N°. 9904.
Woensdag 8 Juni.
A". 1892.
SHt Dommer bestaat uit TWÏB
Bladen.
Eerste Blad.
Feuilleton.
feze fiourant wordt dagelijks, met altzondering
van gon- en feestdagen, uitgegeven.
ZIJN MOORDENAAR,
Leiden, 7 Juni.
Jager slist.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PfiUS DEZER COURANT:
Toot UdM por I Bundn..i';;**m*«7 f Lil.
7»om por poolLM.
▲faoDdorlgkn Nonunonk.'Mi.
Over enkele dagen zal een begin gemaakt
worden met een nieuw Feuilleton, getiteld:
Roman van
E. VOX WALD-ZEBTWm.
UiUciëele lieuuisjjevingon.
Inenting tegen betaling.
Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen
ter, aigemeeot kennis dat op Donderdag 0 Juni
1S92, dea Damiddags to twee uren, m het Ehpr-
botbhhof. aan de Oude Vest, gelegenheid wordt ge
geven tot inenting tegen betaling van f 1 per
persoon.
Burgemeoater en Wethouders voornoemd,
Leiden, DE KANTER, Burgemoester.
7 Juni 1892. E. KIST, Secretaris.
Naar aanleiding van de ten vorigen jare
-ook bij de behandeling van de gemeente
begroting aan de orde gestelde vraag of door
uitmaling te Katwijk verbetering zoude kun
nen worden gebracht in den toestand der
grachten alhier, zijn B. en "VYs. met Dijkgraaf
en Hoogheemraden van Rynland in overleg
getreden.
Met de meeste welwillendheid heeft het
bestuur va» Rijnland aan hun verzoek vol
daan en 'lïun in een uitvoerig schrijven de
noodige inlichtingen ter zake verstrekt.
Het bestuur is van oordeel, dat wel dege
lijk verbetering zoude kunnen worden aauge-~
bracht en wel op grond dat door uitmaling
te Katwijk het water in de grachten voor
een goed deel door ander water wordt ver
vangen, terwijl het zich bereid verklaart zoo
noodig oen voorstel bij de Yereenigdc Ver
gadering aan te brengen en te ondersteunen
om de machine te Katwijk, buiten Rijnlands
dienst te doen werken. Inmiddels ligt het in
den aard der zaak, dat de kosten door de
gemeente zouden moeten worden vergoed en
dat alleen met het gemaal zoude kunnen
worden gewerkt, wanneer Rijnlands belan
gen zulks gedoogen, aangezien zulks afhan
kelijk is van allerlei omstandigheden, als van
den stand van het boozemwater in Rijnland,
den stand van den IJsel voor Gouda, den
stand der zee vóór het stoomgemaal te Kat
wijk, den staat van het gemaal zelf, de
weersgesteldheid, enz.
Op grond van een en ander, merken B en
Ws. op, zoude het wellicht meermalen kunnen
gebeuren dat aan eene eventueele aanvrage
om het stoomgemaal in het belang van de
waterverversching te Leidon te doen werken,
door het bestuur van Rijnland niet zoude
kunnen worden voldaan.
De kosten van hot malen bestaan uit de
steenkolen, smeermiddelen, enz. en loon van
los werkvolk. Voor de steenkolen kan een
vaste gemiddelde prijs worden aangenomen,
gegrond op de laatst gehouden aanbesteding,
terwijl voor de smeermiddelen en het loon
van los werkvolk een vast bedrag van 25
per etmaal wordt bepaald.
Het gebruik der steenkolen voor de machine
te Katwijk wordt geraamd op eene hoeveel
heid van 26 ton of 26000 kilo per etmaal,
waarvan de kosten alzoo zouden bedragen,
tegen een prijs van 70 a 75 per 10000
kilogram, ongeveer 180 a 200. Hierbij ge
voegd de andere kosten bovenomschreven
van ƒ25, komt men tot een bedrag van ruim
200 per etmaal.
