DAGBLAD.
liinsday; 7 Juni.
A0. 1892.
(gourant wordt dagelijks, met uitzondering
van <gpn- en feestdagen, uitgegeven.
Vierde Blad.
P3NKSTERVÜUR.
Leiden, 4 Juni.
Penilletori.
ene huwelijksadvertentie uitwerkte.
fj3. 3903.
EIDSCÏÏ
PRIJS DEZER COURANT:
Yoer Li-'doa p«r S maanden.'...7.' f t.lf.
fr&noc p«r post»iZS 1.4®.
AlEODdi r'jjks Nommom...o.ï.'...' MS.
PRIJS DER ADVERTENTrËN:
Tan 1I regels f 1.05. Iedere regel moer/"0.17J.
6rootere lettere naar plaatsruimte. Toor hel
laeaeeeerea bulten de etad wordt ƒ0.10 berekena.
Daar zijn er die beweren, dat onze tyd
duidelijk-.' ap ren van verslapping en verzwak
king vertoont.
En zuin weerwil van de grooto vorde
ringen, die wo maken op het gebied van het
«ten d' van het werken. "Wel dringt het
chend oog door tot de diepste schuil
plaatsen, waar de natuur haar wonderen
ïrborgei houdtwel vormt de menschelyke
jiest zi a zoowel voorstellingen van het
leindig j oote als van het schier onnaspeuriyk
Heine, wel wrocht do arbeid wonderen,
voor kor. en tijd de stoutste verbeelding
net als mogelijk zou hebben gedacht,
assar, die toeneming in kennis en in vaardig
heid ga., gepaard met zekere nuchterheid,
met eer. afwezigheid van geestdrift, die ten
otle het leven zal terugbrengen tot een
■aagstuk van feiten en cijfers.
Het w dt beweerd, zeiden we; of 'twaar
kan i: eilijk beslist worden. Beweging is
genoK:, op elk gedachteterrein; nooit
(jn zoovt ol vraagstukken van maatschappelijke
de en van zodelyk leven in behandeling ge-
praen, is in onzen tijd, en het mag wol
m byz "dor verschijnsel heoten, dat liet
3tal dorgonen, die van elk daarvan de éénig
ogelyk. oplossing woten, welke adviezen
tover uitmunten door verscheidenheid 1
b belai..1 ijk. groot is. En moet hetdangeon
btdrift genaamd zijn, als de menschon in aller-
I bijeenkomst en hun liclit doon schijnen over
quaes'los van den dag. hun stelsel" met
Lr uk verdedigen, hun scherpe critiek niot
•ren aan dogenen, die over tie zaak anders
acht hebben? Is het geen bewijs van loven-
belangstelling in het lot onzer broeders,
wo zoo heftig kunnen uitvaren tegen
de dwaasheid hebben de middelen, waar-
wy ons zouden willen bedienen, af te
.ren
Is waar. er wordt veel gepraat cn veel
hieven. lie wijsheid is volstrekt niet
[ger het erfdeel van enkelenzy is gemeen-
J geworden, cn niemand acht zich gerech-
zyn licht onder de korenmaat te plaatsen,
dat alles wordt niet weinig geschetterd
en grooto woorden zijn in den regel
ral in trekmaar, de geestdrift houdt niet
v rekening met de eischen der logica. Op
ioed komt het aan, en al is in de schil-
dio we geven van do maatschappij zooals
zy er uitziet, hier of daar een lyn misteekend
j of een figuur misvormd, al lijkt het geheel
j meer op bonte verfplakken dan op iets be-
grypeiyks, op de impressies komt het aan.
Het is dus eigeniyk laster, dat onze tyd
niet idealistisch genoog is, niet met genoeg
geestdrift is bezield voor de hoogere dan bloot
stoffelyke dingen, en dat do kinderen dezer
eeuw slechts gevoel hebben voor 't geen te
berekenen winst afwerpt?
