N° 9787.
Binsdas; lt> Januari.
A0. 1892.
(Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Peuilleton,
Aan 't leven weergegeven
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJ8 DEZER COURANT:
▼•or Leiden per 3 meendenl.lf.
Franoo per post1.40.
Afeo/ideritjke Kommen.0.06.
Tweede Bind.
Gemengd Nieuws.
Een voorval, dat aan den t|jd der
roovergeschiedenissen doet denken, heeft zich,
naar aan het „Hbl." geschreven wordt, te
- Rozendaal (N.-B.) voorgedaan.
De landbouwer Jan Van Dorst, een uur
buiten de gemeent Rozendaal woonachtig, werd
Zaterdag-nacht door vier mannen uitzynbed
gehaald; hem werden de handen en voeten
gebonden en h|j werd met den dood bedreigd,
indien h|j zich durfde verweren. Z|jne dochter
onderging hetzelfde lot. Hierna werd door de
schurken alles opengebroken, tot zelfs de vloer,
en alle waarden, te zamen f 23,500 aan effecten
en bankpapier, medegenomen.
Na de slachtoffers nog te hebben mishan
deld en alles wat onder hun bereik viel te
hebben vernield, verlieten de dieven met hun
buit het huis. De dieven, vier in getal, z|jn
door de bestolenen niet herkend. Een begin
van brand werd in den stal door de dienstbode,
die zich onder het bed had verborgen, geluk
kig bijtijds gebluscht.
De politie is ijverig in de weer de daders
op te sporen.
Eene vrouw in de Adamshoflaan
te Kralingen had het ongeluk met eene mand
met turf van de zoldertrap te vallen, aan den
voet waarvan haar kind zat te spelen. Moeder
en kind werden ernstig aan hoofd en armen
gekwetst.
Op de plaat „De Vondeling",
onder de gemeente Pernis, is het lyk van
een onbekend manspersoon aangedreven.
In hot „Album der Natuur",
zesde aflevering van 1890, vindt men een
opstel, geteekend D. L. en overgenomen uit
het Fransche tijdschrift „La Nature", (4 Jan.
1890, pag. 79). In dat artikel wordt mede
gedeeld dat de heer Tassinaxi bij een bacte
riologisch onderzoek proeven had genomen
met den rook van sigaren en sigaretten. Er
werd geconstateerd dat de rook van sigaren
de ontwikkeling der microben vertraagt en
zelfs dio van de bacillen der cholera en typhol'de-
koorts doet stilstaan. De rook van sigaretten
verwekte slechts eene geringe vertraging.
De berichtgever in „La Nature" brengt dit
in verband met de reeds door eenige Ameri-
kaansche geneesheeren uitgesproken bewering,
dat personen, die rookten, voor de gele koorts
behoed bleven.
Het ware zöker niet onbelangrijk na te
gaan, of het rooken ook invloed heeft op de
bacillen dor influenza!
Vrouw Dribbels schrijftin een
onzer saiyrieke bladen den volgenden brief
aan den heer Kollewijn over zijne vereen
voudigde spelling:
Geagte heer KOLLEWIJN
Dar ik van me zontje gehoord heb as dat
uwes spelling vereenfouddige wil zo vin ik dat
heel vorsstandig van uwes. Voor or.s mense die
niet zoo flug mit de pen binneis het een hele
last om kerek te schreive volgens do spelling en
voor de kinderre op schol en de scholmeesters
is het ook niks as lasd en ze hoevfe tog ommers
niet aalemal pervessters te worre. Dus meheer
Kollewijn. ik vin het goet zo as uwes het be
schik en mijn man zijt ook as dat. uwes zijn
stem heb as het voor de staate ginneraal
kompt, raar zeg dan datte ze er niet so lang
over saanniken.
En zo ijndig ik mit de pen,
U dunner es,
(is get.) Vrou Dribbels.
In de nabijheid van Brainard,
in Minnesota, is dezer dagen een personen
trein gedeeltelyk ontspoord, ten gevolge van
een gebrek aan de rails. De locomotief en de
eerste waggons gingen over de gevaarlijke
plek zonder ongeval; het laatste rijtuig, een
sleeping-car, werd uit de rails geworpen. Door
den verwarmingstoestel geraakte de waggon
in brand; de reizigers, tot een opera-gezel
schap behoorende, werden met moeite bevrijd.
