De Koninginnen in (ironingcn.
Op de druk bezochte audiëntie in het Paleis
van Justitie, welke 's morgens te tien uren
begon, boden twee socialisten, Nanninga en
Urban, een verzoekschrift aan, waarin op de
invrijheidstelling van Geel werd aangedrongen.
Door de Koningin weduwe, Regontos, werd
ook audiëntie verleend aan corporation, aan
civiele en militaire autoriteiten en aan par
ticulieren.
Daaraan nam ook deel de vereoniging tot
vrijwillige oefening in don wapenhandel
„Oranje", vertegenwoordigd door haar bestuur.
De heer R. Meddons, voorzitter, las daarbij
het volgend adres:
„Mevrouw
De vereeniging tot vrijwillige oefening in
den wapenhandel, aan welke in het jaar 1885,
door wUlon Z. M. onzen geëcrbiedigdon Koning
Willem III, de voor haar zeer vereerende
titel „Oranje" goedgunstig werd geschonken,
biedt Uwe Majesteit hare eerbiedige hulde.
Op haren titel fier en trotsch, hoeft de
vereeniging „Oranje" het door haar beoogde
doel, nl. om door vrijwillige oefening in den
wapenhandel, de waarborgen te vermeerderen
voor de verdediging van Neerlands onafhan
"kelykheid, zooveel in haar vermogen was,
bevorderd.
Dit bewijst haar eervol bestaan op dit
oogonblik, de corpstropheeën, in wedstrijden
door haar behaald.
Movrouw! als een bowys van dankbaarheid
en hulde, aan de nagedachtenis van onzen
hoog vereerden, ontslapenon Koning Z. M.
Willem III, als een bewijs van sympathie,
verknochtheid en trouw aan onze jeugdigo
geëerbiedigde Koningin Wilhelmina, veroor
looft zich het bestuur van „Oranje" thans
den eerbiedigen wensch uit te spreken, dat
het Uwe Majesteit moge behagen, van haar
te willen aanvaarden, voor H. M. Koningin
Wilhelmina, het distinctief dor veroeniging
„Oranje", hetwelk zij Uwe Majesteit eerbiedig
aanbiedt."
Hierna werd aan If. M. het insigne der
vereeniging in étui overhandigd, bonevens
hot adres opgerold en gehouden door een zil
veren band.
H. M. bleek hoogeiyk ingenomen te zijn
met deze ovatio en betuigde dit in de na
volgende woorden: „Gaarne zal ik dit insigne
aan H. M. Koningin Wilhelmina overhandi
gen; ik ben u zeer orkentelyk voor dit blyk
van hulde. Breng al uw corpsleden mijn har-
teiyken dank."
Bij de voorstelling der hoogleeraren noemde
de rector-magnificus hot eene oer voor de Gro
ninger universiteit hulde te brengen aan de
Regentos, wier warme belangstelling in het
hooger onderwijs goblekon was. Thans gaf
spreker de verzekering, dat hy en de andore
hoogleeraron er naar ötreven een geslacht te
vormen, dat uit ovortuiging den troon zal
schragen. Spr. uitte de hoop, dat de jonge
Koningin onder de hoede eener moeder, in
wier vaderland de wetenschap zoo hoog staat,
moge opgpoeien tot geluk dor natie.
H. M. de Regentes verklaarde dankbaar en
verheugd te zijn over dezo gevoelens en sprak
daarna eenigo hoogleeraren nog afzonderlijk toe.
Tot de andere corporatie behoorden 5 oud-
strijders, waaronder twee van 91 jaar. Allen
werden door de Regentos harteiyktoegesproken.
