Dinsdag IQ _ALpi*il. A°. 1892. Vierde Blad. PASCHEN. Leiden, 16 April. Peuilleton. HET GERAAMTE. {ja. 9863. LEIDSCÏÏ DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: loof p« 8 m4*adenV.. .Vf 1.10. Fnoco p«r po.t APtvltflifb KOHUMIA; 1.8#. <gtu Qourant wordt dagelijks, mot uitzondering van <gpn- en feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER AD VERTENT EËN Tm 1—8 ng«l« f 1.08. Iedn* r.grl m«flr fo.nj. Orooter» letten uu pleetarnimte. Voor bet MMb U Itu wordt f%U tmbrd. 2aiien wij instemming betuigen met dege- nen, voor wie, naar zy beweron, ons liefelijk rWrjaarsfeest geen andere beteekenis heeft, jan onzo oudste voorvaderen er aan hechtten, flaDieiyk een viering van het herloven der natuur in de lente? Aan do schoonheid dier gedachte doen wij I niéts te kort. Het is alleszins verklaarbaar jat de gevoelige mensch er behoefte aan (beeft na het doorworstelen van een langen «n dikwijls moeitevollen winter, openbaring tö geven aan de vreugde, die hem bezielt, wanneer een nieuw leven de schopping door trilt, en de stoffelijke wereld als herboren rich aan z(jn oog vertoont. Do zinrijke mythen, onder welke de Germaanscho volken aan die reeks van jaarlijks wederkeerende natuurver- ^hU'nselen een tot de verbeelding sprekenden vorm hobben gegeven, blijven nog altjjd aan trekkelijk. voor allen die ze kennen. Jammer zou het dan alleen te noemen iijb, dat het eerste onzer drio groófe feesten aan eon dagteekening is gebonden. Hoe menig maal toch blijft de lentestemming afwezig, ■omdat we ons tevreden moeten stellen met een verwachting van natuurschoon I Of wel, de eorste lachjes van de ontwaakte schoon© slaapster in het bosch, die de ijskorst hebben doen smelten, de sneeuw deden verdwijnen, cn de knoppen der boomon aan het zwellen hebben gebracht, zjjn gevolgd door ruwe dogen, die ons weer huiverend de warmte T3n den haard deden zooken. Een koude Paschen is geenszins iets onbekends in ons wispelturig klimaat. Een koude Paschon zou het ook zijn in aDdere boteekenis, wanneer het feest voor ons slechts den inhoud had, die er aan ge geven werd door onze vaderen in het vóór historisch tydvak, eer het nog. van het Christendom een hoogero wijding had ontvan gen. Eu wel is het een verschijnsel, hetwelk in hooge mate onze aandacht verdient, dat door niet weinigen de ware aard van het Paaschfeest op den achtergrond geraakt, zoo met gobeel wordt miskend. 't Is zoo, nog .steeds vult op den Paasch- rnorgen een breede schare van geloovigen de •kerken. "Wanneer het vriendelijk klokgeklep weerklinkt over de daken onzer steden of de Zondagscho stilte op het land voor oen oogen- blik afbreekt, maken nog immer duizenden bjj duizenden zich op om die roepstem te volgen. Hun althans kan niet worden ge zegd, dat zij het godsdienstig karakter van het féést uit de gedachte hebben verloren. Maar nevens hen hoe velen diode stelling onderschrijven: Het Christendom heeft zijn tijd gehad, het leefde lang genoeg om zijn onmacht te toonen voor den maatschappelijken louteringsarbeid, een stelling, in onze dagen met toenemenden nadruk uitgesproken en met historisch© bewijzen gestaafd. De feiten, waarop men zich daarbij beroept, z|jn niet te ontkennen; alleen, w(j weigeren hun bewijskracht als vaststaande aan te ne men. Men kan van de maatschappelijke in richting veel kwaad zeggen, zonder daarby tot onwaarheid t-e vervallen; met recht be weren, dat er in onze wederzydsche verhou dingen veel liefdeloosheid heerscht, ook al zyn we beiyders van den godsdienst der liefde; er zyn ergernis over uitdrukken, dat zelfzucht