Twee waren gedood en 13 min of meer gewond.
Te Calais is eene getrouwde
vrouw en moeder opgeroepen als loteling. Z|j
was bii abuis op het register als van het
manlijk geslacht ingeschreven!
Tweegevecht. Eene ontmoeting
tusscben den hoer De Solm en den heer Le
Pelletier had Zaterdag-avond in de omstreken
van Parijs plaats. Men koos als wapen den
degen. B do vijfde kruising der wapenen
werd de heer Le Pelletier aan do rechterzijde
gewond, evenwel niet ernstig.
TC O XL, O IV lib IV.
BATAVIA, 12 18 Decomber. Vervolg
Omtrent den te Batavia gepleegden moord
wordt nog het volgende gemeld
De vier bedienden van den heer A. Holst
j z|jn in nader verhoor genomen. Tevens ver
scheen voor den officier van justitie de adju
dant van Kebon-Sirie, die op den bewusten
avond de wapenen in beslag heeft genomen.
Het gerucht liep te Batavia, dat mevrouw
Holst zich, ten gevolge van doorgestane mis
handeling, in het Groot Militair Hospitaal
aldaar zou bevinden.
Dit is, na ingewonnen informaties, onjuist
gebleken.
"De toestand van den heer Holst' is bevre1'
digendofschoon door het bloedverlies eenigs-
zins minder helder, bestaat geene de minste
vrees voor zijn leven; ofschoon de wond aan
den pols gevaar opleverde, is de ader niet
doorgesneden.
De raad van justitie heeft met bekrachti
ging van het bevel van den rechter-commis-
saris tot voorloopigo aanhouding van den
verdachte A. H., rechtsingang met bevel tot
gevangenhouding tegen genoemden persoon
verleend, ter zake van lastgeving tot moord,
ep rechtsingang met bevel tot gevangenneming
tegen zjjne bedienden Napin, Miming, Djan
en Djatim, ter zake van moord.
Dat de inlanders, die verdacht worden den
ritmeester H. te hebben vermoord, niet voor
de rechtbank van omgang, maar voor den
raad van justitie terechtstaan, komt daaruit
voort, dat zij met een Europeaan, den heer
A. H., in dezelfde zaak betrokken zijn; z\j
moeten nu met hem gezamenlijk voor z|jn
rechter als de hoogste der beide rechterlijke
autoriteiten terechtstaan.
Op het misdrijf, ter zake waarvan tegen
hen zoowel als op dat ter zake waarvan tegen
den heer A. H. rechtsingang is verleend
staat de doodstraf.
Door den officier van justitie mr. Clignett
en den rechter commissaris mr. Helfrich, is
vergezeld van een substituut-griffier en van
schout Hinne, eGn onderzoek ingesteld naar
de plaats, waar de ritmeester H. is gedood
Volgens de eenparige bekentenis van de vier
inlandsche beklaagden in deze zaak is de heer
A. H. hen op den voet gevolgd, toen zy hun
slachtoffer nazetten.
Naar wordt medegedeeld, is de koetsier van
den heer A. Holst, die geacht wordt oen be
langrijk getuigenis te kunnen afleggen in de
strafzaak, doch die tot nog toe tevergeefs wei d
gezocht, te Bandong aangehouden en opgevat.
De raad van justitie te Semarang heeft
den gewezen opiumpachtcr Ho Tjiauw Ing,
beklaagd van bedrieglijke bankbreuk, vrijge
sproken, op grond dat hy als opiumpachter
geen koopman was en dat bovendien de hem
als gefailleerd koopman ten laste gelegde
feiten niet zyn bewezen.
Terwyl hier de r|jst zóó in prys stygt,
dat do kampong-bewoners zich met eene
mindere soort moeton vergenoegen dan zy
PRIJS DER ADVERTENTIÉN:
Tm 16 regel» ƒ1.05. Iedere regol meer
Grootere letters Daar plaatsruimte. Voor het
inoaaseeren baiiao de stad wordt ƒ0.10 berekcad.
gewoon zijn, was, volgens deStraits-Times"
van 9 Dec., te Singapore toen bijna geene rijst
meer te krfigen; de aanwezige voorraad kon
nog maar veertien dagen strekken, terwyl in
de naburige staten ook gebrek heerschte.
