H». 9880.
Maandag O Mei.
A".
1892.
feze {jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van (jgon- en feestdagen, uitgegeven.
IZijfcerikd.
Het Leidschc boterliuis.
Leiden, 7 ;tlei.
Femlleton.
JONG GEHUWD.
DA&BLA
PBUS DEZER COURANT:
Tooi Lolden per 3 maanden1.10.
fraaco per post.."oi 1.40.
Üoaderlöko Nommort.0.05.
PRIJS DER ADVERT.ENTIÊN:
Tan 1—8 regel» ƒ1.05. Iodero regel meer ƒ0.171.
Grooter» lottere naar plaataruiiuto. Yoor bot
inoaseeeren bolton de stad wordt ƒ0.10 b&rektbé.
Tweede Blad
Aan do Abonné's daarop, wordt bij dit
verzonden No. 33 Tan Kikeriki.
Oliit'iëele Kennisffovlngfen.
Da Burgemeester der gemeente Leiden,
Gezien het besluit van don Heer Commisearie der
jooiDgin in de provincie Zaid-IIolland, van den lOdcn
ji&umi 189 2 (Provinciaal blad No. Gj, houdendo
regeling van de loting voor do Nationale Militie, cn
mrbij den Burgemeesters der gemeenten, waar do
fcing plaate beeft, o. in. wordt vorzoebt om al do
leu tun diensto staande middelen aan te wenden, tor
toorkomiug van dronkenschap bij gelegen-
1 i1 der luliug
Xoodigt de lotelingen dezer gemeente voor de lieb-
lir.g van dit jaar ornstig en dringond oit, zich bij
gelegenheid der 1 ienwo loting
geheel to onthouden van het gebruik
van eterken drank
ea daardoo- zich te vrijwaren, niet alleen voor do
jideeligo gevolgen van dronkenschap in het algc-
Bet», manr ook voor de straffen, bij de Wet-tot be
kogeling van openbare dronkenschap bepaald, terwijl
lertna met nadruk wordt gewezen op de Strafbepaling,
bij art. 252, 1"., van het Wotboik van Strafrecht
gesteld tegen het toedienen van bedwelmenden drank
uo iemand, die in kennelijkon ttaat van dronken-
fiLap verkeert.
Leiden, De Burgemeester voornoemd,
7 Mei 1892. DE KAN TE B.
Mocht Dolfiand op ztfno klaverrijke weidon
bogen, Rijnland had evenzeer schoono weilan
den. Zonden do Delftscho landlieden hunne
voortbrengselen hoofdzakelijk naar Delft, dio
van Rijnland vonden voor de hunne eene
willige markt to Leiden. Hier deed zich hoe
langs zoo meer do behoefte aan een verkoop
huis gevoelen. Vandaar dat. de lieeren van
het gerecht in 1507 besloten het huis, waar
i Meerman" uithing, aan te koopen en tot
een boterhuis in to richten. Sedert dien tjjd
weiden do tonnen boter aldaar gewogen en
verkocht. Uit do verschillende dorpen van
Rijnland werden wekelijks vele vaten boter
mot veerschuiten en andere gelegenheden
aangevoerd. De aanvoer overtrof verre ae be
hoeften dor Leidenaars, maar tal van koop
lieden kwamen uit Rotterdam en andere
Hollandscho steden te Leiden in het boterhuis
boter koopon, om die weer met voordeel van
■de hand te zetten. Do handel in Leidscho
boter was niet minder belangrijk dan die in
Delftscho boter.
Op de marktdagen kon het te Leiden weme
len van landlieden, die óf alleen of mot hunne
vrouwen en dochters naar de stad waren
gekomen, om hior hunne zaken te doen en
winkelwaren en andere benoodigdheden in to
slaan. Zjj brachten niet weinig levendigheid
in onze goedo stad, terwyl allen, dio winkels
of magazijnen bielden, bljjdo waren, dat hun
de ponning gegund werd. Op de plaats, waar
men woonde, kon men, wat men noodig had,
ook deels wel krjjgen, maar in Leiden had
men meer keus, en wat vooral in aanmerking
kwam, men kon er veel voordeeliger koopen.
