N°. 9811.
A* 1892.
Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Twoede Bind.
Dinsdag 16 Februari.
PRIJS DEZER COURANT:
foor Leiden por 3 maaudenf 1.10.
Franco per post1.40.
Abroad orIfjko fttotnuidra*$.<rè.
PRIJS DER ADVERTENTIÉN:
7*n 16 regels f 1.05. Iedere regel meer 0.17|.
Grootere letters naar plaatsruimte. Voor liet
in-iAMïorcn button de stad wordt ƒ0.10 bert-t-suc.
Gr cutong-cl Nieuws.
De regenten van het geneeskun
dig gesticht voor krankzinnigen te 's-Graven-
liage hebben eene vergadering gehouden tot
bespreking van de maatregelen, welke kunnen
worden genomen ter voorlichting van den
gemeenteraad, in afwachting van het rapport
van den met het staatstoezicht belasten
inspecteur. Zy besloten B. en Ws. en de
leden van den Raad uit to noodigen tot een
bezoek aan het gesticht, waarbij alle inlich
tingen omtrent huisvesting, voeding enz. zul
len gegeven worden.
Behalve het geneeskundig staatstoezicht be
moeit zich nu ook de justitie met de bekend
geworden zaken betreffende het gesticht aan
het Slijkoinde. Althans reeds werd mej. "Wan
ders, wier breedvoerige mededeelingen wy
in- een onzer vorige nummers vermeldden,
door den officier van justitie in verhoor ge
nomen. Zy bevestigde daarbij die mededeelingen
in alle opzichten.
Naar „Het Centrum" verneemt,
is de candidaat-notaris S., klerk by een notaris
te Doesburg, sedert eenige weken voortvluchtig
naar Amerika. Naar men beweert, heeft hy
eene aanzienlyke som gelds verduisterd ten
nadeele van zyn patroon.
Door de Sta-atsspoorwegmaat-
schappy is thans voor gepasporteerde onder
officieren weder de gelegenheid opengesteld om
zonder voorafgaand examen te worden aan
gesteld tot conducteur of tot aanteekenaar-
weger.
Onder de telegrammen is ver
meld, dat de gezondheidstoestand te Santos
zeer ongustig was. Naar men aan de „H. C."
mededeelt, heeft de heer G. J. Boom uit
Yeendam, gezagvoerder van de brik „Albatros",
in oen particulier schrijven van uit Santos
daarvan een allerbedroevendst tooneel ge
schetst.
„Meer gezagvoerders en ik", schryft hy,
„liggen nu reeds vier maanden en langer in
dien pesthoek te wachten op lossing; niet
meer dan S schepen kunnen te gelyk ont
laden en dat duurt bij een schip van 700
ton draagkracht 2 maanden en er liggen
nu 35 schepen; niet alleen gevaarlyk voor
de gele koorts, maar ook voor brand in de
lading en het vreten der wormen, waardoor
lekken ontstaan, welke hier niet kunnen ge
repareerd worden.
„Van de 35 schepen is er niet één dat geen
deel der bemanning aan die pestziekte heeft
verloren; zes gezagvoerders zijn kapitein B.
in korten tijd ontvallen. Heden gezond van
elkaar afscheid nemen en morgen reeds één
of meer begraven
„In het begin kwam als het signaal „zieken
aan boord" woei, do gezondheidsboot met den
dokter aan boord op zy maar sinds een 14
dagen wordt er niet meer naar omgezien,
aangezien de zieken aan den wal de genees-
lieeren in beslag nemen.
„Weer woeien dio signalen van 8 schepen
ie gelijk, niemand die er eene hand uitstak
dan de eigen bemanning, die zieken en dooden
naar den wal roeide.
„De geur, welke by laag water van het slib
opstijgt, met die van de vervuilde bewoners
en vuile stad, verspreidt eene verpestende lucht
en de lossende schepen zoeken zoo spoedig
mogelijk het werk gedaan te krygen om bij
de anderen by de baar te ankeren.
