De Negerhut van Oom TOM. UÊlmM oj lour 8i Bert, Gesteriliseerde Melk. fjo, 9928. Woensdag 6 Juli. A'. 1892. tgeze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. Steenwijk aan de Staatsche zijde. Pastoor Seb. Kneipp's Waterkuur. Gebrs. Gründemann, den 6den Juli 1892. Cognac fin Boïs. STADSGEHOORZAAL. BLANKENBERG Co.. Voorhanden: alle nieuwe Reisboeken, Reisgidsen, Reislectuur, enz., enz., voor binnen- on buitenland. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leidon per 8 maandenf 1.10. Franco per poet....7.7....... 1.10. Afzonderlijke Nommere0.05. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1—6 regels ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.171. Qrootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.10 berekend. 1592 - 5 Juli - 1892. Heden vóór 300 jaren viel de eerste sterkte in de oostelijke provinciën door het talentvol krijgsbeleid van Prins Maurits en Graaf Willem Lodewyk in de macht der Staten. Voorheen door graaf Rennenberg drie maanden tever geefs belegerd, was Steenwijk, nadat het door de Spanjaarden was bemachtigd, aanmerke lijk versterkt, zoodat velen het in twijfel trokken of het Maurits gelukken zou er zich van meester re maken. Van hier uit hielden de Spanjaarden de Zuiderzee onveilig, maar niet minder klaagden de kooplieden over de kaperyen, waaraan hunne schepen ten doel stonden, als zij van uit Geertruidenberg werden aangevallen. Het kan dan ook niet verwonderen, dat er waren, die liever wenschten dat Prins Maurits zich van deze stad meester maakte, alvorens hij het beleg voor Steenwijk sloeg. De Zeeuwen daarentegen zagen liever, dat hun gewest van de vijandelijke aanvallen bevrijd werd, ja, zij dreigden zelfs niet in de oorlogslasten te zullen bijdragen, zoo öf Geertruidenberg of Steenwijk door den Prins belegerd werd en hij zich niet in de bres stelde om Zeeland te beschermen. Van dit opzet wist Maurits hen terug te brengen. De Staten en de Raad van State waren van gevoelen, dat de Prins eerst de oostelijke provinciën van den vijand moest bevrijden, waarmode hy zich geheel kon vereenigen, te meer, daar hij dan ook over drie duizend Friesche soldaten kon beschikken. In het laatst van Mei 1592 verschenen Prins Maurits en Graaf Willem Lodewijk met 8000 voetknechten en 1500 ruiters, benevens 50 stukken geschut, vóór Steenwijk. Het garnizoen bestond uit 1000 voetknechten en 60 ruiters, onder het bevel van den dapperen Antonie De Coquel. Deze was vast besloten de veste, die van levensmiddelen en krijgsvoor raad genoegzaam voorzien was, tot het uitersto te verdedigen. Monig hopman scheen de moed te ontzinken bij het aanschouwen van do geduchte vestingwerken, maar Maurits noch Willem Lodewijk lieten zich daardoor ont moedigen, ja, het scheen, alsof zij er juist eene eer in stelden, om dit zoo versterkte Steenwijk voor de Staatsche wapenen te doen bukken. Hun eerste werk was de legerplaats zoowel togen de uitvallen der belegerden als tegen den aanval van buiten aan alle zijden te verschansen. In drie dagen tyds was men mot dit werk gereed. Er was zulk een over vloed van levensmiddelen in het kamp, dat de soldaten zich voor zes stuivers bij de zoetelaars in den kost besteedden, met beding van drie maaltijden en Delffcsch bier. Die goede en overvloedige voeding beviel den soldaten en maakte hen krachtig alles te doen, wat de veldoversten van hen verlangden. De negen volgende dagen werden besteed om het geschut in batterij te brengen. Prins Maurits, die reeds meermalen had ondervon den, dat de uitwerking van het geschut den vijand schrik inboezemde, keurde het voorstel van den artillerie-meester Charles de Levin, heer van Famars, goed, om terstond bres te schieten, maar Graaf Willem Lodewijk vond het beter daarmee te wachten tot men de loopgraven over den bedekten weg tot aan de gracht had voortgezet. Zijne meening werd niet dadelijk gevolgd. Op den 13den Juni werden 7000 kogels binnen weinige uren tegen de veste afgeschoten. Eene ton gouds was hiermede verspild, toen men ontdekte, dat het doel op deze wijze niet kon bereikt worden, wijl de wallen gedeeltelijk door den bedekten weg beveiligd waren en de kogels weinig schade deden, omdat zij in de klei drongen. De bovenste borstwering had alleen door het