Maandaa; 4 April.
A*. 1892.
(Seze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van fon- en feestdagen, uitgegeven.
Derde Bind.
Inzenders van Advertentiën
Leiden, 2 April.
Feuilleton.
HET GERAAMTE.
I 0
N°. 9852
LEIDSCÏÏ
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leldon p«r 3 maandenf 1.10.
franco per post1.40.
AfzonderiyVd Nnmmer*0.00.
ai van andere voor hot Leidsch Dagblad be-
aeaido stukken wordt beleefd vorzocht de
jajpio daarvan slechts op êéno zyde van het
papier te schrijvon, en niet tor weerszijden,
niet tegen elkaar.
Ook is het wenschelijk dat vooral de namen
seer duidelijk worden geschreven.
Beide maatregelen zijn in het belang van
spoed en juistheid.
Men schrijft ons uit Voorschoten, dd. 31 Maart:
Woensdag-middag en -avond had hier in
't Ambachtshuis de tentoonstelling van teeke-
oiDgon van de leerliugen der Ambachtsschool
van 't Nutsdepartement Voorschoten plaats.
*t Was waarlik der moeite waard een kijkje
te gaan nemen, hoe, binnenkomende, links de
serieuze bouwkundige; rechts de meer losse
linndteekeningen do wanden versierden en in 't
midden op eene lange tafel do uitstalling
plaats had van de teekeningen, welke de leer
lingen van 't begin tot't einde van den cursus
hadden vervaardigd, waardoor men gemakke
lijk de vorderingen kon nagaan van 't 60-tal
leerlingen, die dezen winter daaraan deelna
men, tegen 37 in den vcrigen. Voorzeker een
bewijs vóór meerderen lust in deze kunst,
te meer, als men in aanmerking neemt dat
de leerlingen zich niet alleen gedurende de
les, maar ook thuis oefenden, zoodat zij te
zamen 979 teekeningen hebben afgewerkt,
waaronder vele goede exemplaren.
Des avonds gaf de leeraar, de heer Lancel,
eene openbare les in het bouwkundig reke
nen, waarna aan een 15-tal leerlingen voor
hunne vorderingen prijzen werden uitgereikt
cn de leerlingen allen door eenige belang
stellende heeren werden onthaald.
Den leeraren Lancel en Schreuder werd
dank betuigd voor hun degelijk onderwijs,
voor hunnen ijver en hunne sympathie voor
deze inrichting, en de wensch werd uitge
sproken dat deze heeren neg menig jaar als
leeraren aan deze inrichting mogen verbonden
•bljjven.
- Men schrijft ons uit Bodegrave"Woensdag
avond gaf het zang- en muziekcorps van de
weezeninrichting te Neerbosch, eene uitvoering
in het kerkgebouw der Ned.-Herv. gemeente
alhier. Door den toevloed van ruim 1300 be
langstellenden was hot kerkgebouw meer dan
vol ontmoesten verschoidenen zich met eene
staanplaats vergenoegen. De verschillende
zangnummers werden alle op verdienstelijke
wijze uitgevoerd en droegen aller goedkeuring
weg, terwijl ook de orgelbespeling van den
hoer Dikkenberg, organist bij de Ev. Luth.
gemeente alhidr, als zeer voortreffelijk kan
geroemd worden.
De bijeenkomst werd geopend en gesloten
door den predikant der Herv. gemeente, ds.
J. G. Verhoeff, terwijl de heer J. Van'tLin-
denhout tusschen de eerste en tweede af-
deeling een en ander omtrent zijn arbeid on
der de weezen meedeelde.
Gedurende de maand Maart in ten post
kantore te Warmond ingelegd een bedrag
van f 1003.89. Het aantal inlagen bedroeg 45
het aantal in die maand uitgegeven boekjes G.
In het 1ste kwartaal van dit jaar is ernu
ingelegd tot een bedrag van f 1984.02. In
het geheel zijn er thans 222 boekjes in
omloop.
Het bedrag der terugbetalingen bedroeg over
de maand Maart f 98.36. Het totaal der terug
betalingen over het eerste kwartaal bedraagt
ƒ652.37.