en ydelheid de dryfveren zyn van de handelingen van mlllioenen, die hun titel ontleenen aan Hem, aan wiens voorbeeld en leering we het idoaal van zelfverloochening te danken hebben; maai*, ontkennen, dat het. Christendom, in weerwil yan de tekortkomin gen zynor volgelingen, do maatschappy heelt vooruitgobracht, haar den stoot heeft gegeven in de richting van dat zedeiyk ideaal, haar vatbaar heeft gemaakt voor een eindelooze ontwikkeling, zou een ruwe miskenning zyn van hetgeen op elke bladzijde der wereld geschiedenis te lezen staat. "Wie onbevooroordeeld van den invloed van het Christendom op do beschaving de debet- en de creditzyde opmaakt, zal op de linker pagina menigen post moeten boeken, die het hart mot weemoed vervult, maar in elk geval wijst de balans een belangryk batig saldo aan, dat de menschhoid ten goede komt. Nu kan men wel beweren, dat de humanitaire beweging, die wy in den loop der eeuwen zich steeds krachtiger zien openbaren, is doorge drongen ondanks don Godsdienst van Christus en afgescheiden van de Iverk, die de draagster is geworden van het nieuwe zedelijk levens beginsel maar op dezelfde wyze zou do meening kunnen wordon verdedigd, dat ook zonder zonnoschyn de aarde een geschikte woonplaats voor levende en redelyke wezens ware. Wo beleven zonderlinge dingen. Het Chris tendom wordt onvoldoende geacht om de menschheid nader tot haar bestemming te brengon, en daarom willen sommigen het beproeven met het Boeddhisme, alsof niet het oenige, wat in den godsdienst van (Jakya- Moeni levensvatbaarheid bezit, juist de kern uitmaakt van het Christendom. Er zyn her vormers opgestaan, die de wereld met een geheel niouwen godsdienst willen begiftigen, en, om de noodzakelykbeid daarvan aan te toonen, wyzon op de geloofsverschillen, die de Christenen van elkander verwyderd houden en hen van samenwerking afkeerig doen zyn. Maar het is een dwaling, dat het gezegde gevolg noodwendig voortvloeit uit de oorzaak, waaraan men het toeschryft. Die verschillen zullen wel altjjd blyven bestaan, op elk ge bied, das ook op dat van den godsdienst, zoolang de menschen zelfstandig deiken. Maar waarom zouden die de verbroedering moeten beletten Laat ons eenvoudig elkanders vryheid van opvatting eerbiedigen, en niettemin elk ander de hand reiken en steun verleenen, by de vervulling van de grootsche taak, die het Christendom in de wereld te vervullen heeft. En nu vieren we opnieuw het feest der Opstanding. Wederom herinneren wy ons met biydschap den triomf,.behaald pp devyanden,. die, den Meester ter dood gebracht hebbende, ook: zjjn werk .meenden vernietigd te zien; nogmaals treden voor onze aandacht die' Jongeren, door zyn sterven teleurgesteld in hun persoonlyke en nationale verwachtingen, on wier moed niet bestand bleek tegen den storm boven hun hoofden losgebroken, tot het inzicht hunner roeping komende, om weldra met manlyke geestdrift do baan te betreden, hun door den Voorganger ontsloten. Welk een krachtige opwekking voor ons, kinderen der negentiende eeuw, op wie do duro ver plichting rust, het werk voort te zetten, dat vroegere geslachten onvoltooid hebben ge laten; op ons, die den tegenstand zien toe nemen en onze krachtsinspanning daarmodo minstens evenredig hebben te vermeerderen. „Ontwaakt, gy die slaapt, en staat op uit de doodenl" Elk Paaschfeest brengt ons die roepstem. Een raachteloosverklaring van het Chiistendom is de zwaarste beschuldiging, die tegen ons kan worden uitgesproken en die we ons niet mogen laten welgevallen. Tegenover de met verstrooiing of vernietiging dreigende