Het speciaal tarief voor het vervoer van
suiker langs de Oosterlynen der Staatsspoor
wegen is voorloopig gedurende het jaar 1892
verlengd.
Met 1 Jan. a. s. treedt ook in de residentie
Rembang eene nieuwe regeling van de heeren
diensten in werking.
Het is mot de openbare pandhuispacht
boter afgeloopen dan men gedacht had. Do
meest© pandhuizen zyn thans voor goede
prijzen ondershands gegund, nadat de open
bare verpachting bijna overal was mislukt
wegens de nieuwe bepalingen.
Er wordt gezegd dat de heer Boutmy
als waarn. assistent-resident naar Edi gaat.
De cholera, welke thans tot staan is ge
bracht, ook al heeft zynaar bericht wordt,
hare intrede gedaan in de kampongs, eischte
alleen van de 4de comp., 3de bataljon, 27 man
als slachtoffers.
ZOETERWOUDE. Geboren: Catharina, d. van
G. J. Yan Kempen en M. De Bolutor. Hendriba
Maris, d. van Ph. Buitendijk en J. M. Janssen.
Cntharina Clazina, d. van A VoDk en J. Vermond.
Helena Catliariuid Tan J. Col|jn en M. J. Rasser.
Jan, z. van B. Dc Jeu en C. Oudshoorn. Johanna
Maria, d. van F. W. De Winter on A. Bey.
N\ OCBRUGGK Bevallen: M. P. Van Tol geb.
Keldor, Z. A Van Veen rob. v. d. Zwaan, D. levoul.
Overleden. K. M. Bax, Dim. T. Vonk.
Z. 8 j. S. Van Wieringon, wednr. van A. Moer
kerk, 79 j.
LISSE. Geboren: Helena Petronella, d. van C.
v. d. Mec-r on J. De Roode. Johannes Cornelis,
z. van J. Zethof en A. Sombroek. Margareilia,
d. van J. Aborcrombie en A. Brugman.
Overleden Levenl. aangeg. Z. van G. A. Theis-
sen c-n A. M. S. Reekers.
HILLEGOM. Geboren: Gcrardus Martinus, z.
van II. Bergman en E. Geuke. Anna, d. van J.
Telkamp en C Welilcrs. - Aleida Maria, d. van J.
Kres cn A. Pdom.
Overleden: Iïendricus Lambertus Meerleveld,
13 d., wonende te Amsterdam. Willem Cornells
Spierenburg. 15 j. Anna Margaretba Van Mans. 16 m.
NOORDWIJK. Getrouwd: J, Znidwog, 26 j. m
M. A. Grullemane, 37 j.
Overleden: Levenl. aangeg. kind vao J. Slats
en M. Zuiderdain. W, Van Delft, 68 j. C. A
Van St. yn, 7 m. M. C. Van Rhyn, CC j. E.
v. d. Plas, 70 j.
KATWIJK. Ondertrouwd: T. Van "Vtlzen.
23 j en G. Vooys, 22 j.
Geboren: Nestje, d. van W. Schcmovehl eu N.
Lamme. Cor c-lie, z van G. ll^fuo.t en It. v.
d. Luijt.
Overleden: M. Van DuJveubodo, G9J.,echtg.
van J. De Vreugd. A, Binnendijk, G8 j., wed. van
J Beukenkamp. L. Verdoes, 34 J„ eclitg. van
D. K uijt. G. Varkeviaeer, 87 cclitgen. van R.
Pluimgraaf J. Schoenmakers, 3 j. G. v. d.
Loyt, 53 j., eebtgen. van M. Zwaan. N. Van Sla
ver n, 70 j.. wed. van J. Geiiternan.
dook
HUGH CONWAY.
78.)
Zij zat met den rug naar my toe, maar
ik kende alle bevalligheden van die gedaante
te goed, om niet terstond myn vrouwtje te
herkennen.
Indien ik nog eeno extra zekerheid ver
langde, behoefde ik maar te kyken naar de
juffrouw, die bü haar zat en die scheen te
dutten over een boek. Die s.iaal van Priscilla
kende ik een uur verde weerga was nergens
op de wereld te vinden.
Hoewel het my moeite kostte, besloot ik
niet naar haar toe te gaan. Vóór ik Pauline
ontmoette, wilde ik Priscilla spreken, om
haren raad te volgen aangaande myne ver
dere handelingen.
