om,n S FL 150, 1892. ENKELE Beis EERSTE K'asse. ENKELE Beis TWEEDE K Sasse. TREEDT IN WERKING jÜP Lans' Extra-Stout De Gracieuse. Oostenrijksche Credietloten. Noord-Zuid-Hollandsclie 1 EAJSTS' EXTFtA-STO UT JLA.JVS' EXTEA.-STO UT EAlES' EXTEAl-STOUT Binnenvader en -Hoeder PLAATSBILJETTEN PLAATSBILJETTEN 'euillc ionl. Aan 't leven weergegeven. LEEN INC. 1858. Trekking 2 Januari e. k. benevens FL 30,000, »FI. 15,000, Fl. 5000, Fl. .2000, Fl. 1500, etc., otc. Samen 1900 Prijzen. Heele Aandeelen ƒ7.— Halve 3.50 Met ƒ7.— kan men op 2 Januari e. k. de volle Fl. 150,000, met ƒ3.50 Fl. 75.000 winnen. Trekkingslijst franco en gratis. Toezonding van postwissel aan COSTERS A Co., in Effecten, to Amsterdam. PS. Uitbetaling der Prijzen volgt direct na ontvangst. 8304 23 staat onder voortdurende controle van het bureau voor Chemische en Microscopische Onder zoekingen (Directeuren Dr. P. F. VAN HAMEL ROOS on A. HARMENS Wzn te Amsteri&m. Zyn rapport over het luidt als volgt: Geenerlei vcrvalschingen met SclicijlzuurIlopsurrogaten, Glycerine enz. zijn geconstateerd. De verhouding van Extract en Alcohol is als zeer gunstig te beschouwen. Het Bier voldoet aan de eischen, welke aan onvervalscht en krachtig Stout gesteld kunnen worden. Bovendien is het om z(jn aangenamen smaak en deugdelijkheid door meer dan 500 Geneesheeren aanbevolen; wordt aan do brouwerij gebotteld en ieder verbruiker heeft het recht een fleschje aan bovengenoemd bureau ter onderzoeking van den inhoud te zenden. Verkrijgbaar aan de bekende adressen. 8411 44 Met primo Maart a.'s. komt debetrekking vacant van in het R.-K. Wees- en Oudeliodenhuis te Leiden. Hiervoor worden gevraagdgehuwde Heden zonder kinderen ten hunnen laste, leeftijd tusschon de 40 en 50 jaren. Verder wordt vereischtoverlegging van bewijzen van een goed, zedelijk gedrag en bovendien voor den Vader van eenige administratieve kennis en voor de Moeder geschiktheid om aan het hoofd eener dergelijke inrichting te staan. De voordeelon, aan dezo betrekking verbon den, zijneen jaarlijksch inkomen van /"400.benevens vrije inwoning met voe ding en geneeskundige hulp. Hiertoe genegen, adresseero men zich schriftelijk aan Regenten van bovengenoemde inrichting, vóór 15 Januari 1892. 83S2 20 STOOMT 8311 208 Koedioftol. 10 Heemstede. 15 10 Glipperbrug. Bennebrook. Oosteinderbrug. 15 20 25 80 35 20 I 15 10 25 20 15 30 j 25 20 35 30 25 40 36 80 42»40 I 35 45 1 12» 40 j 45 -L 49 IS 47 40 Hillcgom. 10 1 de Nachtegaal. 15 I 10 20 I 15 IvT UT 30 35 j !0 40 35 12»i 40 Lisse. Engelenbrug. 10 I Sasscnhcim. 15 10 20 15 25 I 20 35 80 I 25 Klinkcnbergerbrug. 10 Oegstgeesl. 15 10 Groencstecg. 20 i 15 I 10 Leiden. i 7» Koedieftol. 12» 7» Heemstede. 17* 12' 7» Glipperbrug. 22» 17» 12» 7» Bennebroek. 25 22» 17» 12» 7» Oosteinderbrug. 27» 25 22» 17» 12» 7» Hillegom. 30 27» 25 22» 17» 12» 7» de Nachtegaal. 32» 30 27» 25 22» 17» 12» 7» Lisse. 35 32» 30 27» 25 22» 17» 12» 6 Engelonbrug. 36 85 32» 80 27» 25 22' 17» 12» 7» Sas senheim. 37 86 35 82» 80 27» 25 22» 17» IC», 7» Klinkenbergerbrug. 33 37 36 35 82» 80 27» 25 22» 17»! 12» 7» OegstgeesL 39 10 33 39 37 33 86 37 85 3G 82» 30 82» 27» 30 25 27» 22'17» 2Ü 1 22' 12»75 Groenesiecg. 17'| 12'! 7>| Leiden. door HUGH COiSWAY. 