Doch niet alleen winkeliers, ook goud- en
zilversmeden profiteerden van hot bezoek der
landlieden, hoewel het bij den eenvoud dier
dagen een nog niot zoo algemeen gebruik was,
dat de vrouwen en dochters van landlioden
mot goud of zilver pronkten of zich eenigo
sieraden of voorwerpen van huiselijk gebruik
b\j hen aanschaften. Zoo hadden dus volo
Leidenaars een groot voordeel van de landlie
den en moesten allen het op prijs stellen,
dat de lieeren van het gerecht hadden ge
toond het belang dor stad Leiden in to zien,
toen zij tot de verbouwing van het huis „de
Meerman" tot oen boterhuis besloten. Hier
vond men de noodige ruimte en had men
geen hinder van zomerhitte noch herfstbuien,
hetgeen voorheen wel het geval wa3, toen de
boter te Leiden van de Boterstoeg tot do
Karnemelksbrug in het openbaar ten verkoop
werd aangeboden. Deze plaats bleef alleen
bestemd tot den verkoop van stukken boter,
gelijk ook van hoenders on eieron. Wilden
do Leidsche burgers hiervan bediend zijn, dan
richtten z\j daarheen hunne schreden. De ver
koop van boter langs de huizen was in dion
tijd nergens bekend. Wel kon mon doze in
koomonijswinkels bekomen, maar moest er
dan natuurlijk meer voor bètaion, waarom de
zuinige huisvrouwen liever in de Botersteeg
kochten van do landlieden.
Do kaas, die door de raeesto landlieden
van do 16^o en de beide volgende eeuwen in
Rijnland gemaakt werd, was de komynde
kaas, die te Leidon ter markt kwam en tot
waarmerk dat ze in dio streek was vervaar
digd, door henzelven met hot Leidsche wapen
was gestempeld. In deze eeuw gingen vele
landlieden or toe over, om, in plaats van
komijnde, zoeto kaas te maken en deze werd
öf door coinmissionnairs voor Rotterdamsclio
en andere huizen opgekocht, of wel de land
lieden verkochten ze, hetzij'te Leiden of te
Gouda, waarheen zij ze met eigon wagens
brachten, Gf wol met veerschuiten deden ver
voeren. Sedert eenige jaren werd ook to
Woerden eene kaasmarkt gehouden, maar al
die markten werden aanzienlijk minder van
beteekenis, sedert Bodegrave eene kaasmarkt
heeft, waar de daar gevestigde kooplieden en
andc-ro van elders aanzienlijke partijen zoeto
kaas koopen. Wel wordt door landlioden in
do nabijheid van Leiden, hier ter stede nog
zoeto kaas tor markt gebracht, doch de van
ouds zoo beroemde Leidsche kaas wordt er
6lechts in enkele partijen meer aangevoerd,
daar zij veelal bij de landlieden, die ze nog
maken, wordt opgekocht.
Do gunstige roep, die van Dolf- en Rjjnland's
landlieden in het maken van puike zoete of
goe-boter uitging, veroorzaakte dat aanzienlijke
familiön zich rechtstreeks door sommigen
hunner lioten bedienen. Zij legden voor hon de
boter in potten of vaatjes in, zorgden voor eene
zindelijke en prompte verzending, en daar zij
van hen oen nog hoogeren pr\js konden ver
krijgen dan ter markt, zoo waren zij er zeer
op gesteld van hen hunne orders to ontvangen.
Do handel in zoeto of natuurboter heeft,
gelfik oudo commissionnairs nog wel weten,
veel geloden sedert den aanmaak van mar
garine-boter, die niet zoo goed is als zoete
boter, maar haar vervangt in huisgezinnen,
waar do moedors tegen het besteden van een
hoogen prijs voor boter opzien. Yolen ver
keerden in de meening, dat zij voor een min
deren prijs werkelijk echte boter kochten van
do lioden, die ze haar aan huis brachten, of,
gelijk ook wol placht to geschieden, zo in
geijkte vaatjes in don winkel voorhanden
hadden.
Aangezien de landlieden door die mededin
ging een niet zoo belangrijken afzet van hunne
boter hadden, heeft do Hooge Regeering,
daartoe door de landbouwmaatschappijen aan
gezocht, eene wet uitgevaardigd, waarby do
verkoop van margarine alleen toegelaten wordt,
als z\j als zoodanig wordt aangeboden of
kenbaar gemaakt. Om den handel in natuur-
botor niet te benadcelen, mag in het Leidsche
boterhuis. geen margarine dan op do gereser
veerde plaats worden gewogen en verkocht.
