9808. Vrijdag 12 Februari. A'. 1802. feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van gon- en feestdagen, uitgegeven. pit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Leiden, 11 Februari. LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT: foor Leiden per 3 amende*f 1.11. Franco per poet1.40. Aixoodertyke Ko«tn>«r%»4H. PRIJS DER ADVERTBNTIÊN: Tan 16 regel» f 1.05. Iedere regel meer f U.17$. Grootere letter» Daar plaatsruimte. Yoor hal tncassseron b ait-en de »tad wordt fQ. 10 bereassx. Aan de universiteit alhier is het candidaats- examen in de rechten afgelegd door den heer K. Colenbrander en het doctoraal examen in de rechtswetenschap door den heer H. H. A. Sluis. Zy, die zich voor plaatsing op de kiezers- lysten moeten aangeven, gelieven te bedenken, dat 14 Febr. op Zondag valt, en daar alsdan het Stadhuis gesloten is, de aanmeldingen uiterlyk op Zaterdag 13 Febr. moeten plaats hebben. Men moet, om kiezer tc zijn, meerderjarig maniyk ingezetene wezen van de gemeento Leiden om kiezer voor den Raad, van de provincie Zuid-Holland, om kiezer voor do Prov.-Staten, van Nederland om kiezer voor de Staton-Generaal te zyn. Men moet niet gevangen zitten en niet het voorafgaand jaar bedeeling genoten hebben. Voorts heeft men in de eerste plaats do kiezers, die zonder eigon bemoeiing op de lijsten komen. Het zyn degenen, die in het personeel naar de huurwaarde zyn aangeslagen en geen remissie ontvangen. Dat kan ieder op zijn aanslagbiljet voor het personeel zelf zien Hg wordt, als hy de belasting over 1890/01, dus loopendo tot Mei 1891, geheel betaald heoft, vanzelf op do lysten gebracht, en heeft alleen als de lijsten aangeplakt en ter inzage gelegd worden, zich te overtuigen of zyn naam er op voorkomt en goed is opgenomen. Is men niet hier, maar elders op die wyze in het personeel aangeslagen, dan moet men zich wel aangeven. Men moet zyn voor vol daan geteekend aanslagbiljet vortoonen. Onder voldoenden aanslag verstaat de Wet: Voor de gemeenten van nog geen 3000 zielen tegen eene huurwaarde van niet minder dan ƒ24 per jaar. Voor eene gemeento van 3000 - 1000 zielen minstens ƒ28 per jaar. Van 5000 tot beneden 8000 zielen f 33 .8000 12000 38 12000 17000 44 17000 24000 49 24000 30000 53 36000 48000 70 48000 en daarboven 100 Om nu te weten of go tegen zulk eene som zijt aangeslagen, vermenigvuldigt ge het aantal guldens, dat ge in belasting voor de huur waarde betaalt, met 20. Byv. Wie te Leidon ƒ3.50 in huurwaarde (eerste grondslag) betaalt, kan kiesrecht hebben, want 20 X f 3.60 ƒ70 huurwaarde. Is men in de grondbelasting aangeslagen voor een bedrag van minstens 10, aan hoofd som en ryksopcenten (een tweede grond van kiesbevoegdheid, dien men kan aanvoeren, als men niet reeds kiezer is om bovengenoemde reden), dan moet men zich met de voor voldaan geteekende belastingbiljetten over 1891 aan geven. Men moet dus de belasting, loopende tot 31 December 1S91, by de aanmolding be taald hebben. Die ƒ10 grondbelasting behoeft niet uit tenen aanslag, zelfs niet uit de aanslagen in éine gemeente voort te vloeien. Als men is aan geslagen voor verschillende perceelen, waar ook gelegen, mits maar de verschillende aanslagen te zamen f 10 bedragen aan hoofdsom en ryks opcenten, dan is men kiezer. Men moet dan echter de verschillende aanslagbiljetten mee brengen. Is deze belasting misschien nog niet