N". 9839. Zaterday; IQ Maart. A*. 1892. feze 'Courant wordt dagelijks, met uitzondering van rZon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. De liefde eens blinden. LEIDSCÏÏ g®| DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Lelden per 3 maandenf 1.10. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.05. Tweede Blad. De nieuwe ty«l. De heer F. A. Hoefer, te Rotterdam, schrift over den nieuwen tyd: Voeren wy den nieuwen tyd ook in ons dagelyksch leven in, dan houdt de strydtus- sclien onze belangen en die van de spoorweg- besturen opmaar in onze dagelyksche levens wijze doet die tyd zijn invloed geducht go- voelen. Wie thans gewoon is op te staan, als z(jn uurwerk 7 uren aanwijst, en dit na do invoering van den nieuwen tijd ook zou willen volhouden, staat dan volgens onzen tegen- woordigen tijd (d. i. in werkelijkheid) om 7.20 op, om do eenvoudige reden, dat hy op het oogenblik van hot in toepassing brengen van den nieuwen tijd zijn uurwerk öf 20 mi nuten moest stil laten staan öf 20 minuten achter uit zet ten. Wie gewoon is, naar bed te gaan als de klok 11 uren aanwijst, zal, zoo hij zijne gewoonte dan ook getrouw blijft, 20 minuten later naar bed gaan. Het aantal werk- noch rusturen behoeft er dus onder te ïyden, en spoedig zullen die 20 minuten, dat de tyd als het ware verschoven werd, \or- geten zijn. Met het post- en telegraafverkeer zullen wy op den besten voet, wat den tyd betreft, staan. Geen twijfel zal bij ons rijzen omtrent het tijdstip eener mededeelingallen in Nederland leven dan immers by denzelf den tijd. Het spyt ons, ook in deze harmonie op schaduwzijden te moeten wyzen. Daar, om het zoo eens uit te drukken, alles verlaat zal worden, is het dan ook om 4 uren feitelijk 4.20 van thans. Het gevolg hiervan is, dat wij dan een grooter aantal dagen van het jaar reeds eenigen tyd vóór 4 uren onze lichten moeten aansteken. In de huizen zal dit geen bezwaar opleveren; menigeen vindt dit wellicht zeer gezellig, maar de scholen, grootendeels ingericht om alleen bij daglicht gebruikt te worden, zullen vroeger moeten uitgaan. Om nu den leertijd niet te verkorten, en alleen met onderdeelen van uren te reke nen, zal men wel genoodzaakt zijn, de leer uren zóó te verschuiven, dat de schooluren b. v. worden 81/,— 1 l'/a en 3!/a. Maar dan stuurt onze lieve jeugd onbewust ons leven by de aanwijzing van het uurwerk wel een weinig in de war, en zullen wij gedwon gen zijn, volgens het uurwerk, onze etens uren te vervroegen, ookt weer met een half uur. Hierdoor wijken wy echter ten slotte feitelyk weinig van onze tegenwoordige tyden af; want laten wy bedenken, wy hebben do klok 20 minuten achter laten loopen. Nu is wel is waar thans reeds b. v. 12 uren alleen een denkbeeldig uur, en zou dit later nog meer zyn; maar het kan zyn, dat men wenschte, aan de uren van het uurwerk zekere verrichtingen, b. v. maaltijden enz., vast te houden, en zich uit kracht van dien de kosten willen getroosten de scholen van kunst licht te voorzien; dan ware althans aan den vvensch van sommigen, die aan oude denk beelden vasthouden, voldaan. Ook de Utrechtsohe hoogleeraar J. d'Aulnis de Bourouill wydt in het „Utrechtsch.Dagbl." eene beschouwing aan de gevolgen, welke eene vervanging van den zonnetyd door den spoor- tyd voor onze maatschappy zou hebben en ontwikkelt daarin hoofdzakeiyk dezelfde be zwaren als door anderen reeds zyn aangewezen. Wanneer onze bezigheden alle twintig mi nuten verlaat worden, zal het Nederlandsche volk eiken morgen