Uit de gelederen der oud-strijders van
1830 31 is een man verdwenen, die als het
hoofd dezer steeds in aantal verminderende
dapperen uit die dagen is te beschouwen, nl.
de eerbiedwaardige grijsaard mr. W. J.
baron d'Ablaing van Griseenburg, die gisteren
in den ouderdom van bijna 80 jaren to 's-Hago
ontsliep.
De overledene, goboren te Amsterdam
1 Juli 1812, studeerde aan de hoogoschool
te Utrecht, toen hij zich in 1830—31 met
vele zijner studiegenooten ter beschikking
stelde van zyn vaderland.
Hij trok toen in dien tijd uit als jager bij
de vrijwillige jagers der Ufreclitsche hooge-
school. Later was hij lsto luitenant by de
mobiele schutterij te Utrecht.
H\j diende verder zyn vaderland in ver
schillende staatsbetrekkingen, te weten als
referendaris by den Raad van State; als lid
van den Hoogen Raad van Adel 1848 en tot
1886 als raad-adviseur by het departement
van justitie.
Vele genealogische werken verschenen van
zyne hand en in een daarvan streed hy voor
de rechtmatigheid van schadevergoeding voor
afgeschafte heerlijke rechten. De versiering
van het Metalen Kruis, hem als vrijwilliger
toegekend, droeg hy by voorkeur naast het
ridderkruis van den Nederlandschen Leeuw.
Baron d'Ablaing bezat nog verscheidene
andere titels en decoratiën en was ingeiyfd
by de Johanniterorde (rechtsridder) en was
kamerheer in buitengewonen dienst.
In het jongste nummor van „l'Ulustration
Contemporaine" komt voor een artikel van de
hand van den hoofdredacteur, den heer Blasson
des Pierres, over do bekende fabrieken van
de heeren Van Kempen, te Voorschoten, met
eene afbeelding hiervan, naar aanleiding van
het bezoek, dat HH. MM. de Koninginnen
onlangs aan deze inrichtingen gebracht hebben.
De schryver, die het voornemen heeft, naar
hy by deze gelegenheid verklaart, den Fran-
schen hot huiselijk leven, de eigenaardige
schoonheden en de industriéelo verdiensten
der Nederlanders tb doen kennen, geeft in
eene grondige studie, verduidolykt door tal
van byzonderheden, verslag van zyn bezoek
aan de Koninklyko fabriek, waarop ons land
roem mag dragen, en is uitbundig in zyn lof
over de vriendelyke ontvangst en de welwil
lendheid der heeren Van Kempen, die hom
by zyn bezoek hebben rondgeleid. Na een
overzicht gegeven te hebben van de eerste
jaren der fabriek met een portret van den
stichter, den heer J. M. Van Kempen (in 1S77
overleden), beschrijft de heer Blasson de ver
schillende werkplaatsen en eindigt dan zyne
schets als volgt„de fabriek van Van Kempen
is, zoowel door wat vervaardigd wordt als
door hare inrichting, ontegenzeglijk eene on
derneming, welke zeer de aandacht verdient
en zeker de eerste van dien aard in Neder
land. Zonder vrees voor tegenspraak kan men
zeggen, dat deze schoone inrichting eeno is,
die de nyverheid van een land tot eer ver
strekt."
Dit nummer bevat verder eene geïllustreerde
beschrijving mot Hollandschen en Franschen
tekst van de koffiebranderij der firma H. E.
Van IJzendyk Jr., to Rotterdamten slotte
iets over het ontstaan van de Fr?inscho bazars
in ons land, alles van de hand van den hoofd
redacteur.
Hot volgende nummer zal speciaal aan ons
Koningshuis gewijd zyn en o. a. het portret
der kleine Koningin bevatten. De hoofdredac
teur der „Illustration" zal in dat nummer
beginnen met zyn „Souvenir et impressions
de voyage."