Door het prachtige weder uitgelokt, profi
teerden velen van de muziek, die tusschen
halftwee en vier uren in het Storrebosch werd
gegeven door het Leidsche orkest van don hoer
G. Mann. Intusschon reden Hare Majesteiten
te twee uren weder uit en brachten een be
zoek aan hot Instituut voor Doofstommen en
aan de Ambachtsschool. De route werd ge
nomen langs de Ossemarkt,dioeen alleraardigst
schouwspel aanbood. Daar gaven, onder leiding
van den verdienstelijken onderwijzer, den heer
C. A. M. Van Riet, oen driehonderdtal school
kinderen, allen op hun Zondags uitgedost,
eeno gymnastiek-uitvoering, welke aan de
velo toeschouwers groot geaoegon verschafte.
By het passeeren der Koninginnen zongen de
kindoren hot volgende lied:
„Hoor aan een lied uit onzen mond,
Geliefde Koningin!
Een lied, ontweid uit *s harten grond,
Een zuiv'ro kindermin.
Wy zyn verheugd U hier te zien,
In onze goede Stad,
En komen onzo hulde U bièn
Met blij Iu vivat, (bis.)
God zy met U en ook met Haar,
Dio gy als moeder mint;
Zyn geest behoed' U, elcl paar,
U, Moeder en U, Kind!
Wy, kind'ren, ziDgen U ter eer
Met opgeruimden zin,
En hart en mond juicht evenzeer:
Lang leev' de Koningin(5ts.)
De jeugdige Koningin was gekleed in een
wit kleedje met blauwen strik en eon grooten
strooien hoed met witte veeren; de Regentes
in rouwgewaad.
Aan het Doofstommeninstituut aangekomen,
werden de hooge bezoeksters door de hoofd
directeuren begroet. Do voorzitter, mr. Guyot,
kleinzoon van don stichter en voorzitter van
regenten, hield eene toespraak en. twee acht
jarige doofstommen boden bouquetten aan.
Do directeur, de heer H. Reuil, gaf de noodige
inlichtingen en de onderwyzers Visser, Wol-
ters en Houtgast gaven openbare lossen.
Hare Majesteiten interesseerden zich blyk-
baar zeer voor het onderwys en de Regentes
richtte tot den directeur vorschillende vragen.
Hare Majesteiten werden daarna door het ge
bouw rondgeleid en teekenden hare namen
in het album.
Do directeur wees den bezoeksters de hand-
teekeningen van de verschillende vorsten uit
het huis van Oranje-Nassau. Na meermalen
hare ingenomenheid met deze nuttige instel
ling betuigd te hobben, verlieten de Koning
innen het instituut on werden door de grooto
menigte volks, die buiten stond, stormachtig
toegejuicht.
En verder ging de tocht, nu naar de
Practische Ambachtsschool, waar de Koningin
non to 3'/4 uur arriveerden en waar jhr.
Alberda van Ekenstcin eeno toespraak hield,
wiens kleindochtertje en de jongejuffrouw
Kiewit do Jonge bouquetten aanboden, waarop
de voorzitter, namens de leerlingen der
school, aanstaande timmerlieden, meubel
makers en smeden aan do Koningin een
door die loerlingen vervaardigd salontafeltje
aanbood, als herinnering aan het zoo hoog
gewaardeordo bezoek. Dit tafeltje, welwillend
door H. M. aanvaard, is van dof en gepolitoerd
notenboomenhout vervaardigd, ingelegd met
palissandorhoutin het blad, dof zwart ebben
hout, omlyst door gepolitoerd notenboomen
hout, is ingelegd eene koninklijke kroon van
rozenhout.
Met veel belangstelling maakten nu HH.
MM. eene wandeling door de verschillende
lokalen, waarin do jongens druk aan den
I arbeid waren; hier en daar namen HII. MM.
nauwkeurig waar, wat en hoe gearbeid werd.
By 't eindigen dezor wandeling, door het
ruime, doelmatig ingorichte gebouw, betuigde
H. M. de Koningin-Regentes aan den voorzitter
Hoogstderzelver hooge tevredenheid over het
geen de Groningscho Ambachtsschool doet in
't belang van den aanstaanden werkman.