twintig minuten meer ver slapen en des avonds twintig minuten vroeger van kunstlicht gebruik maken. Dit geeft een verlies van 120 uren kostelyk zonnelicht per jaar voor ieder Nederlander, die naar de klok leeft. Wanneer het kunstmatig vroeger invallen der duisternis aan ieder ingezeten niet meer dan óén cent per week kost, dan brengt zulks voor onze natie eene meerdere uitgave mede van ƒ2,340,000 'sjaars. Deze som overtreft de gezamenlyke dividenden onzer beide spoor- wegmaatschappyon, en overschrydt verre alle uitgaven voor het hooger onderwys in Nederland. De hoogleeraar stelt ook de vraag, of de voorgenomen verschuiving van den klokken- tyd niet strikt genomen met de bestaande wetten strjjdt. Zoo is in de arbeidswet bepaald, dat de door de wet beschermde personen niet vroeger dan te 5 uren des voormiddags en niet later dan te 7 uren des namiddags in fabrieken of werkplaatsen arbeid mogen verrichten. Het hierbedoelde middaguur is de zonnetyd. Mag nu door willekeurige verzetting van de gemeente-uurwerken, voor alle fabrikanten en andere werkgevers, zonder dat over hun belang wordt geraadpleegd, eene andere dag- verdeeling worden ingevoerd? In onze Kieswet (art. 41) staat dat de in levering van stembriefjes moet aanvangen te 9 uren en eindigen te 5 uren des zomers en te 4 uren des winters. Dat is weder de zon- i netyd of de Amsterdamsche tijd, naar de be doeling des wetgevers. De vraag keert terug, j of men in Nederland, zonder tusschenkomst j des wetgevers, de klokken overal mag ver zetten In het Wetboek van Burgerlyke Rechts vordering (art. 15) staat, dat van October tot Maart geen exploot of tenuitvoerlegging van vonnissen zal kunnen geschieden vóór 8 uren des morgens en na 5 uren des namiddags. Dezelfde vraag keert hier terug. Aan welke verwarring en processen zal men niet bloot staan, indien die vraag niet door den wet gever zei ven is beantwoord? Wat beteekent de gordeltijd? Om dit te doen begrypen, moet er aan worden herinnerd, hoe uit de dagelyksche omwenteling der aarde volgt, dat de zon niet overal op hetzelfde oogenblik even hoog boven den horizon staat, met andere woorden dat het niet overal even laat is. Daar elke omwen teling in 24 uren, dus in 1440 minuten plaats heeft, bestaat tusschen twee plaatsen die 1 graad in lengte (ligging van Oost naar West) ver schillen, een verschil in den tyd van 4 minuten. Zoo is het verschil in tyd tusschen Amsterdam en Londen, die ongeveer 5 lengtegraden van elkander verwyderd zyn, 5 X 4 20 minuten, tusschen Amsterdam en Beriyn is het verschil 8!/i graad, dus 34 minuten. Als het te Am sterdam 12 uur is, telt men te Londen eerst 11.40, maar te Beriyn reeds 12.34 By de vaststelling nu der spoorwegdiensten in elk land, kon men niet met den plaatse- lyken tyd van elk station rekening houden, wat tot voortdurende verwarring zou hebben geleid. Elk land nam dus by zyne spoorwegen den tyd van óéne plaats, gewoonlyk de hoofd stad, tot regel. Zoo zyn de vertrekuren hier te lande geregeld naar Amsterdamschen tijd, die byv. met den tyd van Groningen byna 7 (vroeger), met dien van Vlissingen bijna 6 minuten (later) verschilt. Een Ylissinger moet er dus op rekenen, dat in zyne stad de spoor treinen 7 minuten vroeger vertrekken en aan komen dan de plaatseiyke tyd te Vlissingen aanwyst. Geeft dit reeds in hetzelfde land aanleiding tot vergissingen, nog ingewikkelder wordt de tydrekening by het overschryden der grenzen, waar de tyd van het dan betreden land geldt. Om aan die moeilykheöen by hèt spoorweg wezen