iJJ
T TV
K°. 9813. I>oiiclerdlag 18 Februari. A8. 1892.
Eerste Blad.
feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <gpn- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 17 Februari.
Feuilleton.
De wonderlijke klok.
re *3 M
I d I
PRIJS DEZER COURAJSTT:
Voor Loidea per 3 rca&cdou.1.10.
Franco per post1.40.
A&onderlQTte Nommere.0.05.
OH Eonimcr bestaat ait TTVEE
Bladen.
OjElciöelé Kennisgevingen.
Vergadering Tan den Gemeenteraad van Lei-
ëeiij op Vrijdag 19 Febi\, des namiddags te 2 uren.
Punten ter behandeling:
1°. Benoeming van een derden onderwijzer aan de
echool 4de UI. no. 1. (39)
2°. Voordel betrekkelijk de afwerking van do Ge
dempt© Bin neqvea tg vacht met het amendemen'
van den heer Fockema Andrea;, waaromtrent in
de zitting v.in 4 Fobrnari de stemmen hebben
gestaakt. (14 'n 26)
3°. Verzoek van Mre. H. B. Greven on W. Van der
Vlugt, ter bekomiDg van grond aan de Boom-
markt voor de oprichting van een gebouw ten
behoeve van den werkmanestaud. (18, 29 en 40)
4°. Staat van af- on overschrijving op do begrooiing
van het Gereformeerd Minoe- of Anno Oudo
Uannen- on Vrouwenhuis, dienst 1891. (34)
5°. Verzoek van A. Van Schie, te Noordwijkerhont,
om een dam te herplaatsen in de sloot lange do
Haarlemmervaart. (35)
0°. Idem van P. Schouten, om vrijatelling of
terugbetaling van schoolgeld, Hoogere Buiger-
Bchool voir Meisjes. (3G)
7°. Idem alevoren van J. A. Van Gulden. (41)
8". Idein alsvorsn van K. Vogel, Hoogere Burgei-
school voor Jongens. (48)
9°. Idem Yan de Leidsche Duinwater-Maatschappij,
om go dkeuriDg voor het aangaan van een©
g Idleening. (42)
10°. Bezwaarschriften tegen het Kohier der Plaatse
lijke Directe Bolasiing, dienst 189J. (38)
Onder overlegging van onderstaande stuk
ken geven B. en Ws. den gemeenteraad in
overweging het daarby omschreven geschenk
van mevrouw C. A. M. S. J. V. Du Rieu
.Sautyn Kluit ten behoeve van het Stedelijk
Museum te aanvaarden onder dankbetuiging
voor de in deze voor het Museum getoonde
belangstelling.
lo. Aan EJ.Achtb. HH. Burg. en "Wetbs.
van Leiden.
De ondergeleekende heeft, de eer bij deze
aan de gemeente Leiden aan te bieden voor
het Museum in de Lakenhal, ter herinnering
aan baron grootvader den Ed.Gest Achtb. lieer
mr. Pietor Van Lelyveld Pieterszoon, in leven
Burgemeester van Leiden, Curator der Leid-
sche ïïoogeschool, Hoogheemraad van Rijnland
enz. (16 Febr. 1765 7 Jan. 1808) op voor
waarde, dat- het als onvervreemdbaar eigendom
van de gemeente Leiden zal worden bewaard,
de volgende voorwerpen betreffende Leiden,
afkomstig uit ZED.'s verzameling van pen
ningen, enz.
30 a 40 gouden en zilveren gedenkpennin
gen betreffende Leiden en personen, die te
Leiden gewoond hebben;
20 afdrukken in was van Leidsche zegel
stempels.
70 a SO afdrukken in lood en gips, in
papier en in verguld papier van Leidsche
buurt-, gilde- en gedenkpenningen;
liet portret van Rombout Hogerbeets, pen
sionaris van Leiden, in hout gesneden,
en een glasruitje, afkomstig van het huis van
den hoogleeraar in de botanie in de Nonne-
steeg, waarin Constanten Huygens, nog stu
dent zyndè, in 1617 zijn naam heeft gesneden.
2o. Met groote ingenomenheid heeft de com
missie voor het Stedelijk Museum de missi
ven ontvangen, begeleidende do aanbieding
van het geschenk van mevrouw C. A. M. S.
