N°. 9794- Woensdag; 27 «Januari. A®. 1892. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. De Kleine Advertentiën Leiden, 26 Januari. feze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van <gon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. PRIJS DEZER COURANT: 7oor Leiden per S maanden1.10. Franco per post1.40. Afaoaderlijke Nammer*.0.05. Eerste Blad. worden in het Blad van morgen avond opgenomen. Woensdag- en Zaterdag-avond zijn exemplaren van het Dagblad, waarin deze Advertentiën voorkomen, van af halfzeven ver krijgbaar ad 2 Cents, mits aan het Bureel afgehaald. Aan do universiteit alhier is hot eerste natuurkundig examen afgelegd door den heer G. C. Bolten. Wy wenschon nogmaals de aandacht te vestigen op de bijdiage over onderwijs in handenarbeid van den heer A. J. Yan Gemert, in de vergadering der afd. Leiden en Om streken van de Maatschappij tot bevordering der Bouwkunst, volgens eene in dit blad voorkomende advertentie te houden op 28 Januari a. s., des avonds', in het Nutsgebouw. De leden hebben recht tot introductie en ook voor velen, die met de bouwkunde niets uitstaande hebben, kan deze bijdrage zeer belangrijk wezen. In de voorlaatste weekaflevering van „Eigen Haard" komt eene teekening voor, benevens eene daarbij behoorende beschrijving, van den heer H. J. Jesse, architect alhier, van den karakteristieken gevel van het woon huis No. 72 aan den Ouden Singel. Uit de nasporingen van onzen stadsarchi varis, den heer mr. C. M. Dozy, is gebleken, zoo merkt de heer Jesse aan, dat in 1612 het open erf, nu door dat perceel ingenomen, werd verkocht aan Hendrik Cornelisz. Yan Bilderbeeck, stads-meester-metselaar alhier. Yoor Leidenaren inzonderheid is die be schrijving niet van belang ontbloot. Benoemd is tot onderwijzer te Wassenaar de heer K. Hiemstra, te Weesp. Chr. Geref. Kerk. Beroepen naar Mid delbands, de heer Stadig, te Nieuw-Vennep (Haarlemmermeer.) In de te Amsterdam gehouden 11de vergadering van de afdeeiing Noord-Holland Kort geleefd roemvol gestorven. 31 Januari 1802 5 Februari 1831. Slot.) Zoolang nog de gehate driekleur wappert, is nog niets gewonnen. Eerst bij het ver dwijnen daarvan is de overwinning zeker. En waarlijk, er bestaat mogelijke kans op slagen. Daar wordt reeds do vlag neer gehaald Maar op hetzelfde oogenblik verheft zij zich weder als een onvergankelijke tropee, in vlam en rook gehuld, de wereld verkondigende dat de vlag van Nederland zich niet ongestraft laat verguizen. Wat was er geschied? Eeeds kort gaven wjj te kennen, dat niets in staat was de boot te behouden. Of de zeilen al gereefd of ingehaald werden, ankers uitgeworpen, om daardoor de boot te doen wenden of door den wind te krijgen, alles was tevergeefs. Het vaartuig raakte met den achtersteven tegen den wal. Wij weten wat er volgde. In stede van geholpen te wordendoorden vijandelijken officier, ondervindt Yan Speyk tegenwerking en worden hem de scheeps papieren afgevraagd. „Ik zal ze halen!" is het antwoord en onze held bogeeft zich met eene brandende van de vereeniging het Ned. Rundvee-Stam boek werd voorgesteld op de Alkmaarsche Paaschtontoonstelling twee prijzen voor stieren uit te loven, ten bedrage van f 30 en f 20. Hiertegen rezen bezwaren, zoowel omdat het eene afdeelingstentoonstelling geldt, als omdat do kas niet in zoo gunstigen toestand verkeert. Het voorstel werd van verschillende zijden warm verdedigd en daarna aangenomen. Aangenomen werd ook een voorstel van het bestuur tot uitreiking van 10 premiën van f 25 voor één-jarige gekeurde stieren, welke tot 2 Augustus worden aangehouden. Verder werd voor de a. s. Landbouwten toonstelling te Leiden f 100 aan premiön voor stieren en melkvaarzen beschikbaar gesteld. Voor -geneesheer der „Sophia-stichting", te Scheveningen, ter vervanging van den over leden dr. Yan der Mandele, is, naar men ver neemt, de keuze gevallen op dr. Keuchenius, die zich onlangs als arts te Scheveningen gevestigd heeft. Amsterdam heeft een zijner verdienste lijkste burgers verlorenden heer J. H. Meijer, directeur van het voortreffelijke Blindenin stituut in de Vossiusstraat. Eene korte, maar hevige ziekte maakte vrjj plotseling een eind aan zijn werkzaam leven; eene longaandoe ning gepaard aan eene hartverlamming. De overledene, die in de blindenverpleging zich een Europeeschen naam had gemaakt, deswege ridder was van vele orden, was eerst 60 jaren oud en was vol werkkracht en