I. H. STEIN Ir.,
Lippold's Rieten Koffers.
COG MAC.
J. A. G. PROOT ZO0S,
Be 3-öi .>ócr-Yereeniging
In 4en ^>mcen(cniod.
Aan do b ud van het thans verschenen
officiëel e zitting verslag laten wJJ hier het
gesprokene voir: n. toen aan de orde was hot
voorstel tot het verleenen van eeno toelage
van 250 aan h bestuur van bovengenoemde
Yereeniging.
De heer Du Kieu: M. d. V.! Ik bon zoo
vry het woord te vragen, omdat ik mij niet
kan vereenig''i met het voorstel om op deze
wijze het be- dor Yereeniging te helpen.
Het zou, dunkt u i, doelmatiger zUn geene
antecedenten vnr uen aard te maken; het
gaat toch niet aan een subsidie aan eene
Commissie te ge vendie meer heeft verteerd
dan zij mochthaar staan ook nog wol an
dere hulpmio'i i ;.r-n dienste en ik zou het
wenschelijker vinden, dat die te hulp werden
genomen.
Ik zal daarom togen dit voorstel stommen.
Ik heb veel respect voor den ijver dezer Com
missie en m' nongen zag ik vooral 'tlaat-
ste jaar de wijze, waarop zy dit feest heeft
gevierd, maar op zo wyze mag de gemeente
haar toch niot heipon.
De heer Z 1 o.- nOfschoon ik 't in be
ginsel met ciüq heer Du Rieu eens ben, zal
ik. toch my no stem aan dit voorstol geven,
omdat Burg. en Weih. er by opmerken, dat
zy er geen antecedent voor de toekomst in
wonschen te zien.
't Is zeer zeker wenschelijk, dat men de
tering naar de nering regelt, maar voor dit
exceptioneel» geval zou ik het ontstane tekort
toch wel op deze- wijze willen helpen dekken.
Onder dit voorbehoud zal ik myne stem
aan dit voorstol geven.
De heer V a Koenen: M. d. V.! Ik zal
tegen dit voorstel stemmen, omdat het laatste
3-October-feest nie- in ongunstige omstandig
heden gevieris - worden. Er kunnen zich
omstandigheci v: weer en wind voordoen,
dio een dergelijk "oest doen mislukken on
een tekort vero r-alien; maar bij het laatste
feest is dat het geval niet geweest. Hot heeft
zich in een druk bezoek mogen verheugen;
ook ik ben er heer. geweest en ik heb een
langen tyd m t vachten, aleer ik toegang
kon krijgen; mi; e jaren heb ik den tuin
van „Zomerzorg zoo vol niet gezien.
Bovendion wad 'c, dat het verlammend
werkt, wanneer r: i op de gemeentekas gaat
steunen, en j. 1 <i ben ik, met 't oog op
do toekomst i het verleenen van dit
subsidie.
Ik geloof, d d" Commissie wijs zou doen
bij de inning v a de contributie voor het
volgend jaar roep te doen op deleden,
om vry willig wal meer te betalen, on ik
meen, dat dez- io on zoor verdienstelyke
Yereeniging ze wyze boter geholpen
zou zyn.
Nu is, dit ,i het weer niet ongunstig
goweest, maar vraag my af voor welk
tekort de Com nissie ons gesteld zou hebben,
als het weer v. locht was geweest? Het zal
daarom voorzichtiger voorde toekomst zyn dit
subsidie niet 0: ileenen.
De heer J u cM. d. V.! Ik hoop natuur
iyk dat de Raad dit voorstel zal aannemen.
Maar ik kan io. li niet ontkennon, dat 't my
genoegen hoeft daan, dat er stommen z\jn
opgegaan teg :e toekenning van dit sub
sidie, want de 3-October-Vorecniging heeft
in. i. wel verdiend, dat er eens eene ernstige
waarschuw ren haar gericht werd; zy
zal er nu eon v '-,rond jaar voor moeten zor-
gon, om meer de tering naar do nering
to zetten, kwam zy het volgend jaar
weer tot den i met een dergelyk verzoek,
dan zou ik er myne stem niet aan kunnen
geven.
