N°. 9903. Dinsdag 7 .Tiiiii. A0. 1892. .Deze 'Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zen- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. KJjteriÈii. Leiden, 4 Juni. S.:.. - ion. Wat cene huwelijksadvertentie uitwerkte. PRIJS DEZER COURANT: Voor Loideii ysr 3 roaxudonf 1.10. Prauco por ;><nt 1.19. A^/.oim*r!nJi* NouJfuer*0.05. FIUJS DEE ADVEUTENTIÊN: Y»n 1(5 regel» 1.00. Iedere regel meer ƒ0.17 Orootcre lettcrn naar plaatsruimte. Voor het) iDcaaseeren button de »Utd wordt ƒ0.10 berekend. Aan de Abonné's daarop, wordt by dit nommer verzonden No. 37 van Kikeriki. Een Pinksterbeè. Daal nu met uw reinste stralen, Zoo als 't eerste Pinksterfeest U bezielend neêr zag dalen, Zielentrooster, Heiige Geest! Zie, eendrachtig zijn wij samen In des Heeren Heiligdom Zyn belofte is Ja en Amen Levenwekker, kom ai kom! Tintel ons door hart en aren Met uw heilige ademgloed! Tokkel tot Gy Al de snaren Onzer zielen trillen doet! Geef den ouden, geef den jongen Kracht en wysheid meer en meer! Nieuwe harten, nieuwe tongen, Overvloeiend tot Gods eer! Wil ons licht en liefde geven, Zon van Liefde! Bron van Licht! En vermeerder ons dat leven, Dat ook in den dood niet zwicht! Geest der Waarheid! blaas daar henen, Dat de novel samenroll' Maak heel do Aard, door U beschenen, Yan dos Heeren kennis vol! Geest der Vrijheid! dat de koten Onzer dienstbaarheid verdwijn'1 En getuig in ons geweten Dat wij *s Vaders kindren zyn J. J L. Ten Kate. Het heden verschenen nommer van „Sem- pervirens", woekblad voor den Tuinbouw in Nederland, bevat van de hand van den Leid- schen hortulanus, den heer H. Witte, een artikel, gewyd aan de nagedachtenis van wylen onzen stadgenoot dr. H. Boursse Wils, wiens stoffelyk overschot gisteren alhier aan den schoot der aarde werd toevertrouwd. De heer Witte noemt de tyding van dit overlijden een doodbericht, „dat vele ouderen onder ons, die zich een dertig, veertig jaren lang met den Tuinbouw bezighielden, gevoe lig zal treffen", en vervolgt zyne necrologie dan aldus: „Was Boursse Wils in den jongsten tijd sukkelend, de laatste dagen bedlegerig, voor de meesten zijner vele bokonden en vrienden zal het bericht van zyn overlijden toch cene droeve verrassing wezen. Wel vreesde men in den laatsten tyd, maar dit was toch ge noegzaam alleen in den kring zyner naaste omgeving bekend. Op den laten avond van Maandag 30 Mei ontsliep bij, in den ouderdom van by na 73 jaren. Yan dokter Wils kan gezegd worden dat hy oen oud, maar altijd door levendig belang stellende was in den vaderlandscben Tuinbouw. Dit weet ieder, die hom van vroeger kende en hem sedert, nü hier d&n daar, op hot gebied van den Tuinbouw ontmoette. Reeds in 1852, dus nu juist veertig jaar geleden, zien wy hem optreden als penning meester der Kon. Ned. Maatschappij tot aan moediging van den Tuinbouw; in hetzelfde jaar, toen do aantrekkelijke jhr. W. M. De Brauw, een edelman van den waren stempel, hot presidium van prof. De Vriese overnam, en deze het secretariaat aanvaardde. Van dien tijd af, eigenlijk reeds van een jaar of drie, vier vroeger, kenden wy hem. Na -het oplossen dier Maatschappij kwam er een poos stilstand, maar niet zoodra volgde Leiden in de oprichting van eene Afdeeling dor nieuw gevestigde Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde, of dr. Wils sloot zich or bij aan, om met zijne kennis en veelzijdige ervaring op dit gebied, te raden