N°. 9828. Maandag 7 Maart A*. 1892. Dit nommer bestaat uit VIER Bladen. Kikeriki. Leiden, 5 Maart. Ia het Oosten vim Europa. LEIDSC PRIJS DEZER COURANT: Voor Leidra p«r S maanden.1.10. franco par poai...1.40. Afzonderlek* Nommen0.04, i§eze tgourani wordt dagelijks, met uitzondering van (gpn- en feestdagen, uitgegeven. PRUS DEB ADVHRTHNTIEN! Yen 16 regel* 1-05. Ieder* regel meer /M?*. Grooiere letter» naar plaattrolxni*. Toot fctK eeeseerra balten do rtad wordt 0.10 becek&ai. Eerste Blad. Aan de Abonné's daarop, wordt by dit nommer verzonden No, 24 van Kikeriki. Oltleiöel© Konnbsgevlngeii. Burgemeeet-er en Wethouder» ran Leiden, Gc-zien liet adtce ran do Firma J. J. KRANTZ k ZOON, houdende verzoek om vergunning tot plaat sing van een Stoomketel in het perceel aan de Langegracht Nee. 27/20; Gelet op do artt. 6 en 7 der Wet van 2 Juni 1875 (Staatsblad No. 96) Qovon bij deze kennis aan hot publiek dat ge noemd verzoek, mot de bijlagen, op do 8ocretarie dezer gomeento ter vlaie gelegd is; alsmedo dat op Zaterdag 19 Maart a. 's voonmddage te elf uren, op hot Baadhuia, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren togen dat verzoek in te brengen. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, DE K&NTER, Burgemeester. 5 Maart 1892. E. KI6T, Secretaris. In de Stadszaal zal morgen eene buiten gewone 6oirée gegeven worden, waarop wy meonen met vertrouwen de aandacht te mogen vestigen, en wel om twee redenen. Ten eerste zal er zich doen liooren het zoo bekende symphonie-orkest van hot vierde regiment infanterie, waarvan de heer Gottfried Mann directeur is, terwyi ten tweede de door dit corps uit te voeren muziekwerken zullen worden afgewisseld door verschillence nieuwe voordrachten van den Hollandschen karakter komiek den heer Abr. Do Winter, die op dit gebied reeds zflue sporen verdiend heeft. In den laatsten tyd is hjj hier ovenwol niet dik wijls opgetreden. De berichten van elders luiden echter gunstig. De avond van morgen belooft dus hoelwat, zoowel wat genot als wat genoegen betreft. Zeer zeker zullen velen er van gaan profiteeren. De heer M. J. Lamey en echtgenoote, directeur en directrice van het Heilige Geest, of arme wees- en kinderhuis te Leiden, zijn benoemd tot hoofdopzichter en hoofdopzichteres in het krankzinnigengesticht te Utiecht, en zullen die betrekking 1 Mei a. s. aanvaarden. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Ned. Oost-IndiëenPadang (via Genua), van Rotterdam vertrekkende. Ten postkantore alhier moeten de brieven enz. uiter lijk morgenavond om 5.15 bezorgd zyn. Do wijze van verzending behoort duidelijk op het adres vermeld te worden. Voor de tooneelvoorstelling ten Hovo, op gisteren, waren ruim 250 uitnoodigingen gedaan. Genoodigd waren kinderen van leden der Hofhouding, hooge ambtenaren, officieren en van andere aanzienlijke ingezetenen van Den Haag, met hunne ouders. Het tooneol was opgericht in do groote danszaal, welke was verlicht en met bloemen versierd. Precies te vier uren traden Hare Majesteiten binnen en kort daarop ging het scherm op. De opvoering van „De Kleine Lord" was in alle opzichten uitstekend en het spel van den jongenheer Stoete, die ook te Leiden in dezelfde rol optrad, onverbeterlijk. Met do grootste belangstelling werd de opvoering door HH. MM. en HDr. gasten gevolgd, en na het einde van ieder bedrijf werden do artisten teruggeroepen. Na hot 2de bedryf werd eene pauze