energie. Vroeger aan het particulier on derwijs in Maastricht en Deventer verbonden, werd h\j in Juli 1875 benoemd tot directeur der schoone stichting, waaraan hy zooveel beteekenis heeft weten te geven. (Hbl.) By koninklyk besluit is de Commissaris der Koningin in Noord Holland gemachtigd tot het byeenroepen van de Staten dier provincie in buitengewone vergadering op Dinsdag 9 Februari, om dan aan de orde te stellen de verkiezing van een lid der Eerste Kamer van de Sta ten-Generaal, in plaats van wyien jhr. mr. D. Van Akerlaken. De heer J. J. Veltman, lid van de Provinciale Staten voor het district Hoogezand (Groningen) en 6inds 1859 lid van Gedep. Staten, is in den ouderdom van 83 jaren overleden. Het „Haagscho Dagblad" spreekt nu sigaar in den mond, die hy tydens de wor steling zich door den scheepsjongen "Wyler had doen geven, naar de kajuit, waar zich de kruitkamer bevond. Daar ontwaart hem Wyier, die aan het onheilspellend gezicht van zyn commandant bemerkt dat er iets vreeselyks zal plaats hebben en daarom de vraag doet: „Commandant, gaat gy 't vuur in 't kruit steken?" „Maak dat je wegkomt!" is het antwoord en yiings vliegt de jongen naar boven, zegt het tegen den bootsman, springt over boord en redde daardoor zijn leven. De uitbarsting was vreeselykhet schip spleet vaneen en duizend brokken hout en yzer, mastwerk en tuig, doormengd met half verbrande ïyken en verscheurde ledematen, slingerden door de lucht en verspreidden zich in den omtrek. De eer der vlag was ge wroken. Vyf en twintig schepelingen deelden het lot van Van Speyk; hoe groot het verlies aan do zyde der Belgen was, is niet te bepalen. Vyf personen der bemanning werden gered. Daar is veel en verschillend over de daad van Van Speyk gesproken en geschreven. Een nauwkeurig ingesteld onderzoek naar alle byzonderheden doet ons zien, dat het sinds langen tyd zyn voornemen was in hachlyke omstandigheden de eer der vlag te redden, het weder zyn bericht tegen, dat de schout-by- naeht jhr. Roëll wegens gezondheidsredenen zou repatriëeren. By gelegenheid van den verjaardag van Z. M. den keizer van Duitschland, op morgen, zal de Duitsche gezant by on6 hof alsdan aan de leden van het gezantschap en aan enkele Duitsche onderdanen, in dienst van het ryk, een diner aanbieden. Onder begunstiging van goed weer (al lieten de wegen, wat zindeiykheid betreft, veel te wenschen) is de onlangs nieuw be noemde en reeds geïnstalleerde burgemeester van Heemstede, mr. D. E. Van Lennep, van Amsterdam, op plechtige wyze ingehaald. Aan de grens der gemeente werd hy op gewacht door de feestcommissie en een veertig tal Inwoners van.. Heemstede te paard, als mede door een muziekcorps. Langs de hoofdwegen ondervond hy de meeste blyken van ingenomenheid, o. a. aan het raadhuis, waar hem door de leden van den gemeenteraad de eerewyn werd aange boden en de keurig bewerkte voorzittershamer met zilveren beslag werd ter hand gesteld. Door de leerlingen der byzondere school werd te zyner eere een toepasselyk lied ge zongen, terwyl een der leerlingen der burgo- meesteresse een ruiker aanbood. De ontvangst aan de gemeenteschool was niet minder hartelyk. De heer Staal, hoofd dier school, had blykbaar alles in het werk gesteld om den burgemeester en diens echtgenoote op waardige wyze te ontvangen. Het aardig versierd lokaal had een feestelyk aanzien; de kinderen in hun Zondagspak deden al hun best om zich zoo goed mogelijk van hunne taak te kwyten. Vervolgens begaf de stoet zich naar de Glip en nam van daar den terugtocht aan naar des burgemeesters huis, het bekende „Oud Berkenrode." Curatoren van het Stolpiaansch Legaat hebben een antwoord ontvangen op de door hen in Mei 1889 wederom uitgeschreven piijsvraag „Wat leert de ervaring omtrent de erfeiyk- heid van zedelyke hoedanigheden en welke gevolgtrekkingen laten zich daaruit voor do wetenschap van het zedelyk leven afleiden?" Dit stuk, in do Nederlandsche taal gesteld, kon roeds hierom voor de bekroning niet in aanmerking komen, omdat de schryver de vraag blykbaar niet had verstaan, en zyn kostte wat het wilde. Nu hy niet door eigen schuld, maar door de omstandigheden ertoe gonoodzaakt is geworden, heeft zyne daad èn by zijn eigen volk, èn by andere andere natiën verwondering en bewondering ver wekt. Van Speyk's naam biyft zoolang in herinnering, als er nog een vlag en vaandel te verdedigen is. Docb keeren wy de zaak eens om, en stellen wy ons voor