DAGBLAD.
N°. 9880.
Leiden, 7 Mei.
Feuilleton.
JONG GEHUWD.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van .Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Maandag O IWCei. A°. 1892.
PKIJS DEZER COURANT:
Vcor Leiden per 3 maandenf 1.10.
franco per post1.40.
Afzonderlijke Nomn)«r*0.05.
Derde Blad.
Er is ter algemeen© kennis gebracht dat
teil aanvang is gemaakt met de beschrijving der
patentplichtigen, bedoeld by No. 37 40 van
tabel No. 14, zynde de slijters, tappers, kroeg
en koffihuishouders, waarvoor do declaratoiren
aan de huizen zullen worden rondgebracht
en na verloop van drie dagen, vanwege den
ontvanger der directe belasting, tegen re^.u
worden afgehaald, en wordt dien patentplich
tigen herinnerd de bepaling van art, 2 der
Wet van den 24sten April 1843 (Staatsblad
No. 16), dat zij hun beroep niet mogen uit
oefenen dan nadat zy de helft vaD hunnen
aanslag over het dienstjaar 1892/93 hebben
voldaan, en nadat het verschuldigde over het
voorgaande jaar ten volle zal zyn aangezuiverd,
waarvan zal moeten blyken, alvorens de akten
van patent aan hen kunnen worden afgege
ven; dat zoodra mogelijk hunne aanslagbil
jetten zullen worden bezorgd en de patent-
bladen in gereedheid gebracht, terwijl-die
iiadelyk moeten worden afgehaald;
dat, met uitzondering der bedrijven, bedoeld
bjj de tabel No. 16 der Wet van den £2sten
April 1852 (Staatsblad No. 61), houdende
wyzigingen en uitbreidingen van de ordon
nantie op het recht van patent, van den 21sten
Mei 1819 (Staatsblad No. 34), de tyd der
uitgifte van "de door de patentplichtigen in te
vullen verklaringen van aangifte, voor den
jare 1892/93 wordt vastgesteld op den 6den
Mei aanstaande, en dat do wederinzameling
tegen ro^u, door den ontvanger of zijn ge-
machtigdo geteekend, acht dagen na de uit
gifte zal geschieden
dat de registers der patentbladen uiterlijk
op den 31 sten Mei aanstaande zullen worden
gesloten en er na dien tyd volstrekt geene
verklaringen zullen worden aangenomen;
dat, met betrekking tot de schippers, schui
tenvoerders, enz., in do tabel No. 16 dor Wet
van den 22sten April 1852 (Staatblad No. 61)
voorkomende, do eigenaars, vaste huurders
en andere vaste gebruikers van binnenvaar
tuigen, gehouden zijn om zich van behoorlyk
patent te voorziendat, tot de door hen
caartoe te doene schriftelijke aangiften zal
worden gevaceerd in een der vertrekken van
liet Raadhuis, tot uiterlijk 16 Mei a. s., des
namiddags van 1 tot 3 uren, de Zondagen
uitgezonderd, voor zooverre dat beroep niet
in den loop des jaars wordt aangevangen;
zij worden tevens uitgenoodigd ora de meet
brieven hunner vaartuigen, mits niet ouder
16.)
Emma's geduld is nu ten einde.
„Als ge van avond toch niet tot mij spre
ien wilt, zal ik maar uitgaan. Papa en mama
zullen biyde zijn my te zien; ik wed, datzy
er naar verlangen, om een uurtje met me te
praten."
nGa je gang!" is het koele antwoord,zon
der dat de griffier van zijne lectuur opziet.
-En wat doet gij dan?"
„De courant lezen."
En na de courant?"
.-Het Bijvoegsel."
„En na het Bijvoegsel?"
„O, dan zal ik maar een uurtje naar de
Club gaan!"
„En belooft ge' my bij mama te komen
balen?"
„Zeg maar wanneer! Overmorgen of Zon
dag-avond?"
„Gus, wat wilt ge daarmede zoggen?"
„Wel, ik denk zoo, wanneer ge nu eens
-rie dagen, zegge 36 uren, achter elkaar by
mama gaat babbelen, dan is er kans dat ge
uitgepraat raakt en voor langen tijd niet
PRIJS DER AD VERTENTIÉN
V»n 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.17^.
Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor Ue*
IncA.sseeren ba) te a de stad wordt ƒ0.10 o«>-eniji*,
zijnde dan vyf jaren, mede to brengen en al
die inlichtingen te geven, die van hen betrek
kelijk do vaartuigen zullen worden gevorderd,
terwyl er na den 16den Mei voormeld geene
verklaringen meer worden aangenomen en de
nalatigen,, bij ontdekking, zullen beloopen de
boete, bepaald by artikel 37 der Wet van
21 Mei 1819 (Staatsblad No. 34), hiervoren
omschreven
dat voorts alle patentplichtigen, by tabel
no. 7 der wet van den 16den Juni 1832 be
doeld, zijnde inlandsche en vreemde kramers,
welke met kramen, stallen, tafels enz., hunne
waren in herbergen, huizen, kamer of op
openbare markten en kermissen uitstallen,
mitsgaders de debitanten in loterijbriefjes en
alle handeldrijvende en als kooplieden te be
lasten personen, welke hunne waren ten ver
koop, hetzy in 't klein, hetzij in 't groot,
te water of te land met zich voeren, alsmede
de ondernemers van openbare vermakelijk
heden, in tabel no. 15 genoemd, voor zooverre
al die patentplichtigen in de algemeene be
schrijving voor 1892/93 moeten worden be
grepen, gehouden zyn zich gedurende de
maand Mei, ter bekoming van hun patent,
aan te melden in oen der vertrekken van het
Raadhuis, des middags van 1 tot 3 uren,
de Zon- en feestdagen uitgezonderdzullende
er na dien tijd geene aanvragen meer worden
aangenomen, behalve van de zoodanigen, die
hun beroep of bedrijf na dien tijd aanvangen
en alzoo in de bijzondere beschrijvingen wor
den begrepen, welke gehouden zyn, zich da
delijk by dien aanvang van patent te voorzien
dat ook een aanvang is gemaakt met de
beschrijving dor belasting op het personeel
voor het dienstjaar 1S92/93.
Voorts worden belanghebbendon in het bij
zonder aandachtig gemaakt op hunne ver
plichting om in- en uitwonende dienstboden
der eerste en de in- en uitwonende dienst
meisjes der vierde klasse, die op 1 Mei 1892
reeds den leeftijd van 15 jaren hebben bereikt
in de belasting aan te geven.
Voorts worden belanghebbenden herinnerd
aan de verplichting om bjj bezwaarschriften,
zoo wat patent- als personeele belasting be
treft, over te leggen een duplicaat van het
aanslagbiljet, tegen betaling van 5 cents, bij
den ontvanger der directe belastingen ver
krijgbaar.
Eindelijk worden de ingezetenen verwittigd,
dat tot tegenschatters voor meergenoemde
belasting zijn benoemd de navolgende per
sonen, als: Johannes Cornelis Rijk, Willem
Anthonie Van Lith en Abraham Boekwyt.
De minister van binnenlandsche zaken
deelt in zyne Memorie van Antwoord betref
fende het ontwerp tot subsidicering van hulp
behoevende gemeenten, mede, dat de over
weging der wetsvoordraeht tot regeling van
het kiesrecht, thans by den Raad van State
aanhangig is.
Bij de Tweede Kamer zyn tydens hare
Paaschvacantie 20 verzoekschriften ingekomen
omtrent de aanhangige belastingvoorstellen.
Daarvan houden elf het verzoek, ze met
of zonder wijziging aan te nemen; acht
gaan uit van kiesvereenigingen.
In zes adressen van even zoovele Kamers
van Koophandel (te Eindhoven, Bergen-op-
Zoom, Leiden, Alkmaar, Leeuwarden en Maas
tricht) wordt vermindering gevraagd van het
invoerrecht op zeep. Do Kamer van Schie
dam komt op tegen de verhooging van den
accjjns op het gedistilleerd, en die van Maas
tricht zou, in plaats van de vermogensbelasting,
liever de invoerrechten zien verhoogen op die
artikelen, welke geene grondstoffen zyn van
onze eigen nijverheid.