geweldige vuur geleden. Reeds maakte het krijgsvolk in de loop graven zich gereed om storm te loopen, toen Prins Maurits het teeken tot den aftocht gaf. HG begreep dat hy, door het bevel tot den aanval te geven, zyne soldaten ter slachtbank zou voeren. Dezen waren zeiven mistroostig, dat zy in de legerplaats moesten terugkeeren. De Prins volgde nu, door de ervaring geleerd, den raad van Graaf Willem Lodewijk op en besloot vooreerst de wapenen te laten rusten en door schop en kruiwagen te vervangen. Dat werk schenen de soldaten voor zich ver nederend te vinden, maar de Prins loofde buitengewone bolooningen uit aan allen, die aan do schanswerken arbeidden, en deed hen daardoor het vooroordeel afleggen. Zy werkten van nu af dag en nacht aan de loopgraven, bemachtigden den vordekten weg, vulden, onder bescherming van hot geschut, de gracht en bereikten den voet van het voornaamste bolwerk. Hierin werd terstond eene myn aan gelegd, gelyk ook nog bij eene der poorten, die reeds van het geschut veel geleden had. Onder toezicht van hopman Cornput was een houten toren vervaardigd, welke dienst moest doen om den vijand bij de bestorming met klein geweer van de wallen te houden. In don vroegen morgen van den 3den Juli werd het vuur in de mijnen gestoken. Do eerste maakte eene bres van voldoende breedte, de laatste sloeg buitenwaarts uit en overdekte vele Hollandsche soldaten met de nedervallende aarde. De belegerden hadden intusschen niet stil gezeten. Zy hadden het bolwerk, waartegen de aanval gericht was, van den hoofdwal afgesneden en aan de stads- zjjde een nieuwen wal aangelegd en in ge- duchten staat van tegenweer gebracht. Nu zag Maurits in, dat het niet mogelijk was, terstond door de bres in de stad te dringen, waarom hy den storm andermaal uitstelde, ten einde zijne dappere soldaten aan geen wis verderf bloot te stellen. Niettemin werden, na een hevig kanon- en geweervuur, de beide bressen bezet en daarop der Staten vlag ge plant. De Prins zelf kreeg een schot door de linkerwang, maar dat belette niet, dat hy het opperbevel bleef behouden. De soldaten waren andermaal mistroostig, dat zy de veste niet stormenderhand mochten veroveren. Zy klaag den zelfs luide, dat hunne veldheeren klein moedig waren. Vele kapiteins morden, dat men nu reeds tweemaal de gunstige gelegen heid had laten voorbijgaan om de stad binnen te stormen. De Prins en Graaf Willem Lodewyk be- grepon, dat er niet minder voorzichtigheid dan moed vereischt werd om het gewenschte doel te bereiken. Zy wilden zich eerst meester maken van het bolwerk, waarin bres ge schoten was, dan kon men binnen weinige dagen de aanvalswerken en mynen tot aan den nieuwen wal brengen en alzoo den tegen weer der belegerden verydelen. Dezen zagen zeiven in, dat zy de veste niet langer zouden kunnen verdedigen, waarom zy verzochten in onderhandeling te komen. Zy hadden dit roeds vroeger beproefd, maar toen de hun gestelde voorwaarden niet aangenomen. Mau rits was weinig gezind andermaal met de be legerden over de overgave te onderhandelen. De Raad van State en do Gedeputeerden, die in deze onderneming niet gaarne langer tyd en geld wilden verspillen, wisten Maurits tot inschikkelykheid over te halen. Deze vergunde het garnizoen zonder wapenen en vaandels, doch met bagage de stad uit te trekken, mits de belofte werd afgelegd gedurende een half jaar niet aan de oostzyde van don Ryn te dienen. Deze voorwaarden vonden de afge vaardigden uit de vesting onaannemelyk. Zy riepen uit, dat zij zich liever dood wilden vechten op de wallen, dan daarin te treden. Hun toestand gedoogde echter geene langeie verdediging. Prins Maurits en Graaf Willem Lodewyk wisten dat maar al te goed. Hoewel zy eerst verklaarden geene verzachting in de voorwaarden te willen brengen, werd nochtans op den 4den Juli bepaald, dat de Spanjaarden rapier en ponjaard mochten behouden, doch hunne geweren en vaandels moesten achter laten. Nu trok den volgenden dag de bezetting ter stad uit. Maurits zelf plaatste zich aan de poort om haar tegen schimp en mishan deling te vry waren, gaf den bevelhebber Coquel en zyn onderhebbende kapiteins de hand en deed alzoo aan hunne dapperheid recht weder varen. Hoe verbaasd keken de uittrekkenden op, toen zy de geduchte