 64
no vm- Marepoort 258
a Heerenpoort 459
R.-K. Begraafplaats365
Totaal 1148
De levering der geneesmiddelen, met inbe
grip der benoodigdheden tot verdere gereed
making dier geneesmiddelen aan de Stads
apotheek en geleverde breukbanden, enz.,
bedroeg ƒ3341 95s, alsmede voor gehouden
lijkschouwingen ƒ30. Hot aantal gereedge
maakte recepten beliep in 1891 30751, tegen
22815 in 1890.
De inkomsten, voortvloeiende uit de leve
rantie aan onderscheidene instellingen van
liefdadigheid vanwege de Gemeente-apotheek,
bedroegen ƒ678.53; de uitgaven voor de ge-
heele inrichting bedroegen ƒ6583.955.
Op 1 Januari 1892 werden in de genees
kundige gestichten voor krankzinnigen voor
rekening der gemeente verpleegd: te Delft
30, Medemblik 11, 's-Hertogenbosch 1, Cou-
dewater 14, Ermeloo, gesticht „Veldwijk", 5
en in het gesticht „Voorburg", te Vucht, 2;
te zamon 63 personen.
Het aantal verrichte koepokinentingen
van arme en behoeftige personen was in 1S91
940, waarvan 77 beneden 1 jaar en 863
boven 1 jaar. In bet geheel werden in 1891
gevaccineerd 1261 personen, waarvan 165 be
neden 1 jaar, 515 van 1 3 jaren, 393 van
3 6 jaren, 88 van 6-12 jaren en 100 boven
12 jaren.
De kosten der politie, zoo biykt verder uit
het verslag, waaruit we slechts enkele gre
pen doen, aangezien veel van het daarin
voorkomende reeds vroeger door middel van
ons blad werd ter kennis gebracht, met
inbegrip van de wachthuizen, bedroegen
ƒ41,900.695 en voor do brandweer ƒ7294.815.
De heer dr. C. C. Uhlenbeck, te Leiden,
benoemd tot buitengewoon hoogleeraar aan
de universiteit te Amsterdam, zal zijne be
trekking met den aanvang van den cursus
1892/93 aanvaarden.
Voor hetexamonvan apothekersbediende
is te 's-Hertogenbosch geslaagd: mej. H. W.
H Van Campen, te Leiden.
Men vindt in de „Staats Ct." het verslag
van de commissie, te Leiden van 1 Aug. 1891
tot en met 31 Juli 1892 belast met het af
nemen van het practiscli examen van arts.
In No. 163 is opgenomen de wot van 21 Juni
jl. tot naturalisatie van den heer H. V. Mon
santo, student aan do universiteit te Leiden.
De Nederlandsche Maatschappij ter bevor
dering van Nijverheid, te Amsterdam verga
derd, heeft benoemd te vervulling van vaca
turen, ontstaan door aftreding.
Tot directeuren de heeren H. Figoe, te
Haarlem, mr. A. J. Enschedé, te id., en dr.
D. De Loos, te Lei Jen.
Tot voorzitter uit directeuren de heer S.'J.
graaf Van Limburg Stirum by derde stem
ming. De heer Van Stirum maakte evenwel
bozwaar in verband met zyn voorzitterschap
van den raad voor het Museum van Kunst
nijverheid.
Bij acclamatie werd de gekozene overreed
de benoeming te aanvaardon, en ten slotte
verklaarde h(j zich bereid.
Tot eereleden der maatschappij zyn gekozen
de heeren:
F. J. H. Pahud de Mortanges, oud-resident
van Ned.-Indië te Parijs; J. A. Maronier,
suiker-technicus in de residentie Tegal, en
Leon Van de Polder, Nedeilandsche zaakge
lastigde te Tokio (Japan).
By acclamatie werd Utrecht aangewezen
als de plaats, waar do volgende algemeene
vergadering gehouden zal worden.
Do uitslag van het te t"t >cht gehouden
examen ter vorkrijging van liet diploma van
de M\j. tot bevord. der Toonkun st was als volgt:.
Van de vyf candidaten, die zich hadden aan
gemeld, trok één zich terug, torwyl de vier
overigen slaagden, o. a. mej. W. Sissingh,
uit Leiden, voor piano en piano-onderwijs.
Beroepen is b|j de Herv. gem. te
Metslawier en Niawier de heer J. H. De Roode,
cand. te Leiden.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft bepaald dat de commissie, aan welke
wordt opgedragen het examiuoeren van hen,
die akten van bekwaamheid vvenschen te ver
krijgen tot hot geven van middelbaar onder
wijs in de gymnastiek, voor het jaar 1892
zitting zal houden te Utrecht; aan deze com
missie tevens opgedragen het examineeren
van hen, die in 1892 de akten van bekwaam
heid verlangen, bedoeld in art. Gijbis der wet
tot regeling van het lager onderwijs; en be
noemd: tot lid en voorzitter dier commissie dr.
W. B. J. Van Eyk, te 's Gravenhage; tot leden:
G. H. Van Dissel, arts, prosector aan het anato
misch kabinet te Leiden; J. A. Wynhoff, te
UtrechtH. Van Kreel, te id.L. D Labberté, te
Maastrichttot leden-plaatsvervangersdr. N.
P. Van Spanje, te Utrecht, S. Van Aken, te
Rotterdam, en P. Baatsen, te Utrecht.