Het komt B. en "Ws. voor dat, ook met
het oog op de onzekerheid of wel gewerkt
kan worden op den tijd, waarin voor Leidon
daaraan het meest behoefte bestaat, deze on
getwijfeld belangrijke uitgaaf niet wel gerecht
vaardigd zoude wezen.
Wel moet worden aangenomen dat by
maling de toestand in de grachten zoude ver
beteren, doch het blyft de vraag of éón etmaal
dan wel veel langer tyd zal moeten worden
gemalen. Mocht het noodig blyken dat het
malen lang achtereen en herhaaldelyk moet
geschieden, dan zouden inderdaad de uitgaven
te bezwarend worden.
Verder blyven nog onderscheidene vragen
onbeslist, o. a. of de to vorkrygen stroom
sterk genoeg zal wezen om de grachten schoon
to schuren of wel alleen de modder zal los-
malen zonder haar te vorwyderen, of de stroom
zich voldoende zal doen gevoelen in de dwars-
en zygrachten, als: Levendaal, Rapenburg,
Uiterste- en Middelstegrachten, welke de rei
niging het moest behoeven.
Het is toch bekend dat de Haagsche water
verversching op deze punten nog weinig be
vredigende resultaten heeft opgeleverd.
Op grond van een en ander komt het
B. en Ws. niet wenschelyk voor om van Ryn-
lands stoomgemaal gebruik te maken voor
de waterverversching.
Inmiddels is met het oog op de mogelyk-
heid, dat de gemeenteraad tot het nemen van
eene proef mocht besluiten, aan Dykgraafen
Hoogheemraden van Rynland verzocht aan
de vereenigde vergadering de noodige mach
tiging te willen aanvragen om het stoomge
maal ook buiten Rynlands dienst te doen
werken onder de bovenomschreven voorwaar
den, wanneer de gemeonteraad mocht ver
langen dat daarmede eene proeve worde ge
nomen in het belang van de waterverversching
der grachten.
Aan den gemeenteraad deelen B. en
"Ws. mede dat sedert eonigon tyd onderhan
delingen zyn gevoerd met do militaire auto
riteiten omtrent eene verhuring van het ge
bouw Gravenstein aan het Ryk voor mili
taire doeleinden, o. a. om het gebouw in te
richten voor bergplaats van wapenen en
ledergoed.
Nadat oorspronkelyk was verzocht het
gebouw kosteloos in gebruik af te staan,
waartegen dezerzijds bezwaar bestond, is
thans voorloopig overeengekomen een huur
prijs te bepalen van ƒ500 per jaar, welk be
drag ook vroeger betaald word door het
departement van justitie, toen het gebouw
bestemd was voor huis van <be waring.
De gevoerde onderhandelingen hebben ge
leid tot de vaststelling van eene den Raad
overgelegde ontwerp-overeenkomst.
Overtuigd dat de verhuring van het ge
bouw onder do voorgestelde voorwaarden
is in het belang van de gemeente, terwyl
alsdan ook de gemeente ontheven wordt van
de kosten van onderhoud en bovendien daar
door in eene dringende behoefte aan locali-
teit voor het garnizoen wordt voorzien, geven
B. en Ws. in overweging te besluiten tot
verhuring aan het Ryk van het gebouw
Gravenstein voor militaire doeleinden voor
den tyd van 15 achtereenvolgende jaren, in
gaande 1 Juli 1892, tegen een huurprys van
ƒ500 por jaar en onder de verder in do ont
werp-overeenkomst voorgestelde bepalingen.
Tot voor eenigen tyd lag eene buis van
de waterleiding langs do voormalige brug
over de Binnen vestgracht en de Mare tus-
sehen de Broodfabriek en het woonhuis van
den heer Kuiper. Nu dezo buis weggenomen
is, komt het B. en Ws. wenschelyk voor
eene verandering in den toestand te brengen.
De knik, welke daar in de straat bestaat
door de handhaving van het gewelf der brug,
dient te worden weggenomen en een gelei
del yke oprit gemaakt. By de begrooting voor
1893 zullen daaromtrent de noodige voor
stellen worden gedaan, doch intusschen is
PRIJS DER ADVERTENHÉN:
Tab 1—regels ƒ1.06. Ieéere regel Keer ƒ0.171.