Goen jaar werd er zoo weinig handel in
het Leidscho boterhuis gedreven, als toen de
Spanjaarden do stad hadden ingesloten Toen
stond h\j geheel stil. Een blijde tfid was het
voor hon, niot minder dan voor de Leidenaars,
toen do stad verlost was en de handel in liet
boterhuis weder herleefde. Eene buitengewone
duurte, voorafgegaan door eene groote sterfte,
volgde kort daarna. Toen werd voor een
achtendeel boter 12 gulden en voor een stuk
liooiboter zes- en zevondhalven stuiver betaald,
een prijs dien men tegenwoordig luttel zal
vinden, maar vóór ruim .0 -eeuwen hoog
mocht heoten.
Het Leidsche boterhuis te. .a&t nu 325 jaren.
Gedurende al dion tijd ..>n er ontzettende
kapitalen in botor en kaas verhandeld, niet
alleen tot voordeel van ile landlieden, maar
ook van alle neringdoend» Leidenaars, en dezen
zien hierin een tastbaa bewijs, dat al wat
de Regeering der stad, in het belang van den
handel en de nijverheid doet, groot gewin
oplevert.
Iiodon ia aan de univf: sileit alhier de hoer
W. L. De Vos, geb. to ervliot, bevorderd
tot doctor in do genoeskn: mot academisch
proefschrift, get.: „Do belmndeling van go
wrichtstuberculose met j iJsiormatie."
Do ljjat der hoogstaangeslagenen voor
Noord-Holland bovat 552 men. Als hoogste
komt daarop voor jhr. J. B. Van Morlen, te
Heemstede, met ƒ641 0'/.,, terwjjl de
laagste aanslag ƒ528.89 draagt.
Naar men verneem; heeft dr. Van der
Leo, 2de geneesheer aan t krankzinnigen
gesticht te Zutfen, wego; voortdurende on
gesteldheid eervol ontsla: gevraagd.
De groothertogin n Saksen-TVeimar
schonk 50 voor do st .dskolonie van het
Heilslogor te Amsterdam
Hot leger werkt juist Zondag 8 Mei vjjf
jaar in Nederland, welk feit door kolonel
Oliphant in „De Oorlogskreet" wordt herdacht.
Van de bekendo prachtuitgave van „Mar-
litt's completo geïllustreerde werken, bewerkt
door G. T. Kits van Huijningen en Gerard
Keller" uitgave van Gebr. E. A M. Cohen
to Arnhom-Nijmegen verschenen weer vier
nieuwe afleveringen (47).
Het reeds vermelde wetsontwerp tot in
deeling van hot fort Pampus brengt het eiland
tot hot grondgebied der provindo doord-Hol-
land en der gemeente Muiden, bij -.velko ge-
meento hot fort het naast gelegen is.
Zooals uit de omschrijving van de grens-
verandoring in art. 1 van het ontwerp blijkt,
wordt mot het eiland het watergebied tus-
schen het fort en de gemeente Muiden bij
die gemeente ingedeeld, waardoor ook de ver
keersweg onder gemeenschappelijk politie-
gezag komt to staan.
Het verkeer zelf zal worden onderhouden
door eono stoomboot, waarvoor op do Vesting-
begrooting voor 1892 golden zijn uitgetrokken.
Er zal dus voortdurend gelegenheid bestaan
om do aangifton voor don burgerlijken stand
te doen.
15.)
Emma triomfeert. Mama Van Til ziet met
groote tevredenheid, dat het goede kind
leeds bost de kunst verstaat om een 30-jarigen
rechtspersoon tot onderwerping te brengen.
Papa Van Til lacht in zijn vuistje. „Mama had
hem op precies dezelfde manier gedresseerd.'
„Het ls maar goed", zegt hij bemoedigend
tot August, „dat ge dadelijk ziet, thuis de
teugels van het bewind in bandon neemt!"
Hst nieuwe dienstmeisje heeft een slaatje
met aardappelen klaar gemaakt. Mijnheer
heeft dus zijn zin gekregen cn schijnt vol
maakt gelukkig te zijn. Aan tafel wordt
Tartjs besproken, daarna komt Zwitserland
de bomt en eindelijk de Rijn.