Nog vóór HH. MM. het gebouw verlieten,
had mevr. Van den Berg—Stomp, do echt-
gonoote van don vice-voorzitter der inrichting,
de hooge eer door den Commissaris djr Kó
ningin aan HH. MM. te worden voorgesteld
als de vrouw, dio in Groningen het initiatief
had genomen voor hot verschaften van onder
wys in do alleronmisbaarste nuttige hand
werken, aan de vrouwen en dienstboden, dio
daaraan zoozeer behoefte gevoelen. H. M. do
Koningin Regontos botuigde mevr. Van den
Berg hare hooge belangstelling in dit belang
loos in 't belang van minder bevoorrechten
verrichte werk en onze kleino Koningin dankte
met een handdruk.
Na een korten rytoer waren HH. MM. te
vier uren in het Regeeringshotel terug. Tot
zoolang was het weer goed, daarna begon
het te regenen.
Om halfzes viel do regen zelfs zóó over
vloedig, dat de kansen voor 't afsteken van het
vuurwerk om halftien slecht kwamen te staan.
In de schitterend verlichte Raadszaal bood
de gemeente Groningen des avonds te half
zeven den beiden Koninginnen een prachtig
feestmaal aan.
Het geheole stadhuis geleek een bloemenhof.
De Koninginnon werden ontvangen in de
trouwzaal en begaven zich vervolgens naar
de Raadszaal. De tafel was zoo fraai versierd
als men zelden zagoveral slingers rozen van
weergalooze schoonheid en vóór de Koningin
nen oen zilveren plateau met bloemenrechts
en links pièces montéeso. a. een prachtige
zegewagen.
Aan de smalle zyde zaten de beide Koningin
nen met den burgemeester en den Commissaris
der Koningin aan hare zijden; verder nog
freule v. d. Poll en barones Van Hardenbroek
van Bergambacht; recht tegenover de Vorstin
nen generaal Muschart, mevr. Bucaille en
mevr. Van Panhiays.
I Tot do verdere gasten behoorden alle leden
van het gevolg van IIH. MM., de meeste
leden van de God. Staten met den griffier,
do commandanten van het garnizoen en van
de dd. schuttery, enz., in het geheel mot de
raadsleden en den secretaris, 05 personen.
De burgemeester nam tydens het maal het
woord en sprak don gasten der gemeente
volgenderwyze toe:
„Met toestemming van Uwe Majesteiten
valt mij de eer en het genoegen te beurt, ook
namens den Gemeenteraad van Groningen,
den heildronk te brengen op onzo geëerbie
digde Koningin en op hare doorluchtige moe
der, mevrouw de Koningin-Regentes.
„Majesteiten! De dag van heden, waarop
wy in Groningc-ns raadszaal U als onze gasten
mogen begroeten, zal in de geschiedboeken
dezer gemeente als een onvergetelyke dag
worden vermeld. Het gemeentebestuur is
trotsch en gelukkig, dat het Uwen Majestei
ten heeft mogen behagen, naar de hoofdstad
van het Noorden te gaan, welke stad, even
als de provincie, door roemryke feiten bekend
is in do geschiedenis van Nederland, die één
is met die van Oranje. Uit het diepst van
myn gemoed geef ik de verzekering, dat de
trouw en de verknochtheid der ingezetenen
vau deze gemeente aan uwe geëerbiedigde
personen en aan de dynastie, in de toekomst
onverzwakt zullen blyven.
„"Wy allon ook uit naam der genoodig-
don spreek ik thans kunnen de gevoelens,
welke ons bezielen, niet beter vertolken dan
in den heildronk, dien ik my veroorloof in
te stellen:
„Leve Koningin "Wilhelmina en hare door
luchtige moeder, de Koningin-Regentes!"