en te helpen, tot hy onzen nu ook reeds ontslapen vriend Obreen in het Presidium opvolgde. Dr. Boursse Wils was botanicus, ofschoon dan ook niet van professie. Inzonderheid de Nederlandscho flora trok hem sterk aan, en hoe goed hy daarin nog steeds thuis was, bleek telkens, wanneer over groeiplaatsen van zekere planten werd gespro- kon. Het meest was dit uit den aard der zaak het geval mot de Flora van Leidens omstreken, die hy, vooral in vereeniging met Molkenboer on Kerbert (de auteurs der bekende Flora Lei- Idensis) en ook later met De Vriese, vlijtig had beoefend. Tijdgenoot van Blume, Junghuhn, Korthals, Hasskarl en Yon Siebold, en r.iet I dezer levensbijzonderheden meestal goed be- i kend, kon hy belangrijke mededeolingen doen uit eene periode, dio menig, ook persoonlijk, belangrijk feit behelsde. Dr. Wils was een geleerde, maar een stil geleerde, die zich nooit deed geldon, evenmin als lijj later zyne op ervaring gegronde meening, waar deze met die van anderen verschilde, trachtte door te drijven. Zyne belangstelling in tuinbouwaangelegen- heden bleef levendig tot op het laatst van zijn leven. Werd hy tot jurylid verkozen, men vond hem bereid; was er oene tentoonstelling niet al te ver uit de buurt, hy ging er heen; op Algemeene Vergaderingen der Maatschappij zag mon hem meestal als afgevaardigde, en aan alle excursies der Afdeeling nam hij deel, tenzij zijne praktijk het hem absoluut onmoge lijk maakte. Als voorzitter der afdeeling Leiden on Omstre ken was hij bij de leden zeer gezienook had hij den tact om, wanneer soms do stof voor eene gewone vergadering wat vroeger uitgeput geraakte dan wenschelyk was, door medodee- lingen van verschillenden aard de leden aan genaam bozig te houden, zonder dat men er ook maar aan dacht dat dit toeleg was. De Leidsche leden achtten en waardeerden hem en ze hadden daar goede reden voor. Nog een kras en in goeden zin levenslus tig man, dacht zeker niemand er aan dathy aan zyne betrekkingen en vrienden zoo spoedig zou ontvallen. Zooals men hom nu zag, had men hem reeds jaren lang gekendhy behoorde tot hen, die, ofschoon ze do slagen van hot lot evenmin kunnen ontwijken als iemand anders, daar toch niet door geknakt, allerminst gebroken werden. By een opgericht hoofd be hield hy een opgewekten geest, zoodat zyn omgang door elk, die met'hem in aanraking kwam, werd op pry's gesteld. Zyne veelzijdige kennis van monschen en zaken werd algemeen gewaardeerd, en het kon dan ook wel niet anders of hy moest die ook in verschillende betrekkingen aan de Maatschappij dienstbaar maken, zoodat hy dan ook in verschillende commission zitting had. Dr. Wils verbeuzelde zyn tyd niet, maar wist dien in allerlei opzichten voor anderen nuttig aan te wenden. Van rust was voor hem zelden sprake. Hy was een braaf man, een kundig man, een werkzaam man. Ge lukkig zij, van wie dit na hun dood, uit volle overtuiging, kan gezegd worden. Straks worden dit is 's werelds loop de door hem jaren lang vervulde betrekkin gen door anderen ingenomen, maar men zal den weiwillenden, steeds voor elk tot hulp bereid vaardigen krassen grijsaard daarom niet vergeten. Die zóó leefden sterven niet." Hot mede heden verschenen weeknommer van „Het Nederlandscho Tuinbouwblad", or gaan van do Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde, onder redactie van den Amsterdaraschen hoogleeraar dr. Hugo De Vries, ons artikel, dat wy