By het personeel der Ryksveldwacht is
aangesteld tot rijksveldwachter der 3de klasse
Feuilleton.
ZSJfti MOORDENAAR.
63.)
De zon steeg op uit haar purperen bed
gloeiende vlammen stegen op aan den nevol-
achtigen horizont en zetten den hemel in vuur.
Een nieuw leven scheen opgewekt in do
natuur, slaapdronken menschen ontvluchtten
het dompige vertrek en gingen aan den arbeid.
Bewegingloos lag Irmgard in het bosch
van Trunzow. Afgemat was ze op het weeke
mos neergezakt. Terwijl do geuren der wilde
roos en der welriekende viooltjes om haar
woeien, viel zij in een diepen slaap, toen de
zon de vogels en menschen tot oen nieuw
leven had opgeroepen.
Hoog stond reeds de zon aan het blauwe
firmament en liet hare stralen door het
groene bladerendak gluren, toen zij ontwaakte.
„Ik heb honger!"
Niets, wat den honger kon stillen. Zy
stond up, plukte bessen en vond den weg,
dien haar uit het bosch bracht. Daar was
een veld, waarop woitelcn groeiden; zi) trok
eenige vruchten uit den grond en dronk
water uit eene koele bron.
Doch hier gevoelde zy zich niet veilig; zy
kroop terug naar hot woud. Daar, in het
dichtste bosschage, luistert zij; dan sluipt ze
voorzichtig vooruit naar het park, vanwaar
zij het slot Trunzow kan zien. Met den blik
eens adelaars overziet zij den weg; dan ver*
bergt zjj zich.
„Dood of levend, de mjjne zal hij worden 1
siste ze tusschen de witte tanden en drukte
het pakje, dat ze voorzichtig onder den doek
droeg, vaster aan hare borst.
Uur aan unr gaat voorbij; zti hoort men
schen langs den weg wandelen. Het zijn
arbeiders, die naar hot bosch gaandan
komen kinderen met tasschen en boeken,
met lei en spons. Zij gaan in de richting der
weide. In spanning volgt zij hen met de
oogen. Zjj gaan een huis binnen, dat op de
eenzame weide ligt.
Irmgard heeft brandenden dorstdoor de
twijgen glinstert de zilveren oppervlakte van
een klein moer. Daarheen sluipt ze, buigt
zich voorover, doch schrikt terug, als zij in
de effen watervlakte haar eigen verwrongen
gelaat ziet weerspiegeld.
Eindeitjk drinkt zij en hurkt neer onder
een knoestigen eik. Op den zijwaarts gelogen
weg ruisebt een zjjden kleed, eene stem
klinkt in haar oor, wolke haar het bloed
sneller naar het hart jaagt.
Met den kloinen Kunibert aan de hand
wandelt Clarissa naar het gesticht. Neerge-
doken in het gras, als eeno tijgerin, die zich
tot een sprong gereedmaakt, staart Irmgard
hen na. Moeder en zoon verdwijnennog
altijd ligt zjj op de loer.
Daar nadert huppelend en dansend Clarissa's
zoontje weer; bij gaat naar het meer, plukt
vergeet-mij-metjes en goudgele waterleliën.
Irmgard kijkt om, overziet met één enkelen
blik de omgeving geen mensch rondom
slechts zij alleen en.de knaap. Zij snelt
op hem toe, drukt hare hand op zjjn mondje,
neemt den kleinen last op de armen en ijlt weg.
"Wat deren haar de doornen, welke haar de
kleeren scheuren, gezicht en handen bloedend
stukrjjten
Diep, diep in het woud laat ze den last op
den grond glijden.
De knaap is sprakeloos van schrik. Woest
scheurt liet meisje hem de kleederen van
het lichaam en lnilt hem in do medege
brachte lompen; dan verbergt zjj de kleertjos
onder do bladeren en nu weer voorwaarts.
Do knaap schreeuwt, weent zjj haalt een
mes te voorschijn.
„Nog één woord, en
Eene siddering gaat haar door de leden;
het mes ontzinkt aan hare hand.
Bevend van angst verstomt Kunibert, wiens
haren zjj wild om het hoofd doet hangen,
wiens gelaat zjj door zand en platgedrukte
bessen onkenbaar maakt.
Uren z(]n voorbygegaan. Déar, waar het
woud liet dichtst is, waar de twijgen zich
het meest in elkaar hebben verward, houdt
zij stil en zacht weenend zinkt het knaapje
op den grond.
Fonkelend, als de oogen eener wilde kat,
rusten Irmgards blikken op hem, doch mil
der, weeker wordt haar blik, als zij zich in
zijne trekken verdiept.
„Hoe gelijkt hy op zijn vader", sprak ze
halfluid. Dan streelt zy hem de wangen,
neemt hom op den schoot, plukt bessen voor
hem, drukt liem aan haar hart en kust hem
met wilden hartstocht. Zy spreekt hem aan
en vertelt hem wonderbare sprookjes. Zacht
ruischt het door het woud, zoet fluistert liet
door de twijgen.
„Moede moe zegt de knaap en
slaapt in, terwijl hem nog de tranen over de
wangen rollen.
Overweldigd door het lich, i k en zielo-
lyden, zinkt Irmgard naaBt hem .oor.
Wordt vervolgd.)