Wy staan n». voor een fait accompli. Wy
hebben te doon met eeno Commissie, welke
zich veel moeim voor een goed doel heeft
gegeven; li t streven en weikzaamheidver
dienen voorzeker aller waardeering; zy staat
nu echte voor oen tekort. Waardoor is dat
tekort o i'n n Hoofdzakelijk door uitdee-
lingen v levensmiddelen, enz., aan hulpbe
hoevend stade onooten.
Om die reden vind ik 't voldoende gemo
tiveerd om althans hm, voor dit jaar, het ge
vraagd subsidie toe te staan.
Do heer an Hoeken: M. d. V.I Ik zal
goone opp<ï ie voeren togen doze by uitstek
Loidsche Commissie, maar ik zou haar toch
wel in ove weging willen geven hare uitga
ven naar hare inkomsten to regelen. Hot gaat
niet aan, als men to veel hooft uitgegeven,
daarvoor do gemeentekas maar aan te sproken.
Ik ontken niet, dat dergelyke commission
met groote mooilykhoden to kampen hebben,
maar ik zou de Commissie In overweging
willen geven het tekort op een volgend jaar
over te brenger, en dan daarnaar hare uitga
ven te regelen.
Ik zal tegen dit voorstel stemmen.
Do heer Druckor: M. d. V. I Ik wenschte
alleen te vragen of 't niet mogeiyk zou zün
om aan het bezwaar van de Commissie van
Financiën tegemoet te komen? Die Commis
sie zegt in haar rapport: „Ons bezwaar zou
moeten wijken, wanneer inderdaad kon wor
den aangetoond, dat de Raad vroeger, zy
het ook in zedelyken zin, eene belofte heeft
gedaan."
Wanneer nu werkeiyk aan die Commissie
min of meer eene belofte gedaan is, dan zou
ik minder bezwaar hebben tegen de inwilli
ging van dit verzoek; in het omgekeerde
geval ben ik er tegen.
Kunt u, M. d. V., my nu een definitief
antwoord er op geven of wy eene zedeiyke
verbintenis tegenover deze Yereeniging hebben
aangegaan? Uit de geraadpleegde stukken is
dit echter aan de Commissie van Financiën
niet kunnen blijken, en ook ik hob van eene
zoodanige belofte norgons iets kunnen vinden.
In het adres van de 3-Octobor-vereeniging
wordt op vry bepaalden toon te kennen ge-
goven, dat de Gemeenteraad gezegd heeft:
„wy zullen 't wel dekken als er een tekort is."
Wy zyn toen naar deze belofte gaan zoeken,
maar 't zoeken in die officiëele stukken is
zoo gemakkeiyk niet, vooral daar men in den
bladwijzer niet altyd vindt wat men er in wil
naslaan. Tot nu toe is echter aan de Com
missie van Financiën nog niets van eene zoo
danige belofte gebleken, en op dien grond
kan de Commissie zich nog niet met dit voor
stel vereenigen.
De Voorzitter: Indien mf}n geheugen
mij niet bedriegt, heb ik reden my to ver
bazen over het advies, dat de hoer VanRee-
nen ons gegeven heeft. In het jaar 1886 heeft
die spreker eene uitvoerige mededeeling ge
daan omtrent den afloop van het eerste 3-
Ootoborfecst, waarin hy o. a. meldde, dat er
niot alleen geen tekort, maar een batig saldo
van /"300 was overgehouden, zoodat hot Be
stuur der Yereeniging voor dat jaar geene be
hoefte had aan de ƒ400, die voor de feesten
op de Begrooting waren uitgetrokken en dus
meende er voor te moeten bedanken, hetgeen
hot dan ook deed, in het vertrouwen, dat, in
dien later de afloop eens minder gunstig was,
do Raad dan ook wel geneigd zou zyn de
bijdrage eenigszins te verhoogen. Do heer Van
Reenen sprak toen het volgende„Toch zou
ik willen, dat deze post voor vermakelijk
heden op de begrooting gehandhaafd werd. In
den zomer wordt nameiyk ons feestprogramma
opgemaakt, en nu weet men dat een sehoone
3-Octobordag tot de zeldzaamheden behoort,
zoodat het een volgend jaar zou kunnen ge
beuren dat wy de feestvierenden, dio nu het
feest in de open lucht hebben gevierd, onder
dak zouden moeten brengen, hetgeen de on
kosten zeer zoude vermeerderenwanneer het
dan moest biyken dat onze baten niet toe
reikend waren, zouden wy by den Raad sub
sidie komen vragen, dat, geloof ik, dan wel
zou worden toegestaan." Ik meen dus wol
het recht te hebben mij te verwonderen over
het advies, dat wy nu van den heer Van
Reenen hebben gehoord.