Op verzoek van de Maatschappij tot
Exploitatie van Staatsspoorwegen beeft de mi
nister van waterstaat den Raad van Toezicht
op de Spoorwegdiensten opgedragen een
plaatselijk onderzoek in te stellen naar de
houten bruggen op de lijnen der voormalige
Ned. Rijnspoorwegmaatschappij, in verband
met de vervanging daarvan door ijzeren
bruggen.
Door de arrondissements-rechtbank te
Tiel is, ter vervulling van de vacature van
kantonrechter te Vianen, opgemaakt de na
volgende alphabetische lyst van aanbeveling:
mr. H. J. Ladeniusmr. K. M. Phaff en mr.
Th. Thooft, griffiers by de kantongerechten
te Zuidhorn, Haarlemmermeer en Zalt-Bommel.
De minister van waterstaat, handel en
nijverheid brengt ter kennis van belangheb
benden, dat zy, die voor eene benoeming tot
opzichter 2de kl. voor het stoomwezen, op
eeno jaarwedde van 800, in aanmerking
wenschen te komen, zich vóór 1 Juni a. s.
schriftelijk moeten aanmelden bij het depar
tement van waterstaat, handel en nijverheid.
De minister van buitenlandsche zaken
maakt belanghebbenden opmerkzaam op eeno
aankondiging, voorkomende in het „Journal
de St.-Pótersbourg" van 14/26 April 11., waarbij
buitenlandsche ingenieurs worden uitgenoo
digd plannen in te dienen voor eene te bouwen
vaste brug over de Newa. Deze aankondiging
vinden belanghebbenden in de Staatscourant
van 7 dezer.
De minister van waterstaat heef: voor
eenigen tyd, in het belang van onzen land
bouw en veeteelt, den betrokken spoorweg
maatschappijen opgedragen, verlaagde vrach
ten voor het vervoer van vee, enz. tusschen
Groningen en Leiden in te voeren. De spoor
wegmaatschappijen zullen aan deze opdracht
binnenkort gevolg geven en voor bedoelde
relation tarieven invoeren, welke zullen be
dragen in maximum 3 per stuk vee.
Do minister van binnenlandsche zaken
brengt ter kennis van belanghebbende:-!, dat
de commission, die in 1892 belast zijr. met
het afnemen van do examens van apothekers
bediende, bedoeld in art. 17 der wet var. 25
December 1878 (Staatsblad No. 222), sullen
zitting houden te Kampen, op Maandag 2D
Juli en te 's-Hertogenbosch op Woensdag 22
Juni a. s. en volgende dagen.
De minister van marine brengt ter kcr.r.is
van belanghebbenden, dat er gelegeiiheic. be
staat om een apotheker, bevoegd verklaard
volgens de wet van 1 Juni 1865 (Staatsblad-
No. 59), te plaatsen als apotheker der 2de
klasse by de zeemacht (met den rang van
luitenant ter zee der 2de klasse), op een trak
tement van 2000 's jaars. Zy, die voor eene
benoeming als zoodanig wenschen in aanmer
king te komen en den leeftyd van 30 jaren
niet hebben overschreden, kunnen zich vóór
1 Juni aanstaande by gezegeld verzoekschrift
wenden tot voornoemden minister.
-- By koninklyk besluit zyn benoemd: bij
het wapen der cavalerie, by het 2de reg.
huzaren, tot ritmeester, de eerste luit. T. E. M.
Van Lilaar, van het eskadron ordonnansen;
by het 3de reg. huzaren, tot eersten luit., de
tweede luit. H. G. J. Maas Geesteranus, van
het corps.
Het stoomschip „Admiral" vertrok 5 Mei
van Dar-es-Salaam naar Rotterdam en Ham
burg; de Kaiser", van Amsterdam naar de
Oostkust van Afrika, arriveerde 5 Mei to
Lissabonde „Reichstag", van de Oostkust
van Afrika naar Rotterdam en Hamburg,
arriveerde 5 Mei te Lissabon.
