Botermarkt 16, LEIDEN, VITRAGES. BLOUSES Zeer lage prijzen. Uitgebreide keuze. van af f 1.20 Tapperij en Slijterij, 200 Gulden belooning BEHANGER gevraagd SPIONNEN. SPIONNEN. SPIONNEN. SPIONNEN. spionnen. bij H. F. HOOSEMANS, G-ebrs. CAFtEEE, LICHTSTRALEN, un A.gent Feuilleton. HET GERAAMTE. Tèfsrtfttfd O TER TE NEMEN: de vanouds bekende 2049 6 genaamd „Steenhouwers-Welvaren"', hoek Heeren- en Kloksteog. Huls er bij te huur. 2034 13 BREESTRAAT 103. aan hem, die een algemeen ontwikkeld, flink man, bekend met administratie, eene be trekking bezorgt van 7, 8, a f 900. Brie ven Bur. v. d. Blad onder No. 2024. 6 BIJ 2062 6 HOOGEWOERD 9. Bij dc Uitgevers BLANKENBERG Co. is verschenen en alom verkrijgbaar: door E. LAURILLARD. H. P. SCHIM VAN DER LOEFF. B. TER HAAR Bz., P. M. KELLER VAN HOORN, J°. DE VRIES, J. W. LIEFTINCK, E. SNELLEN, J. A. BEYERMAN, P. H. HUGENHOLTZ Jr. en HÉLENE SWARTH. Een kwarto prachtwerk met 10 zeer fraaie Illustratiön en een Lichtdruk naar ISRAELS' Schilderij „Eene Verkwikking." Prijs 3 00 ing., fraai geb. ƒ4.50 en verg. op snee ƒ4.90. Een uitmuntend Boek, vooral ootc als geschenk bij liet A /VIVIX ICM I Jen voor allen, die de moderne rich ting zijn toegedaan. 1868 26 Teleph. 178 Per anker. Per flescli. Médoc ƒ24.ƒ28.- 0.60, 0.70. 9t.-«Iullen 32.- 0.80. ftt.-Kstèphe „36.— Madera „34. „42.— Fijne id52.-, 62.- Port „42. „64. Fijne id.„66.-, „80.- Mandenmakerssteeg 17. 0.80, 1-20, al—, 1.50, ki.ikee. 1304 9 0.90. 1— 1.40. 1.25. liaison anglaise do premier rang, faisant l'exportation de toutes sortes do lalnea prlgnées, désire engager 2052 8 actif pour la vente de eet article Leiden et environs. S' adresser sous les initialea B B Bureau „NieuweTilburgsche Courant," Tilburg J. H. ZUBLDH, NouveautésMantels t®. 2042 212 3.) Toen ik tot dozen nogmaals dezelfde vraag gericht had, nam hy het licht uit de hand zijner zuster, die my nog steeds met een onverstaanbaar gemompel gadesloeg, en gaf haar een teeken, dat zy zich moest vorwy- deren. Nu verhaalde hy met eene treurige stem, dat hunne moedor, de vrouw van het huis, voor weinige oogenblikken overleden was en dat het lyk in de eenigo bedstede lag, welke geschikt was om tot een nacht leger voor de reizigers te verstrekken, die hun intrek by hen kwamen nemen. Zij be vonden zich dus buiten staat om my gedu rende den ophanden zynden nacht in hunne woning eene voegzame legerstode aan te wyzen. Het scheen waariyk dat alle booze geesten samengezworen hadden om my door al deze onaangename toevallen half razend te maken. Op my no vraag naar den afstand van het naaste dorp kreeg ik ten antwoord, dat het nog meer dan een uur van daar gelegen was. Wat zou ik beginnen? De wind was nog ruim zoo hevig als te voren en de regen kletterde met korte tusschenpoozen my nog even guur om de ooren. Juist stond ik gereed om den knaap te verzoeken dat hy mijn paard slechts onder dak zou brengen, en dat ik dan in een hoek van den haard den nacht wel op een stoel zou doorbrengen want ik was door de voor my ongewone manier van reizen zóó vermoeid, dat ik my niet in staat bevond verder voort te komen - toen de jongen opeens een heeriyken inval kreeg. „Slechts weinige schreden van hier, tegen over de kerk", dus sprak hy, „woont de schout van het dorp, die wel is waar geene herberg houdt, maar toch nu en dan wel eens een reiziger, wanneer hy hier niet meer onder dak kan komen, tegen een matigen pry's by zich doet overnachten. Vervoeg u tot hem, mynheer, en ik twyfel niet of gy zult terechtkomen!" Ik stopte den knaap eene kleinigheid in de hand en verzocht hem my naar de woning van den schout te brengen. Volgaarne vol deed hy aan myn verzoek en binnen weinige oogenblikken stond ik voor het bedoelde huis. De eigenaar kwam terstond voor den dag, en nadat ik hem met een paar woorden de ver legenheid, waarin ik my bevond, aan het verstand gebracht en hem verzocht had, dat hy my wilde toestaan den nacht onder zyn dak door te brengen, maakte hy niet de minste zwarigheid om in myn verzoek toe te stemmen. Myn paard werd door den jongen uit de herberg in den stal van den dorps- monarch gebracht, en eer drie minuten ver vlogen waren, zat ik reeds op myn gemak by een helder vuurtje, in een klein vertrek, myne natte kleederen te drogen. De schout was een man van zestig jaren, maar die er nog vry stevig uitzag. Zyne vrouw kwam my voor nog wel een paar jaren ouder te zyn. Hunne jongste dochter het eenige kind, dat zy nog in huis haddon, daar de overigen reeds gehuwd waren was een meisje weinig boven de twintig jaren, met zwart haar, zwarte oogen en kersroode wangen, het be- valligste boerenmeisje, dat ik ooit gezien heb. Myn gastheer, die zeer spraakzaam wasser- haalde my gedurende hot eerste halfuur reeds zyne geheele levens- en huwelyksgeschiedenis, met zulk eene nauwkeurigheid, dat ik my nog op dit oogenblik in staat zou bevinden, ze in haar geheel aan myne lezers mede te deelen. Ons gesprek liep vervolgens over verschil lende onderwerpen, doch werd meestal door den schout en my gevoerd. Zyne vrouw liep in den beginne af en aan, daar zy zorg moest dragen dat er voor den vreemden reiziger een behoorlyk avondmaal word in gereedheid ge bracht, dat hem na zyne vermoeiende dag reis niet anders dan welkom kon zyn, en plaatste zich vervolgens aan de tafel, haalde een giooten statenbybel te voorschjjn en be gon, nadat zy haren neus met een bril ge wapend had, aandachtig te lezen, echter niet zonder van tyd tot tijd te knikkebollen, tot dat de goede vrouw eindeiyk met den neus op het boek in slaap viel. De dochter zat tegenover hare moeder naarstig te breien en keek slechts nu en dan terloops eens op. De schout, hoewel misschien bekwaam ge noeg voor den post, dien hy bekleedde, was echter in geen enkel opzicht een byzondere hoogvlieger en daarenboven met vooroordeelen behept, welke aan zyn stand hy was, ge- lyk allo menschen in dien omtrek, landbou wer vroeger vry algemeon eigen waren. Hy was op verre na niet vry van bygeloo- vigheid en kwam met verscheidene historie tjes voor den dag de Hemel weet, hoe wy op dit onderwerp gekomen waren waarvan de spokery en verschyning van geesten schering en inslag waren. (Wordt vervolgd.) Lhbin, ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 6