Niemand heeft toen op de zooeven geciteerde
woorden van den heer Van Reenen geant
woord, en de Raad, die toen heeft goedge
vonden dat hot subsidie van 400 niet werd
uitgekeerd, heeft daarmede, naar my voor
komt, het vertrouwen, toen door dien spreker
geuit, dat de Raad by minder gunstigen af
loop wel zou willen helpen, waartegen niemand
zich verzette of eenige reserve maakte, stilzwy-
gend beaamd. En daarom vind ik dat de Raad
wol degeiyk eene moreele verplichting op zich
heeft genomen.
De heer Juta heeft er al op gewezen, wat
de oorzaak van het thans ontstane tekort is,
nl. de uitdeeling van haring, brood, bier en
tabak aan oen grooter aantal hulpbehoevenden
dan hot vorig jaar. Het was voor de Com
missie bijna onmogelyk om den stroom te
stuiten nadat eenmaal de gewone oproeping
had plaats gehad, zonder dat er eenige reden
bestond om dien grooten toevloed te ver
moeden. Na de nu opgedane ondervinding,
kan do Commissie voor het volgend jaar vooraf
eone grens voor hare uitdeeling stellen en
bepalen, dat zy niet moer zal bedeelen dan
een zeker aantal personen; dat zal wel niet
aangenaam zyn voor hen, die dan niets krijgen,
maar dan kan vooraf eene berekening worden
gemaakt. Dit jaar echter, kon men (zooals
ik zeide) den stroom niet stuiten en de heer
Van Reenen, die eenmaal een yverig lid van
deze Commissie is geweest, weet dat nog
beter dan ik.
Bovendien goldt hot feest een voor Leiden
zoo belangryk historisch feit, dat ik 't niet
zou afkeuren, indien ook de gemeente er iets
meer aan deed; maar ik kan dan ook zeer
goed meegaan met hetgeen de hoer Juta ge
zegd heeft, nl. dat de Commissie er voortaan
op rekenen moet niet meer dan het op de
Begrooting uitgetrokken subsidie te zullen
ontvangen. Zy is dan voor het vervolg ge
waarschuwd. Maar nu wy werkelijk voor de
ongunstige omstandigheden staan, waarin de
Raad stilzwijgend beloofd heeft te zullen
helpen, nu moot hy m. i. zyne belofte ook ge
stand doen.
Op die gronden zou 't mij leed doen, indien
men de Commissie thans in den steek liet:
als zij het volgende jaar met een tekort op
de rekening moet beginnen, dan drukt dat
natuuriyk ook op do feesten van 3 October
1892. Eene zuivere Begrooting kan de Com
missie nooit maken, want hare ontvangsten
hangen voor een groot deel van het weer af,
en zulk een mooien dag, als in 1886, hebben
wy na dien tyd niet meer gehad; toen ook
waren door het fraaie weer vele menschen
van buiten gekomen, terwyi het daarenboven
oen niouwtjo was.
Deze redenen zyn dus, myns inziens, vol-
doondo om het voorstel aan te nemen.
