DAGBLAD,
A\ 1892,
Eerste Blad.
(Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van fon- en feestdagen, uitgegeven.
fS" 9336
Woensdag 16 Maart.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leidon per 3 maanden1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijks Nommers0.05.
pit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
QiJoliielo Kennistjevlngen.
Vergadering ran den Gemeenteraad van Lel
ies, op Donderdag 17 Maart, des namiddags te 2 oren.
Panton ter behandeling:
1*. Benoeming van een lid der Commissie tot onder
hoek van liet voorstel van Burgemeester en
Wethouders ln zake de kosten van den bouw
der Gehoorzaal.
2». Idem van oon Bestuurder der 8tedolijke Werk
inrichting bulten don Raad. (72)
5®. Vorzoek van J. J. Planjer, om een walmuur,
enz. te maken aan do Zoeterwoudaehe Singel-
sloot. (60)
Idem van A. Schaft, om eone waterloozing te
leggen in de Hoefstraat. (61)
5®. Idem van mej. J. Drinhuizeo, om ontslag als
twoedo onderwijzeres aan de school 3de klasse
No. 1. (62)
i® Idom alavoren van mej. G. Van der Weyden,
ale derde onderwijzeres aan de school 3de klaese
No. 2. (67)
7°. Idem alavoren van J. P. Lancel, als derde onder
wijzer aan genoemde sohool. (67)
Voorstel betrokkelijk de overgebleven gelden van
de Cholera-commis-de van 1866. (63)
S». Verzoek van F. N. Knooh, om vrijstelling of
terugbetaling van schoolgeld, Hoogero Bnrger-
•ohool voor Jongens. (64)
lö®. Idem van J. Van Velzen, om terugbetaling van
echoolgold, lagor onderwijs. (69)
11®. Idem van moj. B. W. C. J. De Both, wed. F
W. Boltorman, om ontslag als adjuno'-stads-
vroedvrouw. (65).
12J. Idom van do Leidsche Duinwater-Maatschappij,
om goedkeuring van het aaDgaun van eeno geld-
looning. (42 en 66)
li5. Voorst-el om den termijn der verpachting van
hot buffet der Gohoorzaal to stellen op tien
jaren. (75)
11®. Voorstel betrokkelijk de verzokering van werk
lieden tegen oogolukken. (73 van 1890,134 van
1891 en 73)
Bargemeaster en Wethouders van Leiden,
Oïzlon het adres van de firma W. HOOGEN8TBAA-
TEN en Co., hondende verzoek om vergtmning tot het
plutssn van een gasmotor van zes paardekracht in
Ure fabriek van verduurzaamde levensmiddelen in
Ir. Kerksteeg by do Bteonechuur;
öelot op do axtt. 6 en 7 der Wet van 2 Juni 1875
(Staatsblad No. 95);
Qeven bij deze kennis aan het publiek dat ge
tarnd verzoek, mot de bglagen, op de Secretarie
fczer gemeente ter visie gelegd is; alsmede dat op
Xundag 28 Maart a. s., 's voormiddaga te elf uren,
:j het Raadhuis, gelegenboid zal worden gegeven
bezwaron tegen dat vorzoek in te brengen.
Bnrgomeester en Wethouders voornoemd,
Leidon, DE KA.NTER, Burgemeester.
I! Maart 1892. E. KIST, SocretariB.
Leiden, 15 Maart.
Na overleg met de Commissie van Fabri-
en een door den gemeente-architect in
gesteld onderzoek, deelen B. en Ws. naar
inleiding van het reeds vroeger vermeld
idres van Dr. H. A. Lorentz omtrent het
doen rooien van de boomen op de Hooigracht,
het volgende mede.
Niet kan worden ontkend dat de boomen
op de Hooigracht inderdaad te groot zyn in
evenredigheid tot de breedte der straat Zij
zyn dicht by de huizen geplaatst en benemen
veel licht en lucht; zy moeten, om dit be
zwaar zoo gering mogeiyk te maken, zeer
kort worden gehouden. Dit kort-houden nu
geeft aan de boomen iets onnatuuriyks, daar
het geheel in stryd is met de ontwikkeling
en het karakter van iepeboomen.