Gedeeltelijk ja. We kunnen niet aannemen,
dat do meerdere belangstelling, die zich thans
openbaart voor de lotsverbetering dergenen,
wier toestand de tusschenkomst van anderen
vereischt, niets is dan een vorm van egoïsme
wel degelijk achten wij het zeker, dat de
geest der broederliefde het ruimste aandeel
heeft in onzen hervormingsijver. Do kracht,
die zich lucht geefc in vaak overdreven be
schouwingen en ondoordachte plannen, is geen
opgeschroefde drukte, waarachter zich onver
schilligheid en geestelijke platheid verbergt;
het Christelijk element, dc Heilige Geest
werkt er in mede en heeft er zyn invloed op
aangewend, dikwijls zonder dat de strijder
voor hot herstel van zekere grieven zich
daarvan bewust is, ja zelfs, terwijl liy luide
getuigt van zyn geringe ingenomenheid met
het Christendom, dat ruim achttien eeuwen
lang gelegenheid heeft gehad om de wereld
te verbeteren en er nog by na niets aan ge
daan heeft.
Deze bewering is ons geen van allen nieuw
wy hebben haar vaak genoeg vernomen om
er niet meer verwonderd over te zyn. De
waarheid der stelling wordt nooit bewezen;
vraagt gii er naar. men zal u eon of ander
kerkelijk leerstuk noemen met do opmerking,
dat het voor do oplossing van maatschappe
lijke vraagstukken geen waarde heeft, of wijzen
op den noodlottigen invloed, dien geloofsver
deeldheid steeds heeft gehad op de bevordering
van het algemeen welzyn.
Maar dat alles heeft mot de werking var.
den Heiligen Geest, met het wezen des
Christendoms, niets gemeen! Het staat er
geheel buiten of is cr volkomen mede in stryd
Wat het voorwerp uitmaakt van onze
Pinksterviering, wat wy met vreugde en dank
baarheid godenkon, dat is niet een voorbij
gaande vorm of een door conigen gedeeld,
door andoren bestreden bogrip. Het is die
verhevene gezindheid des harten, die wo als
het kostbaarst erfdeel ontvingen; de band,
die do menschen onderling aan elkander en
gezamenlijk aan God verbindt.
Open slechts de oogen, en gy zult de
werking van den Heiligen Geest ontwaren,
in de geschiedenis, in de maatschappij, in de
huisgezinnen, bij de individuen. In nog veel
te geringe mate: dat zal niemand betwisten.
Maar toch in zooverre dat wy overtuigd zijn
van de heerschappij, dien hy voert over alle
menschelyke verhoudingendat zyn volkomen
overwinning ons geen illusie toeschijnt.
Tot verreweg de meeste menschelyke han
delingen zyn twee drijfveeren-te ontdekken:
een deel komt voor rekening van het egoïsme,
een ander deel is ingegeven door den Heiligen
Geest. Slechts in buitengewone gevallen is
dit gemengd karakter niet aanwezig: er worden
euveldaden gepleegd, die van een duivelach
tige verdorvenheid getuigen, en er geschieden
handelingen, waaraan elke zweim van zelf
zucht, in welken vorm ook, ontbieckt, dadon
van do meest volkomen toewijding.
ITet doel van al ons streven moet zyn. bij
elke handeling, en inzonderheid bij hetgeen
van eenigen invloed kan zyn op het lot onzer
broederen, het aandeel van den Heiligen Geest
grooter te maken. Het Pinkstervuur moet
immer levendiger branden.
Wordt dat beginsel algemeen aangenomen
niet alleen, maar algemeen in toepassing ge
bracht, dan treedt de oplossing van maat
schappelijke vraagstukken een nieuwe phase in.
Verdwenen zullen zy niet, of liever, in
anderen vorm zullen zy voortdurend herleven.
Pogingen, om zo ter zyde te schuiven, om den
socialen vrede niet bedreigd te zien, behoeven
niet aangewend te wordenintegendeel, het is
noodig juist waar te nemen om doeltreffende
middelen tot verbetering to vinden. Maar, elk
voorstel tot hervorming zal het mërkteeken
dragen van den Heiligen G$est, die in hot
Christendom zijn krachtigste uitdrukking heeft
gevonden; men zal niet de maatschappelijke
groepen tegen elkander opzetten, goen wan
trouwen kweeken, geen haat zaaien. De weder-
zydsclie en gemeenschappelijke belangen zul
len behandeld worden door broeders, niet
door mededingers; het „zoo veel mogelijk
geven" zai do partyen nader tot elkander
brengen.