aanvalswerken en verschansingen zagen, die de belegeraars in zoo'n korten tijd hadden opgerichtZy waren niet minder getroffon door het krygsliaftige voorkomen en de vorstelyke manieren van den jeugdigen veldheer. Coquel verzekerde dat de stad niet door het geschut alleen zou veroverd zyn, maar men had hem met de spade als een vos uit den grond gegraven. Nu de Staatsche troepen de stad binnentrokken, moesten zy zeiven getuigen, dat do bestorming geenszins uit gebrek aan moed, maar uit wyze beweegredenen twee keer door Prins Maurits was tegengehouden. De Gedeputeerden te velde, die vermeenden, dat de stad eerder zou gevallen zyn, wanneer men ze van eene andere zyde had aangetast, moesten zeiven erkennen, dat de Prins de doeltreffendste maat regelen had genomen. Had Hendrik V zich vroegor tegen Filips van Nassau uitgelaten, dat het slechts tyd en geld verspillen zou zyn, het zoozeer versterkte Steenwyk te bemachtigen en een vergeefsch beleg don roem van don Prins zou doen dalen, deze rees door do overgave van Steenwyk nog meer in 'sKonings achting, want de jeugdige veldheer had een krygstalont ontwikkeld, waarvoor men zelfs in hot buitenland niet dan lof overhad. Rotterdam, 5 Juli. Op do veemarkt waren giBte- rob aangevoerd: 133 runderen, 195 vette-on graskal- veron, 730 schapen, 537 varkens, bok, 1 nuchter kalf, biggen, paardeu. De prijzon van hot veo waren als volgt: ruudoren lste qual. 36 a 37 o., 2de qual. 32 a 33 c., 3do qual. 30 a 31 c.vette kalveren lste qual. 40 a 43'/2 o., 2do qual. 35 a 371/» c. schapen lste qual. 271/9 a 30 e.. 2de qual. 25 a 271/2 <*-. varkens lste qual 23 a 231/9 c., 2de qual. 22 a~22'/9 c., 8de qual. 21 a 2lVa 0., lichte soort a alles por lL KG. Nuchtere Kalveren a (slacht), dito (fok) tot biggen tut .—.paarden tot per stuk. Lamsvleesch a c. Handel «lap. Vervolg der Advertentiën. De linnen goederen, hiervoor noodig, zijn verkrijgbaar bij Vlsrliuiarkt 20 en 28, Lelden. 2145 7 g. s. porr, filerbottelarfl: Kort* Diefsteog 8. Telephoonxrammer 106. Beits Bieren. - BIID|krie Prip.n 2160 9 De LEIDSCHE MELKINRICHTING beveelt zicli voortdurend aan voor de levering var Gesteriliseerde Melk, die door talryko deskundigen wordt aanbevolen als voedsel voor zuigelingen en die tevens zeer geschikt is voor zwakken en herstellenden. 2886 Gemakkeiyksto en goedkoopste reisgele genheid van uit Leidon per stoomtram Haarlem Lelden. 4246 9 De treinen stoppen by het Feestterrein. 1.40 de Liter. Do COGNAC FIN BOIS van de Société Anonyme, door hot goheelo land om hare goede hoedanigheden gunstig bekend, wordt geleverd in verzegelde bemande flesschon van 5 Liter inhoud, voorzien van hot attest, van Dr. P. F. van HAMEL ROOS. Verkrijgbaar bij J. P. SASSE, Confisour-Patis- sior, Aalmarkt. 3C90 9 KIJK geïllustreerd met 30 groote kunstplaten op zwaar papier en pl. m. 250 a 300 fraaie gravures in den tekst, door de beste Engolsche, Fransche en Hollandsche teekenaars en kunstschilders. Een waar pracht-plaatwcrk, een sieraad voor het salon, een scbat voor de huiskamer. BEESC1IER NTOWE, de volledige geïllustreerde lVcgcrhut, vertaling van C. M. MENSING, opnieuw herzien en ingeleid door ADAMA VAN SCHELTEMA, verschijnt in 22 afleveringen 5 30 cents. De Negerhut is een boek, dat zijne weergade niet heeft en wel nooit krjjgen zal. De inhoud is in hooge mate boeiend; taal en stijl fraai en krachtig. Spotgoedkoop kan men deze uitgaaf noemen, die over de gehoele wereld hare weergade tot heden niet heeft. Dit prachtwerk, zód uitgevoerd, mag in geen enkel gezin, dat prijs stelt op zedelijkheid en beschaving, ontbreken. Het boek is voor eiken stand, richting, ouderdom. - Op zwaar papier met flinke duidelijke letter gedrukt, ziet dli ecnlge beek er buitengewoon fraai uit. 1262 38 Bi) alle solide Boekhandelaren is de inteekening op dit spolgoedkoope Pracht werk opengesteld. De prijs is slechts 30 cents per aflevering. Het werk is in 22 afleve ringen geheel compleet. Uitgave van CtEBR. E. dt M. COHEll, te Arnhem en te Nijmegen. Daar FOYER en KLEINE ZAAL voorzien zijn van TOONEEL, beveelt ondergeteekende zich aan voor partijen, huwelijksfeesten, onz. Billyke conditiën. 3647 7 B. JI. nVYBER. 4265 9 MARE rVo. GS. 4132 10

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 5