machten van onze dagen hebben wy de opbouwendo kracht to stellen der broederliefde, 6tounende op de innige gemeen schap met God. Strijders voor het Godsrijk, sluit uw gelederen, verheft uw banier; gy weet, waar de vijand is gelegerd, opgestaan Tot adjunct-commies lste kl. ter provinciale griffie te Assen is benoemd mr. L. OfFerhaus Jzn., advocaat en procureur, secretaris der Kamer van Koophandel alhier. Men schryft uit 's-Hage aan het „Utr. Dbl."Zooals bekend Is, is in eene der laatste vergaderingen der Tweede Kamer vergunning verleend aan den heer Van Beuningen, eene interpellatie tot de Regeering te richten om trent het niet invoeren van spoorwegtarieven. Eenige dagen na de aankondiging der interpellatie is het reeds in het begin van 1891 door de spoorweg-maatschaypy inge zonden nieuw tarief voor het binnenlandsch goederenvervoer door den minister van water staat goedgekeurd. Ook zou een voor geruimen tyd ter goed keuring ingezonden tarief voor liet vervoer van vee dezer dagen zyn goedgekeurd en eerlang worden ingevoerd, ©n voor het tarief van reizi gers eene voorloopige regeling getroffen worden. Aan ds. Wildeboer, te Oudewater, dte Zondag jl. aan zyne gemeente bekend maakte dat hy voor het beroep raar Ellecom had bedankt, werd den-volgenden dag door eene commissie uit do gemeente eene traktoments- verhooging van f 200 aangeboden, welk aanbod evenwel van de hand werd gewezen. Door wylon movrouw M. J. Folla, wed. C. H. Wiercs, te Breda, is aan hot R.-K. parochiaal armbestuur van den H. Antonius aldaar een legaat van f 5000 vermaakt. Door een onbekenden gever is aan de dia conie der Nod.-Herv. gemeente te Middelie- ƒ3000 vermaakt. Door belangstellenden in de tooneelspeel- kunst en hare beoefenaren heeft zich eene commissie gevormd om, na door aankoop eige naar te zyn geworden van hot graf, waarin het stoffeiyk overschot rust van de in leven zóó ryk begaafde tooneelspeelstor mevr. Sophie De Vries, er een godenkteokon op te richten, harer waardig. De leden der commissie zyn voor Amster dam, Louis Bouwmeester, Gerard H. Elias (secretaris), mr. J. KalfT Jr., M. Kreukniet, Lion Van Lier, W. G. Nieuwenkamp, J. H. Róssing (voorzitter), H. J. Teixeira De Mattos voor Arnhem, mr. G. S. Brantsma; voor Dor drecht, D. Crena do Jonghvoor 's-Hage, mr. J. E. Banck, Johan Gram; voor Leiden, Henri Van de Velde; voor Rotterdam, Jean Browüe, J. Haspels en C. S. J. Vlaanderen Oldenzeel (penningmeester). Allen, die tot dat doel eene bijdrage wen- schen af te zonderen, noodigt de commissie uit, daarvan opgave te doen aan een harer leden, of aan den secretaris Gerard H. Elias, Heerengracht 420, te Arasterdam. 31.) H(j besloot niettemin in elk goval de f onderneming te wagen en in de eerste plaats ean bezoek by den heer Yan Kimswert af te leggen, ten einde met dozen zyn buurman, met wion hy zich vroeger volstrekt niet ingelaten had, eene nadere kennismaking aan te knoopen. Het landgoed van dezen edelman lag op ruim een uur afstands van het .kasteel van Hons. Dewyl echter beider landeryon op zeker punt aan elkander paalden, en er onder de bedienden der beide heeren eene kleine oatenigheid ontstaan was over de grens scheiding, gaf dit onbeduidend voorval aan Floris rene geschikte gelegenheid aan do hand om zgjn buurman te bezoeken, hetgeen dan ook reeds 's daags nadat hy hot bovengemeld gebrek met Albrondi gehouden had, wer- keljik plaats greep. Do heer Yan Kimswert was een bejaard edelman, di^.byna zyn geheel nuttig en werk zaam levon aan het edele jachtvermaak ge wijd had en vroeger als de geweldigste vos