Maar ondanks myn genomen besluit kon
ik de verzoeking niet weerstaan, om wat
dichterby te gaan. Waar ik stond, kon ik
haar gelaat niet zien, weshalve ik voetje voor
voetje voortkroop, tot ik nagenoeg tegenover de
teekenaresse was, en daar, half verscholen tus-
schen het struikgewas, stond ik haar naar
hartelust gado te slaan. Do blos der gezond
heid lag haar op de wangen. Gezondheid
straalde uit al hare bewegingen en als zij
zich tot hare gezellin wondde en eenige
woorden sprak, was er in haren blik en in
haren glimlach jets, dat my het hart deed
opspringen van vreugde. Het vrouwtje, tot
hetwelk ik teruggekeerd was, was een ander
wezen dan het meisje, dat ik getrouwd had.
Zy keerde zich om on keek naar den
overkant.
Buiten mjjzelven van vreugde was ik ge
heel te voorsehyn getreden uit myne schuil
plaats. Met de rivier tusschen ons ontmoetten
onze blikken elkander.
Zy moet zich myner herinnerd hebben op
de eene of andere wijze. Myn gezicht moet
haar bekend geweest zyn, al was het ook
slechts uit eene soort van droom. Zy liet
haar potlood en schetsboek vallen on sprong
overeind, vóórdat Priscilla's uitroep van ver
rassing en vreugde gehoord werd. Zy stond
mij aan te staren, alsof zy verwachtte dat
ik haar zou aanspreken of bij haar komen,
terwyl de oude dienstmaagd my woorden
van welkomst over de bruisende rivier
toezond.
Al bad ik willen teruggaan, het was nu
te laat. Ik vond eene plaats, waar ik over
kon, en in een paar minuten was ik aan
de overzydo.
Pauline was siil blyven staan, maar Pris-
oilla yide my te gemoet en kneep my de
handen byna af.
„Heeft zy herinnering? Kent zy my?"
vroeg ik zacht, terwyl ik my losmaakte en
naar myne vrouw ging.
„Nog niet, maar hot zal wel komen; ik
ben er zeker van, jongeheer."
Ik deed een stil gebed, dat haro voorspel
ling mocht uitkomen. Ik naderde Pauline en
stak haar do hand too. Zy nam die gereedoiyk
aan on keek met hare donkore oogen in do
myne. Het kostte my onuitsprokolyke moeite
haar niot aan myn hart te drukken
„Pauline, kent gy my niet?"
Zij sloeg de oogen neer.
„Priscilla hoeft over u gesproken. Zy zegt
my dat gy een vriend zyt, en dat ik op
uwe komst moest wachten en niets moest
vragen."
„Maar herkent gy my niet" Ik dacht zoo
even, dat gy my kendet."
Zy slaakte een zucht.
„Ik heb u gezien in droomen, zonderlinge
droomen."
Terwyl zy sprak, kwam er een blos op
hare wangen.
„Vertol mij die droomen eens", zeide ik.
„Dat kan ik niet. Ik ben ziek geweest,
erg ziek, een langen tyd. Ik heb veel ver
geten haast alles vergeten."
„Zal ik het u eens vertellen?"
„Nu niet, nu niet!" riep zy haastig. „Mis
schien herinnor ik liet my wel later."
Had zy eene flauwe herinnering van do
waarheid? Waren de droomon, waarvan zij
aprak, slechts de voorboden van een terup-
keerend geheugen? Begreep zy uit dien gou
den ring aan haren vingor wat er gebeurd
was? Ik zou wachten en hopen. Wy wan
delden samen huiswaarts, terwyl Pris
cilla oen weinig achterbleef. Paulino scheen
in myn gezelschap niets onnatuurlyks te
vinden. Ais het pad wat steil of moeiiyk
werd, stak zij mij hare hand toe, alsof zij
gerechtigd was tot myne ondersteuning. Eeno
poos lang evonwol sprak zij niet.
Eindeiyk vroeg zij
„Waar zyt gij heen geweest?"
„Zeer ver van hier; honderden uron ver."
„Ja, als ik u voor mij zag, waart gy altyd
op reis. Hebt gy gevonden wat gy zocht?"
vroeg zy levendig.
(Vervolg ommezijde.)
I