Ondanks dezen gekunstelden vorm der
kronen, dragen echter de boomen veel by tot
de schoonheid van de Hooigracht en het komt
B. en Ws. voor dat allen, die geen last hebben
van licht- en luchtbeneming door die boomen,
ongaarne deze schaduwryke laan in eene
zonnige straat met kleine boomjes zouden
zien veranderen.
Zelfs blykt uit de by het adres overgelegde
verklaringen dat een 28-tal bewoners der
Hooigracht do boomen wenscht te behouden,
terwyi 35 bewoners het verzoek tot rooiing
der boomen ondersteunen.
Verder zy opgemerkt dat, wanneer de
boomen nog goed verplaatsbaar waren, zy
konden worden gebruikt om andere stads-
deelen te verfraaienzy zouden dan kunnen
dienen b. v. om de boomen aan den Nieuwen
Ryn, die langzamerhand te oud worden, te
vervangen en zoodoende defraaiheid van
deze gracht te behouden.
Met de alhier ter beschikking van B. en Ws.
staande transportmiddelen ware echter zoo
danige verplaatsing bezwaarlyk te ondernemen.
In andere gemeenten heeft men speciale
wagens, door paarden getrokken, waarmede
de boomen staande worden vervoerd; hier
geschiedt het met een mallejan en een aan
gebonden wagentje, waarop de kluit rust,
het geheel door een groot aantal mannen
voortbewogen.
Op grond van een en ander meenen Burg.
en Weths., in overeenstemming met de Com
missie van Fabricage, den gemeenteraad niet
in overweging te moeten geven tot de rooiing
van zoovele groote boomen te besluiten.
Inmiddels zoude aan de inderdaad niet ge
ring te schatten bezwaren van adressant
kunnen worden te gemoet gekomen, door de
boomen om den anderen weg te nemen en
door een jongen boom te vervangen.
Wanneer de overige groote boomen alsdan
zoo oud zyn geworden, dat rooiing noodig
wordt, zyn de nieuwe geplante zoo groot ge
worden, dat het leolyke aanzicht, ontstaan
ten gevolge van eene geheel jonge beplanting,
vermeden is.
De oude boomen worden dan weder door
nieuwe vervangen en zoo wordt een voor
de plaatselyke omstandigheden goede toestand
verkregen, eene lommerryke straat zonder al
te veel hinder voor de bewoners.
IntuBschen zullen met het oog op het in
het midden der Hooigracht gelegen riool die
boomen niet verder van de huizen dan thans
kunnen worden geplaatst.
Eindeiyk wordt door Burg. en Ws. mede
gedeeld dat het najaar de meest geschikte
tyd is om tot de rooiing der boomen over
te gaan en dat de kosten voor den aanplant
der jonge boomen vermoedelijk kunnen worden
gevonden uit de opbrengst van den verkoop
der oude boomen.
Zy geven alsnu in overweging te besluiten
dat de boomen aan de Hooigracht om den
anderen zullen worden gerooid en worden
vervangen door jonge boomen.
By de gisteren gehouden openbare ver
pachting van het buffet der Gehoorzaal voor
den tyd van vyf jaren en eene maand, in
gaande 1 April a.s., was, naar we reeds meldden,
ingeschreven door de heeren: J. F. Wafel
bakker, alhier, voor ƒ1500 's jaarsA Letsch,
alhier, voor 2000; J. H. Neuteboom, te
Rotterdam, voor 2850; C. J. Tasseron, alhier,
voor ƒ3000, en B. M. Duyser, voor ƒ3150.
Door den heer A. Letsch was mede op
hot inschrijvingsbiljet vermeld dat voor eene
tienjarige verpachting geboden werd ƒ2500
per jaar.
Vermits de geboden sommen B. en Ws.
niet voldoende voorkwamen, hebben zy be
sloten de pacht niet te gunnen, zoodat tot
eene nieuwe verpachting zal moeten worden
overgegaan.
Intusschen is het hun gebleken dat het
lage bedrag van inschryving mede moet
worden toegeschreven aan den korten pacht-
termyn, met het oog op de niet onbelang-
ryko kosten, welfre verbonden zyn aan de
aanschaffing van eea behoorlyken inventaris.
Zy stellen den gemeenteraad daarom voor
alsnog te besluiten dat de pachttermyn wordt
gesteld op tien jaren, ingaande 1 Mei 1892,
en mitsdien zullende eindigen 30 April 1902.
