JU Ju J
H". 9809
Zaterdag 13 Februari.
A*. 1892.
feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van rZon- en feestdagen, uitgegeven.
De Kleine Adverieniiën
Feuilleton.
LA FLÈCHE.
PRIJS DEZER COURANT:
7oor Leiden per 3 ma&aden1.10.
Franco per post1.40.
jL/soodcrlfc'V* 9.^4
PRIJS DER ADVERTENTIE
Vha 1 r0i>o19 fl-Ob. Iedere regel moer/"ü.J7|.
Grooter® lettere Qaar plaataniimto. Voor het
incftsscsron buiten de trorcU 'J. It) bcrs-z-:t.c.
(a 40 Cents bij vooruitbetaling])
worden in het Blad van morgen-
ivond opgenomen.
Leiden, 12 Februari.
Hare Majestoiten do Koningin en de Ko
ningin-Regentes z\jn voornemens in don loop
van de volgende week een bezoek to brengen
aan do gemeente Leiden.
HH. MM. zullen alhier eenige uren van den
namiddag doorbrengen ten einde de Leidsche
musea en eenige andere merkwaardigheden
der academiestad te bezichtigen, en keeren
tegen dinertijd in de residentie terug.
Ter vervulling der vacature, ontstaan
door de overplaatsing van den onderwijzer A. J.
J. Verbrugge van de school der 4de kl. No. 1
naar de Jongenss^fyibl 2de klasse, wordt door
B. en "Ws. den gemeenteraad eene voordracht
aangeboden ter benoeming van een derden
onderwijzer aan de eerstgenoemde school.
Die voordracht, opgemaakt in overleg met
den arrondissoments-schoolopziener, na inge
wonnen bericht van het hoofd der betrokken
school, is samongesteld als volgt: lo. A.
Horree, thans reeds werkzaam aan de be
doelde school, 2o. E. J. Bomli en 3o. A. A.
Dikshoorn, beiden adspirant-onderwijzer en
werkzaam aan openbare Jagere scholen in
deze gemeente. Jaarwedde 550.
- Do commissie van financiën deelt mede
dat zij geene bedenkingen heeft tegen den
in liare handen gestelden staat van af- en
overschrijving op de begrooting van het Gere
formeerde Minne- of Anne Oude Mannen- en
Vrouwenhuis alhier, dienst 1891. Zij stelt
daarom voor dezen staat goed te keuren.
Naar aanleiding van het verzoek van
A. Van Schie, te Noordwijkerhout, geven B.
en "Ws., na overleg met de commissie van
fabricage, in overweging aan adres ant de
gevraagde vergunning te verleenen om eon
dam te herplaatsen in de sloot langs de Haar
lemmertrekvaart nabij dö Mallegatsbrug, mits
door den dam een bekwame duikel worde
gelogd en de toestemming van het polderbe
stuur worde verkregen, z.omede tegen beta
ling van eene jaarlijksche recognitie van 2.60.
Wat betreft het verzoek van P. H. Schouten,
deelen B. en Ws. mede dat de dochter van
adressant de Hoogere Burgerschool voor
Moisjes met 1 Februari jL heeft verlaten, ten
einde deel te kunnen nemen aan een cursus
tot opleiding voor de apothekersleerlingen,
welke cursus op 1 Februari jl. is begonnen.
Zij geven mitadien in overweging, aan adres
sant vrijstelling of terugbetaling te verleenen
van schoolgeld voor zijne dochter, die met 1
Februari jl. de Hoogere Burgerschool voor
Meisjes heeft verlaten, over de eerste twee
kwartalen van den cursus 1891/92.
Ds. Chr. L. Laan, predikant te Rotter
dam, hield gisteravond in de groote zaal van
het Nutsgebouw alhier eene lezing, schoon
van vorm, rijk en degelijk van inhoud, ten
onderwerp hebbende „Het Réveil in Godsrijk,
Kerk en Zending"eene lezing, welke het
groote aantal ook nu aanwezige, trouwe bezoe
kers van de door dr. J. H. Gunning JHzn. geor
ganiseerde zes lezingen zeer moet voldaan
hebben, maar ons om haron aard en dien
van ons blad niet vergunt eene zoo uitvoerige
schets er van te geven als van hare vier
voorgangsters.