betaald, dan kan men dat nu nog doen. Wie verhuisde naar eene andere gemeente, kan kiezer worden, zoo liy óf het oorspron- kelyk aanslagbiljet óf afschrift van het vol daan geteekende aanslagbiljet over het dionst jaar 1890/91 by don Burgemeester zyner woon plaats inzendt. Wie in dezelfde gemeente bleef wonen, maar alleen eene andere woning betrok, wordt even eens kiezer, wanneer zyn aanslag over 1890/91 daartoe recht geeft en voldaan is. In dit laatste geval behoeft men zich echter niet aan te geven, want dan zorgt men op hot Raadhuis, dat de kiezer op de lyst wordt gebracht. Iu de gisteren gobouden vergadering der Kamer van Koophandel en Fabrieken alhier zijn herkozentot voorzitter de heer P. L. C. Driessen, en tot onder-voorzitter de heer H. C. Juta. Hedennamiddag omstreeks twee uren hebben HH. MM. de Koningin Regentes en Koningin Wilhelmina oen bezoek gebracht aan de koninklyke fabriek van gouden en zilveren werken der heeren J. M. Van Kempen en Zn., te Voorschoten, waar zy langen tyd vertoefden. Nader wordt uit Den Haag bericht dat het aanvankelyk op 2 Maart a. s. bepaalde tweede Casino-bal niet dien dag zal plaats hebben, maar op een nader te bepalen tydstip. De Coöperatieve Winkelvereeniging van „Eigen Hulp", te 's-Gravenbage, keert over het afgeloopen jaar aan de leden 15 percent uit van hun verbruik by een totalen omzet van ruim f 987,000. Op 1 Januari jl. telde de vereeniging ruim 300 leden meer dan op denzelfden datum van het vorige jaar. Mr. J. Spoor, die kort na zyne benoe ming tot president van het gerechtshof te 's-Hage door eene ongesteldheid werd aan getast, is thans zoover hersteld, dat zyne installatie reeds is bepaald kunnen worden op aanstaanden Dinsdag, 16 Februari. Tot dat einde is tegen genoemden dag des na middags te 3 uren eene plechtige openbare zitting van het gerechtshof belegd. Voor do verkiezing van een lid der Provinciale Staten in het district Tiel ivaren uitgebracht op de heeren mr. J. H. Post 620 stemmen; W. De Haas 289; Duys 172; Buddingh (antirevolutionnair) 90; Völcker54 De volstrekte meerderheid was 621. Alzoo moet eene herstemming plaats hebben tus- schen de heeren Post en De Haas. De eerste is aanbevolen als liberaal, de tweede als gematigd liberaal. Te Haarlem is overleden, op 80-jarigen leeftyd, de heer P. J. Travaglino, vroeger mede-directeur van den in 186S opgeheven Haarlomsche Stoom-zijdefabriek, terwyi hy geruimen tyd lid is geweest van de Kamer van Koophandel en tot zyn overlyden lid van het College van Zetters. Nadat gedurende drie maanden ongeveer do raadszaal te Haarlem voor het doen van eenige herstellingen gesloten was geweest en de raadsvergaderingen hadden plaats gehad in de Statenzaal van het Prinsenhof, ver gaderde gisteren de Gemeenteraad weder in de thans geheel gerestaureerde Oude Vroed schapskamer. Om meer ruimte te verkrygen, is de kachel, welke midden in de zaal stond, verdwenen en zijn er kachels onder de antieke schouwen aangebracht, evenwel zóu, dat ze voor het oog verborgen zyn. Voor eene doelmatige ventilatie door schoorsteenen in de hoeken der zaal en aanvoer van versehe lucht onder de kachels is gezorgd. De balklaag is van hare verf ontdaan en de geheele zaal is door tal van portretten der stadhouders enz., door nieuwe gordynen, door eene gebeeldhouwde lambrizeering tot afscheiding van het publiek, en 't aanbrengen van een afzonderlyken