„Zeg mijnen collega's, die met den winter-
tyd thuis zijn, dat zij nimmer eene bevrach
ting aannemen naar dit doodenrijk."
De machinisten van de m y n-
werken te Cardiff hebben besloten met 1-
Maart den arbeid te staken, omdat hun
werd aangezegd dat hun loon met 7'/2 pet.
verminderd zou worden.
Door het besluit der machinisten zal aan
85,000 mynwerkers de arbeid onmogelyk ge
maakt worden.
De werkstakende kolen dragors
te Londen hebben den arbeid hervat, ook die
der firma Cameron, zoodat de strike als ge
ëindigd kan worden beschouwd. Reeds werd
in eene vergadering besloten de aflevering
van 40 ton steenkool, voor de hospitalen
bestemd, te doen plaats hebben.
Omtrent de viervoudige terdood-
brenging te Xeres worden nog de volgende
byzonderheden gemeld.
Dinsdagochtend te 7 uren, vier en twintig
uur vóór de voltrekking, werd het vonnis,
in tegenwoordigheid van de geestelyken, die
hen bijstonden, den ongelukkigen voorgelezen,
waarna zy naar de volgens Spaansche zede
opzettelyk voor hen ingerichte kapel geleid
werden, by het binnentreden waarvan hun
de handboeien werden aangedaan. Eén hun
ner, zekore Busigui, weende bitter, en een
ander, Zarzuela, viel bewusteloos in de armen
der cipiers. Een derde, Lamela, toonde meer
geestkracht en poogde de anderen op te beu
ren, en de laatste, Lebrijano, toonde zelfs
niet de minste ontroering, rookte zyne ciga
rette, terwyl het vonnis gelezen werd, en zeido
geen woord. Ten overstaan van vier getuigen
zette hy echter, niet kunnende schryven, een
kruis onder een stuk, waarby hij zyne anar
chistische gevoelens afzwoer. Busigui ver
klaarde dat Lebryano hem in het ongeluk
had gestort.
Van 's avonds balfelf af werd niemand
meer by hen toegelaten en bloven zy' met de
priesters alleen. Vooraf was Busigui door
zyn vader en zijne verloofde bezocht, met
wie hy eerlang in het huwelyk zou zyn ge
treden. Te middernacht telde men bij hem
94 polsslagen. (Het normaal getal is tussclien
60 en 70). By de anderen van 80 tot 90.
Het met zwart behangen schavot was op
liet plein vóór de gevangenis opgeslagen, en
daarop stonden vier stoelen, elk bevestigd aan
oen paal van ongeveer zes voet hoog en met
schutsels van elkander afgescheiden. De ver
oordeelden bestegen het schavot met hunne
vier beulen (men telt er in Spanje veertien)
en de priesters en ordebroeders, die met hen
den nacht in de boetkapel hadden doorge
bracht en van wie zij na de biecht de Com
munie hadden ontvangen.
Na eenige gebeden werden de anarchisten
naar hunne stoelen geleid en vastgebonden,
waarop de beulen hun den metalen band om
den hals legden, bestemd om door middel
van eene schroef, met een achter den paal
aangebrac'nten hefboom, hen te worgen
de bekende toestel, de garrote. Op een gege
ven teoken werden de schroeven met een ruk
omgedraaid.en de vier waren dood.
Den vorigen dag had de bisschop van Cadix
in een byzonder gehoor by de Koningin Re
gentes genade voor de veroordeelden gevraagd.
II. M. raadpleegde onmiddellijk de ministers,
die echter verklaarden dat zij wegens den
ernstigen aard der gepleegde misdaden tot
goedertierenheid niet konden raden.
Afgevaardigden van werklieden te Madrid,
die bij den minister-president Canovas om
gehoor verzochten, ten einde de zaak der
veroordeelden te bepleiten, werden niet ont
vangen.