daags na het overlijden aan dr. B. W. wijdden, overnomende, voegt daaraan toe dat zal zyne nagodach- tonis bij zyne vele vrienden en vereerders in dankbaar aandenken blijven dit niet minder liet geval zal wezen bij do leden van boven genoemde Maatschappij, welke in zoovele opzichten groote verplichtingen aan den over ledene heeft. Ook volgens dit blad verzekeren zyne verdiensten voor de Flora van Neder land, zyne warme toewijding aan de belangen van wetenschap en praktijk, hem eene blij vende vereering, een dankbaar aandenken. By de gisteren te Woerden gehouden aanbesteding van het slechten der bestaande en het bouwen van eene gemetselde'dubbele schutsluis met aanhooren aan het Woerd en- sche Verlaat waren 17 biljetten ingeleverd. Hoogste inschrijvers waren de heeren Meyer en Botermans, te Leiden, voor 25,600; laagste inschrijver was de heer H. De Hoog, te Waarder, voor f 14,980. B\j den cursus der Normaalschietschool te 's-Gravenhage worden 16 Juli 1 No vember gedetacheerd1ste luit. H. F. C. baron Van Omphal Mulert, van het reg. gre nadiers en jagers; 1ste luit. E. G. J. Buo- ninck, van het lsto reg. inf.; 1ste luit. A. A. Versfeit, van het 2de reg. inf.; 2de luit. R. H. Laman Eyssonius Wichors, var. hot 3de reg. inf.; 1ste luit. J. C. Koopman, van het 4de reg. inf.; lsto luit. J. C. A. Bos Sulpke, van het 5de reg. inf.; 2de luit. J. Vethake, van het Gde reg. inf.2de luit. J. L. Smilders, van het 7de reg. inf., en 2de luit. J. H. Albrecht, van het 8ste reg. ir.f Met 1 September a. s. is te vervullen de betrekking van leeraar in de Fransche taal en letterkunde aan de Ryks- hoogere burgerschool te Tilburg. Jaarwedde f 1C00. Aanmelding vóór 15 Juni a. s. bij den in specteur van het middelbaar onderwys, dr. W. B. J. Van Eyk, to 's-Gravenhage. Het Staatsexamen ter verkrijging van een getuigschrift van bekwaamheid voor de studie aan eene universiteit zal worden afge nomen to 's-Gravenhago op 14, 15, IC, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 25, 26, 27 28, 29, 30 Juli en 1 Aug. a. s. Door de arrond.-rechtbank te Zwolle is, ter vervulling van eone vacature van rechter in dat collego, opgemaakt de navolgende alphabetische l\jst van aanbevelingrfir. S. A. Hulst, griffier der arrond.-rechtbaDk te Heeren veen; mr. F. G. Kool, rechter in de'nrrond.- i rechtbank te Dordrecht, en mr. J, Van Wulfften Palthe, rechtor in de auronfi. recht bank to Almeloo. BW»»- 4.) Een heerlijke lentemorgen vol Meigroen, bloemengeur, zonneschijn en een blauwe hemel verheugden de aarde met zyn glans. Door de paden van den dierentuin wandelde een jong meisje in een licht zomerkleedje, met een strooien hoedje op hot glanzende haar en met een gezicht, dat do wereld in keek, alsof zij voor het eerst van haar leven zich verheugde over de heerlijke lente. Toch klopte haar hart onstuimig, hot gewaagde van den stap, het brutale plan, dat niet met hare vrouwelijke zachtheid overeenkwam. Dat alles deed zich by haar geldenzij voelde dat zy van schaamte vuurrood werd en wilde terugkeeren. Weifelend bleef zy staan om een blik naar den olm te werpen. Daar schitterde de vyver, en het bosohje, dat dien omgaf, ver borg haar voor eiken onbescheiden blik. Langzaam ging Franciska verder en opende hare parasol om haar gezicht te verbergen, indien zij door den man in quaestie verrast mocht worden. Daar was de olm, een mooie, groote boom, welke zyne schaduw op een prachtig