By koninklyk besluit is pensioen ver
leend aan: H. G. De Grijs, brievengaarder
te Abkoude> 91; L. A. Reuvens, hoofdinge
nieur van den waterstaat der 1ste klasse te
Zwolle, ƒ2400; A. N. Adriaans, brievenbe
steller te Leiden, 298; W. Vruggink, direc
teur van het Ryks-telegraafkantoor te Leiden,
1415; T. Jans of T. Van der Werff, brieven
gaarder te Veenwouden, ƒ138; H. H. Ubfcen,
postbode te Heerlen, 247.
weder zult vragen om naar de Heerengracht
te rennen."
„Ik begrijp je", zegt mevrouw bits; „met
andere woorden: ik mag zelfs myne goede
moeder niet meer bezoeken. Wanneer men
trouwt, moet men met alles breken en wordt
men de slavin van zyn man. Na een paar
maandjes is mijnheer geheel onverschillig
voor het gezelschap van zijne vrouw gewor
den en mevrouw is niets anders dan de
dienstbode, om mynheer op zyne wenken to
bedienen. Goede moeder! Wanneer zij u van
avond hoorde, wat zou zy bitter schreien
En ik? Misschien zou ik meedoen, wanneer
ten minste tranen een steenen grifliershart
kunnen vermurwen. Zóó gaat het! De ééne
illusie volgt het lot van de andere! Misschien
vindt ge uzelven een beklagenswaardig wezen,
omdat ge eene vrouw tot uw last hebt."
De jonge mevrouw zou haar vertoog mis
schien nog lang voortgezet hebben, wanneer
de hardvochtige echtgenoot niet eensklaps
de courant neerlei.
„Zeide ge iets, mijn engel?"
„Hebt ge niets gehoord van alles wat ik
gezegd heb?"
„Geen woord, myn lieveling 1"
„Waarl\jk niet?"
„Ik zweer het je, by je lieve donkere
oogen, Emma; ik was met myne gedachten
in Turkye. Ge vergeeft het me?"
Mevrouw schijnt waarlijk ook reeds ver
geten te zijn, wat zy eerst zooeven gespro
ken heeft, want de weemoedige trek op haar
gelaat is eensklaps verdwenen en heeft voor
een glimlach plaats gemaakt.
Een Lavater alleen zou opgemeikt hebben,
dat onze jonge mevrouw zich heimelijk over
de hardhoorigheid van haren echtgenoot ver
heugde. „Zij had het immers zoo niet ge
meend, maar wanneer Gus er toch niets
van verstaan had, dan was het nog zooveel
te beter!"
„Gy wilt naar mama, nietwaar?" vraagt
August.
„Nu niet meer", antwoordt Emma schalks.
„En wanneer ik dan naar de Club ga?"
„Ge gaat niet; dat is maar bangmakerij."
„Veronderstel eens, dat ik doe, wat ik
voorgenomen heb?"
„Taiit mieuxmon cherne vous géncz pas"
antwoordt Emma met een kluchtig hoofd
knikje. „Dan zal ik dat voorbeeld volgen en
mama eene visite brengen. Dan zal ik ook
maar doorzetten, wanneer dat tusschen man
en vrouw usance is."
„Ge zyt vrij te doen, wat ge goedvindt",
zegt de griffier opstaande. „Ik ga van avond
nog een oogenblikje naar de Club; ik ir.oet
er iemand spreken."
„Wien?"
„Hoogvlieger!"
„Hoogvlieger?" herhaalt Emma. Ik
wenschte dat ge u andere vrienden koost in
plaats van zulke lichtmissen. Gy zyt ge
trouwd man en Hoogvlieger is een bon vkcmt.
Ik begrijp niet, wat gy samen te be
spreken hebt."
„Dat behoeft ook niet; wanneer ik het
begryp, is dat genoeg."
De meid klopt even aan de deur en brengt
een brief binnen.
„Voor my?" vraagt mevrouw.
„Voor beiden!" zegt August.
Monsieur et Madame August Van Bergen.
Nauw heeft hy den brief even ingezien,
of hy werpt hem op tafel.
„Ik dacht dat het iets byzonders was.'
„Eene rekening?" vraagt mevrouw.
„Neen, eene invitatie van baron Adeldom
voor een féte champêtre en bal op zijn
landgoed."
Wordt vervolgd.)