J. V. Du Rieu, geboren Sautyn Kluit.
Deze verzameling vult eeno groote leemte
aan in het Sf edel ijk Museum en de commis
sie aarzelt niet mede te deelen, dathetwen-
-schelijk zou zyn da met welgemeende dank
zegging dat geschenk wierd aanvaard.
Het bestuur der vereeniging „de Prac-
tisch.0 Ambachtsschool" alhier, gezien het
voorstel van Burg. en Weths. aan den gemeen
teraad betreffende het aangevraagde terrein
onder Zooterwoudo, bekend onder Sectie A,
Nos. 1849, 1850 en 1851, heeft zich por
adres tot het Dagelyksch Bestuur gewend,
waarin het zegt zich te verheugen dat Burg.
en Weths. adviseeren het terrein aari de Ver
eeniging af tc staan en ook tegen de eerst-
gestelde voorwaarde geen overwegend be
zwaar heeft. Het moet echter tot zyn leed
wezen te kennen geven, dat de twee laatst
genoemde voorwaarden (punten B en C) niet
kunnen worden aangenomen.
Wat punt- B betreft, heeft het Bestuur de
verzekering ontvangen van den geldschieter,
dat h(j onder gezegde voorwaarden niet ge
negen is een renteloos voorschot to verleenen.
Tegen punt C heeft het Bestuur ernstige
bezwaren. Verplaatsing van de school is
alleen denkbaar in het geval, dat deze zulk
eene uitbreiding verkrijgt, dat men genood
zaakt is naar een grooter terrein om le zien.
Eene bepaling, dat de gemeente dan tegen
ongeveer '/8 van de waarde den grond met
het daarop staande zou kunnen naasten, zou
die verplaatsing onmogelijk maken. Vervreem
ding van grond en gebouwen zonder voor
afgaande opheffing der school is ondenkbaar.
Aan den anderen kant heeft, na eventueele
opheffing der school, de Vereeniging vóór hare
ontbinding slechts noogllg: öf van hare gel
delijke verplichtingen ontslagen te worden,
6f juist zooveel in kas te hebben, dat zij zich j
daarvan kan kwtyten.
Op grond van genoemde bezwaren en er
kennende dat aan de gemeente bij eventueele
opheffing der school de beslissing omtrent de
bestemming der gebouwen dient te verblijven,
stelt het Bestuur voor de voorwaarden B en
C door de volgende te vervangen:
„Zoodra de Vereeniging besluit tot ophef
fing der school over te gaan, wordt de ge
meente eigenaresse van terrein, gebouw en
inrichting, onder voorwaarde, dat zij liquidatie
of voortzetting geheel voor hare rekening
neemt, tredende in do rechten en verplichtin
gen der Vereeniging."
Indien de gemeente in deze voorwaarde
kan treden, verbindt het Bestuur zich stappen
to doen voor zoodanige wijziging der Statuten,
dat z(j mot genoemde voorwaarden in over
eenstemming is.
Naar aanleiding van een desbetreffend
verzoek van J. A. Van G.ilden, te Aarlander-
veen, deelen B. en Ws. den gemeenteraad
mede dat de dochter van adressant, Louisa
Cornelia Van Gulden, met 1 Februari jl. de
Hoogere Burgerschool voor Meisjes heeft ver
laten, ten einde deel to kunnen nemen aan
een cursus tot opleiding voor apothekers-
leerlinge, welke cursus op 1 Februari is be
gonnen.
Zy geven mitsdien in overweging aan adres
sant vrijstelling of terugbetaling te Yerleenen
van schoolgeld voor zy'ne dochter, die met
1 Februari 1S92 de Hoogere Burgerschool
voor Meisjes heeft verlaten, over de laatste
twee kwartalen van den cursus 1891/92.
Near aanleiding van een ander verzoek
deelen B. en Ws. mede dat A. L Vogel,
leerling van de 3de klasse der Hoogere Bur
gerschool voor Jongens, do school in hot
laatst van December 1891 heeft verlaten tn
in militairen dienst is getreden.
Zy geven mitsdien in overweging aan
adressant, vader van den leerling, vrijstelling
of terugbetaling te verleenon van schoolgeld,
voor zyn zoon, die in December 1891 de
Hoogere Burgerschool voor Jongens heeft
verlaten, over de laatste twee kwartalen van
den cursus 1891/92.
