DSOH DAGBLAD. fóo. 9887. Dinsdag; XT Mei. A°. 1892- (§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (§[on- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 16 Mei. 2?*e>"ULlXl o t on. JONG GEHUWD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden.....V. i. f 1.10. Franoo per poet7"«V.7«7? 1.10. Afzonderlek® Nommera..'.....7.T.'..'7... 0.05. Tweede Blad Heden ontvingen wy het verslag der commissie van beheer voor de Stedelijke Gas fabriek alhier, over het jaar 1891. Daaruit blijkt dat in het afgeloopen jaar vele veranderingen aan de fabriek en het stadspijpennet hebben plaats gehad, en dat de algemeene toestand der fabriek bevredigend mag worden genoemd. De gebouwen en toe stellen werden in goeden staat gehouden. Naar aanleiding van eene opmerking in den Raad van een der leden, omtrent de assu rantie der fabriek, werd deze aan eene geheele herziening onderworpen en het totaal bedrag aanzienlek verhoogd. Alle onderdeelen der fabriek, zoomede de toestellen, kolen, cokes, enz., werden tegen brand, broeiing, ontploffing en bliksem ver zekerd \oor de som van f 358,600 op beurs- polis by de heeren Marinkelle Co., te Am sterdam, tegen eene premie van 1 */3 ten hon derd; de verzekering ingaande 28 Augustus 1S91 en eindigende 1 Januari 1897. Tot 28 Augustus bedroeg de verzekering f 191,300. De stokerij is dit jaar nog onveranderd gebleven. Alleen werd het noodige onderhoud verricht en een der muren, welke eene sterke bocht vertoonde, door bemetseling zooveel mo gelijk in het lood gebracht. De retorten werden, voor zoo ver noodig, hersteld. De hydraulic-main van het eerste en tweede vuur zal het volgend jaar door een anderen moeten worden vervangen, aangezien deze gedeeltelijk verzakt en ook veel te klein is, waardoor steeds teerverstoppingen plaats hadden. In het voorjaar van 1892 zal worden over gegaan tot het bouwen eener tweede stokerij zooals het oorspronkelijke uitbreidingsplan aangeeft; hierdoor zal in eene dringende be hoefte worden voorzien, aangezien slechts één oven gedurende de afgeloopen wintercampagne in reserve bleef. De geest van het stokerspersoneel was steeds zeer goed, terwijl meerder toezicht mogelijk was, aangezien de beste twee eerste stokers, die vroeger medewerkten, uitsluitend werden belast met het toezicht en daardoor eene meer verantwoordelijke positie innemen het euvel van vroeger, dat des nachts geen toezicht op het personeel was, is daardoor vervallen. In werking waren gedurende den winter 2 kleine, 4 groote en 6 middensoort gene ratorovens, zoodat 96 retorten in gebruik waren. In Juni waren 3 groote generatorovens, met 24 retorten, in gebruik. De maximumproductie per retort per et maal bedroeg 258 M3. in de maand Mei; de minimumproductie 167 M3. in de maand Augustus. De grootste etmaalproductie was op 6 Decem ber 22611 M3., met 94 retorten, de minimum- productie op 25 Juli 5273 M3., met 30 retorten. Het minimumverbruik per etmaal bedroeg op 20 Juli 4686 M3., het maximumverbruik op 17 December 23080 M3., eene stijging van ruim 10 pCt., waarby evenwel niet uit het oog mag worden verloren, dat het vorige jaar slechts een gering pCt. avans opleverde, hetgeen op het procent avans van dit jaar een voordeeligen invloed heeft. Wat het stadspypennet betreft, werd in aansluiting aan den uitlaat van den 20" regu lateur eene uitmuntende verbetering aange bracht door het leggen van eene derde 14" leiding naar het