OTOOtere lettere neer pleetemimte. Toor bet
laeeeeeeren bolton 4e eU4 venlt ƒ0.10 kenktm.
do plaats van do buis nu eene verzameling-
van vuil en verdient het aanbevoling hierin
verandering to brengen door dit stukje grond
to overwulven en te bestraten, de balie weg
te nemen, enz. De kosten zullen ongeveer
50 bedragen, met welk bedrag hot artikel
straten en pleinen zou moeten verhoogd
worden.
Na overleg met de commissie van fabri
cage geven B. en Ws. den Raad in overwe
ging tot vaststelling over te gaan van den
overgelegden staat van af- en overschryving
op do begrooting voor dit jaar, strekkende
tot verhooging van Volgn. 88, Onderhoud
van straten en pleinen, met 50, te vinden
door afschryving van den post voor Onvoor
ziene Uitgaven.
Zooals bekend is, wordt herhaaldelyk
belangryke schade aangebracht aan de school
gebouwen door het inwerpen van ruiten en.
bepaaldeiys is zulks het geval ten aanzien
van hot schoolgebouw aan de Van-der-Werf-
straat, school 3de klasse No. 2.
Na overleg met de commissie van fabricage
is het B. en Ws. wenschelyk voorgekomen
hiertegen te voorzien door het aanbrengen
van ijzerdraadgaas aan de ramen dier school,
waarvan de kosten zyn geraamd op ongeveer
45 voor het schoolgebouw (voorgevel) en
op ongeveer ƒ30 voor het gymnastieklokaal,
te zamen 75.
B. en Ws. geven den Raad in overweging
de vereischte machtiging voor dit werk te
verleenon en tot de vaststelling over te gaan
van den overgelegden staat van af- en over
schryving op de begrooting voor dit jaar,
strekkende tot vorhooging van Volgn. 129:
Kosten van het instandhouden van school
lokalen en onderwyzerswoningen, met 75,
te vinden door afschryving van den post voor
Onvoorziene Uitgaven.
In de vorige Raadszitting werd besloten
tie behandeling van het verzoek van de we
duwe F. Boekee, geb. Van Dorssen, om eene
brug te mogen leggen over de Zoeterwoudsche
Singelsloot, aan te houden, ten einde alvo
rens een onderzoek zoude kunnen worden
ingesteld aangaande de rioleering van het
perceel over welke de brug zou worden gelegd.
Uit het ingesteld onderzoek nu is gebleken
dat het huiswater van bedoeld perceel wordt
afgevoerd naar do achter bet perceel liggende
sloot en dat de faocaliön worden verzameld
in een cementen beerput zonder overloop of
wekker.
Vermits er alzoo van verontreiniging van
de Singelsloot peen sprake is, geven B. en
JS^ouLillo-ton.-
2.)
In elk geval was er iets voor hem te
doen. Hy klopte dus aan de deur van het
bijzondere vertrek van den landheer en trad
binnen nog vóór diens roep hem daartoe
verlof had gegeven.
Krosig zat in een armstoel by het vuur
en staarde, bet hoofd in de handen, voor
zich heen. Hij had zrn jachtgewaad nog niet
afgelegd ryzweep en geweer lagen op de
tafel. Toen hy de binnentredende ontwaardo,
nam hy houding aan, beproefde er onbe
vangen uit to zien en zeide met een korten
hoofdknik:
„Goeden avond. Kottwitz! Wolk nieuws
goeft het1 Ik wilde my juist gaan kleeden
in een halfuur zal men ons aan tafel nooden.*'
„Hm", zeide Kottwitz, en zette zich ge-
makkeiyk tegenover hem. „Blijf maar zitten,
rayn beste, en laat het comediespelcn. Gij
weet, waar ik goed voor ben, en dat ik alles
ken, weet gy ook; dus, spreek u maar vry
uit. wat kwelt u'? Want dat u iets kwelt,
behoeft gij tegenover m\1 niet te verbloemen,
zooals tegenover anderen. Dat weet ik wel
beter. Nu, hoe is het? Wil het er niet uit?"