Uit vrees voor ongeregeldheden hadden
velen reeds Dinsdag Xeres verlaten, doch er
waren, zooals men weet, krachtige maatrege
len genomen.
i Te Barcelona (van waar in de laatste dagen
wedor berichten van verschillende nieuwe
werkstakingen gekomen zyn) trokken Dinsdag
troepen anarchisten door de straten en voor
steden, proclamation verspreidende, dé werk
lieden aanzettende om tegen de executie van
de anarchisten te Xeres te protesteeren, en
van de winkeliers eischende, ten teeken van
rouw hunne winkels te sluiten. Hieraan is
echter niet voldaan. Vanlieverlede werden
de anarchisten zóó rumoerig, dat de politie,
gelyk men uit de berichten weet, tusschen-
beide moest komen, en er eene botsing ont
stond, waarby eene vrouw door een revolver
kogel gekwetst werd. Verscheidene belhamels
werden in hechtenis genomen. Dit verhinderde
intusschen niet, dat er des avonds in het hart
der stad eene bom werd geworpen, waarby
een man omkwam en drie anderen gekwetst
werden. De verontwaardiging over het ge
beurde was groot en den geheelen nacht
trokken patrouilles door de straten. De dader
is echter niet ontdekt.
Een nieuwe prefect, wiens geestkracht zeer
geroemd wordt, heeft reeds zyn post aanvaard.
Onder de te Barcelona in hechtenis geno
men anarchisten zyn twee Italianen en twee
Franschen, beschuldigd van het verspreiden
van terroristische proclamation.
Woensdag-ochtend was het gebouw der
Timmerlieden-Vereeniging aldaar met zwart
behangen en vertoonde het opschrift: „Ter
eere van de slachtoffers to Xeres". De po
litie rukte de draperieën af en nam acht per
sonen binnen het geboi w gevangen.
Ten huize van een der bovenbedoelde Fran
schen, zekeren Paul Vernard, vond de politie
twee groote, geheel geladen bommen, naar
het schynt bestemd om Woensdag-avond 11.
dienst te doen.
Naar men uit Madrid meldt, is de Regee
ring besloten tot doortastende maatregelen
tegen de buitenlandscho stokebranden, aan
wier woelingen de anarchistische propaganda
voornameiyk geweten wordt.
Te Reuss, by Tarragona, zyn verscheidene
anarchisten in hechtenis genomen, die op-
ruiendo proclamation verspreidden. Te Va
lencia zyn wraakademende plakkaten, naar
aanleiding van de viervoudige terechtstelling
van Xeres, door de politie afgescheurd.
Sa «Je Stcd. Wcrkinr. zyn opgcnomcD
DATIJM
DAGEN.
Vo-lw.
pers.
Klnde
ren.
Totaal
7 Fobr.
'Zondag
63
21
84
8
Jlaaudag.
01
7
68
9
Dinsdag
85
19
104
10
Woensdag
88
23
UI
11
Donderdag
95
20
121
12
Vi-rjdag
91
25
116
13
Zaterdag
88
19
1(7
^"eniile ÊO'ira..
LA FLECHE.
Slot.)
„Albert!" klonk het uit één mond.
„Albert is hier", sprak hij op kouden toon.
„Albert is hier om zyne bruid mot zich
te nemer.."
„Deze bruidzoide de jonge baron
d'Isonleux, terwijl hy zich vóór zyne vrouw
plaatste.
„Zoo straks zal zy uwe weduwe zyn",
antwoordde d'Evron, zyn degen trekkende.
Die woorden waren nog niet uitgesproken,
of ook Louis d'Isenleux had zyn degen ont
bloot; op hetzelfde oogenblik schoot de secre
taris, met een dolk gewapend, op d'Evron
toe, maar diens lyfdienaar, die hem gevolgd
was, stelde zich tusschen hen in en had in
een oogwenk den jongen man ontwapend.
De degens kruisten elkander; ik hoorde
hot staal,- dat met bliksemsnelheid over elkan
der schoot, zóó snel, dat het scheen of de
degens slechts tegen elkander tikten. Daar
klonk een rauwe gil.de baron d'Isenleux
liet zijn wapen uit de hand vallen cn zonk
ineen. Zyae oudste zuster greep hem; do
jongste wierp zich op de knieön en verborg
haar aangezicht met beide handen. Op het
gelaat van den ouden baron stonden schrik
en ontzetting te lezenroerloos was hy als
aan zijn stoel genageld.