grasperk wierp. Fraüciska trad naderbijzij was onbevreesd, daar het uur voor het rendez-vous nog niet aangebroken was; zy liet hare blikken ronddwalen en toen zy dicht bij den boom was, een grijs pak, strooien hoed en baardInderdaad, daar zat de heer al op de bank! Op zyne knieën ligt een boek waarin hij schijnt te lezen; neon, hy teekent on kijkt onderzoekend naar een groepje boomen. Franciska is op het punt zich stilletjes uit de voeten te maken, doch opeens staat de heer op en neemt zyn hoed af. Franciska laat van schrik hare parasol vallen en als zy bukt om die op te rapen, trapt zy op hare japon en struikelt. O hemel! z\j kan zich niet houden en valt zoo lang zy is op een steen, zoodat hare hand erg gaat bloe den. Dit alles gebeurde zóó gauw en in zulk een korten tyd, dat zy eigenlijk niet recht wist wat er gebeurde. Zy zag slechts door do tranen heen, welke van schrik en schaamte te voorschijn kwa men, dat de heer in zijn grijs pak vóórhaar stond en haar de hand reikte om op to staan. Niet in staat om een woord te spre ken, liet zy het toe, dat de heer zijn zakdoek om hare hand bond en baar den arm gaf, om baar naar eene bank te brengen. „Hebt ge u bezeerd?" vroeg bij. Zijne stem klonk zacht en aangenaam, maar toch geloofde Franciska, een schuwen blik naar hem werpende, dat hy glimlachte. Schaamte en ergernis overweldigden haar zóó, dat zy beide handen voor het ge zicht hield. „Neen, neen!" riep zy eindelijk; „ik heb in het geheel geen pijn. Maar u begrijpt, mynheer, dat ik verlegen ben met het geval, waarin ik gekomen ben!" Do jonge man scheen het er echter op aan te leggen, om het voorval van de vroo- lyke zyde te bekyken en daardoor Franciska's verlegenheid te overwinnen; hot gelukte hem langzamerhand haar zoo ver te krijgen, dat zy niet alleen hare tranen droogde, maar het ook waagde hare oogen tot den man op te slaan, wiens gezicht er zoo vrooiyk uitzag, dat het zyn invlood op Franciska ook niet miste. Het duurde niet lang, of hy wist dat zy by hare tanto woondo en nog zeer weinig van de wereld gezien had. Onder vrooiyk gebabbel begeleidde hy haar tot hare woning en wist do vergunning te krygen don vol genden dag naar haren welstand to komen vernemen. Toen hy zich met een beleefden groet ver wijderde, stond Franciska aan de deur om hem na te kyken. Het was haar of zy droomde, den schoonsten droom van haar leven, welk© wol treurig begonnen was, want zij werd donkerrood als zy bedacht onder wqlke om standigheden het gesprek was aangevangen. Hare hand deed haar pyn; maar wqt betee- kende dat by do lieflyke herinnering aan hot afgeloopen onderhoud? Zyn zakdoek was nog om hare hand ge bonden en toen zy dien op hare kamer be keek, bemerkte zy in een hoekje er van do geborduurde letter S. Eene S stond ook. op den brief. Zoo eindigde het rondez-vous onder don olm. Was Franciska nu tevreden? Zy was gelukkig, zy dacht niet meer aan den ongelukkigen val, evenmin aan hare ver legenheid, zy zag slechts in gedachte do hooge gestalte in het gryze zomerpak, het vriendelijke gezicht met den donkeren baard en de vroolyke, trouwe oogen. Den volgenden dag zat Franciska naast bare tante in een boek te bladen, om de plaats op to zoeken, waar zy gisteren met lezen gebleven was. Juist toen zy het ge vonden had en wildo voorlezen, werd dit door geschel aan de huisbel gestoord. (Slot volot.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 5