En daarby sloeg hy hem met zyne breede,
bruine hand zóó hartelyk op den schouder
en zag hem met zyne goedmoedige, schran
dere oogen zóó doordringend aan, dat Krosig
zich verlegen afwendde en stotterde
„Eigenlyk niets van belang, Kottwitz, -
althans niets voor u, eene kleine huise
lijke ontstemming, weet gij, dat wil zeggen
geeno echtelyke oneenigheid, alleen myner-
zyds eeno zekere onrust, een twijfel, een
onbehaaglijk gevoel van vrees, vat gy
kortomhet is te dwaas en gy begrypt er
toch r.iets van
Kottwitz streek zich met de vingers door
den vollen, grijzen baard, welke zyn gebruind
gelaat omgaf, en stiet een brommenden toon
uit. welke in het midden liet of hy de laatste
bewering wilde bevestigen of ontkennen.
Daarop zeide hy
„Wel, myn jongen, eene dwaasheid, welke
u ernstig ter harte gaat, moet ook ernstig
worden behandeld. Laat ons dus duidelyk
spreken. Een onbehaaglijk govoel van vrees,
by u? Hoor eens, oudo, gij zyt toch niet
jaloersch?"
Krosig maakte eene beweging, alsof hy
wilde opstaan en heengaan, doch de ander
hield hem stevig by den arm vast. Daarby
liet by eenige onbepaalde uitroepen hooren,
als: „Zoo welzoo aha!" totdat hy
eindelyk, den arm van den landheer nog
altyd als in eene schroef vasthoudend, zeide
„Zoo, daar hebben wy het al! Zeide ik het
niet? Op zyn ouden dag begint hij nog met
zulke kinderachtigheden! Zeg eens, het. is by
u boven in het hoofd zeker niet meer geheel
in orde? Hugo Krosig wordt ijverzuchtig!
Dat mocht do drommel. En wie is het
dan eigenlyk? Natuurlijk de kleine baron;
wie anders? Die kwajongen, die opgeblazen
gek, die praalhans van een garde-luitenant in
burgerkleerenEn voor dien zoudt. gy u ten
slotte nog wel willen afzonderen ?PIoor eens,
mijn jongen!
Krosig had zijn arm losgekregen en zette
zich rechtop in zyn stoel.
„Hoe komt het dan", vroeg hy, den oude
in de rede vallende, met bijtende scherpte,
„dat gy den juisten persoen dadelijk raadt,
dat gij er niet aan twyfelt, of hy het is?
Zouden het dan alleen maar do kinderach
tigheden van een verouderden echtgenoot
zyn, waarvan hier sprako is? En nu gy den
persoon kent, moogt gy ook alles wetenIk
heb Eveline d'jidelyk genoeg te verstaajn
gegeven, dat ik de bezoeken van dien indrin
genden vent niet langer wil duldenik ben
hem bij verschillende gelegenheden met myne
uitnoodigingen voorbygegaan, heb hem op.
elke wyze getoond, dat ik hein niet weer in
myn huis wensch te ontmoeten, nadat hy de
grenzen van de gewone hoffelykheid in eere
had overschreden en wat gebeurt? Hy
doet alsof hy van dat alles niets had be
speurd, misbruikt myne bekende gastvrijheid,
iri den jachttijd, om met de anderen zoo
onbevangen mogelyk by my te legeeren,,
mij als een ouden, besten vriend te begroeten,
myn wyn te drinken en rayne vrouw te
omfladderen en met zynn laffe vleieryen
geene rust te laten. Haa'i de drommel, ik
had hem het lielsfc met myno zweep het
huis uitgeranseld. Maar hij deed, als be
merkte bjj in lK-fc minst niet, hoe het in my
kookte, als vielen hf.m myn koele toon en
myn dreigend* blik, in het geheel niet op
en keok my. lacbnr.id aan, hoor cons, ik
ben een ka,1sne, bedaarde man, maar dat
gaat boven myr.e kracht. En dit is nog
»ic-& alles t
Wordt. vervolgd