Onder réveil heeft men, zeide spr., te ver
staan geen mirakel, maar eone ontwaking,
eene opwekking, welke op elk gebied kan
plaats hebben; zoo valt bijv. in onze ten einde
spoedende eeuw een réveil te bespeuren wat
betreft de ontdekkingen op wetenschappelijk
gebied, welke zulk eene hooge vlucht nemen.
In hoofdzaak wees de geachte spreker op don
geest der insluimering en weder opleving en
omgekeerd; op de natuurwet, waarvan Henry
Drummond en Darwin gewagen, heerschende
in den mensch als eene kracht, die hem om
laag trekt, die werkt aan zijne verwording,
aan zijn terugvalop het diepste lijden en de
heiligste verwachtingen, welke de godsdienst
hoe ook opgevat, altijd toch eene zeldzame aan
trekkelijkheid hebbende vertegenwoordigt;
op de nalatigheid en ontaarding op zielkundig
gebied, geen verschijnsel, maar een beginsel
in 't kort op twee krachten: de eene wer
kende naar omlaag, de andere In tegenover
gestelde richting.
Met voonfeeeldon uit de geschiedenis in don
meest uitgebreiden zin toonde h# aan die
verwording, die insluimering, dien terugval en
die opwekking, die opleving, dat réveil door alle
eeuwen heen, in Godsrijk, Kerk en Zending.
Door den heer W. Yan Erp, stafmuzikant
bij het 4de reg. inf. alhier, is een marsch
gecomponeerd, welken hü heeft opgedragen
aan den heer kolonel Vogel, commandant van
genoemd regiment en welke opdracht door
dien kolonel welwillend is aanvaard.
Genoemde marsch zal morgen door de
stafmuziek op de plaats der infanterie-kazerne
aan de Morschpoort ten gehoore worden ge
bracht.
De Hollandsche mail met berichten uit
Batavia tot 12 Jan. kan morgen alhier wor
den verwacht.
In een familiegraf op de algemeene be
graafplaats te Terwolde is in tegenwoordig
heid van bloedverwanten en vrienden aan den
schoot dor aarde toevertrouwd het stoüelijk
overschot van wijlen den oud-hoogleeraar aan
de Leidsche hoogeschool mr. J. De Wal.
Mr. W. Yan Rossem Bzn., advocaat to
's Gravenhage, herdacht den betreurden over
ledene als groot geleerde, als een man van
veelomvattende kennis, die niet, zooals som
mige geleerden, hunne wetenschap in de
studeercel verborgen hield, maar gedurende
een groot deel zijns levens zijn licht deed
schijnen in de maatschappij tot heil van zijn
vaderland, dat hij zoo lief had. Getuigen
daarvan zijn de talrijke oud-leerlingen, die
hy tot nuttige leden der maatschappij vormde,
de vele geschriften zoowel in het buiten- als
in het binnenland bekend, en eindelijk in de
voornaamste plaats het monument dat bij
voortduring zijne nagedachtenis zal levendig
houdenhet nationaal Nederlandsch straf
wetboek. Hij immors was de voorzitter en
do ziel van de commissie, belast met het
ontwerpen van dat wetboek.
Do overledene paarde aan veelomvattende
geleerdheid eene buitengewone mate van min
zaamheid en vriendelijkheid in den omgang;
jong of oud, eenvoudig of geleerd, hy wist
met ieder om te gaan en ieder te boeien.
Een der naaste bloedverwanten bedankte
voor de laatste eer, aan den overledene be
wezen.
De nieuwe predikant van Lopikerkapel,
de heer Ton Cate, uit Enschedee, zal Zondag
den 21sten dezer door prof. Gunning, uit
Leiden, bevestigd worden.
Omtrent het bezoek, dat HH. MM. de
Koningin en de Koningin-Regentes gisteren
aan de fabriek der hoeren Van Kempen te
Voorschoten brachten, vernemen wij nog het
volgende
Het bezoek geschiedde met groot gevolg
van dames en heeren.