Het is nog niot zoo. Jaarlijks herinnert
Pinksteren ons, dat het zoo worden kan en
moet.
Gedurende de eerste helft der maand
Mei zijn aan het postkantoor alhier bezorgd
de volgende brieven, welke, door onbekend-
Hier hield tante mot een wcdoverlcgd
op; zij werkte op Franciska's ge-
ei, dat zoo spoedig week was te maken,
vandaag gelukte dit niet; niclit.je had
don moei, tot verbazing der oude dame,
»8gsn
ilhar, lieve tante, srreek toch niot altijd
uw dood; laat ons hopen, dat ge nog
iaren moogt leven! Maar dan ben ik
purljjk oud en grüs geworden en geen
h zal het in zijn hoofd krijgen mjl dan
[huwelijk te vragen."
r'-u ten huwolyk vragen Gelooft gy dan,
kind, dat gjj in staat zijt een man te
tl? Bekijk jo eens, jou klein, nietig
"•ontje! en vraag jezelvo dan eens af, of
*eno schoonheid zjjt, die een mannenoog
u;h trekken kan? Maar genoeg hiervan!
tiar je kamer en kom my van middag niet
P onder de oogenGebruik dien tijd om
«er na te donken hoeveel dank ge aan
weldoenster verschuldigd zijt."
'nr.ciska dacht noch aan den dank, noch
le ocderronden beleediging. -Zij stond
op den drempel, toen tante de laatste woor
den sprak, en met een iuchtigen tred be
reikte zjj hare kamer en deed de deur op
slot. Hot gewichtige blad papier werd te
voorschijn gehaald, waaronder de vrouwelijke
nieuwsgierigheid al een heelen tijd gebukt
was gegaan. En daarin stond werkelijk zwart
op wit het vooruitzicht op toekomstige ge
lukkige dagen.
Franciska's oogen straalden, toon zij las:
„Vrijdag-namiddag om vier uren zal de
lieer in quaostie, kenbaar door een donkeren
baard, grys pak on strooien hoed, in den die
rentuin aan den vijver onder den olm zijn.
Als de jongodi.mo daar komt, zal de lieer
een gesprek met haar aanknoopen. S."
"Was hot wel mogelijk? Franciska hield
den blief stevig in hare hand; z(j werd er
duizelig van. Nu er eene beslissing moest
plaats hebben en zij het lot in do oogen
moest zien, werd zij wankelmoedig.
Hoe zou zij het aanleggen om daarheen te
gaan? Vat zou zy tegori den heer zeggen,
ais lig haar aansprak? Zjj word bepaald
moedeloos.
Hoe was zij er toch toe gekomen, zoo
zonder overleg zich in zulk eene teedere
aangelegenheid te steken?
Morgen was het al Vry'dag. Vat te doen?
heid der geadresseerden, niet besteld konden
worden
Mej. M. Dekker, Huying, De Riele, Van Vouw,
J. H. Stork, Amsterdam; J. Derksen, K. Soeze-
man, 's-Hage; H. J. J. Van der Houven,
HaarlemJ. Karskens, LeidenG. Verhoogt,
Utrecht.
Briefkaarten: P. Vermolen, L. Schroder,
J. De Jong, te Amsterdam; S. Hoekstein,
L. Van Veeren, te 's-Hage; C. d'Haine,
Rotterdam.
Door den raad der gemeente Oegstgeest
is van Gedeputeerde Staten dezer provincie
goedgekeurd terugontvangen het kohier van
den lioofdelyken omslag, vastgesteld tot een
bedrag van ƒ3052.15.
Men meldt ons uit Koudekerk: Door
stemgerechtigdo ingelanden is tot voorzitter
van den Lagenwaaróschen en Bruimaadschen
polder benoemd de heer G. Dorrepaal Vz. en
van den Hoogenwaardschen polder de heer
R. Dorrepaal, en zulks ter vervanging van
den heer W. Dorrepaal, die ontslag had ge
nomen, na van af 1873 die functie te bobben
waargenomen.
Aangenomen is het beroep naar de Horv.
gem. to Schoonoord (toez.) door don heer G.
Vossers, cand. te Valkenburg.