48.) Onderwijl stapte lijj ovor tot een andor onderwerp. „Ik durf u haast niet lastig vallen in deze omstandigheid", zeide hy, „maar ik zou gaarne weten, of gij genogen zyt met my samen eene memorie in te dienen aan Victor Emanuel I" „Ik ben daar niet toe genegen. Er zyn vorschillende dingen, welke mij eerst opge holderd moeten worden." Hii boog beleefdelijk, maar ik zag dat hy daarbij zgne lippen stork op elkander kneep. „Ik ben geheel tot uw dienst", zeide h(j. „Zeer goed! In de eerste plaats moet ik volkomen overtuigd zjjn, dat gü de broeder zyt mijner vrouw." Hy trok zyne zware, donkere wenkbrauwen op en poogde te glimlachen. „Kat is gcmakkoiyk genoeg! Ware Ceneri hier, hy zou het bevestigen." „Maar hy zeide my juist iets anders." „Ach, daar had hy zyno redenen voor! Om het even, ik kan genoeg andere getuigen inroepen." „In de tweede plaats", zeide ik, lerwyiik zeer langzaam sprak en hom vlak in het gezicht keek, „in de tweede plaats moet ik weten waarom gy iemand vormoord hebt, drie jaren geleden in een huis in de Horace- straat!" Wat den vont beving, vrees of woede, weet ik niet. maar de uitdrukking van zyn gelaat was die van do uiterste verbazing: niet de verbazing van onschuld, dat zag ik wel, maar van verwondering dat do misdaad bekend waseen oogenblik stond by met open mond en gaapte my zwygond aan. Toen herstelde hy zich. „Zyt gy dol, mynheer Vaughan riophy uit. „Op den 'JOsten Augustus 186. No. in de Horace-straat hebt gy een jongmensch, die daar aan de tafel zat, een dolk in het hart gestooten. Dr. Ceneri was ook in de kamer en nog iemand met een litteeken over het gezicht I" Hy zocht geene uitvlucht. Hy sprong over eind met een gelaat, stuiptrekkende van woede. Hy greep my by den arm. Een oogenblik meende ik dat hy my te lyf wilde, maar ik merkte spoedig, dat by my slechts zeer nauwlettend in 't gezicht wilde zien. Ik liet my bedaard bekijken, want ik dacht, dat hy my misschien toch niet herkennen zou: blindheid brengt zulk eene verandering te weeg. Maar hy herkende mij. Hy liet myn arm los en stampte met don voet op den grond van woede. „Domkoppen! idioten!" siste hy; „waarom lieten ze my niot alleen begaan!" Hy stapte een paar maal op en neer door de kamer en bleef toen bedaard voor my staan. „Gy hebt toon uwe rol meesteriyk gespeeld, mijnheer Vaughan," zeide hij, met eene koel heid en onverschilligheid, die my doden ont stellen. „Gy hebt my misleid en ik ben niet goinakkelyk te foppen." „Gy erkent dus zelf uwe misdaad, infame schurk?" Hy haalde de schouders op. „Waarom zou ik die niet erkennen tegonover een ooggetuige Togenover anderen zal ik die sterk genoog ontkennen, maar tegenover u is er geene reden toe; gy zyt er in betrokken." „Ik er in betrokken?" „Zeker, nu gy myno zuster getrouwd hebt Myn beste jongenmyn gelukkige echtgenoot! myn lieve zwager! Ik zal u eens vertellen waarom ik dien man om 't leven heb gebracht en wat ik meende met die woorden, welke ik te Genève u toevoegde." Zyne houding van bitteren, kwaadaardigen spot, terwyl hy die woerden sprak, maakto my bang voor hetgeen komen zou, en do handen jeukten my, om hem boet te pakken en de kamer uit te smyten. „Die man," begon hij, „ik zal u om bo- grypelyko redenon zyn naam niet noemen, was Paulino's minnaar. Wilt gij my goedbe- grypen, dan moet gy minnaar hier vertalen door 't Italiaanscho woord drudo. Nu, van moederszyde hebben wy adellijk bloed in onze aderen, dat geene beleedigingen verdraagt. Jk zeg nog eens, hy maakte Pauline, uwo tegen woordige vrouw, tot zijn meisje; hy was niet van plan haar te trouwen on daarom hebben Ceneri en ik hem vermoord, in London, in haar byzyn. Het is altyd goed, mynheer Vaughan, eene vrouw te trouwen, die zicli 't verledene niet kan herinneren; ik heb u dat al eens eer gezegd." Ik antwoordde niets. Zulk eene afscliuwe- lyke bewering verdiende geen woord. Ik stond eenvoudig op en ging naar hem toe. Hy zag op myn gezicht geschreven wat ik voorhad. „Niet hier," zeide hy haastig en van mij terugwykende„waartoe zou dat dienen? eene alledaagsche vechtparty tusschen een paar lieeren." Wordi vervolgd.) Leiden, ter Boekdrukkerij van A. W. SIJTHOFF,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1891 | | pagina 6