De fraaie en passonde versiering van de
fabrieksgebouwen en der fabrieksterreinen
leverde het duidelijk bewijs van den hoogen
prijs, waarop dit vorstelijk bezoek door do
eigenaren der fabriek van gouden en zilveren
werken gesteld werd.
De heeren Van Kempen hadden het voor
recht de hooge tevredenheid van HH. MM.
over hetgeen zij zagen te mogen vernemen,
terwijl hoogstdezelven met welgevallen de
bouquetten aannamen, aangeboden door de
kinderen der beide firmanten, en aan de fondsen
dor fabriek de vorstelijke gift schonken van
f 200.
Dr. A. J. Van 't Hooft, predikant te
Nootdorp, heeft bedankt voor de beroepen
naar de Ned.-Herv. gemeenten te Alkmaar en
Leimuiden.
H. M. de Koningin-Regentes liet zich
heden te 's-Hage bij de begrafenis op „Nieuw
Eik-en-Duinen" van den gepensionneerden
generaal-majoor F. F. Steenberghe, adjudant
in buitengewonen dienst van wijlen Z. M. den
Koning, vertegenwoordigen door den adjudant
van Hr. Ms. ritmeester jhr. W. F. H. Van de
Poll, die in een hofrytuig deel uitmaakte van
den stoet.
De Staatscommissie voor de administra
tieve rechtsspraak heeft hot eerste gedeelte
van hare taak volbracht en haar secretaris,
mr. Arntzenius, houdt zich thans bezig met
het samenstellen van het verslag van dit
deol van den arbeid, na afdoening waarvan
de commissie hare vergaderingen zal hervatten.
Mr. J. Spoor heeft heden voor den
Hoogen Raad den eed afgelegd als president
van het gerechtshof te 's-Gravenhage.
Wat hoeft oaze nieuwe Stadszaal
gekost?
Verschil tueschen raming en werkelijke kosten
Bij Raadsbesluit van 8 Mei 1890 werd een
bedrag va» 152,550 beschikbaar gesteld
voor den bouw der Gehoorzaal, te vinden uit
opbrengst van geldleening, als: voor het ge
bouw 117,000, meubilair f 8000, verwarming
15000, verlichting 7900, bouwen van eene
kosterswoning e. a. f 4050.
In de zitting van 30 October 1890 werd
besloten dat de verlichting der Gehoorzaal
zou geschieden met gas en tevens de raming
der kosten van verlichting met ƒ2260 ver
hoogd en gebracht op ƒ10,150, terwijl in het
betrekkelijk rapport door B. en Ws. werd
medegedeeld dat later een voorstel tot ver
hooging van de voor den bouw der Gehoor
zaal toegestane som zou worden ingediend.
In het jaar 1890 is van die som gebruikt
92,047.25 en bij Raadsbesluit van 24 Aug.
1891 werd een bedrag van 59,902.75 op
den post der Onvoorziene Uitgaven van de
begrooting voor 1891 overgebracht voor de
voldooniDg van de uitgaven, welke in 1890
niet hadden kunnen geschieden, terwijl uit
2.)
Eindeiyk waren wy op het hoogste ge
deelte en hier was de weg beter dan op
eenig ander punt, daar de wind de sneeuw
laag voortdurend had weggejaagd en wat er
was blijven liggen een hard pad aanbood.
Statig en eenzaam lag daar het oude kas
teel, waarvan de gevel by herhaling was
vernieuwd en zeker ook de inwendige inrich
ting met den tyd was medegegaan, maar dat
toch nog altoos aan de dagen herinnerde, dat
de ridders elkander beoorloogden.
„Zgn ze ryk, die d'Isenleux?" vroeg ik aan
mijn koetsier.
„Rijk wel", antwoordde hy, op een toon,
waaruit dnideiyk bleek dat er iets anders
aan haperde.
„Maar gierig?"
„O, neen I maar het zgn zonderlinge men-
schen. Men ziet ze nooit; het is of zy de
wereld schuwen."
„En waarom zouden zy dat doen?'"