Het bezoek der beide Koninginnen aan
Amsterdam is thans bepaald tegen het einde
dezer maand. Van 26 April tot 2 Mei zullen
HH. MM. aldaar vertoeven. Vervolgens zal in
den loop der maand Mei een tegenbezoek
gebracht worden aan de Duitsche keizers-
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
16 regel* /"1.05. Iedere regel meer f 0.17|.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor bel
lncasseeren buiten de stad wordt /T>. 10 Oer*iono-
familie te Berlyn. Het bezoek aan Groningen
en Friesland te brengen, zal einde Juni of
begin Juli plaats vinden. Het plan bestaat
in elk der hoofdsteden dier provinciën vier
dagen te vertoeven. De tyd van den zomer
niet in beslag genomen door deze reizen,
zal door HH. MM. te Soestdyk worden door
gebracht.
In den ouderdom van ruim 75 jaren is
te Haarlem overleden, na een langdurig en
smartelyk lyden, de heer Froderik Lodewyk
Kist, sedert ruim 52 jaren procureur by do
rechtbank aldaar.
De overledene was ook tot voor 3 jaar ge
durende ongeveer 25 jaren wethouder der
gemeente en verder in verschillende andere
betrekkingen werkzaam, als kerkvoogd der
Ned.-Herv. gemeente, regent van het wees
huis, enz. Eerst dezer dagen was hem op z\Jn
verzoek op de meest eervolle wyze ontslag
verleend als plaatsvervangend kantonrechter,
welke betrekking hy 38 jaren lang had vervuld.
Door den gemeenteraad van Rotterdam
is in de plaats van den heer Hugo Molenaar
de heer mr. E. E. Van Raalto tot wethouder
benoemd.
Het hoofdbestuur van de Vereeniging
van gepensionneerde onderofficieren en minde-
ron van het Nederlandsche leger heeft den mi
nister van oorlog verzocht to willen toestaan,
dat, wanneer onderofficieren van hot leger vry-
willig een cent per vyf dagen, ten behoeve
van genoemde Vereeniging, wenschen by te
dragen, die bydrage van het zakgeld der
onderofficieren worde ingehouden.
Zynerzyds bestaat daartegen geen bezwaar.
Mitsdien is deze toegestaan, wanneer onder
officieren daartoe hun verlangen te kennen
geven, bovenbedoelde inhouding toe te passen.
De aldus ingehouden gelden, welke niet in
de geldelijke verantwoording van de compag
nieën, eskadrons en battoryen mogen worden
opgenomen, zullen aan een door voornoemd"
hoofdbestuur in elk garnizoen aan te wyzen
persoon behooren te worden afgedragen.
Do heer "W. Gosler, uitgever te Am
sterdam, heeft aan den minister van water
staat een schrijven gericht, waarin hy in
verband met de postwot verzoekt, dat maand
bladen voortaan op gelyken voet zullen mogen
verzonden worden als dagelyks en wekelyks
verschynende periodieken.
Op de „couranten" verdienen zoo meent
de heer Gosler de vele in Nederland be
staande maandschriften niet langer eene uit
zondering te maken, waarvoor hooge porto's
verschuldigd zyn.
Onuitputtelyk was hy in liet opdisschen
I van verhalen van dezo soort en haalde by
I ieder daarvan een half dozijn „allergeloof-
I waardigste" personen aan, die voor de waarheid
I van het verhaal konden instaan. Al de tegen-
I bedenkingen, welke ik, hoewel slechts schoor-
I veetend, nu en dan waagde in het midden te
I brengen, wist hij met een vloed van woorden,
I welke mjj geheel overstelpte, uit den weg te
I ruimen. Toen h(j echter bespeurde, dat ik
I nog altjjd min of meer ongeloovig bleef en
I geenszins genegen was, al die geestverschij
ningen, welke zoo ver uit do buurt hadden
Plaats gegrepen, zoo maar ganfwog op het
getuigenis van andere personen, hoe geloof
waardig zjj dan ook zyn mochten, aan te
nemen, vatte hjj het woord weder op en bo
gen op een goheimzinnigen toon en met een
I even geheimzinnig gelaat:
«Maar wat zult gij dan zeggen, mijn goede
lieer, wanneer ik u iets vertel, dat op dit
dorp zelf heeft plaats gehad; wat zeg ik,
dat nog tegenwoordig dikwerf plaats heeft?