dat Van Speyk zich had over gegeven. Zoo toch, wilden enkele zy het dan ook kortzichtige lieden het gehad hebben. Want, zeggon zy waartoe diende het, 't leven van zoovelen op te offeren aan een eerzucht, welk op deze wyze het in de lucht vlie gen een einde vond? De Belgen zouden, wanneer Van Speyk zoetsappig zyne papieren gehaald en overge geven had, een toon hebben aangeslagen, die, behalve onbeschaamd, nog bovendien ver nederend en hoonend zou zyn geweest; by het zinken van onzen moed zou de hunne aangewakkerd geworden zyn. Wy zouden de daad van lafhartigheid nimmer hebben kun nen rechtvaardigen en ieder, wiens hart op do rechte plaats zit, zou minachtend ons beje gend hebben. Thans, nu de daad van Van Speyk na zooveel jaren nog bewondering wekt, zou in het tegenovergestelde geval de vlek, die op ons rust, grooter en grooter geworden zijn. En wie zou ket kunnen berekenen, welken PRIJS DER AD VERTEN TIEN Van 16 regels ƒ1.05. Iedere rogel meer ƒ0.171. Orootore lettors naar plaatsruimte. Voor het incasseoron bttitan de sUd wordt ƒ0.10 borakssC. werk dus, strikt genomen, zelfs geen antwoord daarop mocht beeten. Het naambriefje is in de vergadering van curatoren ongeopend verbrand. De heer J. A. Frantzen, leeraar aan het gymnasium te Amsterdam, is te Straats burg bevorderd tot doctor in de Oermaansche en Romaansche philologie, op een proefschrift, get.: „Kritische Bemerkungen zu FiBcharts Uebersetzung von Rabelais' Gargantua." Wegens de teraardebestelling van den Voorzitter der Algemeene Rekenkamer, waren heden de bureaus van dit college te 's-Hage ten teeken van rouw gesloten. Het stoomschip „Maasdam", van Nieuw- York naar Rotterdam, passeerde 25 dezer Wight; de „Soenda", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 25 Jan. Ouessant. EERSTE KAMER. Avondvergadering van Maandag 25 Januari. De voorzitter, de beer Van Naamen van Eemnes, opent te halfnegen de vergadering en deelt allereerst mede, dat zijn ingekomen de geloofsbrieven van het nieuwgekozen lid den heer I. Breebaert, welke brieven, in han den gesteld van eene daartoe gekozen com missie, worden goed bevonden, waarna de heer Breebaert, die bereids in handen van H. M. de Koningin-Regentes de vereisebte eeden aflegde, zitting neemt. De voorzitter deelt voorts mede dat is in gekomen een bericht van het overlijden van den beer Van Akerlaken, van Hoorn, dat reeds met oen brief van rouwbeklag is beantwoord. De Voorzitter wijdt eenige woorden van hulde en waardeering aan de nagedachtenis van dit geacht mode-lid. Wederom, zegt do voorzitter, is aan deze Kamer een waardig lid ontvallen, een man van een vast beginsel en die door zjjn eerlijk, open karakter bjj allen in hoog aanzien stond. Door zijne bekwaam heid, zijn ijver en zijne groote werkkracht was hij langen tjjd nuttig werkzaam in het belang des lands. Zjjno nagedachtenis zal bjj de Kamer in eere bljjven 1 Na mededeeling van verschillende ingekomen missives, o. m. het overlijdensbericht van den heer De Roy van Zuidewijn, president van de Algemeene Rekenkamer, gaat do Kamer uiteen tot heden (Dinsdag)-ochtend te elf uren, wanneer aan de ordo is de beraadslaging over de Staatsbegrooting voor 1892. invloed de gevolgen op het lot van ons vaderland zouden gehad hebben? Minachting en verachting, ziedaar, wat het nageslacht nog zou ondervinden. Het is waar, dat de bemanning, die door Van Speyk's toedoen den dood vond, nog eenige jaren geleefd zouden hebben. Maar hoe zouden zij geleefd hebben? Oneer, zelf verwijt, wroeging, verachting zoude haar deel zijn geweost. En wie, die militair geweest of nog is, wil voor zulk een prjjs het leven verlengd zien? Neen, trouw aan vlag en vaandel 1 Daarmee sterven of overwinnen was het wachtwoord sinds eeuwen, bjj den tachtigjarigen strijd, bij de felle Engelsche en Fransche oorlogen, bjj der Belgen opstand, bij den tegenwoor- digen krjjg cp Atjeh 1 Die zjjn vaandel verlaat, is een schurk, die zjjne vlag ontloopt, een schelm, maar die ze bewaart, beschermt en redt, is een held. Het is ons dierbaarst kleinood in don strijd, op het veld of op de zee. En die zjjn schat verliest, verliest zyn hart. Moge het nimmer van ons of onze nakome lingen gezegd worden. En mogen in oogea- blikken van gevaar de geesten en de her innering aan De Lange, Claessens en Van Speyk ons bijstaan om onzen plicht te vol brengen Louwmaand 1892,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1892 | | pagina 1