'S ZEEP met den U
ONZE BESTE EN GOEDKOOPSTE TOILET-ZEEP
Doering's Zeep
nrklanu iet analyse
Doering's Zeep
lit, ofschoon ai Ho hoste Her wereld is, voor slechts 25 Geils par stel rerhrihaar is te Leiden hij
Zij doet ontstaan
Z\j verhindert:
aSSKK'HSBi
ter rationeele verpleging der huid,
de verkrijging eener frissche gelaatskleur,
UITTREKSEL
met den UIL,
om Kinderen en Zuigelingen te wasschen,
-voor personen met gevoelige huid.
VOORDEELEN
niet den UIL:
Volkomen neutraal,
Uiterst reinigend.
Zeer zacht.
Zachte Huid,
Ruwe, rossige
Huid.
Te vroeg rimpelen.
SV* Als kentecken is op ieder stuk echte Doering's Zeep ons fabrieksmerk, de UIL, gestempeld; vandaar de
benaming: „Doering's Zeep met den Uil."
uit de
over
van den Scheikundige
ALWItt ENGKLUARDT.
In 100 deelen van deze, in een hier
gevestigden Winkel gekochte, nog
frissche Doering's Zeep (met den Uil)
werden aangetroffen:
76.9 pCt. Vetzuren.
8.6 pCt. Natron.
14.5 pCt. Water en Bezinksel.
100.0 pCt.
De Zeep bevatte noch vr\jo kool
zure Natron, noch onveranderd Yet,
noch in water onoplosbare bijmeng
sels, als Talk, kiezelzure Natron
(waterglas) enz., doch zy was eerder
geheel neutraal bewerkt on zon
der gebreken.
Deze Toilet-Zeep, die een hoogst
aangenamen, verfrlsschcnden
geur heeft, Is niet alleen eene
volmaakt reine, doeh ook eene
buitengewoon zachte Keep, die
aan alle elschen, ook aan de
hoogste, eener goede Toilet
zeep beantwoordt, en daarom leder
een, in 't bijzonder Dames en
kleine Kinderen, als een voor-
trefleiyk Wasch middel kan
worden aanbovolen.
Leipzig, 8 Mei 1891.
Alwin Engelhard!,
Techn. Schoikundige en
Zeepfabrikant.
van
Heerlijk geparfumeerd.
SPAARZAAM VERBRUIK.
Zuiverheid gegarandeerd.
SCI100NK GELAATSKLEUR,
Jeugdig voorkomen.
Voor het Toilet onzer
Schoonen, voor Personen met
zachte, gevoelige huid, alsook
voor Zuigelingen en Kinde
ren, bestaat er geene heil
zamer Zeep dan: t
BEUZEMAKER Co., Vischmarkt; C. M. v. DORP, Haarlemmerstraat 3; J. H. DIJKHUIS, Hoogstraat: GERNER Co., Maarsmans-
steeg 7; A. G. HOPPEZAK, firma D. J. Meysing, Coiffeur; C. A. A. KEULEMANS, N. Rijn; W. A. KOPER, Klokst.eeg; .T. W. H. ROTTE
VEEL, Breestraat 23; REYST KRAK, Beestenmarkt; A. v. d. STOK, Donkersteeg 4; N. K. SWEMER, Mare.
Verkoop en-gros: F". VAN DOR.P, Haarlemmerstraat 5. 54(1 092
3F"010.illOt03EL.
EEN GELUKSKIND.
Van U. Schobert.
eo
Dan, 0 dan zou hy niet langer behoeven
te wachten, het geluk, dat hy in haar kon
vinden, met beide handen aan te grypen.
Ken halfuur later zat Hanna stom en als
eon steenen beeld aan de koffietafel. Kurt
had eerst een onderzoekenden blik op het
onbevallige meisje geworpen en zich toen
niet verder om haar bekommerd.
Doch Hanna kon hare oogen maar niet
van don schoonen jongen man afwenden. Zoo
dlkwyls hy zyne oogen opBloeg, ontmoette
hy Hanna's blik, welke byna onafgewend op
hem was gericht.