gehou den van omstreeks een half uur. In die pauze werden eonige personen aan Hare Majesteiten voorgesteld, en verscheidene werden door HH. MM. aangesproken. De kleine kapel der gronadiers en jagers voerde inmiddels eenige muziekstukken uit, terwijl aan jong en oud verschillende ververscbingon werden aange boden. De voorstelling was te ruim 7 uren ge ëindigd. Hare Majesteit de Koningin Regentes verzocht den heer Wichers, lid van don Raad van Beheer van de Koninklijke Vereeniging „Het Nederlandsch Tooneel", die als zoodanig de voorstelling bywoonde, aan alle artisten Hare bijzondere tevredenheid te betuigen. „De Kleine Lord" had in het Koninklijk Palois een schitterend succes. Te Rijnsburg wilde de gemeenteraad een der L>ëlde lokalen der openbare school, welke door de oprichting der twee Christelijke scholen ontvolkt zijn, tot ziekenhuis doen inrichten. De Raad scheen geen bezwaar te maken, dat de kinderen der openbare school zoodoende aan een groot gevaar blootgesteld zouden worden, door eene inrichting in de onmiddellijke naby- hold der school, welke b\j voorkeur by be smettelijke ziekten dienst zou moeten doen. De inspecteur van hot geneeskundig staatstoe zicht heeft na persoonlijk ter plaatse ingesteld onderzoek het lokaal voor het beoogde dool afgekeurd. Door den minister van binnonlandsche zaken zijn benoemd tot leden der commissiön, die gedurende het jaar 1892 belast zullen z\jn met het afnemen dor examens van apothekersbediende: a. van de commissie, I welke zitting zal houden te 's-Hertogenbosch P. J. Kyn, apotheker te 's-Hertogenboscb H. M. J. E. Steyns, apotheker te Helmondb. van de commissie, welke zitting zal houden te Kampen: R. Meulenhoft, apotheker te Zwolle; J. S. Rijken, apotheker to Kampon; tot plaatsvervangende leden dier commission a. van do commissie te 's-Hertogenbosch: H. B. J. Van Ryn, apotheker te Venloo; J. J. Steyn, apotheker te Maastricht; b. van de commissie te KampenE. Post Stheeman, apotheker te Meppel; J. Van Riel, militair apotheker der lste kl. te Kampen. Naar aanleiding van het elders in dit blad vermelde bericht van hot „Vad.", dat het rapport van de inspecteurs der krank zinnigengestichten over den toestand van het gesticht te 's-Gravenhage reeds aan burge- mooster en wethouders zou zijn uitgebracht en dat bedoeld rapport niet gunstig zou luiden, doolt het „D. v. Z.-H." mede „Zijn wy wel ingelicht, dan is deze zaak nog volstrekt niot afgedaan, en kan er dus van een rapport, als eindslotsom, geen sprake zijn. Het onderzoek duurt trouwens nog voort. „In vorband hiermede merken wy ook nog op, dat de interpollatie van den heer Borge- siu8 nog wel niet in de eerste dagen zal plaats hebben, daar de minister haar nog niet vollodig zou kunnen beantwoorden". Het stoomschip „Batavia" arriveerde 4 Maart van Rotterdam te Batavia; do „Op dam", van Nieuw-York naar Rotterdam, is 4 Maart to Plymouth aangekomen en heeft, na kolen to hebben ingenomen, de reis voort gezet; de „Schiedam" vertrok 3 Maart van Baltimore naar Rotterdamde „Prins Hendrik", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 3 Maart van Colombo; de „Amsterdam" arriveerde 4 Maart van Rotterdam te Nieuw-York; de „Soerabaia", van Batavia naar Rotterdam, vertrok 4 Maart van Aden. By koninklijk besluit zijn vorplaatst de controleurs der directe belastingen en van het kadaster: T. F. Ter Beek, van Breda naar Maastricht; W. H. Houwing, van