Mpn voerman haalde de schouders op. Hy
wist het niet, maar dit wist hy wel, dat zy
in geen goeden reuk stonden in den omtrek
en niemand kreeg toch zulk eene reputatie
onverdiend.
Hy zweeg toen geruimen tyd, geheel en al
vervuld met het gadeslaan van het pad, dat
de paarden volgden, want eigeniyk waren
het meer de paarden, die de richting aan
wezen, dan do koetsier. Aanvankelyk leverde
de weg geene moeilykheden meer op, maar
naarmate wy lager kwamen, werd de sneeuw
hooger en nu en dan waren wy tot over de
as er onder bedolven. Het pad werd smaller,
zoodat het rytuig slechts ternauwernood tus-
schen de boomon kon doorryden. Eindeiyk
stuitten wy op oen waterval, waarover eene
brug had gelegen, welke door den stroom
was weggeslagen. Met groote moeite keerden
wy het rytuig om, ton einde op een ander
pad te komen, maar wy hadden dit geen
tien minuten gevolgd, of weder stonden wy
stil voor eene breede boek, waarover eveneens
de brug was vernield. Een derde weg leidde
naar eene plek, welke ons belette verder
te gaan.
Nogmaals wendden wy en keerden terug
naar het kasteel, ten einde daar den weg
te vragen, welken wy naar Castelnau vol
gen konden.
Intusschen was de avond gevallen en myn
voerman had reeds meer dan eens de op
merking gemaakt, dat, zoo by klaarlichten
dag de tocht moeilyk was, hy in de duis
ternis niet was te volbrengen. Hy had go-
hoopt vóór den avond op don grooten weg
naar Castelnau te zgn, welken hg kende en
welke geen bezwaar opleverde, maar door
herhaaldeiyk op zyn pad to moeten terug-
keeren, was het later geworden dan hg had
voorzien. Misschien evenwel zou men ons op
het kasteel een weg weten aan te wyzen en
het was om dezen te vragen, dat wy de
breede oprijlaan naar het huis insloegen en
voor het hek stilhielden.
Ik steeg uit, terwyi do voerman by de
paarden bleef, en meldde me aan den stal
aan; do koetsiers toch zyn in den regel de
beste wegkenners. Maar in den stal was
niemand. Ik moest dus wel op het kasteel
zelf hulp zoeken.
Toen lk de trappen van het hooge bordes
besteeg, waarop do hoofddeur uitkwam, zag
ik een jongmensch met zgn geweer onder
den arm van achter het huis komen. Ik
wachtte zyne komst en vroeg langs welken
weg men het best Castelnau zou bereiken.
„Langs geen weg, althans niet by nacht;
overdag zou ik u een pad kunnen wyzen, dat
gg te paard volgen kunt. Is het uw rytuig,
dat daar staat?"
Ik antwoordde toestemmend.
„Dan kunt ge niet beter doen dan het
hier op stal zetten en den nacht op het kas
teel doorbrengen."
„Maar.
„O, ik begrgp wat gy zeggen wilt. Al hadt
gg duizend bezwaren, zg zouden alle zwichten
voor deze ééne opmerking: terug kunt gy
niet en verder komt gg niet. Alzoo, mynheer,
wees welkom op „La Flèchel"
Aan een bediende, die, blykens de wei-
tasch, welke hg droeg, zyn meester op de
jacht had vergezeld, gaf de jonkman de noo-
dige bevolen voor het rytuig en een kwartier
later zat ik, ondanks de bezwaren, welke ik
maakte, in de groote zaal by de familie
d'Ieenleux.
De baron d'Isenleux was een grgsaard, het
type van een landedelman. Als men niet
wist dat hy de heer van hot kasteel en de
eigenaar van het terrein uren in den omtrek
was, zou men hom voor een welgestelden
boer hebben aangezien. Alleen de wyze,
waarop hg zich uitdrukte, getuigde voor zyne
hoogere beschaving. Aan zyne zyde was eene
dame gezeten van dertig jaar ongeveer, met
een geprononceerd zuidelgk voorkomen.
(UVcJf vmoijd.y