Onder overlegging van de rapporten van
de Commissie voor de Huishoudelyke Veror
deningen omtrent l^t voorstel van B. en Ws.
betrekkelyk de veifcekering van werklieden
tegen ongelukken, geven zy den Raad in
overweging tot de behandeling van de zaak
over te gaan.
PRIJS DER ADVERTENTIÉN:
Van 16 regels ƒ1.05. Iedere regel meer /0.17|.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor ket
incasseeren buiten do stad wordt ƒ0.10 berovend.
Tevens kunnen zy mededeelen dat in hun
voorstel van 25 Mei jl. eenige woorden zyn
omgezet en wel in punt No. 1 van de con
clusie; het behoort te luiden:
10. B. en Ws. te machtigen om voortaan
in de bestekken, die daartoe naar hun oordeel
aanleiding geven, aan den aannemer de ver
plichting op te leggen alle in dienst te stellen
onderbazen, opzichters, werklieden, enz., nie
mand uitgezonderd, te verzekeren tegen on
gelukken, bekomen by of op het aangenomen
werk, overeenkomstig door hun College goed
te keuren bepalingen, enz., enz»
De commissie voor de huishoudelyke ver
ordeningen geeft den gemeenteraad in over
weging
I. niet aan to nemen het voorstel van het
Dageiyksch Bestuur dd. 25 Mei 1891 betrek
kelyk het verzekeren tegen invaliditeit en
ongelukken van werklieden, werkzaam by
aannemingen voor de gemeente of in dienst
van de gemeente.
11. Omtrent dit onderwerp het volgende be
sluit te nemen
a. Ingeval aan werklieden, middellijk of on-
middellyk in dienst van do gemeente of van
aannemers van fabricagewerken voor de ge
meente, een ongeluk mocht overkomen, dat
hetzij den dood, hetzy blyvende of tydeiyke
ongeschiktheid voor den arbeid ten gevolg©
heeft, wordt door de gemeente aan den werk
man of by diens overlyden ten gevolge van
het ongeluk aan zyne naaste betrekkingen
de volgende vergoeding uitgekeerd, met in
achtneming van de hierna te bepalen voor
schriften
Ingeval het ongeluk den dood ten gevolge
heeft f 1000 voor eiken verongelukte, ten
behoeve van diens naaste betrekkingen;
ingeval het ongeluk levenslange geheele
invaliditeit ten gevolge heeft 1000;
by gedeeltelyke invaliditeit naar verhouding,
ter bepaling van Burg. en Weth.;
ingeval het ongeluk tydelyk onbekwaamheid
tot werken ten gevolge heeft, eene door Burg.
en Weths te bepalen som, voldoende om den
getroffene voor eiken werkdag, dat werken
hem onmogeiyk is, ƒ1 uit te betalen, behou
dens verrekening, zoo later mocht biykon, dat
geheele of gedeeltelyke invaliditeit het gevolg
van het ongeluk ware.
b. Onder werklieden, by het vorig artikel
bedoeld, worden ook begrepen de onderhazen
en opzichters, by het werk gebezigd.
Werklieden in dienst der gemeente, die by
ongelukken reeds volgens de bestaande pen
sioenverordening op vergoeding aanspraak
F'euilleton.
De liefdo eens blinden.
N
Ja, ik begryp ul Ge zoudt niet gaarne
de vrouw van een blinde zyn. Ge wilt liever
machten totdat ge weet of ik al dan niet
Dï|n gezicht zal terugkrygen. Het is niet dan
tituurlyk."
En toch trilde er iets in zyne stem, iets,
rit p\)niyke verrassing geleek. Blykbaar had
iets edelers, iets edelmoedigers van haar
gewacht.
Nu sprong Kate op, want zyn toon en
zijne woorden hadden haar pyniyk getroffen.
^Mynheer Arundel", riep ze uit, terwyi
haar trots in opstand kwam tegen hare vrou
welijke schroomvalligheid, „dat is het niet;
ge begrypt me geheel verkeerd! O, hoe zal
'k het u zeggen 1 Ik heb u lief, innig lief;
te lief, om ooit uwe vrouw te kunnen
worden P'
Daarop, als verschrikt over hare eigen
stoutmoedigheid, verborg ze haar gelaat in
tare handen en barstte opnieuw in snikken uit.