Het was moeilyk te zeggen, wat er oigen-
jyk in het meisje omging, dat geen woord
uitte en geheel en al in bewondering verdiept
scheen. Het kwam haar voor alsof zy nog
nimmer zulk een schoon, welgevormd man
had gezien. Hy scheen wel een Adonis, zoo
als hy daar zat in dien grooton fauteuil, met
dat zwart krullend haar tegen den rug van
den stoel gedrukt, zyne witte tanden, welke
by lederen glimlach te voorschyn kwa
men en dan zyne fijne, zachte handen!
Het was niet noodig te spreken, dacht
Hanna; als ze hem maar altijd zoo kon biy-
von aanstaren, en voor den eersten koer
werd ze half boos op Erna, toen deze haar
voorsloeg te gaan wandelen.
„Ja, kom, dat zou niet onaardig zyn", zeido
Kurt opstaande„laat ons eens in de frissche
lucht gaan 1"
Hanna's stomme bewondering was hem
niet ontgaan en hy was slim genoeg, niet
uit het oog te verliezen, dat het een zeer ryk
meisjo was, dat hem daar zoo onverholen
haro bewondering deed blyken. Leelyk was
ze, dat was zeker, maar met zijn inkomen
1 öO mark 's maands.
Zy wandelden eerst een poosje en dronken
toen in eene herberg by eene uitspanning
een glas bier. Was het toeval, dat Kurt in
die donkere allée opeens aan Hanna's
zyde was?
„Ik heb van mejuffrouw Erna gehoord dat
ge zoo gelukkig geweest zyt, juffrouw
Hanna I" begon hy, zich tot haar wendend.
„Geld en goed zyn van veel belang in de
wereld I"
„Ja", zei Hanna kortaf. Ze was een weinig
verlegen, dat die mooie jonge man haar zoo
vertroawelyk aansprak.
„Blyft gy by Erna's moeder wonen?"
„Ja 1"
„O, dan zullen we elkaar nog wel eens
zien; ik heb don dames beloofd haar iedoron
Zondag te komen bezoeken. Vindt ge dat
prettig, juffrouw Hanna?"
„Hoe kunt go dat nog vragen zeide Hanna,
die nauwelyks wi6t wat te antwoorden.
Dien nacht kon Hanna nauwelyks den
slaap vatten; zy telde letteriyk de uren,
welke nog tot den volgenden Zondag moes
ten verloopen. En zy luisterde met gespannon
aandacht als Erna van Kurt Walden sprak
en van zyn karakter en zyne hoedanigheden
verhaalde. Zy gevoelde echter diepe smart
als zy zich by Erna vergeleek. Nooit had zy
het onderscheid zoo sterk gevoeld als nu.
Voor do eerste maal scheen het haar een
troost, te denken dat mynlieer Walden ge
zegd had: „Gy zyt ryk, Hanna, en Erna is
arm." Zou geld werkelyk gelukkig maken?
Dan was ze met recht een gelukskind!
En wat Kurt Walden betreft, hy kon on-
mogelyk Hanna zoo liefhebbon als Erna,
maar hy hield veel van een goed en lekker
leven en kleedde zich gaarne goed. Tot hier
toe had hy dat meestal op kosten van an
deren gedaan; daarom meonde hy nu te
moeten toeslaan, nu het toeval hem zoo
onverwachts dien ryken buit in den schoot
voorde. Het ergste was, dat Hanna or zoo
schrikkeiyk oud uitzag, veel oudor dan zy
werkolyk was, en ook zoo grof, on dat zij
hem altoos er aan zou herinneren tot welken
stand zy behoord had. En die harde, roode
handen
Doch eens liet ze hem toevallig de wissels
der spaarbank zien. Honderdduizend mark!
En dienzelfden morgen had hy woorden met
zyn kleermaker gehad over eene groote som,
welke hij nog moest betalen. Dus, opgewon
den als hy was, besloot hy nu maar ineens
allen twijfel op te heffen en Hanna te huwen.
Des namiddags gingen zy, zooals altijd,
na vieren, naar den dierentuin. Kurt liep
niet, zooals gewoonlyk, naast Erna, maar
bleef steeds aan Hanna's zyde; het kon hem
niet ontgaan, dat Erna's hoofdje op de borst
zonk, als ze dit bespeurde.
By het naar huis gaan was het byna pik
donker geworden onder de hoorneneene
vrouw, die bloemen verkocht, ging hun rake
lings voorby. Kurt kocht er eenige 011 bood zo
den dames aan.
{Wordt vervolgd.)
Leiden, ter Boekdrukker^ van A. W. SIJTHOFF.