De heer Van Reenen: De eerste October-
vereeniging, M. d. V., waarvan ik lid was,
heeft geen subsidie van de gemeente gehad,
ofschoon er 400 op de Begrooting voor was
uitgetrokken. De tegenwoordige October-
vereeniging heeft veie inkomsten; de Ameri-
kanon, die hier over zyn geweest, zyn er ook
lid van geworden en er komt eone groote
bydrage uit Amerika. Van jaar tot jaar toch
komen zich meer menschen voor bedeeling
van brood, bier en tabak aanmelden; het
schaamtegevoel gaat weg,, en men vindt er
niets moer in, van de bodeoling te ontvangen.
Verder ben ik 't mot u eens, M. d. V., dat
er geen feest in Leiden is, dat waardiger ge
vierd moet worden dan dit. En het gold, dat
de Commissie te kort komt, zal toch wel in de
kas komen. Geeft men het gevraagd subsidie
nu, dan ben ik bang, dat wy ieder jaar voor
een dergelyk verzoek geplaatst zullen worden.
De Voorzitter: Maar dan hangt 't van
ons af of wy dat subsidie willen geven. Myne
bewering over de moreele verplichting heeft
u nog niot weerlegd. Vroeger woonde ik de
vergaderingen van de 3-October-Commissie
wel eens by, en ik was toevallig ook tegen
woordig toen er gesproken werd over het batig
slot van ƒ300 en de vraag word behandeld
of men al of niot zou bodanken voor het
subsidie van ƒ400, dat men voor dat jaar
niet noodig had. Toen is besloten en daartoe
strekte myn advies ook om voor 1886 voor
het subsidie, dat uitgetrokken was, te bedan
ken, en daarby het vertrouwen uit te spreken,
dat de Raad, waar de Commissie het bewys
gaf van geen misbruik te willen maken van
's Raads welwillendheid, ook geneigd zou zyn
een hooger subsidie te geven, indien de om
standigheden eens minder gunstig mochten
zfln. U is toon zelf do tolk van dat denkbeeld
in den Raad geweest, en niemand heeft er
toen een woord tegengesproken, zoodat ik
geloof, dat de Yereeniging het recht had aan
te nemen, dat men 't daarmee eens was.
Hiermee was natuuriyk niet uitgemaakt, dat
men zooveel mocht uitgeven als men wilde,
om dan om dekking van de tekorten bij den
Gemoenteraad te komen; maar dat is ook
niet geschied.
De som, die nu wordt gevraagd, is nog be
langryk lager dan die, waarvoor in 1886 is
bedankt. Deze bedroeg ƒ400; thans wordt
een surplus van 250 gevraagd, dus nog
ƒ150 minder.
De hoer Siegenbeek van Heukelom:
M. d. Y. I De Commissie van Financiën heeft
verklaard, dat 't haar niet gebleken is, dat
de gelden geheel besteed zyn voor uitdeeling
van bier, brood en tabak aan de minvermo
genden.
Tegen de conclusie, welke in deze verkla
ring gelegen is, moet ik opkomen. .Tuist wan
neer de dekking van het tekort, dat men ons
aanvraagt, dienen moet voor onkosten voor
brood, bier en tabak, (dus ten gevolge van
uitdeeling van levensmiddelen), dan moet ik
ei my tegen verklaren. Ik ben eeno andere
meening toegedaan, en ik zou 't gevaarlyk
achten het subsidie aan de Yereeniging op
dien grond te verleenen. Wy doen dan een
eerston stap op een gevaarlijken weg, en
jaarlyks zouden de aanvragen op die manier
grooter kunnen worden.
Staat men hot subsidie niet toe, dan zal
do Commissie in de noodzakelijkheid verkee-
ren van zich in hare uitgaven te beperken.
De heer Drucker: M. d. Y.! Die verkla
ring staat niet in ons advies te lezen.
Nu ik toch het woord heb, wensch ik te-
vens op te merken, dat het slot van ons
advies gebleken is juist te zyn, nl. dat het
niet gebleken is, dat de Raad eeno zedelyke
verplichting op zich heeft genomen.