oostelijk gedeelte der stad; de aanvoer daarheen was zeer gebrekkig, indien men bedenkt, dat de gebouwen der Leidsche Katoen-Maatschappy, aan de Heeren gracht, voor het grootste gedeelte gevoed werden uit eene 3" hoofdleiding. Aan de 20" uitlaat van den regulateur werd een T-stuk aangebracht van 20'xl4", op de 14" tromp werd de bestaande 14" pyp aangesloten, terwyl eene 20" leiding werd doorgelegd tot op het cokesterrein, waar wederom de tweede bestaande 14" leiding werd aangesloten en eene derde nieuwe lei ding langs de Langegracht werd afgevoerd met 14" zinker aan de Verversbrug, de Oude Heerengracht, Ververstraat, West-Havenstraat volgende, waar dóór do Haven een 12" zinker werd gelegd ter lengte van 56 Meterde 12" leiding weid verder doorgelegd langs de Heerengracht tot aan hel Oudeliedenhuis, vanwaar 9" pijpen werden gelegd langs een gedeelte Nieuwen R\jn, waar wederom een 10" zinker aan het Utrechtsche Veer werd ge zonken, terwyl van dit punt af 9" pijpen werden getrokken door de Kraaierstraat en op de Hoogewoerd de bestaande 5" pijpen werden opgenomen en door 8" pijpen werden vervangen; de toevoer naar het oostelijk ge deelte der stad is door deze leiding geheel in orde. De verdere verbeteringen in hot stadspijpen net bestonden in het leggen van 69 meter 3° buizen op het Galgewater, 65 meter 3" op de Langegracht, 32 meter 3" aan de Oude Vest voor „De Posthoorn", 30 meter 3" in de Koolstraat, 14 meter 3" in de St.-Jorissteeg, 91 meter 3" op de Nieuwe Beestenmarkt, 24 meter 3" op de Oude Beestenmarkt, 43 meter 4° aan de Wittepoort, 110 meter 3" in de Caeciliastraat, 104 meter 3" in de Batenstraat, 50 meter 3" in de Dullebakkersleeg, welke verbeteringen alle door vorstschade noodzake lijk waren. Verder werd de oude 3" leiding langs de Aalmarkt door eene nieuwe 5" vervangen, ter verbetering van den gasaanvoer naar de nieuwe Stads-gehoorzaal. Vorstschade aan het pfipennet heeft de exploitatie-rekening in het afgeloopen jaar zeer gedrukt; tallooze gebreken moesten wor den verholpen en vele arbeidsloonen daarvoor worden uitbetaald. De gevolgen van de strenge vorst gedurende den winter van 1890/91 werden finantiëel over het afgeloopen jaar het meest gevoeld, daar toen de naweeën moesten worden opge ruimd; extra-ploegen werkvolk moesten wor den in dienst gesteld, ijs- en naphtaline- verstoppingen worden opgeruimd; door tij dige, krachtige maatregelen werden vergif- tigingsgevallen voorkomen en dit alles kostte veel geld. Vele onklaar geworden diensthuizen van gasverbruikers moesten na de vorst door nieuwe worden vervangen. De plaatsen, waar het gas door straatlekken in do huizen drong, werden ontgraven en zooveel mogelijk in den hard bevroren grond opgespoord; waar dit niet gelukte, werden de openingen mot planken gedekt om het uit- stroomende gas een uitweg te geven; door deze maatregelen is geen enkel ongeluk van explosie of vergiftiging met doodelyken af loop voorgekomen, maar zy vereischten dag en nacht zorg en toezicht. Geheele hoofdleidingen van kleinere afme ting werden onbruikbaar gemaakt door op hoopingen van ijs en naphtaline, waardoor groote établissementen hunne werkzaamheden gedeeltelijk moesten staken; gelukkig viel deze calamiteit te zamen met den tydelyk ge- heerscht hebbenden kolennood, zoodat niet alle schuld aan de gasverlichting ten deel behoefde te vallen. By den intredenden dooi kwam hernieuwde last van stukgevroren