toe gang voor de raadsleden door eene vestiaire, zeer verbeterd. Tot onderwyzer 3de klasse aan de 2de tusschenscbool is benoemd de heer J. Bran denburg, te Haarlem. Met den benoemde ston den op de voordracht S. Blom, te Voorschoten, en "W. Engels, te Slagharen. Tot onderwyzer 3de klasse aan de koste- looze school letter D is benoemd de heer J. V7. Van den Bogaardt, te Haarlem. Met dezen waren voorgedragen P. Rus, te Egmond aan Zee, en E. C. Houbolt, te Sassenhelm. Aan den heer F. W. M. Spruitenburg, is op zyn verzoek, wegens benoeming tot onder wyzer te Amsterdam, eervol ontslag verleend uit zyne betrekking van onderwyzer aan de kostelooze school letter B, te Haarlem. By koninklijk besluit van 10 dezer is do heer H. A. Loder, thans chef, vroeger ge- machtigdo van de firma De Lange Co. in Atjeh en onderhoorigheden, benoemd tot ridder 4de klasse van de Militaire Willemsorde, en zulks ter zake van zijne houding by verschil lende gevechten in Atjeh, in het byzonder in de maanden Juni 1882, Juli 1883 en Jan. 1885. By koninklyk besluit is pensioen ver leend ton laste van den Staat aan: H. Pas man, 272, en TV. Van Weele, 204 "s jaars. Voor het tydvak van 1 April 1892 tot en met 31 Maart 1893, benoemd tot leeraaraan de Ryks Hoogere Burgerschool te Roermond, P. Meyer, te Amsterdam. De kapt.-luit. ter zee A. J. Krabbo, opzijn verzoek, met 11 Maart a. s., eervol ontheven van de waarneming der betrekking van in specteur over het loodswezen, de betonning, bebakening en verlichting in het 1ste district te Delfzyl. Kef Lctdsch Toonecl. Het tooneel is de spiegel van het rnen- schelyk leven. Don mensch weer te geven in zyne ver schillende gedaanten, met al zyne eigenaar digheden; zyne gebreken en ondeugden op aardige wyze te hekelen, ziedaar Let doel, dat velen zich voor oogen gesteld hebben, dat slechts enkelen na'oy zyn kunnen komen. Een enkele slechts heeft het bereikter is slechts óln scbryver, die den mensch heeft weten te schilderen, zooals deze in werke- lykheid is, nameiyk Molière. Molière kende de mensehen van allen rang, van allen stand; zyne schitterende comedios zyn daar, om het te bewyzen; zyne werken zyn getrouwe kopieën èn van het gemeene volk èn van do aristocratie: nu eens de taal der hovelingen, dan weer die der kaaiwerkers; het eene oogenblik beeldhouwt hy de hand met den schepter, het andere de vuist met den knuppel. F'eu.illeton. LA FLÈCHE. i.) „Daar heb ik eens gelogeerd", zeido myn nevenman in den spoortrein van Toulouse naar Carcassonne, terwyl hy my wees op het fraaie kasteel „La Flèche", dat recht als een pyl zich verheft boven het landschap in den omtrek. „Hebt gy?" vroeg ik, en myn toon verried waarschynlyk, dat ik liem niet zoo onbepaald geloofde, want myn buuiman zag er niet uit om op kasteelen te logeeren. „Ik was toen nog handelsreiziger", zeide hy, „en het was ook meer toeval, dat ik de gast op „La Flèche" was." Hy vertelde my r.u de volgende herinne ring uit de dagen van zyn commis-voyageur- schap „Het was winter. Ongekend zware sneeuw buien waren dagen en dagen lang neerge vallen. Al hooger en hooger was de sneeuw massa geworden en al zwaarder en zwaarder vracht had ook op den spoorweg gedrukt; al meer en meer was de vlood gerezen, door den storm opgejaagd en eindolyk, onder de vereenigde kracht van storm en sneeuw, was de spoorwegbrug bezweken en de dienst gestremd. Daar stond ik nu