Do heer Yan Reenen: M. d. V.! Dit
feest is onder de meest gunstige omstandig
heden gevierd.
De Voorzitter: Gy vergist u; ik heb
niet gezegd, dat het weer ongunstig was,
ssaar lang niet zoo gunstig als in 1886 het
geval -was, toen tal van menschen van bui
ten kwamen, ook gedeeltelyk uitgelokt door;
het nieuwe van het feest.
Tusschen den heer Drucker en my schynt
oen verschil van opvatting te bestaan omtrent
zedelijke verplichting; ik geloof dat ik ge
noegzaam heb toegelicht waarom naar mynj
gevoelen zoodanige verplichting hier bestaat
De hoer Siegenbeek van Heukelom-
M. d. Y.Ik moot myne excuses maken aan
den heer Drucker. De door my bedoelde ver
klaring staat niet in het advies van de Com
missie van Financiën, maar in het stuk van,
Burg. en Weth. wordt over dit punt ge
sproken.
De Voorzitter: Als ik my niet vergis
en den heer Juta goed verstaan heb, dan-
heefi liy de uitbreiding, aan de uitdeeling
gegeven, genoemd als „eene van" de oorzaken
van de grootere uitgave.
De hoer Siegenbeek van Heukelom:
Er staat positief in het advies van Burg. en
"Weth. te lezen: „Dat tekort vindt zyn" oor
zaak in de grootere uitbreiding, die de uit-:
deeling van brood, baring, tabak en bier heeft
verkregen, doordien zich veel meer stadge-
nooten voor de ontvangst dezer giften dit i
jaar hadden aangemeld."
Daar juist wensch ik tegen op te komen,
en door weigering de Commissie in de nood
zakelijkheid te brengen, om aan die uitdee
ling eene grens te stellen. Zy zal daardoor
wel tydelyk in eene moeilykheid geraken,,
maar 't, is beter dat de Commissie zelve de
middelen vindt om tot beperking der uitdee
ling te komen, dan dat wy aan die CommissieJ
op deze wyze als het ware een ongelimiteerd
krediet geven.
Do Voorzitter: Veroorloof mij, u te
zeggen, dat gy verbazend overdryft. Wy wen-
schen geen ongelimiteerd krediet te geven;!]
daarvan kan wel allerminst sprake zyn nalj
de thans gevoerde discussion. Wy wenschen j
alleen dat de Raad de zedelijke verplichting
nakomc, waartoe hy zich stilzwijgend heeft j
verbonden. Ik meen, dat. de Commissie een
krachtigen wenk voor de toekomst heeft ge
kregen, en dus voor het vervolg wel zal zor
gen dat zij met hare middelen toekomt.
Do beraadslagingen werden alsnu gesloten.
Het voorstel werd daarna in stemming ge
bracht en verworpen met 17 tegen 8 steramen.
Vervolg der Advertentiën.
«PDUTRUT 81, DES HAAG,
(voorheen Wagenstraat).
Volstrelit eenig adres van
Al wat buiten dit adres als Rieten Koffers
wordt aangeboden, is namaak, wat in solidi
teit mot de echte zelfs niet kan vergeleken
worden. 3048 12
j iuccw leveren »g leuren po«twt*aal ef
v. •>?'!eikuo't.Kon«ler*«jclito Conaao 4S0
u» '11 1.1-1. i. Kien», -bon iufl luOe^np «mbtlltf*
II.ir»n.o t(uuf<jpU«Uen.
1 lOUSTRA ZOON, Sneek.
liU|iur(rsn Cvgnmt
-toao. voor irtAQOO Prooilleeoü f 1.20.
-"lrn I ïi'fil UW7 geannonceerde CogliM la tUMi
'"TTVTRi 6 ZOON. SmL
Hoofdagenten der Brusselsche Brandwaarborg-
Maatschappij, opgericht A°. 1821.
Vaste Premie voor Hulzen f 0.65 p. duizend.
Inboedels 1.p.
Kantoor: liooglandsche Kerkgracht 43.