pijpen, doordat het grond\vater zich een weg baande in de lei- j dingen en deze gedeeltelijk onder water zette, aanhoudend pompen der sifons was noodza kelijk, maar do gevolgen van een en ander PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Yan 1—6 regel» f 1.05. Iedere regel meer f0.17$. Grootore lettere naar plaatsruimte. Voor het laoaeseereB buiten de stad wordt fOAQ berekend. komen nog dagelijks, hoewel steeds vermin derend, aan het licht. Om de naphtalinevorming in zinkers en brugpjjpen te verwijderen, werden deze allen met petroleum en later met chloorcalcium aan in- en uitlaat ingespoten. Deze maatregel heeft zeer goede gevolgen gehad. Gedurende den winter zyn de punten, welke het meest aan koude blootstonden, onder en langs bruggen, door middel van aangehangen vuurpotten boven vriespunt gehouden. Aan huur van gasmeters werd ontvangen ƒ6033.65. De waarde der voorhanden en verhuurde meters bedraagt volgens inventaris ƒ37,150.92. Aangekocht werden uitsluitend droge gas meters, terwyl de natte gasmeters, voorzoo- ver dit door de gebruikers werd verlangd, volgens een vastgesteld tarief, met eene op lossing van neutraal chloorcalcium werden gevuld, ter voorkoming van bevriezen. Deze maatregel heeft in den winter 1891/92 veel last voorkomen. De 2-licht8meters worden langzamerhand opgeruimd en met het oog op het nog steeds heerschende euvel, dat te veel lichten op te kleine meters worden gebrand en daardoor verlies, zoowel aan materiaal als anderszins ontstaat, zou het, volgens het verslag, over weging verdienen ook de 3 lichtsmeters lang zamerhand te doen verdwijnen en als kleinste soort de 5 lichtsmeters aan te nemente meer, daar de huur tot 10-lichtsmeters toe dezelfde is voor de verbruikers. Het aantal gasmeters, welke het verbruik registreerden, was op 1 Januari 3151. Inden loop van het jaar werd dit getal met 100 stuks vermeerderd, zoodat aan het einde des jaars 3251 stuks in gebruik waren, welke, naar de grootte der meters gerekend, 24,435 lichten vertegenwoordigen. Hiervan waren 63.47% natte, 36.53% droge. Zij registreerden te zamen 3,735,006 M3, zijnde 313,544 M3. meer dan in 1890 of 9.16%. Over de meterlichten berekend geeft dit een jaarverbruik van 159,38 M3. per pit. Het aantal straatlantaarns bedroeg op 1 Jan. 816 gewone vlammen, 4 Krausses, 3 gewone lantaarns in het Elisabetshhof, 1 Krausse op de Beestenmarkt, 1 Siemens op de Haven (buiten dienst), 1 Sugg triple Argand op het Pieterskerk plein (buiten dienst). Hot aantal gewone vlammen der straatver lichting bedroeg dus 823 on werd in den loop van het jaar vermeerderd met 3 stuks: het getal op uit0 December bodroeg derhalve 826, 31.) „Ik heb uit den mond van uwe vrouw vernomen, dat zy gelukkig is", zegt de vrouwenstem. „Kunt ge iets anders verwachten, Johanna? Ik ben een man van eer, Johanna; de vrouw, die ik gehuwd heb, zal ik gelukkig maken." „Dat weet ik, daarvan ben ik overtuigd!" zegt Johanna ernstig. „En gy, Johanna, zfit gy in uwe betrek- king goed geslaagd, zljt gy gelukkig „Hoe kunt gy dat vragen? Kan ik ge lukkig zyn?" „Vergeef my, Johanna", zegt August warm „ik heb uw gevoel niec willen kwetsen. Ik heb u bewonderd en zal altyd met de meeste achting uwer gedenken. Zie, Johanna, toen ik een oogenblik niet myzelven, maar myne positie uit het oog verloor, hebt gy my aan myne plichten herinnerd. Een huwelyk tus- schen ons zou onoverkomelyko bezwaren hebben. Ik was