Maas tricht naar Breda. Gomeugd Nieuw8. De dames dor vereeniging „Armen zorg" alhier zullen op a. s. Dinsdag en Woens dag, 8 en 9 Maart, van 10 tot 4 uron, in het lokaal van het voormalige Gymnasium, Lok horststraat No. 16, verkoopon do genaaide en gebreide goederen van het depót van mej. Breebaart. Er zyn alle soorten van kleedingstukken voorhanden, benevenss tofdoeken, vaatdookc-n handdoeken enz. De dames hopen die dagen met een druk bezoek vereerd te wordon. Het gerucht, dat hier de pokken, ofschoon van goedaardig karakter, zoudea zijn uitgebroken, is nog niet bevestigd geworden althans tor plaatse, waar dit had beboeren te geschieden, is daarvan nog geene aangifte gedaan. Wel komt te Zoeterwoude, onder Leiden, een geval van pokken voor. Gisteravond om streek 8 zeven urej* liet een knecht, K. B., van den bakker 3. v. W., te Oegstgeest, een oogenblik zyn wagen op de Steenstraat alhier onbeheerd staan. Yan dat oogenblik maakte men gebruik om den wagen weg te ryden en voor zeven gulden aan waren te ontvreemden. Den wagen vond men later op de Binnenvestgracht achter „Amicitia" terug. Tenoren-nood. In de eerste bijeenkomst der Leidsche Studentcn-zangver- eeniging, by welke gelegenheid het gehalte der verschillende stemmen door den heer Mann onderzocht werd, bleek hot dat de deelnemers allen bassen waren De werkzaamheden a an het go- bouw voor de Internationale Sporttentoon- stelling te Schoveningen vorderen met reuzen schreden, zoodat men thans reeds eon dui delijk overzicht van hot geheel kan nemen. Geldt dit het uitwendige, ook inwendig laat de voortgang niets te wonschen over: deco rateurs en schilders doen reeds hun werk; de achthoekige tuin met zijne gezellige om geving van établissementen van allerlei aard, is bjjna tot het bepaalde punt opgehoogd en geëffend. Reeds deze maand vangt men meb zijne beplanting en aanleg aan. Binnen een- paar weken zal men ook reeds de bureelen in het gebouw kunnen vestigen, zoodut alles zich laat aanzien dat, zoo de talrijke inzon dingen zonder vertraging aankomen, de ope ning stipt op hot bepaalde tijdstip zal kunnen plaats hebben. De afdeellng „schoone kunsten" zal aller minst hierin te kort schieten, want sedert de weinige dagen, dat de aanmelding tot deel neming daaraan is opengesteld, vloeien do aanvragen om plaatsruimte zoodanig toe, dat de voor deze afdeeling gereserveerde- - ruimte weldra zal blijken te klein te zyn. In verband met deze en andere afdeoiingon der 8porttentoonsteïling zullen deaer dagen aan aanzienlijke personages zoowel in het buitonland als hier te lande uitnoodigingen geschieden tot inzonding van voorwerpen ter opluistering, welko betrekking hebben zoowel op retrospectieve, als hedendaagsche sport. fcC. Het was een gezicht, dat zoowel van smart als van vreugde sprak. Eer.ige oogenblikken zat hy voor zich uit te kyken, nam vervol gens zijn handschrift op, legde de genum merde bladon in volgorde en rolde ze op. Hij bond de rol met een s uk touw vast, stond op en ging naar eene der boekenkasten, waar uit hij ongeveer eon dozijn boeken nam. Na dat h\j z|jn handschrift in den dubbelen ach terwand dor kast had weggeborgen, zette hy do boeken weer op bunno plaats. Nu liep hy naar de kachel, oponde de koperen deur en wierp er oen paar houtblokken uit eene mand in. Het vuur in de open kachel wierp zijn rooden 6chyn over de boekenkasten en de zoldering. De graaf schoof een stoel by