in Montbartier, waar ik niets ter wereld te doen had. De meeste reizigers hadden reeds vroeger den trein ver laten. Zy hadden vernomen wat er gebeurd was en waren in de groote stations achter gebleven. Ik was doorgereisd tot Montbartier, altijd in de stille en vry ongegronde hoop, dat er nog wel gelegenheid zou wezen den tocht te vervolgen. Maar by onze aankomst werd my van alle zyden verzekerd, dat dit niet mogelyk was. Toch moest ik verder. Myne zaken dwon gen my er toe. Was hier de brug vernield, van het volgende station reed de trein weder af en .het was dus slechts de quaestie of er een rytuig te bekomen was, dat my over den straatweg naar dat volgende station kon en wilde brengen. Natuurlyk begon ik met overal weigerin gen te ontvangen. Het was onmogelyk, heette het, maar, daar het voor my van het hoogste belang was bytyds te Toulouse te zyn en geld in zekeren zin er niet op aankwam, slaagde ik toch eindelyk er in een voerman j te vinden, die den tocht met my wilde onder nemen. De vracht was het vierdubbele en ik I werd aansprakelyk gesteld voor de schade, welke aan het rytuig mocht overkomen. Ik nam alles op myzelfs voor het geval, dat de paaiden mochten bezwyken, stelde ik mij of liever mijn Huis verantwoordelyk. Des namiddags to twee uren reed ik in een licht iytuigje met twee flinke paarden de hoofdstraat van Montbartier uit, nagekeken door de weinige bewoners, die zich op straat vertoonden; want de sneeuw lag twee voet hoog. Mijn voerman was een flinke knaap van twintig of twee en twintig jaar, die zelfs pleizier had in de onderneming en wien het vooruitzicht op de extra-fooi nog meer daar voor innam. Het was helder weer, koud, maar zonder wind, zoodat de tocht in een open rytuig niets onaangenaams had en de eerste drie uren byna eene uitspanning was. Hot ging stapvoets in de dieper liggende wegen, in gestrokten draf over de hoogten, waar de wind de sneeuw eenigermate had doen ver stuiven. Nog een paar uren en wy zouden op den hoogen weg zyn, welke naar Castelnau leidde. Dan was de onderneming gelukt. Maar vóór wy dien weg hadden bereikt, moesten wij een dal door, een prachtig dal, dat in den zomer tot de bekoorlykste streken behoorde, welke de toerist bezoeken kan, maar die hy niet meer bezoekt, sinds de spoorweg er hem in pijlsnelle vaart voorbij voert. Lanen, door hoog opgaand geboomte gevormd, met beekjes doorsneden, afgewis seld door rotspartyen, maken dit tot een der schilderachtigste landschappen, -tiaar de sneeuw had zich in de lagere gedeelten op gehoopt; de beekjes waren buiten hare oevers getreden, de rotsen boden geen weg aan. Myn voerman was van den bok gestegen en had my de teugels overhandigd om zelf op verkenning uit te gaan. „Dat zal niet lukken, mynheer", zeide hij, toen hy naverloop van een halfuur terugkwam „door het dal kunnen wy niet, maar over den berg loopt een padhet is niet heel breed, maar met. wat beleid zullen wy er wel komen. Ziet ge daar dat kasteel? Dat is „La Flecbo", van den baron d'Isenleux. Daarlangs zullen wy oen weg vinden, die aan gene zijde van het dal uitkomt." „En mogen we over zyn goed rijden?" „Gewoonlyk niet, maar in zulke tijden mag men alles." De naar het zuiden gekeerdo berghelling leverde weinig bezwaar opook in de bos- schen konden de paarden zonder moeite hun weg vinden. Wordt verziigti)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 1