Het antwoord der Regentes op den toost
van den burgemeester luidde aldus:
„Mynheer den burgemeester en u allen,
myne heeren, zog ik in de eerste plaats dank
voor de uitnoodiging, lot do Koningin en my
gericht aan te zitten met den gemeenteraad
van Groningen aan dezen feestdisch. Ik stelde
die uitnoodiging op hoogen prys en nam dio
gaarne aan. Ik beschouw het als een voorrecht
my met de KoniDgin te bevinden te midden
der vertegenwoordigers van Groningens bo-
volking, een dubbel voorrecht, omdat ik daar
door eene welkome gelegenheid vind, dier
bevolking, die my cn myner dochter zoovele
blyken gaf van ongeveinsde en hartelyke ge
negenheid, daarvoor oprecht dank te zeggen.
„"Woest overtuigd, myno heeron, dat ik alles
wat in deze schoone stad voor ons werd ge
daan, ten zeerste waardeer en dat ik uwe
ordelyke en degelyke bevolking door al wat
ik hoorde en zag, heb leeren hoogschatten.
De bewyzen van liefde en trouw, do toejui
chingen, die ons ten deel vielen, zullen wij
ais eeno gelukkige herinnering bewaren.
„Ik dank u, mynheer de burgemeester,
voor den heildronk, uitgebracht op de Koningin
en myik dank allen voor de wyze, waarop
wy werden ontvangen en verwelkomd. Wat
ik zag in uwe stad, het getuigt alles van
voorspoed en vooruitgang en van den werk-
zamen en nyveren geest uwer bevolking.
„Ik stel u voor, een dronk te wyden aan
die bevolking, door u vertegenwoordigd; in
haar welzyn zal ik my altyd van harte ver
heugen. Moge het haar steeds vergund zyn
met rechtmatigen trots te wyzen op hetgeen
Groningen is en op hetgeen Groningen kan".
Na dit antwoord begaven de Vorstinnen
zich naar de trouwkamer, om daar het vuur
werk te aanschouwen, door Rnysch, uit
Utrecht, tegonover het raadhuis ontstokenen
waarmede deze feestdag werd besloten. Door
duizenden bygewoond, slaagde dit vuurwerk
niet geheel. Het laatste stukgroote decoratie
als hulde aan de Koninginnen, bleek mede
door den in den namiddag gevallen regen te
zeer geleden te hebben om geheel te slagen.
Het was jammer! Enkele stukken waren
niet te ontsteken; andere slaagden slechts
half, ook omdat de rook zoo dicht was en
bleef hangen, want er was geen wind
En toch de tienduizenden, die op de
Groote Markt schouder aan schouder stonden,
beklaagden zich niet Zy stonden met den
rug naar het vuurwerk en zagen naar de
Koninginnen, en zwaaiden met hoeden en
zakdoeken en riepen hoezeo! en zongen de
volksliederen, met of zonder begeleiding van
de muziek en „lang zal zy leven!" toen het
vuurwerk een welgeslaagd „leve Wilhelmina!"
vortoonde.
De jonge Koningin zag die dichte menigte
groetende aan en wischto nu en dan de ruiten
af om toch vooral goed te zien.
Des avonds van acht tot tien uren gaf de
stafmuziek uit Leiden weder eene uitvoering
I op do Vischmarkt.
Wegens het overlijden zyner z-uater is baron
Taets Van Amerongon als kamerheer vervan
gen door ridder Huyssen van Kattendyko.
Men meldt ons verder uit Groningen:
Het geschonk, dat door de Staten der pro
vincie Groningen aan H. M. Koningin Wil
helmina ter herinnering aan Hoogstderzelver
bezoek te Heiligorleo wordt aangeboden, be
staat uit een massief zilveren Byoux-koffer
inwendig bekleed met gecapitonoerd satijn
en besloten in een prachtig étui mot zilveren
Koninklijke Kroon.
Dit prachtstuk is kunstig bewerkt in ryken
renaissance-styl en wordt gedragen door i
kloeke zilveren leeuwen, terwyl op het deksel
do groep van Heiligerlee prykt, welke artis
tiek gemodelleerd en gedreven in vermeil is
uitgevoerd. Ter weerszyden van den koffèr
zyn het Koninklyk Wapen en hot wapen der
piovincio Groningen in émail aangebracht,
versierd met de heraldiek gedreven schild
houders on haut relief, terwyl op de hoeken
keurig bowerkte serafijnen met vredepalmen
en ryke ornamentiek prijken.