senjager uit dien omtrek bekend stond. Than? echter was onze Nimrod oud geworden en bovendien zóu deorlyk door jicht, podagra en andere kleine ongemakken geplaagd, de treu rige gevolgen zyner eenmaal zoo geliefkoosde bezigheid, dat hy zelden meer buiten zyne deur kwam. Hy moest zich dus thans ver genoegen met het boschouwen der afbeel dingen van liet wild, dat hy vroeger zoo onvermoeid opgejaagd had, en met hot lezen der beschry vingen van eene herten-of andere jacht, waaraan hy te voren steeds ijverig had deelgenomen. Eone aanzienlyke verza meling van platen, alle op het jachtvermaak betrekkelyk dn met uitvoerige uitleggingen voorzien, stolde hem in staat op niet geheel onaangename wyze den lieven tyd te dooden en deed hem nu eindeiyk ook beseffen, het geen hy vroeger nooit had kunnen vatten, waartoe het gediend had dat hy in zyne kindsheid niet zonder veel moeite had leeron lezen. Daar nu echtor zelfs de ijverigste bookge- leerde zelden do tweederde gedeelten van don dag, welke men verplicht is wakende to slyten, geheel alleen met lezen zal doorbren gen, kan mon gemakkeiyk denken, dat een vossenjager, die vóór zyn vyfiigst») jaar nooit vrijwillig een boek in de he.lid nam, daartoe nog minder genyjgdbe'.J moest betoonen. Wanneer onzo edelman dus geen smaak meer vond in de duizend- en eenmaal door bladerde folio-platen, bracht bij den tyd door met eene bezigheid, welke misschien niet aan alle jagers in die mate eigen is, maar waarvan weinigen zich echter geheel zullen onthouden. Hy ontkurkte zyne flesschen nameiyk en rookte en dronk tot do klok van het naaste dorp hem het heuglyk uur ver- kondigde, dat hem vergunde na een zoo wèl besteden dag de verkwikkende rust in de armen des slaaps te genieten. En hy was, om de zaak maar by haren eigenlyken naam te noemen, zóó sterk aan de fiesch verslaafd, dat de welmeenendste raadgevingen van zyn geneesheer en de niet minder welmeenonde, oiscboon wat gevoeliger vermaning, welke hy van zun gezworen vyand, het podagra, ont ving, geheel vruchteloos waren en nietje staat om hem tot eene matiger lever ^,yz0 aan te sporen. Ofschoon deze waardige cdeh^j, gaame gezelschap by zich zag en ürt in vroeger tyden eene volstrekte VLmefte voor hem ge weest was, gonoo^ j,y tegenwoordig toch slechts zelden t-.et genoegen, dat men hem kwam bezoeken. £yne V0r,g6 jachtgezellen waren óf ovel.]e(]en) ,-,f 07Gn gebrekkig en afgeleefd., als hyzeif, en bet moet tot- rootr, van de toenmalige landlieden gezegd worden, dat er, althans op hot tijdstip, waarvan ik u thans spreek, niemand onder hen gevonden werd, die, alleen om het gonoegen te hebben van zich eens een duchtigen roes te kunnen drinken, zich genoopt vond een ge- heelen avond by den ouden hoer door te brongen, wiens voornaamste gesprekken, rykelyk met vloeken doorspekt, in het op- di8schen van oude jachthistories bestonden. Zyne dochter, vroeger nog ee;, fcjnd, had thans echter den Huw^"a7g„ ouderdom be- reikt, onderscheid^ zujy eene ujt_ stekonde sch^nheld en had bovendien bet vooruitzie1^ 0p zulk een aanzieniyk vermo- gen' '.«et het wel niet anders kon, of dejon- g^ro edellieden moeston spoedig het kasteel van den ouden heer mot hunne bezoeken komen vereeren. Echter was het in dien omtrek tot eeno vaste stelling geworden, dat hy, die de. dochter wenschte te huwen, vooraf met dei- vader eenigo dozynen flesschen moest ge1' -1 hebben. Voor zoovor men wist, I" -odigd tot nu to e nog geen jniRllBW Didia opgedaan, -id er zich oor de schoono Vervolg ommezijde).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 13