Mijnheer en mevrouw Van Til kannen
dlhans zjj vermeenen dit - zich alles
levendig voorstellen. Van Til was indertijd
rr.et den postwagen naar Brussol gereden ep
freuLs Zwanonburg reisde eenmaal op één en
denzelfden dag mot de trekschuit naar Haarlem
en van daar met de diligence naar Leiden
dat was oók reizen geweest! Zij konden er
du5 van meepraten.
Na hot souper werd hot tjjd voor de Van
Tils em te vertrekken en de uro is gekomen,
waarop de sleutels van hot kasteel aan do
rechtmatige gebiodster moeten worden ter
hand gesteld.
„Laat ik je nu eens even de slaapkamer
laten zien", zegt mama Van Til met dezelfde
deftigheid in houding, waarmee een predikant
z(jne verloofde voor het eer3t het lieve dorps
kerkje binnenleidt.
Mag ik meegaan?" durft de griffier vragen.
Mama Van Til verwaardigt zich niet zulk
een ontijdigen eisch gehoor te geven en moe
der en dochter gaan alleen naar boven.
„Zij blijven lang weg!" mompelt de oude
heer Van Til, op zijn horloge ziende.
„Alsof do dag van morgen niet lang genoeg
is", antwoordt August gemelijk.
Een oogenblik later gaaD beiden, voor eene
grap, de trap op naar boven.
„Voorzichtig", vermaant August, die voor
aan gaat, en papa is waarljjk zoo behoed
zaam in zjjno beweging geworden, alsof
zooals ncgenlien jaar geleden daarboven
oen klein wichtje rustig ingesluimerd lag.
De deur van do kamer staat half open. Zij
daarbinnen vermoeden niets van het naderend
verraad en August kan reeds door een kier
naar binnen zien.
Mama ligt in zjjn armstoel, Emma rust op
hare knieen; Emma spreekt, mama luistert.
Een oogenblik blijft het doodstil, August
hoort eerst niets, maar eensklaps zegt Emma
duidelijk, doch met tranen jn oogenen stem:
„Moeder, beste moeder, ik ben zoo innig
gelukkig I"
Nu bljjft do deftige griffier zjjD gevoel geen
meester; hjj treedt naar binnen, drnkt zijn
wjjfje aan het hart, juicht in verrukking
„Mijne Emma, mijne engel!" en knuffelt de
beminde vrouw nog hartelijker, waarna z(j
haro vochtige blikken tot hem opslaat en
een„M jj n August" zóó teedor fluistert, als
alleen minnende jonge vrouwtjes kunnen doen.
Wanneer beidon opzien zjjn mijnheer en
mevrouw Van Til veitrokken!
VIII.
„Nog een kopje thee, Gu6?"
„Dank je, mijn engel!"
Dit a»twoord voldoet de jonge mevrouw
Van Bergen maar half. Mijnheer is in de
courant vordiept on heeft nauw van zijn blad
opgezien.
„Zoudt ge die couraDt ni6t een oogenbhkje
noorloggen
„Ik denk er niet aan."
„Ook niet, wanneer je engol (mevrouw
glimlacht) hot je beleefd vraagt?"
„Ik wenschte wel dal engelen mjj met
rust lieten."
„Is de courant zoo belangwekkend
„Neen
„Maar waarom wilt go die vervelende cou
rant dan niet ter zjjde leggen
„Ik hob niols bcter3 to doen."
„Doe het dan alleen om mijnentwil!"
„Straks, als ik gereed boni"
„Gus, ik verlies miin geduld 1"
„Dan moot ge het maar zelve terugvinden.
„'tls lief om zoo kort in ons huwelijk
zóó tot je vTouwljo to spreken."
„Jonge vrouwtjes zjjn lastig!"
„Ondervindt ge dat nu reeds?"
Mevrouw zucht. Beiden zwjgen een oogen
blik. Verscheidene malen wil mevrouw nog
iets zeggen, maar telkens heeft zij zich met.
moeite bedwongen. Eindelijk, wanneer zij
rustig den theeboel begint af to wassehen,
vraagt zej.
„Zijt go vandaag in do cellulaire gevangenis
geweest en op dit oogenblik nog onder den
indruk dier eenzaamheid?"
„Ik wenschto dat ge my nog wat met
rust liet!"
i Wordt rcrro.'cjdj.