het vuur en ging zitten, rnaar hy kon niet op z\jn gemak komen. Hy stond weer op, nam uit zyn zak een Russisch zilveren sigaretten koker, waarop eene slede was afgebeeld, nam er eene sigerette uit en stak haar aan met eene lucifer uit een klein gouden'lucifers doosje, dat aan zyn horlogeketting hing. Hy sloot zyne oogen en leunde achterover in zyn stoel. Zoo niet nu en dan witte rookwolkjes, welke in cirkels naar boven stegen, uit zyn mond te voorschyn gekomen waren, had men kunnen denken, dat hy ingeslapen was. Zyne sigarette brandde af, maar hy bleef liggen. Eindelyk stond hy op, ging naar het raam, lichtte het zware fluweelen gordyn op en keek naar buiten. Het sneeuwde hard. In dichte vlokken sloeg de sneeuw tegen de dubbele ramon. De wind huilde en floot door de dorre takken. Hy huiverde, keerde naar de kachel terug, wierp er nog een paar houtblokkon in en ging weer zitten. Een knecht trad binnen, een knappe, blonde, gebaarde man, in een Russisch kostuum van zwart fluweel en roode zyde on hooge laar zen. Hy bracht cognac en twee flesschen spuitwater. Toen de knecht met het blad vóór hem stond, zei de graaf: „Ik wil van avond thee drinken De man keerde naar de deur terug, aar zelde een oogenblik on zeide toen: „Mynheer „Ja!" „Er is hier dichtby een ongeluk gebeurd met eene slee." „Zool" pEr was eon heer in de Blee, welke om- govallen is, en toen Prowsky uit de 6tad terugkwam, vond hy hem in de sneeuw liggen." „Hot zou juist iets voor Prowsky zijn, om hom daar to laten liggen." „Hy hooft hem hier gebracht." „Dat is goedl "Waar is hy?" Hy ligt nu buiten kennis in myno kamer. Wy hebben hem in wollen dekens gewikkeld." „Kom het my zeggen, als hy zich beter voelt. Ik wil hem zien. Zorg zoo goed moge- lyk voor hem." De knecht vertrok. „Geef hem warmen portwyn", riep de graaf hem na. „Ja, mynheer 1" Een halfuur later kwam de knecht terug mot het loricht, dat de patiënt zich beter voelde. Zyne kleeren waren ontdooid en ge droogd en hy was weer gekleed. Op verzoek van den graaf trad de vreom- doling eenige oogenblikken later in de kamer. Hy was een lang, knap gebouwd jong- monsch en had een fijn besneden gozicht, met grooto blauwe oogen, lange, donkere wimpers en rechtgebogen wenkbrauwen. Zyn voorhoofd was hoog en blank, misschien witter dan gewooniyk, omdat hy zoo lang aan de kou was blootgesteld geweest, zyn neus was, wat gewooniyk een Qrlekeche neus gonoemd wordt. Zyne lippen waren vol en heldor rood. Zyn hoofd was bedekt meb bruin krullend haar. Hy was gladgeschoren. Hy droeg een los jasje van dik grya laken en eene pantalon van dezelfde etof.v Toen hy door de kamer liep, las de graaf, hoe schemerachtig het er ook was, de uit drukking van zyn gelaat en was er mee in-' genomen. Hy stond op en stak zyne hand uit, om den ongenooden gast welkom te- heeten. Hy was op het punt iets te zeggen, maar de jonge man voorkwam hem met de woorden „Ik vraag u verschooning voor myn onge- wenscht bezoek aan u en dank u voor uwe gastvryheid. Ik bon aan uwe goedheid myn leven verschuldigd." De woorden waren eenvoudig, maar de dankbare toon in de stem van don spreker gaf er eene diepere betoekenis aan. „Gekheid", zei de graaf, „ga zitten, jonge vriend, hier, voor do kachel, en warm u; anders zult u morgen ziek zyn." En don knecht, dio by de deur stond to wachten, beval hy de thee binnen to brengen. {Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 1