een eind te maken, heeft men na veel geschryf en gewryf besloten, den gordeltijd aan te nemen. Dat wil zeggenmen heeft de geheele aarde van Oost naar West verdeeld in 24 gordels, waarvan elk 15 graden breed PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Van 16 rogels f 1.05. Iedere rogol meer/"0.17j. Groo'tere letters naar plaatsruimte. Voor hek iucasseeron buiten do stad wordt /t).10 bereïena. is en waar dus de tijd, tusschen de eindpunten gerekend, telkens 15x4 60 minuten, dus juist 1 uur verschilt. Stellen nu alle plaatsen, tusschen twee opeenvolgende gordellynen ge legen, hare klokken gelyk, dan zullen deze juist een uur verschil met de klokken van den volgenden gordel toonen. Maar overal op de aarde zullen alle klokken op een gegeven oogenblik hetzelfde aantal minuten en secon den aanwijzen. Regelt men zyn horloge naar dien tyd, dan wyst dit steeds voor alle plaatsen waar men komt, het juiste getal minu ten en seconden aan. Men heeft er alleen op te letten, als men reist van Oost naar West of omgekeerd, dat by het overschreden van eene gordelgrens het uur óén cyfer verspringt (vroeger of later). Verwarringen met spoor- wegtreinen zullen dus veel minder dan thans voorkomen en voor de veiligheid is dat zeker van de hoogste waarde. Nu hoeft men als normalen tyd voor eiken gordel gekozen dien van het midden van dien gordel, zoodat aan weerszyden feitelyk een ver schil van !/2 uur bestaat, dat echter verwaarloosd wordt, daar men overal in dien gordel naar den tyd van het midden rekent. Zoo loopt van den gordel, waartoe ons land behoort, het midden over Greenwich, het plaatsje by Londen, waar de beroemde Engelsche sterren wacht is gelegen. Alle plaatsen, die tusschen 71/. graad be westen en 7 Va graad beoosten den meridiaan van Greenwich liggen, zullen dus naar den tyd van Greenwich tellen (Universeele tyd). Daartoe behoorenGroot Britannió en Ier land, Frankryk, België, Nederland, Spanje en Portugal. De daaraan grenzende oostelyke gor del omvat Scandinavië, Denemarken, Duitsch- land, Oostenryk en Hongaryo, het Balkan- Schiereiland, Italië en het westelyk deel van Rusland (Midden-Europeescho tyd). Nagenoeg geheel Europa zal dus naar twee tyden re kenen, die steeds een vol uur verschillen en waarvan de grens bewesten Scandinavië en langs de grenzen (oostelyk) van Nederland, België en Frankryk loopt. Dit is wel strikt genomen niet jui6t, daar de grenzen niet den meridiaan volgen, maar men heeft voor het zelfde land niet twee tyden willen aannemen. West-Ierland en Portugal, die verder dan 7'/j graad van Greenwich liggen, behooren eigen- lyk tot den Madera-tyd, maar voor de een heid van tijdrekening worden zy nog tot den gordel van Greenwich gerekend. 8 Slot.) Lang voordat het jaar om was, begon Kate te kwynen. Den geheelen dag verkeordo zy in een koortsachtigen toestand. Telken male vroeg ze zichzelve af: „Zou hy my werkelijk zoo tceder liuf hebben Ten laatste, zooals meestal met vrouwen het geval is, wanneer ze aanhoudend over hetzelfde denken, verviel ze in eene harde koorts. Zes dagen zweefde zo tusschen leven en dood. In hare ylende koorts sprak ze over niets anders dan over Leonard. „Als ze ooit beter wordt", riep Leonard wanhopig tot haren vader en hare moeder, „zullen we haar met geweld trachten over te halen zoo spoedig mogeiyk te trouwen, opdat hare overgroote liefdo voor my haar niet weder aan den rand van het graf brenge!" De eene dag na den anderen verstreek en de koorts hield steeds aan. Zelfs Leonard mocht haar, op bevel