Wanneer ik u gebeurtenissen verhaal,welke,
ofschoon op zicbzelven reeds akelig genoeg,
echter wegens de gevolgen, welke z(j nog in
onze tijden na zich sleepen, eone des te ver
schrikkelijker herinnering verwekken? Hebt
g(j lust, mijnheer, dan zal ik u hot een en
ander doen hooren1"
Nog eer ik don ouden man antwoorden
kon, nam de dochter, die tot dusverre geheel
in stilte zich met haren arbeid had bezig
gehouden, het woord en voerde haren vader
te gemoet:
„Och ja, lieve vader! Verhaal mijnheer
toch eens van het geraamte hier op de waar
den. Dat is althans geen vertelseltje, maar
wel degelijk waarheidHanna, onze melk
meid, kan het getuigen."
„Wat spreekt g(j toch van het geraamte,
kind zeide de moedor, die uit haren korten
slaap ontwaakt was en dit gedeelte van ons
gesprek mede aangehoord had, terwijl zjj het
hoofd ophief van het boek, waarin zjj zoo
ijverig gelezen had„het voegt geen meisjes
van uwo jaren naar dergelijke verhalen te
luisteren! Dat goeft slechts een ongerusten
slaap en verwekt akelige drqomen en dik
bloed, al hetgeen schadelijk voor do gezondheid
is. Lees liever een kapittel uit de Profeten,
waarmede ik juist bezig was, en bid God, dat
Ilij alle tooze neigingen uit uw hart ver-
banno, opdat de aartsvijand, die als een brie-
schende leeuw rondgaat, geene macht over u
kr(jge. „Die staat, zie toe, dat hy niet
vallo!" leert ons Gods heilig woord."
„Nu, nu, vrouwtje", sprak de schout, „gü
houdt daar eeno strafpredikatie, alsof het
arme kind heelwat misdreven had. Bovendien
kan het geen kwaad, dat men het der jeugd
zoo vaak mogeiyk voor oogen houdt, dat er
daarboven eene Macht bestaat, die de mis
daden der menschen gestrengeiyk straft, ook
wanneer geen aardsche rechter zich hiertoe
geroepen voelt. Door den kinderen zulke
voorbeelden voor oogon testellen, slaagt men
het bost om hen op het pad der deugd te
houden. Ook komt er immers in het verhaal,
dat met dit geraamte in verband staat, niet
het minste voor, dat een jong meisje niet
zou mogon vernemen En ten overvloede heeft
Maria het immers reeds zóó dikwerf hooren
vertellen, dat het wel zooveel verschrikko-
lyks niet meer voor haar bevatten zal."
Daar do oude vrouw geen antwoord gaf on
dus volgens het algemeen aangenomen ge
voelen verondersteld mocht worden met do
woorden van haren echtgenoot genoegen, te
nemen, en ik my, toen dezelfde vraag mij
gedaan werd, zeer begeerig toonde om de
bedoelde geschiedenis te mogen boeren, bogon
het waardig hoofd van het gemeentebestuur
van Y. zyn verhaal, waarvan de zakelyke
inhoud op het volgonde neerkomt.
Wanneer men van hier den dyk opwan
delt dus ving hy aan en zyne blikken
over de bekoorlyke groene weiden laat gaan,
welke zich van daar tot aan de rivier uit
strekken, dan merkt men, niet var van dea
dyk, aan zyne linkerzyde, eene kleine hoogte
op, welke, ofschoon evenals het overige land
mot gras begroeid, echter klaarWykelyk een
minder vruchtbaar voorkomen heeft. Dit plakje
gronds is daarom ook voor dorpelingen, die
in de nabyheid van den dyk wonen, van be
lang, dewyl het in den winter aan onze-huis
vrouwen het teeken geeft, wanneer zy uit
hare kolders de daarin bewaarde goederen
dienen te verwyderen; zoolang namelyk de
overstrooming der rivrer, welke deze uiter
waarden, gelyk men noemt, onder water
zet, doze hoogte nog ai-et bereikt heeft, zoo
lang is er ook. geen gevaar, dat do kolders onzer
huizen door het kwelwater ondorloopon. Hier
in den omtrek staat dit plokje algemeen be
kend onder tl«t tij,ara vuu do „Rlothoogte."
(Wordt vervolgd)