Aan den gemeenteraad geeft per adres
te kennen de Loidsche Duinwatermaatschappij
dat de Algemeene Vergadering van aandeel
houders, verleden week gehouden, met alge
meene stemmen besloten heeft eene tweede
hoofdbuis van Katwyk a/d. Rijn naar Leiden
te doen leggen,
dat, ofschoon de druk van het duinwater
PRIJS DER ADVJ2RTENTEBN:
Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 017^.
Grootere lettere naar plaatsruimte. Voor het in-
©aasoeren buiten de et&d irordt f 0.10 berekend.
thans nog geene redenen tot klagen geeft,
het vermeerderd gebruik in eenige jaren een
ruimer aanvoer noodzakelyk zal maken en
adressante vermeent dat het wenscheïJjk is
die klachten to voorkomen
dat het meerdere verbruik van duinwater
ook de ontvangsten van adressante doet ver
meerderen, zoodat zy zonder bezwaar do groote
kosten van dit werk kan voldoen;
dat het leggen van de tweede hoofdbuis
op eene som van ruim negentig duizend gul
den is begroot;
dat adressanto wenscht eeno geldleening
van één honderd duizend gulden a 4!/a P^t.
'sjaars, aflosbaar in hoogstens vyf en twintig
jaren, aan te gaan;
dat adressante echter volgens art. 18 litt. d
der concessie, door den gemeenteraad den
2Ssten December 1876 verleend, geono geld
leening mag aangaan zonder 's Raads goed
keuring.
Redenen waarom adressante zich tob den
gemeenteraad wendt met het verzoek, goed
keuring aan bovengemelde geldloening voor
het maken van eene tweede hoofdbuis van
Katwyk a/d. Rijn naar Leiden to verleenen.
Vermits tegen de inwilliging van het verzoek
dezerzyds geen bezwaar bestaat, geven B. en
AVs. den Raad in overweging er gunstig op
te beschikken.
Het in den laatsten tyd weer zoo gun
stig bekend geworden Leidsck Studenten
muziekgezelschap „Sempre Crescendo" gaf
gisteravond in de Stadszaal het „armen-con
cert" of liever het concert ten voordeele der
algemeene armen in deze gemeente. Vroegere
dergelyke uitvoeringen werden dikwyis ge
geven voor oene slechts half gevulde zaal,
maar gisteravond was dit anders: do bene
denzaal was fiinü bezet, niet dan enkele be
sproken en onbesproken stoelen bleven ledig
en zelfs op de galerij waren nog vele ande
ren als onze matroosjes gezeten. Het muziek
gezelschap zag zicli geplaatst tegenover een
talrijk auditorium, zijner waardig.
Het „Iö vivat" opende ook deze liefdadig
heidsuitvoering, evenals elk ander concert
van „Sempre." Het orkest was samengesteld
uit do werkende loden van het muziekgezel
schap, vorsterkt door musici van hier en
elders, en stond onder leiding van „Sempre's"
orkest-directeur, tevens zijn eerelid, den heer
Gottfried Mann.
De eerste afdeeling werd geopend met Van
Beethovens „Symphonic No. 1", C-dur, op. 21.
In hare verschillende tempo's werd ze keurig
ten gehoore gebracht en hare uitvoering ge-
2.)
Paul Szakmary was de advocaat van
Gothard, terwyl Elizabeth Griinblath Paul
Jlisdolczy tot verdediger koos.
Beide rechtsgeleorden vingen nu denstryd
aan. Eerst lieten zy' elkaar door hunne
dienstboden want dit was het eerste tijd
perk van den rechtstyd allerlei onaange
naamheden overbrengen, maar toen oindelyk
alle bescheiden bijeen waren, werd volgens
den regel eene aanklacht ingediend. Zeven
predikanten uit de huurt kwamen als rech
ters bijeen. De oudste, do eerwaarde George
Fabriczy, herder van Jotsve, werd voorzitter,
terwjjl do jongste, Paul Szontagh, de predi
kant van Rosenau, tot secretaris werd be
noemd. De zevon geestelijken in hunno zwarte
rokken, met witte beffen, deden werkelijk
aan medicjjnflesschen denken.
