N°. 9932. Maandag XI «Juli. A®. 1892. <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommcr bestaat uit DllIE Bladen. Eerste Blad Kikeriki. Leiden, 9 Juli. Feuilleton. ZIJN MOORDENAAR. LEIDSCÏÏ DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden por 3 maanden1.10. Franco por post1.40. Afzonderlyke Nommersn 0.05. PRIJS DER ADVEBTENTIÊN: Van 1—0 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de etad wordt ƒ0.10 berekend. Aan de Abonnó's daarop, wordt by dit nommer verzonden No. 42 van Kikeriki. De Raad dezer gemeente zal op Donderdag 14 Juli a. s. eene vergadering houden. Evenals eenige jaren geleden het derde eeuwfeest der Leidsche universiteit, wordt thans met grooten luister het 300-jarig be staan van de universiteit te Dublin gevierd. Behalve vertegenwoordigers van andere Nedorlandsche en buitenlandsche universitei ten, zyn daarheen, gelyk men weet, ook ver trokken de hoogleeraren dr. H. Oort als rector-magnificus en dr. C. P. Tiele als secreta ris van den academischen senaat der Leidsche universiteit, namens welke zij der feestvie rende inrichting van hooger onderwijs heden den gelukwensch zullen aanbieden, welke op perkament gecalligrapheerd is in middeleeuw- schen stijl, afgezet met gefigureerde letters in goud, blauw, rood en zwart. Het hoofd er van luidt: „Collegio Sanctae Trinitatis Trecentesimum Diem Natalem 'Celobranti. S. D. P. Senatus Universi- tatis Lugduno Batavae" enz. Deze opdracht en verdere gelukwensch is op hoogst artistieke wyze uitgevoerd door onzen stadgenoot den heer P. J. Mulder, die daarmede op ait gebied wederom zijne mees terhand heeft verraden. Het geheel strekt hem dan ook tot bijzon dere eer en is vervat in een fraaien, kost baren band van rood raarokko met zwart en verguld afgezet en met een dito ornament in het midden van het plat. Do vervaardiging en levering hiervan was ■opgedragen aan den heer H. J. J. La Bree, boekbinder alhier, die zich insgelijks op de «leest verdienstelijke wijze van de hem toe vertrouwde taak heeft gekweten. Beiden hebben getoond goede beoefenaars te zijn der kunst, welke de innerlijke waarde van het geschenk heeft verhoogd. Tweede Kamer. In de zitting van 8 Juli is de behandeling der vermogensbelasting voortgezet. Do bepaling der waarde voor de regeling der belasting was het onderwerp van debat in het eerste deel der vergadering. Wegens de daling van den prjjs der landerijen, stelde de heer Clercx voor, die waarde te bepalen op het vijftien-, in plaats van het twintigvoud der belastbare opbrengst, vermin derd met de lasten. De heer Van Alphen steunde dit, om den grondeigendom niet te veel te bezwaren. De heer A. Mackay verdedigde het amen dement eveneens, op grond dat het onroerend vermogen naar evenredigheid te zwaar in deze wet wordt belast. De heer Tydeman bestreed het als privilege voor de grondbezitters. Hy wil verlichting van de grondbelasting elders zoeken. Do heer Kolkman wilde eone minder scherpe berekening van het vermogen. Verschillende sprekers meenden dat men doorhtt cyfer 15 eene juistere waarde verkrijgt. Na bostrijding van het amendement door den heer Van Houten, namens de commissie van rapporteurs, die daarin eene gedeeltelijke vrijstelling zag, en eene inbreuk op het stelsel der wet, verklaarde ook do heer De Meijier zich er tegen. De minister van financiën bestreed ten sterkste het amendement van don heer Clercx, dat louter bedoelde een correctief te zijn tegen te zware heffing der grondbelasting. Acht men dit echter noodig, men stelle ver laging der grondbelasting voor, doch niet dit amendement, waardoor niet de landbou wers, maar de grondbezitters zullen gebaat worden. Uit de ontvangen opgaven blijkt dat in 1890 en 1891 de waarde van het onroe rend goed by verkoop zoodanig was, dat het 20-voud der belastbare opbrengst eeno billijke schatting ware te achten, terwijl hotlö-voud veel te laag zou zijn, te eer, daar van deS6 ton af te schaffen belastingen, welke tegen over do vermogensbelasting staan, 53 ton komen ten bate van het onroerend goed. Als men door dit amendement zyn finantiëel stelsel in do war gooit, zou de minister moeten beraden wat hem te doen staat. Zyne over tuiging is dat aanneming van het amendement niet wenschelyk is. De heeren A. Van Dedem en Van Delden betoogden dat het grondbezit nu dubbel zal worden getroffen laatstgenoemde zou echter, na de verklaring van den minister, tegen het amendement stemmen. Het