Liefkoozend nam Leonard eene harer handen.
rKate, Kate, lieveling! Ik begryp u niet!
%eek toch eens duidelykt"
Kate zag hem door hare tranen heen aan.
„O, mynheer Arundel, ik wenschte, dat
ge er niet over gesproken hadt. „Wanneer
ge blind waart gebleven, zou ik u teeder
hebben liefgehad, maar wanneer ge uw ge
zicht terugkrygt, kunt gy my nooit, nooit
liefhebben."
„Waarom niet, lieveling? Wat ter wereld
kan ons ooit scheiden?"
„Ach, mynheer Arundel, ik kan het niet
zeggen; waarlyk, ik kan het niet. Nu hebt
ge my lief, omdat ik met u kan spreken en
met u kan medegevoelen. Maar ge hebt my
nooit gezien! Ge zoudt me niet langer kun
nen liefhebben, wanneer ge zien kondt. Als
ge al tyd blind waart gebleven, was het een
ander geval. Want ik ben niet mooi, ik zie
er zelfs niet eens lief uit; ik heb een heel
alledaagsch gezicht. Nog nooit heeft iemand
er aan gedacht, ook maar voor een oogonblik
op my te verlieven."
Weder zwegen beiden eenige oogenblikken
en daarop zei Leonard plechtig:
„Kate, ik heb u lief! Hetzy ik myn ge
zicht terugkrijg of niet, ik zal u altyd bly ven
liefhebben. Wat ge ook moogt zyn in het
oog van anderen, in myn oog zyt go schoon,
volmaakt schooD, en dat zult ge bly ven. Uwe
stem is zoo vriendelyk en welluidend, uwe
hand zoo klein en zoo zacht, uwe woorden
zyn zoo teeder gevoelvolMyne lieveling, nim
mer zal ik ophouden u lief te hebben. Neemt
ge me nu nog niet aan?"
Nu kon Kate den stryd tegen haar eigen
hart niet langer volhouden. Terwyi ze hare
oogen nodersloeg, al6of hy haar zien kon,
antwoordde ze zacht:
„Wanneer go uw gezicht terugkrygt en go
hebt me nog lief, zal ik uwe vrouw worden,
doch wanneer ge my ziet en ge kunt my
niet liefhebben, zyt ge vry, want dit is
geene belofte tusschen ons, doch eeno over
eenkomst."
Leonard greep hare hand, do hartstocht
van het oogenblik gaf hem als het ware
voor een oogenblik zyn gezicht terug.
„God zy gedankt, Kate", riep by uit, „dat
ik u gevraagd heb vóór de operatieNu weet
ik dat ge u niet schaamt de vrouw van een
blinde te zyn I"
Vóór Leonard naar Parys vertrok, nam hy
afscheid van Kate. Hy zou haar niet ont
moeten vóór de beslissing van zyn lot. Toon
hy opstond om heen te gaan en zy hem
teeder naar de deur geleidde, zeide hy
„Kate, laat me uw gelaat slechts eenmaal
zien; dan kan ik u herkennen, wanneer ik
nog eens het geluk mag smaken u in wer-
kelykbeid te aanschouwen."
Kate hief beschroomd haar gelaat tot
hem op.
„Als ge dat wenscht, Leonard", zeide zy
vol vertrouwen.
Vlug liet de blinde zyne hand over haar
gelaat gaan. Slechts oven beroerden zyne
vingers het. Toen gaf hy onbewimpeld zyn
genoegen te kennen.
„Hoe nu, Kate, ge zeidet my, dat go niet
schoon zyt. Ik kan duideiyk voelen, dat uw
gelaat regelmatig en fijnbesneden is, evenals
het golaat der Grieksche nimf in het atelier
van myn vader. Ik weet dat ge schoon zyt,
of ge dat zelve vindt of niet."
Kate zuchtte en antwoordde zacht:
„Ge vergist u, Leonard."
Wat kon ze nog meer zeggen? Men kan
van eene vrouw niet verwachten, dat ze
haren minnaar zal vertellen, waarom zeniét
schoon is.
Leonard ging naar Parys om do operatiö
te ondergaan.
Wordt vervolgd.)