Diep terneergeslagen verscheen de bruide
gom voor do „geoerde, edele, eeilyke eu
heilige vierschaar", gelijk de titels der rech
ters luidden, maar Elizabeth Giünblath was
trotscher en lierder dan ooit. Hoe mooi was
Zii toch! Een sneeuwwit kleed omsloot hare
slanke gestalte misschien was het wel
haar bruiloftskleed! In de kastanjebruine lok
ken prijkten drie rozenknoppen, alledrie, ten
teeken der onverzoenlijkheid, bloedrood. En
wat de rozen niet vertelden, bleek uit de
trotsch flikkerende oogen, wolko duidelijk
zeiden: „Ik wil van Johan Gothard niets
weten!"
De rechters namen baar in het verhoor en
trachtten haar tot andere gedachten te bren
gen tevergeefs, het meisje bleef bij haar
besluit en weigerde Johan Gothard tot man
te nemen.
Nadat de advocaten lange redevoeringen
hadden gehouden, werden beide partijen uit
de zaal verwijderd en begonnen de rechters
te beraadslagen. Do voorzitter nam eerst het
woord en zeide
„Ik stel voor te bepalen dat hot meisjein
zeven jaren niet mag trouwen 011 gedurende
dien tijd geene partijen, bruilofton of andore
feestelijkheden mag bijwonen."
„Laten we er ovor stemmen", zeide een
ander, en do stemming begon.
Vóór tegen vóór klonk het van
verschillende kanten, maar inmiddels schoof
Taul Miskolczy, de advocaat van het meisje,
een papiertje naar Paul Szontagh, den secre
taris. Deze had het echter te druk met het
optcekenen der stemmen, om het op te mer
ken. Reeds hadden twee leden „vóór" en drie
„tegen" gestemd en alleen nog ontbraken de
stemmen van den voorzitter en den secretaris.
De advocaat werkte met handen en voeten,
ten einde de aandacht van den secretaris op
zijn briefje te vestigen, maar de ijverige man
merkte er niets van. De voorzitter stemde
„v..ór" en Szontagh volgde zjjn voorbeeld,
zjod.it liet hardvochtige vonnis werd geveld.
N'u eerst merkte de predikant van Rosenau
het briefje. H(j nain het en las:
„Elizabeth Grünblath heeft den ring terug
gezonden, omdat zy u bemint."
Het bloed schoot hem naar het hoofd. Het
mooiste, liefste en rijkste meisje uit het ge-
heele land beminde hem en lijj had het vonnis
helpen bekrachtigen
„De partyen kunnen binnenkomen", sprak
de voorzitter ernstig; „de secretaris zal hot
vonnis voorlezen."
Elizabeth en haar gewezen bruidegom kwa
men binnen en blevon met afgewend gelaat
bij de deur staan. Met trillende en nauwe
lijks hoorbare stem las de jonge geestelijke:
„Opdat de waardigheid van het huwelijk
ongekrenkt blijvo en het meisje gestraft worde
voor hare wederspannigheid, bepalen wij,dat
Elizabeth Grünblath in zeven jaren niet mag
trouwen en geene bruiloften, danspartijen of
andere feestelijkheden gedurende dien tyd
mag bijwonen."
Dit was eene buitengewoon wreede straf.
Elizabeth telde nauwelijks drie en twintig
zomers en na het verstrijken van den vast-
gesteiaen tijd zou zjj dertig jaren öud zijn.
„Ik vind het vonnis zeer billijk", merkte
Johan Gothard Jr. op, maar het meisje liet
het hoofd hangen en wankelde half bewus
teloos, door haren advocaat begeleid, naar
buiten. Paul Szontagh volgde hen en trachtte
Elizabeth moed in te spreken.
„Gjj kunt nog in hooger beroep komen",
merkte hy op.
„Dat zullen wy ook zeker doen' ant
woordde de advocaat vinnig, „maar liet ware
toch wel zoo wys geweest, wanneer gij ter
stond „tegen" had gestemd. Dan ware de
zaak ineens uit geweest."
„Hebt gy tegen my gestemd?" vroeg het
meisje, terwyl het nog bieeker werd.
„Ja, helaas, dat heb ik gedaan", antwoorddo
de geestelyke, rood wordende tot achter de
ooren, „maar ik zweer dat ik alles zal be-
prooven om hot vonnis ongedaan te maken.
Ik zal niet rusten voordat het is vernietigd."
(Slol voljt.)