amendement-Clercx werd hierop ver worpen met 59 togen 3G stemmen. Daarentegen werd aangenomen met 58 tegen 26 stemmon een amendement-Kolk man, om do vermogenswaarde niet voor elke gemeente afzonderlijk te schatten. Voorts werd aangenomen eon amendement van de commissie van rapporteurs, om sche pen, enz. te schatten naar de geldswaarde, in verband met hunne bestemming. De minister verklaarde dat te veld staando gewassen vry zouden zyn. Art. 7 werd daarna, zooals het door de amendementen was gewijzigd, aangenomen. Niet alleen door sommige ambtenaren van de Algemeene Rekenkamer, maar ook door die van andere departementen is de betaling geweigerd der registratiekosten voor do ponsioens-grondslagverhooging, in de plaats van de vroeger genoten leges tredende. Hunne weigering is gegrond op do onduidelijkheid in de wet op do registratie, welke bepaaldelijk spreekt van vermeerdering van inkomsten, waarmede die verhooging niet is gelyk te stellen, aangezien die verhooging remplaceert het legesgenot. En daar de inkomsten, uit die leges voortvloeiende, vroeger, d. w. z. by een vorigen ontvanger der registratie, nooit aan de fiscale rechten zyn onderworpen, wordt beweerd, dat de wet eene leemte bezit, die evenzeer ten faveure der ambtenaren als tot die der schatkist kan worden uitgelegd. Voorts meent men dat, al moge de minister van finan ciën gelasten de inhouding dier kosten op het traktement der belanghebbenden, dit niet billyk is, waar de uitlegging der wet voor tweeërlei meeningen vatbaar is. Behalve de luitenant generaal F. M. B. ridder Alewjjn, herdachten ook do generaal- majoor H. F. Alings, inspecteur van het militair onderwys, en de kolonel E. F. C. A. Henckens, plaatselyk commandant der resi dentie, gisteren den dag, waarop zy vóór 40 jaren van de Koninklijke Militaire Academie töt officier werden benoemd. Do minister van waterstaat, handel en nijverheid brengt tor konnis van belangheb benden, dat in den loop der maand September voor de vervulling der betrekking van adspi- rant-ingenieur van 's ryks waterstaat een ver- golykend onderzoek zal plaats hebben Tot dit onderzoek worden toegelaten Neder landers, die een voldoend examen als civiel- ingenieur hebben afgelegd aan de Polytech nische school te Delft, mits zij op 1 Januari a. s. niet ouder zyn dan 28 jaar. De verdere voorwaarden vermeldt de Staats courant van heden. Op do begrooting van het departement van oorlog voor het volgend jaar zal eene nieuwe reorganisatie van de Normaal Schiet school worden voorgesteld, welke maatregel dan te gelijk dienstbaar zal worden gemaakt voor het Indisch leger, een en ander meer speciaal in verband met de nieuwste soort geweren en kruit. "Weldra kan verwacht worden de be noeming van een gouvernements-commissaris by de Billiton-maatschappü, voortvloeiende uit het nieuwe contract. Do nieuwe Comptabiliteitswet voor Ned.- Indië is thans by den Raad van State aan hangig en zal dus weldra by de Staten- Generaal worden ingediend. Aan het eerlang te houden spoorweg congres te St.-Petersburg zal ook worden deelgenomen door twee hoofdingenieurs voor den aanleg van Staatsspoorwegen op Java, namelijk de heeren Spanjaard en Schippers. Naar men aan de „Amst." mededeelt, zal do wet op het militair onderwijs binnenkort in haar geheel in werking treden. Aangenomen is het beroep by de Hei v. gem. te Wassenaar door ds. J. G. Klomp, te Nyland (Fr.). H. M. de Koningin heeft deze week voor het eerst zelf geroeid op den vyver achter het paleis te Soestdyk. H. M. de Koningin- Regentes was ook in het sierlijk vaartuigje gezeten, terwijl de bloemist E. v. d. Geest daarbij assisteerde. Naar men verneemt, zal de groother togin van Saksen-Weimar in het begin der volgende week het lustslot Soestdyk verlaten, en zullen de Koningin en de Koningin- Regentes 15 dezer de Sporttentoonstelling te Scheveningen bezoeken. By de permanente commissie van l et „Wcldadigheidsfonds" te Amsterdam is van do groothertogin van Saksen, geboren prinses Sophie der Nederlanden, eene gift ontvangen van ƒ100. Het stoomschip „Amsterdam" is 8 Juli van Rotterdam te Nieuw-York aangekomen; de „Bellerophon," van Amsterdam en Liver pool naar Java, vertrok 5 Juli van Algiers; de „Drente," van Rotterdam naar Java, arri veerde 8 Juli te Port-Said; de „Patroclus," van Java naar Amsterdam, vertrok 7 Juli van Port-Saidde „P. Caland," van Baltimore naar Amsterdam, passeerde 8 Juli Lizard; de „Prins Maurits," van Amsterdam naar West- Indië, passeerde 8 Juli Dover; de „Prins Willem III" arriveerde 8 Juli van West-Indió te Nieuw-York. By koninklyk besluit van 6 dezer is benoemd tot notaris binnen het arr. Alkmaar, ter standplaats de gemeente Hoogwoud, W. C. De Boer, cand.