Ook te Haarlemmermeer heeft eene on
regelmatigheid by de stemming op 10 Mei
plaats gehad. Iemand, geen kiezer zijnde,
heeft aan de stemming deelgenomen, wyl zyn
naam op do lijst stond. By de herstemming
bleek, dat bedoelde persoon geen kiezer was,
maar wel een ander van denzelfden naam.
Door stemgerechtigde ingelanden van
den Rooden polder, gemeonten Voubrugge
en Alkemade, is met algemecne stemmen (105)
tot voorzitter herkozen de heer V. Van der
Geest en door die van don Vlietpolder, ge
meente Voubrugge, werd ook met algemeens
stemmen (69) tot lid van het bestuur her
kozen de heer Js. Kors.
Do uitslag van het examen in Boek
houden voor de praktijk, vanwege de Ver-
eeniging van leeraren in het Boekhouden te
Amsterdam gehouden, is aldus: Aangemeld
52 candidaten, geslaagd 16, nameiyk de heoren:
II. J. Beylevelt, M. J Beylevelt, F. P. Bunder,
J. N. Burger, H. H. Burghard, H. Defoer,
J. M Stillenius, IV. T. J. .Van Huystee, H.
\V. Van Marie Jr, J. W. Spaargaren en J. L.
G. Verhoeven, allen van Amsterdam; F. Do
Koe Azn., van Schiedam; D. Visser, van
Zaandijk; H. H. Van Beek Jr., van Water
graafsmeer, en de dames A. A. P. Moll en
E. J. F. Thieme, van 's-Gravenbage.
Was zy dan nog dezelfde Franciska, die nog
voor eenigo dagen heel onderworpen elke
beleediging droeg, die niot aan de toekomst
durfde denken en zich altjjd aan liet macht
woord van tante onderwierp?
Nu begon zij in opstand te komen tegen
die goede vrouw en do vormenzy wilde een
stap doen, wolko met fatsoen en zeden in
liet geheel niet overeenstemde.
Zy begon bitter te schreien. De tranen
gaven liaar verlichting en iets rustiger ge
stemd dan te voren, begaf zij zich met baar
werk naar tante.
Deze was buitengewoon vriendelijk en be
merkte met voldoening Franciska's roode
oogen. Wanneer zjj in Franciska's hart had
kunnen lezen, zou zy verontwaardigd zyn
geweest over den inwendigen stryd, welke
daar gevoerd werd, zonder dat er gedacht
werd om vol diop berouw zicii aan tantes
wil te onderwerpen.
Toon Franciska 's avonds naar bod ging,
was zy, na lang beraad, tot hot besluit ge
komen, de plaats onder den olm te gaan
opzoeken. Zy wilde het lot, dat zjj een stap
to gemoet was gegaan, een beelje naderbjj
laten komen en steldo zich daarmede gerust,
dat zy den heer, indien hjj haar niet beviel,
zou negeeren.
Zy las den brief nog eens„Donkere baard,
grys pak", dat prentte zy zich in. Kwam zjj
vóór dien tyd in den dierentuin, dan kon zjj
misschien uit een schuilhoek den heer in
oogenschouw nemen en indien hy haar niet
beviel, dan zoo gauw mogeljjk zich uit de
voeten maken.
Zy wist alleen nog maar niet, hoe zy liet
moest aanloggen om het rendoz vous mogelyk
te maken. Moed overwint alles. Franciska
voelde zich, sedert zjj den brief in haren zak
had, buitengewoon sterk en vroeg flink tante
verlof om hare vriendin Agnes eens te
mogen bezoeken.
„Dat is tamelyk ver weg", gaf,tanto ten
antwoord, ,en ge weet, dat ik er niet van
houd dat ge alleen uitgaat. Ge zyt nog te
jong en te onervaren."
„Maar, tante, ik ben.
„Ge wilt zeker weer zeggen, dat ge spoedig
zes en twintig jaar zult zyn", viel iante haar
in de rede; „dat is geen ouderdom, waarop
het verstand spreekt, kind! Op dien ieeftyd
vermoedt men nog niets van den strijd tus-
schen hart en wereld. Maar ik wil hier niet
verder over spreken en je liever myne toe
stemming geven, mits ge oppast. Vóór den
avond moet ge thuis zyn."
(Wordt vervolgd.)