student, ik handelde licht vaardig en luisterde zonder nadenken naar de ingeving van myn hart. Gy hebt my op het gevaar gewezen, Johanna! Ik erken dat ik verplichting aan je heb, maar ik erken tevens slecht gehandeld te hebben. Ik heb gepoogd je te misleiden. Hebt gy my ver geven?" „Dat zweer ik!" „Dank je, Johanna!" „Ik stel ééne voorwaarde, Johanna", en Augusts stem wordt nog ernstiger. „Ik aan vaard andermaal hetgeen ge my in dat onver getelijk schryven hebt aangeboden, namelijk vriendschap. "Wanneer ik je ooit van dienst kan zyn, kom dan tot my, en zal je een vriend wezen, Johanna!" „Hebt ge na onze scheiding nog wel eens aan mij gedacht?" „In den beginne ja, later neen." „Ge zyt openhartig", bekent Johanna met een flauw glimlachje. „Ik heb aan je gedacht tot op den dag van myn huwelyk. Toen heb ik je eene eer zuil in myne herinnering gesticht. Van af het uur, dat ik myne Emma huwde, heb ik eene zerk op het verleden gelegd. Dat was myn plicht; ik ben het myne vrouw ver schuldigd." „Go hebt eerlijk gehandeld!" fluistert Johanna. „Er bestaat niets, waarover wjj moeten blozen", vervolgt zy met warmte. „Ik had nooit naar je mogen luisteren! Wy beiden waren schuldig. Ik zal myne schuld inboeten door geen berouw te toonen over den stap, dien ik gedaan heb, toen ik de eerste was om onze liaison te verbreken, en gij, Van Bergen, maak het goed op je vrouw, maak haar gelukkig, dan hebben wy onzen plicht gedaan en een verleden uitgewischt. Geef mi) de hand daarop, Van Bergen 1" August bezegelt dat verbond met een handdruk. Met één blik had Emma Johanna herkend in de vrouw, die zoo vertrouwelijk naast haren man ging. Het was eene vreeselijke ontdekking! Dat August nu reeds ontrouw is, was op zichzelf verschrikkelijk, maar dat zij met eigen oogen daarvan getuige moest zyn, dat was wreed, dat was onrechtvaardig, dat heeft zy niet verdiend! Zij heeft toch niets misdaan, zij veracht Hoveling. Haar hart isvry! En dan, is hier eene verontschuldiging voor August te vin den? Hy heeft geloochend Johanna te ken nen; hy heeft „neen", duideiyk „neen" ge antwoord en ziedaar nu beiden te zamen, in stille afzondering! Hy vergeet zyne vrouw voor die Johanna! O, welk een verschrik- keiyk oogenblik! Hoveling kan gerust zynhy behoeft geene hulp te roepon; de duizeling is reeda voorbij. Emma is volkomen hersteld en krach tiger dan ooit! Komaan, zy moet hen nog eenmaal zien zij moet zich nog eenmaal overtuigen. Zy erkent de mogelykheid, dat hare geprikkelde verbeelding haar te ver heeft meegevoerd; misschien is er toeval in het spel, misschien is het niet dezelfde Johanna, misschien zyn zy inderdaad elkander vreemd! Het is donker, erg donker in het beuken- boschje en zy is nu weer zichzelve zóó goed meester, dat zelfs Hoveling er niets van zal bemerken. Het moet een geheim blyvon tot zy thuisgekomen is. Dan zal zy hem rekenschap vragen, d&n, geduld, eerst zekerheid geen vonnis over hem uitspreken, vóórdat er bewy'zen zyn! Doch zie, daar is het bewys reedsAugust en zyne gezellin komen daar weer aan. Ziezoo, nu kan hy haar niet meer ontloopen. Welk eene ge waarwording zal het voor hem zyn, om met die Johanna, dat beklagenswaardige schepsel, die een ander haar wettig eigendom ont steelt, aan den arm, voor Emma. zyne vrouw, te verschynen. Nog één oogenblik en zy zullen elkander rakelings voorbygaan! Vervolg ommezijde.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 5