Op het deksel zyn onder de groep in sier-
lyko letters de volgondo inscription gegra
veerd
Graaf Adolf van Nassau bleef in den
roomryken slag.
Oranje met Nederland verbonden.
2.3 Mei 15C8. De eerste zege in deSO-
jarige worsteling voor de vrijheid der Neder
landen.
23 Mei 1S68: Door het nageslacht der
ouderen gewyd.
Een mot blauw lluweel bekleed keurig ge
sneden voetstuk vertoont aan dc voorzijde
een zilveren medaillon, waarop gegraveerd*
„De Staten van do Provincie Groningen aan
„Koningin Wilhelmina ter gelegenheid van
„Harer Majosteits bezoek te Heiligerlee den
„23sten Juni 1892."
Dit waarlyk schoon en kostbaar souvenir
is door de uitmuntende zorg van den heer B.
Oving, te Groningen, en onder diens opzicht
ontworpen en uitgevoerd ir. dc Koninklyke
Nederlandscho fabriek van de hoeren Van
Kempen, te Voorschoten.
Ter aanvulling van het verslag der foest-
viering to Leeuwarden laten wij hier nog
volgen het afscheidswoord, door II. M. do
Koningin-Regentes Maandag gesproken aan
het diner op het Paleis, wolk diner niet door
Koningin Wilhelmina werd bygewoond. Een
dronk van den gastheer, den Commissaris
dor Koningin in Friesland, beantwoordende,
zcidc H. M.:
„Den laatsten dag van myn vc-rbiyf in
Friesland wil ook ik u nog met een enkel
woord dankzeggen voor uwe ontvangst. Ik
waardeer zeer do woorden, door u gesproken
ter nagedachtenis van den overleden Koning,
dio Friesland zulk oen warm hart toedroeg.
Door de beschikking van myn overleden Ge
maal werd het u mogeiyk, de Koningin en
my te ontvangen in het voorvaderlyk Paleis
der Oranjes, maar de gastvryheid, die ik daar
vond, dank ik alleen aan uwe bemoeiingen
on die van mevrouw Harinxma. Ik betuig u
daarvoor myne oprechte erkentelykheid. Ge
lukkige dagen liob ik met myne Dochter
onder uw gastvry dak doorgebracht.
„Ik wei)sch u geluk met den geest der
bevolking van liet gewest, aan uwe zorgen
toevertrouwd. Vóór wy afscheid nemen, wil
ik u herhalen, dat do Koningin en ik van
ons eerste bezoek aan deze provincie niets
dan aangename en dankbare herinneringen
met ons nemen.
„Moge het u en do uwen wolgaan en het
u nog lang gegeven zyn werkzaam te bly
ven ten nutte van vaderland en provincie,
omringd door allen, die u dierbaar zijn.
„Mede uit naam myner Dochter roep ik u
en den Friezen van harte een „Tot weder-
ziens" toe.
„God geve, dat het moge zyn onder ge
lukkige omstandigheden, en dat de toekomst,
voor ons allen gezegend moge zyn!
„Met dezen dronk breng ik u mijnen har-
telyken dank en myne beste wenschen!"
Den avond van dien dag had ten paleize
eene receptie plaats. Do vorstelyk ingcnchto
zalen leverden een schoonen aanblik op. Tal
van dames in prachtige toiletten en schitter
rende van edelgosteenteD, en eveneens vele
heeren, waarvan do meeston in ambtskostuum
of uniform, vulden de zalen Toen de Koningin-
Regentes binnentrad, stonden alle aanwezigen
geschaard. By do ry langs onderhield H. M.
zich weder op de allerminste wyze met
ieder hunner.
De Groninger burgery heeft de gewoonte,
hare feesten to eindigen in de „Harmonie".