van den dokter, niet zien, uit vrees, dat deze schok den zwakken levensdraad plotseling zou verbreken. Eindeiyk nam de koorts langzamerhand af en begon ze, hoewel onmerkbaar, toch weder te herstellen. De dokter achtte het echter raadzaam Leonard nog een poosje van haar verwyderd te houden, die zich echter ruim schoots schadeloos stelde voor deze teleur stelling door hot schryven van tallooze briefjes, waarvan de inhoud hoofdzakeiyk hierop nederkwam „Liefste, laten we nu toch niet langer wachtenzoodra ge wel genoeg zijt, moet ons huwelyk plaats hebben." Kate drukte deze brieven telkens en tel kens weder aan haar hart en fluisterde verrukt „Ja, nu geloof ik toch dat hy my wer kelijk liefheeft 1" Na eene scheiding van drie weken was Kate genoegzaam hersteld, om weder beneden te komen, en nu schreef ze, hoewel met eene nog onvaste hand, met potlood een briefje aan Leonard, waarin ze hem zeide, dat, als hy wilde, hy haar nu nog eens mocht komen bezoeken. „Maar, beste Leonard, ge moet u niet al te zeer verbazen, als ik er niet precies zoo uitzie als toen go my de laatste maal zaagt. De koorts heeft myn uiterlyk eene verande- I ring doen ondergaan." Leonard glimlachte over deze naïeve wyze van schryven, maar hy was aangenaam ver rast en gevleid door de vrymoedigheid, waar mede ze nu „beste Leonard" schreef, zonder er zelfs, zooals de meeste vrouwen in hare plaats zouden gedaan hebben, de minste ver ontschuldiging aan toe te voegen. „Ze is toch moeten oindigen met toe to geven. Nu zal ze myne vrouw worden, daar ze nu eindoiyk inziet, dat het haar persoon is, die ik liefheb, or niet de herinnering aan hare vroegere vriondelykheid." Met een zalig gevoel van geluk zette hy zyn hoed op en wandelde naar het huis der familie Mortlock. Daar gekomen, liet men hem in de zit kamer, doch nauwelyks had hy den drempel van deze overschreden, of hy deed van ver bazing oen stap achteruit. Een schoon, jong meisje, iets slanker en magerder dan de vroegere Kate, stond van de sofa op om hem te bogroeten. Hy kon zich zoo dadeiyk geene rekenschap geven, wat eigeniyk de verande ring was, welke er in haar had plaats gegre pen, doch had een vaag en onbestemd ge voel, dat er eene lieflyk schoone vrouw voor hem stond, met iets in haar wezen, dat haar het uitzien gaf van eene markiezin uit den tyd van Lodewyk XIV. „Ja, het was werkeiyk Kate, er was geen twijfel mogolyk. Dat was hetzelfde fijn be sneden, regelmatige gelaat, dezelfdo doordrin gende lichtbruine oogen, en toch moest er iets in haar veranderd zyn. Van waar anders die onbeschryflyke bekoorlykheid, welke haar gelaat omgaf? Niet alleen was ze in schoonheid toegeno men; er was iets. meer vrouwelyks in haar, iets, dat do vrouw van geboorte aanduidde. Geheel haar wezen gaf dit te kennen; ze deed onwillekeurig denken aan de dames op de schilderyen van sir Joshun, Van Romney en Gainsborough. Was het alleen het een voudige lichtblauwe kleed, dat in zware plooien om haar heen golfde, dat deze uitwerking teweegbracht Was het 't netto kraagje van koffiokleurige kant, dat de statigo schoonheden uit de eeuw van Georgo voor ons deed verryzen? Of was het de wyze, waarop heur haar was opge maakt? Hoe was het mogeiyk, dat Leonard het nog niet bemorkt had? Ja, dit was het. Heur haar was sneeuw wit de koorts had deze verandering teweeg gebracht. Ja, sneeuwwit als het haar oenor tachtig jarige; doch deze verandering, welke aan de meeste vrouwen het grootste gedeelte harer

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 5