Het geheele moordtooneol had zóó plotse
ling plaats gegrepen, dat thans eerst de
jongste baron d'Isenleux zyn degen trok.
Maar het was te laat; met krachtigen greep
vatte Albert d'Evron de hand van Blanche
en sleurde haar met zich. Op dat oogenblik
scheen haar plicht als gade te ontwaken. Zy
gevoelde dat zij haren doodeiyk getroffen echt
genoot niet verlaten mocht: zy had hem
trouw gezworenMaar de markies sleepte
haar mede en een oogenblik later was hij
verdwenen en waren allen verdwenen en ook
de tafel met de fijne gerocliten. Niets was er
overgebleven dan de bloedvlek op den inge
legden vloer.
Met schrik rees ik opmyn horloge wees
drie minuten over twaalven; in drie minuten
hoogstens had ik dat geheele drama byge-
woond. Toch moest het, meende ik, uren ge
duurd hebben.
Maar was het niet meer dan een droom?
Was het geen visioen? Waren het niet de
schimmen van hen, die eene rol hadden ver
vuld in het drama, waarvan de bloedvlek
getuigde
Dio gedachte maakte zich zoozeer van mij
meester, dat ik ze niet meer van mij kon
afwerpen. Zoo vaak ik de oogen sloot, zag
ik weder den baron d'Isenleux, getroffen dooi
den degen van den markies d'Evron, ter aarde
storten en dan stond mij dat angstige, wan
hopende gelaat weder voor den geest van do
barones, terwyl zy' door haren vroogeren ver
loofde werd modegesloopt.
Eerst tegen den morgen sliep ik in, maar
die rust duurde slechts kort. Myn gastheer
had bedienden, die slipt hun plicht vervulden,
en de dag was nog niet aangebroken, toen
dezelfde oude man, die mij den vorigen avond
had goleid, my weder wekte. Hy vroeg my
verlof om hot ontbyt op myne kamer gereed
te zetten.
Ik zeide dat ik niet gewoon was te ont-
byten, dat men zich voor my zooveel moeite
niet geven zou, maar de man had zyne orders
en keerde weldra terug met een zilveren
blad, waarop alles was geplaatst, wat ik zou
kunnen verlangen.
Terwijl hij bezig was op de groote tafel
het servies te plaatsen, vroeg ik hem wat
dat voor eene vlek was.
„Hebt gy ze gezien vroeg hy onthutst.
„My dunkt dat het moeilyk zou wezen
haar niet te zien!"
„Het is heel treurig, heel treurig", sprak
de oude man op ncerslachtigen toon.
„Het is bloed, nietwaar?"
„Bloed! Was het maar bloed!"
„Wat :s het dan?"
„Het is eene saus, mynheerBloed zouden
wy er al lang uit gekregen hebben, maar do
Hom el mag weten wat de kok in die saus
heeft gedaan: alle pogingen zyn tevergeefs
geweest om do vlek te doen verdwynen.
Maai", ging hy voort, met iets satirieks op
zyn gelaat, „ik zou zeggen het is beter op
den grond dan in de maag. Evenwel, dat
wist de lompe David niet, toen hy de barones
de saus zóó onhandig aanbood, dat de baron,
zich omwendende, de geheele sauskom hom
uit de hand deed vallen."
„Maar dan was hot eigeniyk do schuld van
den baron."
„Met uw'welnemen! Misschien heeft de
baron indirect er toe bygedragen. Maar als
een bediende iets laaf vallen, is het altijd de
schuld van den bediende."
„Gy hebt volkomen gelyk", zeido ik, een
paar vyffïanksstukkon schynbaar ongemerkt
neerleggende, maar overtuigd dat de oude
man die kleine beweging niet uit het oog
had verloren.
Hy was dan ook blykbaar zeer genegen