-not. te Rijswijk. (Herplaatsing wegens misstelling in de St.-C.) $5.) Clarissa leed met hem. Haar ijverigst stre ven bestond hierin, hem het huis zoo aan genaam mogelijk te maken. Doch ook op eene afleiding zfiner sombere gedachten was zy bedacht. Zy stelde thans jneer dan ooit belang in Bruno's werkzaamheden, in de ver beteringen op Trunzow en de omliggende r pachthoeven. Dit scheen haar echter nog niet voldoende. Zij wilde tot welzyn der lfidende menschhoid iets doen en zy dwaalde niet, toen zy meende dat haar echtgenoot hierin eveneens iets zag, waardoor een Glatbeek goed kon maken wat ©c-n drager van dien naam had misdreven. Lo yireeht schoot de zon hare stralen naar benedenin den tuin geurden do bloemen, doch aangenamer nog was het in het park. Daarheen wondde Clarissa, haren kleinen Kunibert aan de hand geleidend, hare schre den ca ook Bruno gaf zich gewillig aan hare leiding over. Een kwartiertje reeds hadden zy onder de hooge beuken gewandeld. Ginds vloot een zilveren beekje murmelend door eene heer lijke weide, omringd door eeuwenoude woud reuzen. Eene bank noodigde uit tot rusten. „Bruno, dit is het schoonste plekje van geheel Trunzow", sprak Clarissa, torwyl ztf zich op de kunstig van twijgen gevlochten bank neerliet. „Dan zal het „Clarissa's Rust" heeten", antwoordde Bruno. „Dat neem ik niet aan", riep Clarissa vroolyk, „uw naam zal hier ook worden ver eeuwigd. „Bruno's en Clarissa's Geluk", zóó zal het heeten!" „Toegestaan; lieden nog zal een steen dien naam vermelden. „Dat mag ik alweer niet aannemen. Waar toe die steen? Wij beiden weten het, onze Kunibert zal het ook eenmaal niet vergeten en zyn kinderen en kindskinderen zal hy het verhalen." „Ha", lachte Bruno. „ge denkt ver vooruit, liefste, doch liet geschiede zooals go wilt!" „Doch niet nan de overlevering alleen wil ik het overlaten, der wereld ons geluk te verkondigen. Ik had dit lievelingsplekje gaarne op nog eene andero wyzo willen inwydon." „Is de zegening der liefde niet de hoogste?" „Zeker, doch er is rog eene andere liefde dan die, welke onze harten verbindt en die door de verbonden harten niet mag worden vergeten." „Al begrijp ik u ook niet in alle deelen, toch weet ik, dat myn lief vrouwtje de liefde tot God op het oog heoft." „Juist, die meen ik, Bruno!" „Zal ik hier eene stille kapel laten bou wen? Zal ik, Clarissa?" „Neen, neen, het godshuis in het dorp is voldoende." „Wat wenscht ge dan? Een Christusbeeld misschien? Al is het by de Evangelische Christenen niet de gewoonte, het kruisbeeld aan den weg op to richten, zoo heeft toch telkens, wanneer ik in andere landen het beeld des Verlossers aan den martelpaal op een schoon plekje vond, dit my vroom ge stemd en mij de schoonheid der plek in haar fraaiste licht doen schynen." „Ook dat meen ik niet, Bruno! In ons kerspel ontbreekt een stil toevluchtsoord voor oudolieden, die gebrekkig zyn geworden en omzwerven zonder werk, zonder familie. Een onderkomen voor kleine kinderen, wanneer de ouders op het veld arbeiden. Wanneer een huis voor oudelieden werd opgericht, dan konden dezen des daags do verzorging der kinderen op zich nemen. Hun oude dug was vry van zorgen werd toch nog voor een nuttig werk besteed. Hun en ons zal het een stil geluk bereiden, als wy die dankbare gezichten zien en wanneer wy het mogen beleven dat uit de arme kinderen rechtscha pen en gezonde monschen zyn gegroeid!" „„Clarissa's en Bruno's Geluk", deze naam zal het huis dragen", riep Bruno in ver voering uit. „Zie, die steen, waarop thans do jongste twyg van don ouden stam zit, zal als grond steen in het fondament worden ingemetseld." Met langzame slagen vloog een reiger over de weide. „Do reiger van ons huis geeft door zyn verschynen zijne goedkeuring te kennen, Clarissa!" Op hetzelfde oogenblik viel een schot; lang zaam viel liet getroffen dier ter aarde. Een man sprong uit het bosch, doch bleef plotseling staan, toen liy Bruno en Clarissa bemerkte. „Halt! Sta!" riep Bruno en ijld^ op den wilddief toe, terwyi Kunibert naai: het bloe dende dier liep en mot zyne Kfóne handjes do wonde trachtte sluiten* Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 1